1000 Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. heek itri rtaarfc E- OPPEN ieoiaas 1 d e n, Kerstmis. orn. MEIJER. Amsterdam. lil de handen van Anarchisten. TWEEDE PROEFNUMMER. Oplage 10.000. Zaterdag 24 December 1904. nco huis. Lf MB, MEUuEËSTER. Bü No. behoort eeijppl. OINTRE per Inker, HIMP1GHEWUN. Verschijnt eiken fnAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. OOSTERBAAN LE COINTRE, G O E S. rs, Naaizakken, kktii, Water- eden enz. LAGES. ABRIELSE, Nieuwjaar. leering. KERSTMIS. Christenen „op hunne wijze." STERS. k k e r ij delburg. WE MIIMSCHE MP iot Goes Telefoon No. 6. Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. jlbonnemenfsprijs: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) -.95 -.05 Drukkers-Uitjevers fidvertentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. e tegen lage prgzen. le, Middelburg. BERICHT. Wij deelen onzen lezers mede, dat ons eerstvolgend nummer zal verschijnen op MAANDAG 2 JANUARI a.s., met welken datum onze courant geregeld zal uitkomen. Wij stellen in het nummer, dat MAANDAG 2 JANUARI bezorgd, doch Zaterdag 31 Dec. afgedrukt wordt, voor belangstellenden de gelegenheid open, om tegen den prijs van 25 Cents (mits niet grooter dan 5 regels druks) hun NIEUWJAARSGROET aan Familie, Vrienden of Begunstigers, enz. als advertentie te doen opnemen. Ancher 90. Inprachtb. f130 voor zulk een prijsje, ime men niet zich een 't Is een van de beste -wezen. et bedrag volgt franco' Uitgever DELBURG In den mistigen en kouden winter van ons klimaat zijn de dagen treurig en kort; de nachten lang en ondoordringbaar. Maar in de reeks dier lange, donkere nachten, komt er één, die het in zonne klaarheid verre wint van den stralenden zomerdag; een nacht, „schooner dan de dagen"een nacht, in welken de wegwij zende Sterre de transen der hemelen in purperen lichtgloed zet; de gezegende nacht, -^5 waarin het Christuskind geboren werd. I In dien nacht trekken onze gedachten .naar de verre, wijde woestijnvlakte, ter ^nederige aanbidding van het Goddelijke ■Kind in den stal van Betlehem. Voor ons Katholieken, is het hooge feest -van Kerstmis de meest liefelijke en aan- 'doenlijke plechtigheid onzer H. Kerk. Wie, als de schrijver dezer regelen, het voorrecht heeft gehad, den Kerstnacht te vieren in de antieke crypta der beroemde 'Romaansche abdijkerk te Rolduc, hij kent het diep-treffende van het groote feest en Zonder twijfel was detective Sharpe van de afdeeling recherche Scotland Yard een verdienstelijk en bekwaam ambtenaar; zeker een der behendigste in het ontwarren groot assortiment van de ingewikkelde weefsels van bedrog en misdaad, die Londen steeds aanbiedt. 19QI1DI1 flet was een publiek geheim onderzijn lUdltsllq collega's met wie hij ondanks zijn erkende meerderheid op een uitstekenden voet stond,. dat hij bestemd was binnenkort tot chef lvfl Ap Lrp M der afdeeling bevorderd te worden. Daarom 'UAlivvAGa') verwekte het niet weinig verbazing, toen het bekend werd, dat Sharpe zijn ontslag Zou aanvragen, en Scotland Yard zijn diensten zou moeten missen. Toch was deze stap van den detective minder bevreemdend voor hen, die wisten welke omstandigheden er toe aanleiding gegeven hadden. Sharpe was geen bijzonder indrukwek kende persoonlijkheid, hij was onder de middelbare grootte, doch zijn grauwe oogen waren scherp en doordringend en menige misdadiger had van zijn opzet afgezien, als hij wist dat deze gevreesde speurhond hem op het spoor was. Hij was algemeen bekend onder den naam van „de fret", wegens zijn vaardigheid in het opsnuffelen Van geheimzinnige en duistere gevallen. Vóór de schrikkelijke gebeurtenis plaats had, die wij thans op het oog hebben, was het haar van Sharpe gitzwart en kon zijn leeftijd geschat worden op omstreeks veertig jaar. Nu is zijn haar wit als sneeuw en zijn uiterlijk ^dat van een oud, afgeleefd man •- en dit alïe's tengevolge van den ziels zijn gemoed zal de herinnering eraan, on- uitwischbaar bewaren. Kerstmis! Is het voor ons niet het feest der Verlossing, die voor ons de poorten des Hemels heropende? Is het niet het feest der Verzoening tusschen God en de menschen? Christus immers kwam onder ons als Middelaar tusschen Hemel en aarde, we tende de smadelijkste vernederingen te zullen ondergaan en den kruisdood te sterven. Het is ook het feest des Vredes. Het Christuskind bracht de hooge gave, den Vrede, op aarde - in terra pax aan de menschen van goeden wille. Het schonk ons daarin het groote goed, de naastenliefde, die God, als schoonste deugd gelijk stelde aan de liefde tot Hem. De vijand wordt vriend en broeder. O, de Kribbe van Betlehem, zij leert ons de nederigheid. Uit de Kribbe van Betlehem klinkt het ons tegen: Welzalig de armen Gods en de armen naar den geotl Waarop zouden wij prat gaan, waarop zouden wij bogen, als God zelf heeft willen geboren worden in de nederigste woning der aarde, in koude en armoede, in de meest schamele omgeving Het Kerstfeest brengt in de harten der menschen een liefelijke kalmte en vredige rust. En wie daar zijn mocht, die de levens- stormen boven zijn hoofd heeft voelen woeden en dien de orkanen niet onge deerd hebben gelaten, hem zyne zielernst hebben ontroofd, hij ga op ten tempel met de H. Driekoningen om zijn offer van aan bidding te brengen aan de kriben zijn hart zal zich openen en stemmen van rnst, vergeving en liefde znllen om hem fluisteren. Een der meest opwekkende dagen, die angst, dien hij in één nacht doorleefde. Op zekeren dag eenige maanden ge leden werd hij ontboden bij den chef van zijn departement, die hem zei „Sharpe, er is een lastig karweitje te doen en jij bent de eenige, aan wien ik het durf opdragen Er is een aanslag be raamd tegen een van de ministers, lord Nilsuch. Wat de plannen der samenzweer ders precies zijn is niet bekend en het zal jouw werk zijn, dat uit te vorschen. We weten alleen, dat het leven van den minister in gevaar is, en als je hem niet kunt beschermen, is zijn lot beslist. Vooral zou ik je aanraden, het oog te houden op Schoerk, Brawdon, Soaper, een drietal anarchisten van de ergste soort en die tot alles in staat zijn." Sharpe zette zich aan 't werk en met zoo veel ij ver, dat hij na verloop van een week met het geheele helsche plan bekend was. Het huis van lord Nilsuch was een weinig in 'toog vallend gebouw, gelegen in een stil gedeelte van Mayfar. Het bleek, dat lord Nilsuch door de anarchisten bijzonder gehaat werd en er besloten was, hem uit den weg te ruimen. Zijn huis was slechts aan de eene zijde begrensd door een ander gebouw, dat reeds lang leeg gestaan had. Sharpe achtte het niet onwaar schijnlijk, dat de aanslag van uit dat huis zou plaats hebben en hij besloot het te bewaken. Na drie nachten wakens, zag hij den vierden keer drie verdachte kerels in den omtrek zwerven en eindelijk een dezer, toen hij zich onopgemerkt waande, een raam van de benedenverdieping behoed zaam Openschuiven en in het huis sluipen. ons het koude hart door hun gloed ver warmen en ons bijna weer den kinderen gelijk maken, is voor ons de dag van het Kerstfeest Te Bethlem is geboren Een Kindjen, teêr en schoon, Een stroobed is Zijn leger, Een stalleken Zijn woon. Zijn kleeding? arme doekjes 1 Verwarming? 'tstomme dier! Geen rijkdom, enkel armoe Aanschouwt ge in Bethlem hier Waarom toch die verneed'ring, Waarom zoo arm en naakt?. Is 'tniet, omdat Zijn Harte Van liefde tot ons blaakt? Of is Hij niet gekomen, In 't aardsche tranendal, Om ons weer op te heffen Na Adams zondeval Kwam Hij geen licht ontsteken Op 'tneev'lig levenspad, En ons den vreê niet brengen Als 'b harten rijksten schat?... O Kindjen, Ster des vredes, O Godlijk Levensbrood, Gij ligt hier in Uw kribjen, Zoo klein, maar toch zoo groot! Wij zijn tot U gekomen, Als Betblems' Herdrenstoet, Om voor U neer te buigen, Met need'rig vroom gemoed. Wat strijd er dan moog' komen, Wat noodweer buldert aan, Wij zullen in de stormen, Zoo pal als rotsen staan. A. Boet.ofs. 's Heerenhoek, Dec. 1904. In haar blad, dd. 8 Dec. j.l., geeft de „Goesche Courant" ons reden tot meer dan gewone verwondering. Na kennis te Vervolgens zag Sharpe uit zijn schuil plaats een anderen man, die een pakje van middelmatige grootte droeg, voorzichtig naderbij sluipen, met groote zorgvuldigheid het pakje aan den eerste overreiken en zich daarop haastig verwijderen. De man, die in het huis was, sloot daarop bedaard het raam en kwam niet weer te voorschijn, terwijl aan de buitenzijde van het huis niets te bespeuren was omtrent den aard der geheime werkzaamheden, die binnens huis plaats hadden. „Ik moet het huisoverdag eens opnemen," sprak Sharpe in zich zelf, „en ais het uitvoerbaar is, zal ik morgen eens voor dilettant-inbreker spelen en zien, wat het huis bevat." Blijkbaar was de zaak uitvoerbaar, want den volgenden nacht, toen er een pikzwarte duisternis heerschte, schoof Sharpe behendig een der achterramen open en kroop, zonder eenig gerucht te maken, behoedzaam het huis binnen. Doch deze voorzichtigheid bleek overbodig, want uit het huis van lord Nilsuch steeg een feestgelruisch op, dat alle gerucht overstemde, terwijl het schitterende licht, dat uit de vensters straalde, verried, dat daar binnen een groote partij gegeven werd. Een kleine electrische lamp te voorschijn halende, die hij altrj i voor nachtwerk bij zich droeg, liet hij den stroom overgaan en begon zijn onderzoek. In het bovenge deelte van het huis vond hij niets verdachts, doch in den kelder ontdekte hij iets, dat zijn hart sneller deed kloppen, een gat in den muur, dat toegang gaf' tot den kelder iü het aangrenzende huis Zijn licht oogenblikkelijk üitdoWén'de, hebben genomen van ons „inleidend woord", waarin wij o. m. schreven, dat we afkeerig zijn van hartstochtelijk twist geschrijf, daar er naar ons oordeel meer te bereiken valt door kalme beredeneering, dan door het prikkelen der meeningen, schrijft de „Goesche" als volgt: „Het verbaasde ons ten zeerste in het eerste stukje polemiek, dat op dit inlei dend woord volgde, de vrijzinnigen te zien betitelen als anti-christelijken. Snel ler opeenvolgend is wel nooit een verschil tusschen woorden en daden aan het licht getreden. Het zal dan ook een verschrij ving zijn. Of meent de redactie soms, dat een dergelijke betiteling niet prik kelend is voor menschen, die al stemmen zij niet in met Dordtsche of Roomsche leerstellingen op hunne wijze* Christus trachten na te volgen? Het oordeel over het al of niet Christen zijn van zulke lieden behoort niet aan de redactie van de Nieuwe Zeeuwsche Courant, noch aan eenig ander orgaan". Ons wordt dus aangerekend de vrijzin nigen, als anti-christelijken te hebben be titeld, toen wij schreven: „terwijl toch de anti-christelijken in Zeeland zijn afgericht en georganiseerd," enz. in tegenstelling met de Katholieken. Voorop zij gesteld, dat wij niet beweerd hebben of beweren, dat een vrijzinnige als zoodanig geen Christen kan zijn, al zijn wij van meening, dat dit geval zich sporadisch zal voordoen. Maar als er gesproken wordt in een stuk, eenigzins de politiek betreffende van anti-christelijk en, dan worden daarmede bedoeld de leden der linkerzijde in het algemeen, dat zijn zij. die gekant zijn tegen dit Christel ij k e Ministerie. Tenminste, in de groote bladen, en van onze richting niet alleen, kan men dezelfde onderscheiding gemaakt zien. En zoo zou men haast kunnen denken, Wij spatieeren. Red. bleef hij even ademloos luisteren, of hij ook teekenen van leven in een der gewelven kon hooren, doch de stilte werd alleen verbroken door het gepiep der ratten en het getrappel der dansers boven zijn hoofd. Hij stak toen zijn lamp weer aan en begon een zorgvuldig onderzoek der ruimte toen plotseling een geweldige slag op zijn hoofd hem bewusteloos deed neerzinken. Het overige verhaal zullen wij in Sharpe's eigen woorden vertellen. „Toen ik weer bijkwam, lag ik aan handen en voeten zoo stevig gebonden, dat de geringste beweging mij pijnlijk was. Evenmin kon ik spreken of schreeu wen, daar een prop vuile vodden over mijn mond gebonden was. Voor mij zag ik bij het flauwe licht van een enkele kaars drie kerels zitten, in wie ik Schoerk, Brawdon en Soaper herkende, de drie schurken waar voor mijn chef mij gewaarschuwd had. Ik wist, dat ik van deze sujetten geen genade te wachten had. „Ah, hy is bijgekomen," zei Soaper. bemerkende, dat ik mij bewoog, ik ben blij, dat die opstopper hem niet naar de andere wereld geholpen heeft, want nu kan hij ook eens een tijdje in spanning zitten, net als hij het ons gebakken heeft." „Ha, ha," lachte Schoerk, „dat is een goed plannetje; we zullen hem tijd geven om een schietgebedje te doen." „Jou leelijke, gluiperige verklikker," zei Brawdon, mij bij elk woord een schop gevende, „Je hebt dikwijls genoeg onze plannetjes bedorven, en non zullen we 't- jouwe eens doen. Je dacht Lord Nilsuch te kunnen redden, hé? Maar dat zal je niet lukken en je zult er tföü zelf ook aan dat er ook op het spreekwoord van „den goeden „verstaander" en „het half woord" nog uitzonderingen bestaan. We houden het er dus voor ons niet te hebben schuldig gemaakt aan „ver schrijving". Evenmin is het ons begrijpelijk, dat de betiteling van anti-ehristelijken „prikke lend" zou kunnen geheeten worden, en zeker en vooral niet door menschen. die „op hunne wijze" Christus trachten na te volgen. Volgens ons zijn dezulken geen Chris tenen, en behooren daartoe slechts zij, die de Leer en den Godsdienst van Christus be oefenen, zooals H ij die heeft gepredikt en verkondigd, die dus Christen zijn op Zijne wijze, wat slechts zeer rationeel is. In den laatsten tijd, zoo lezen wij o. a. in „de Tij d", plakken allerlei menschen, die met het Christendom niets hebben uit staan, zelfs daarmede niet den naam gemeen hebben, het etiquetchristelijk, op dingen, die regelrecht tegen het ware Christendom en evenzeer tegen de christelijke politiek van het tegenwoordig ministerie indrui- schen. Op den naam: „christelijk", legt nu ongeveer iedereen beslag om zjjne denk beelden, zijn politiek en zyne liefhebberyen aan te bevelen. Zelfs de socialisten beweren, dat zij, en zij alleen, den waren christe- lijken geest van broederliefde en solidariteit bezitten, dat alle anderen daarentegen een valschen Christus prediken. Prof. van der Vlugt huldigt het Chris tendom „van de binnenkamer". Christelijk te zijn beweren ook de drie Amsterdamsche heeren J. Lamers, Th. van der Vos en S. de Vries Sr., die een blaadje verspreiden, dat ijvert voor kosteloos, ver plicht, algemeen, neutraal onderwijs. Voor de gemeenschap, zoo zeggen zij, mogen er geen kinderen van Katholieken, Lutherschen, Hervormden, Gereformeerden A en B, Israëlieten, Vrijdenkers enz. zyn, noch kinderen van armen en rijken. Hierop mag niet gelet worden. Alle moeten gelooven. Die dames en heer ,u daarboven weten nog niet, dat zy straks naar den hemel zullen dansen, maar jij zult het vooruit weten, al ga je er ook op een minder vroolijke wijze naar toe." „Je ziet die pakjes?" zei hij, mij in zittende houding tegen een vat aanduwende, „zoo zijn er vijf en in elk zit tien pond dynamiet. Ze zullen straks ontploffen. Dat vervloekte uurwerk is stil blijven staan, maar we hebben een ander middeltje be dacht en je zult tijd genoeg hebben om je zonden te overdenken. Kameraden, bindt hem vast." Ik werd door touwen stevig tegen het vat aangebonden en een paar andere zware tonnen werden tegen de eerste aangerold, zoodat ik mij geen duimbreed van myn plaats bewegen kon. Toen plaatsten de schurken de vijf pakjes dynamiet vlak voor mijze maakten er een busje knal- kruid aan vast en verbonden dat door middel van een stuk vliegende lont aan het midden van een vetkaars, die ongeveer een palm lang was en op een paar voet afstand van mij op den grond vastgekleefd werd. „Ziezoo," zei Brawdon, „dat zaakje is in orde. Leep bedacht, hé? De kaars brandt een eindje af, steekt de lont aan, het knal- kruid ontploft en dan zal het mooie gezel schap hierboven gauwer in den hemel zijn, dan ze ooit gedacht hadden." Met groote voorzichtigheid werd de kaars aangestoken en na de kelderdeur op slot gedaan te hebben, wenschten de schurken me een pleizierigen avond en trokken af. Toen eerst kwam ik tot het b'fjsef van het afgrijselijke Van mijn toe'sïand. Hier

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1904 | | pagina 1