voor /(Tinvsdi-Vlafl wieren. Het Port li Overwonnen. FEUILLETON. Binnenland. No. 549. ZATERDAG 15 DECEMBER 1900. 10e Jaargang-. HET NIEUWSBLAD Abonnementsprijs: Per 3 maanden 50 centsfranco per post 55 cents. Voor België ƒ0.626 en voor Amerika ƒ0.826. Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten, alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de Administratie te Breskens. Advertentieprijs: Van 1 tot en met 1 regels 20 centselke gewone regel meer 4 cents. Bij abonnement lager tarief. Qroote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte. Advcrtcntiën worden franco ingewacht uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagnamiddag één ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- cn Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEJIAA te Breskens. Nederland heeft thans ook zijn kwestie, en wel een met Portugal, de aanbiddende mogendheid van Engeland. Het is natuurlijk naar aanleiding van den oorlog. Te Lorenco Marquez, bohoorende tot het Portugeesch grondgebied in Znid-Afrika, is een Noderlandsch consulaat gevestigd, onder verant woordelijkheid van den heer Pott, die tevens consul is van Transvaal- Hij wordt door Portugal beschul digd, misbruik te hebben gemaakt van zijn positie om oorlogscontra bande op Transvaalsch grondgebied te hebben laten binnensmokkelen. Portugal, vermoedelijk handelen de op inspiratie van Engeland, ze ker ook toen het zeil Engelsche oorlogstroepen over Beira naar Zuid-Airika doorliet, nam dat zaakje wat hoog op, en gaf aan do Ne- derlandsche regeering te kennen, dat het Pott niet meer als consul erkende op haar grondgebied. Nu was juist aan Pott een verlof toegestaan en het dus voor Portu gal niet inoeielijk was oene zoodani ge verklaring af te leggeu. Intusschen heeft dit muisje zijn bedenkelijk staartje en wordt in de pert zoo breed uitgemeten alsof Portugal rseds zijn vloot op ons afzond. Nu, zoo ver is het nog niet, en laten we er terstond bijvoegen, zal 60. Ik dong naar hare hand en kreeg haar jawoord. Op mijne vraag, of zij Ivar bemind had, ant woordde zjj met een bepaald neen en verklaarde, dat haar hart nooit aan iemand anders dan mij gehecht was geweest. Wij trouwdeu zonder dat het mij in de gedachte geko men was, dat ik rijk en zij arm was. Het toeval, dat alleen schijnt ts bestaan, om alles wat bedriegerij heet, aan het licht te brengen, be schikte het zoo, dat op zekeren dag, nadat Constance was uitgereden, ik hare sleutels in hare secretaire zag zitten, Dewijl zij in ons huwelijk aanmerkelijk van gedrag veranderd was en zij zich meermalen koel en grillig vertoonde, was ik over de oorzaak daarvan beginnen na te het wel niet komen ook. Maar niettemin rijdt Holland over de tong bij die genen, die Enge land naar de oogen zien. Hoe de vork eigenlijk in den steel zit, heeft de minister van buitenlaudsche zaken medegedeeld voor zoover de zaak in haar huiilig stadium Terkeert. Op eene interpellatie dienaan gaande, gal de minister te kennen dankbaar te zijn voor de hem ge boden gelegenheid mededeelingen te kunnen doen over eene zaak, die ineer ophef"-heeft gemaakt dan de wezenlijke toedracht verdient. De Minister kan alleen de feiten msdedeelen, zich, hangende de on derhandelingen, van elke oordeel- Velling onthoudende. Op 17 Nov. kreeg hij bericht van den gezant te Lissabon, dat de Portugeesche Regeering het exequa tur van den heer Pott wensehte in te trekken nadat dit reeds ten aanzien van zijn exequatur als con sul van de Zuid-Afrikaansche Re publieken was geschied; doch dat die Regeering daartoe niet wilde overgaan zonder vooraf de Neder- landscho Regcering te vragen of zij dat wellicht wensehte te voorkomen door de benoeming van den heer Pott als consul in te trekken. De klachten tegen den consul waren gegrond op een feit dat voor eenige maanden was voorgekomen nl. een veroordeeling wegens invoer van goederen onder valsche ver klaring. De Minister verklaarde dat dit feit, eenige maanden oud, moest denken eu dit, gepaard met een met onnatuurlijken argwaan, maakte dal ik de secretarie opende en den inhoud daarvan doorsnuffelde. Ik vond een pakje brieven, die Ivar bij verschillende gelegenheden, dat hij en Constance van elkander verwijderd waren, geschreven had eu de vurigste verzekeringen zijner liefde en de levendigste uitdrukking van zijn geluk, door haar weder bemind te worden, bevatten. Ik legde het pakje brieven weder op zijne plaats, maar stak den sleu tel der secretaire bij mij. Een nur later kwam Constance terug. Zij zocht hare sleutels, liet zich heftig tegen de kamenier uit en was o, zoo boos op mij, die koeltjes ver zekerde, de sleutels niet gezien te hebben. Toen wij alleen waren, vroeg ik haar Zeg mij oprecht^ Constance, zijt gij uit liefde met mij getrouwd Tusschenbeide, wanneer gij mij be handelt als nu, twijfel ik er aan. worden onderzocht en dat de regee ring dus niet terstond tot het ont slag kon besluiten en deswege vooraf inlichtingen meende te moeten inwinnen. De Regeering verzocht dan ook onzen gezant inlichting in te winnen bij den consul te Lorenco Marquez. Deze hoeft hij ontvangen en te gelijk daarmede kwam een verzoek in van den heer Pott om verlof voor drie maanden. De regcering verzocht nu de Portugeesche regeering, in afwach ting van de komst des heeron Pott hier te lande, de zaak en snspess te laten blijven, met volledig voor behoud van haar recht om na dien termijn het exequatur in te trekken. De Minister meende dat de Por tugeesche Regeering zich daarbij had aangeslolen. Maar den volgen den dag ontving hij de medi deeling dat de Portugeesche Regeering bleef aandringen en spoedig op ontslag of anders het exequatur dadelijk zou intrekken. Of dat het gevolg was van een misverstand bij de gevoerde onder handelingen of van nieuwe feiten, ook den Minister daarna nog ter ooren gekomen, weet hij niet. Maar hij deed de Portugeesche regeering weten dat haar eisoh z. i. niet geheel in overeenstemming was met de zeer vriendschappelijke be trekkingen die tot hiertoe tnzscheD Nederland en Portugal hadden bestaan. Hoe dat zij, het exequatur i s ingetrokken. Daarop heeft de Mi- Ik wist bij ondervinding, dat Constance het oprechtst was, wan neer zij boos waszij liet zich dan woorden ontvallen, die zij gaarne later, tegen welke opoffering ook, had willen herroepen. Juist daarom deed ik deze vraag in dit oogenblik. Uit liefde riep Constance verachtelijk. Wie trouwt tegenwoordig uit liefde Niemand van den bon ton. -— Qij hebt mij dus niet be mind Hoor eens, Gustaaf, beschouw uw beeld in den spiegel, ziet gij er inderdaad zoo uit, dat een meisje met mijn uiterlijk, waarlijk op u verliefd zou kunnen zijn De eigenliefde der mannen is zoo belachelijk, dat men hun de grootste ongerijmdheden zou kunnen opdis- tchen, wanneer men daarmede slechts hunne zelfvergoding streelde. Zij had mij bij den arm genomen en mij naar den spiegel getrokken. Inderdaad werd mijn oog door mijn beeld naast het hare getroffen. nister onzen gezant te Lissabon verzocht hierheen te kotnen om de zaak mondeling toe te lichten en ook de heer Pott zal, hier komende, de noodige opheldering geven. Eerst daarna zal de Min. zich een volledig oordeel over de zaak kunnen vormen. Tot deze mededeelingen moet de Minister zich voor 't oogenblik be palen eu hij hoopt daarmee den interpellant te bevredigen. Deze week is het des avonds iu den Haag zeer rumoerig. Als de avondlessen van de Teekeuaeademie en Ambachtsschool zijn afgeloopen, trekken de jongens in groote troe pen de straten door onder het zin gen van minder passende liederen. De politie was meermalen ge noodzaakt de benden uiteen te drijven. Tegen 9 uur waren de troepen wel tot tweeduizend personen aan gegroeid. Zij verspreidden zich in troepjes door de minder drukke straten, bleven voor het Hotel des Indes betoogen en ook voor het Koninklijk paleis. Een sterke politiemacht moest tegen de benden optreden. In de Schoolstraat moest de wa penstok gebruikt worden, waarbij een bakkersknecht van de Vette Hen, die naar zijn werk ging, aan het hoofd werd gewond. Do man moest naar het ziekenhuis gebracht Ik ben niet wat men een „knap" man noemt, heb mij daarvoor ook nooit aangezien, maar nooit is mijn uiterlijk mij onverdragelijker en terugstootender voorgekomen dan op het oogenblik, toen ik naast haar stond, die zoo schoon, zoo vol be valligheid was. Dit gevoel was niet geschikt, om mijn gemoed zachter te stemmen want niets ter wereld maakt een onaangenamer indruk op ons dan de bewustheid, dat wij leelijk zijn. Iedere droppel bloeds kookte van toorn en ik wendde mij tot haar met de woorden Wees zoo goed en zeg mij, waarom gij met mij getrouwd zijt. Hebt gij dat zelf niet begre pen f Zij wierp zich op een leuning- atoel neder en vervolgde Mijn lieve hemel, gij waart rijk en ik was arm. Gij gaaft mij te kiezen tusschen een afhankelijk leven bij mijne tante en overvloed en weelde bij uik koos natuurlijk het laatste. Gij veiusdet dus lielde en

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 1