voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Overwonnen.
Kruger in Europa.
FEUILLETON.
i\o. 546.
WOËI8DAG 5 DECGÜBGR 1000.
10e Jaargang.
HET NIEUWSBLAD
Abonnementsprijs:
Per 8 maanden 50 centsfranco per post 55 cents.
Voor België ƒ0.626 en voor Amerika ƒ0.82®.
Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten,
alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de
Administratie te Bresken a.
A <1 v e r t e 111 i c p r ij s
Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone
regel meer 4 cents. Bij abonnement lager tarief.
Groote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte.
Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag ééll ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. RIELEMVV' te Breskeus.
De atgeloopen week moet een
week van groote voldoening rijn
geweest voor den zwaar beproefden
president der Transvaalse}" repu
bliek.
Hij was gekomen; bij „had ge
sproken, gesproken de eenvoudi
ge taal des harten, en uien bad
hem verslaan.
Het wufte, het om zijne wuftheid
zoo vaak gesmade Fransche volk,
had weder al zijne edelmoedigheid
voelen ontwaken en zich van gan-
scher harte geschaard aan de zijde
der verdrukte minderheid.
Het moet Kruger warm om 't
hart geworden zijn in Parijs en
welgemoed toog hij Zaterdagmiddag
op weg om te trachten in Duitsch-
land een zelfde wonder te verrich
ten en de harten niet des volks,
want het Duitsche volk is altijd
vóór de Boeren geweest maar
de mannen aan het roer, het hart
des Keizers te winnen voor zijne
zaak.
De reis van Parijs naar Keulen
is een ware triomftocht geweest.
Tot Jenmont vergezelde hem het
Fransche comité, en daar nain Kru
ger alsuheid, weder met een dier
merkwaardige redevoeringen, welker
eenvoud er de bekoring, welker
diepe zin er de groote waarde aan
geeft.
Dank mijn heeren" zcide Kru
ger daar.
47.
Een boek.
Wat voor een boek
O, een heel mooi boek van
Alexander Dumas.
Welk? Ik boud niet veel van
Fransche romansze zijn zoo on
zedelijk cn mij dunkt, dat gij niet
goed doet, zulke romans te kiezen.
Zóó, meent gij dat
Ja, ik vind het niet goed van
Alma, dat ze zulke lichtzinnige
boeken in hare bibliotheek heeft,
die voor jonge meisjes openstaat.
Het getuigt niet voordeelig om
trent den smaak of het oordeel van
Alma. Leg daarom dat leelijke boek
weg, Aurora, en schenk ons liever
uw gezelschap.
Aurora werd ongeduldig en stond
eensklaps op met de woorden:
Uwe laatste woorden zullen in
mijn hart gegrift blijven. Bri ng
mijn afscheidsgroet over aan Pi..'ijs
de groote stad, Jie mij zoo schit
terend en met zooveel sjrmp.lhie
ontving op liet stadhuis, waar mij
de gemeenteraad opwachtte en op
straal, waar liet volk zijn opwach
ting maakte.
Thans rest mij nog afscheid te
nemen van Frankrijk, dat aan de
talrijke jaren van mijn leven een
onvergetelijke week toevoegde.
Mijn afscheid van Parijs kon niet
ar.ders zijn dan een kreet van
dankbaarneid, die tot allen gaat.
Ik wil nu vuur de laatste maal
in enkele woorden de diepste ge
voelens van mijn hart uitspreken.
«Ik ben bewogen op het oogen-
blik, waarop ik de grens ga over
steken, want het lijkt mij meer en
meer toe hij het verlaten van het
grondgebied van de republiek, dat
het een groote en goede zuster is,
aan wie ik achter iaat de menschen
van onze Zuid-Afrikaansche Repu
blieken.
Ik neem van hier een herinne
ring mede, die nimmer uit mijn
geheugen zal worden gewischt, een
herinnering aan menschen en een
herinneiing aan zaken.
De zoo treffende stemmingen van
den Senaat en Kamer zullen mij
dierbaar blijven, even dierbaar als
de hijzonder hartelijke ontvangst van
den president der Republiek en haar
ministers.
Ik laat aan Frankrijk mijn hart.
Dat hart zal u nooit vergeten, u
Gij hebt zeker besloten, mij
te plagen. Gij ziet hoe ik inel mijne
lectuur ben ingenomen en toch
kunt gij inij niet met rust laten.
Daarom ga ik in de andere ka
mer zitten, om mijn boek uit te
lezen.
Daarop ging Aurora in de naast
het kabinet zich bevindende biblio
theek.
Toen zij het vertrek verlaten had
zag Constance Ivar aan inet een
blik, die scheen te zeggen
Heb ik dat niet goed aange
legd
De blik sprak zoo duidelijk, dat
Ivar dien beantwoordde met zijne
lippen op hare hand te drukken en
een dank u te flu'steren.
Hebt gij wel opgemerkt, met
welk een ijver Alfred Alma verde
digde begon Constance.
O ja, dat hoorde ik wel
maar wat gaat mij dit aan Ik heb
slechts ééne gedachte en die zijt gij.
Mijn man schijnt zich in het
hoofd gesteld te hebben, dat Alma
die het hebt verwarmd door woord
eu door daden.
Mijn hart bloedt nog en lijdt
onder de smaiten van mijn volk en
zal eerst geheeld worden op den
dag, waarop onze onafhankelijkheid
hersteld en voor de toekomst ge
waarborgd zal zijn, op den dag,
waarop wij in alle zekerheid zullen
kunnen zijn, wat wij willen blijven
een volk van eerlijke werkers en
dappere bewakers van den nationa
le» bodem. Om deze vredige onaf
hankelijkheid te doen terugkeeren,
zullen onze mannen voortgaan te
strijden en ik zal mijn reis voort
zetten. Maar ik hoop, dat Frankrijk
ook met alle kracht zal voortzetten
het werk, dat het zoo schitterend
heeft ingewijd door mij te ontvan
gen als zijn vriend.
Eén weg schijnt mij too open te
zijn, ik heb dien genoemd met den
naam arbitrage en het doet mij
goed, dat dit woord reeds een leus
voor de menigte is geworden.
Dat het ook de leuze zij der
regeeringen. In de pijnlijke om
standigheden, die de oorlog in het
leven heett geroepen, is interventie,
gevolgd door een vriendschappelijke
bemiddeling van de mogendheden,
gewenscht in het belang van den
vrede en vooral in het belang van
de gerechtigheid. Want het is recht,
dat ik vraag.
De belangen van ons volk en de
zaak der humaniteit eischen het cn
daar wij geen recht zullen krijgen
als wij de wapenen nederleggen, is
een bemiddeling noodzakelijk.
een non plus ultra van alle volko
menheid is.
Hij zeide niets anders dan de
waarheid uiaar waarom zouden wij
over haar spreken gedurende de
weinige oogenblikken, waarin wij
ongestoord over ons zeiven kunnen
spreken
Omdat zij tusschen u en mij
staat, oin.lat gij uw hart tussclicn
haar en mij verdeelt.
Gij, Constance, bezit het,
helaas 1 onverdeeld. Voor Alma heb
ik alleen die achting, welke zij als
eene edele vrouw moet inboezemen'
cn gevoel ik de dankbaarheid, die
ik haar schuldig ben door het be
wustzijn, dat zij zich voor mij op
geofferd heeft. U alleen bemin en
aanbid ik als mijn ideaal zonder
u bestaat er geen geluk voor mij.
Woorden, zinledige woorden.
Waarom zijt gij zuo jaloerseli op
Alma, wanneer gij uitsluitend mij
bemint En jaloerseli zijt gij, dat
heb ik gezien want toen gij door
mij ingelicht werd omtrent de voor-
Toen ik den voet op Frankrijk's
bodem zette, heb ik gesproken over
de barbaarsehe wijze, waarop onze
tegenstanders den oorlog voeren en
nu ik Frankrijk verlaat, wil ik twee
dingen zeggen.
In de eerste plaats Wij hebben
onze grieven ter kennis van Lord
Roberts gebracht en hij beloofde de
wreedheden te zullen staken.
Misschien heeft hij zich niet
kunnen doeu gehoorzamen.
Hoe liet ook zij, de barbaarsch-
heid duurt voort.
Vervolgens wil ik nog zeggen,
dat ik mij als hoofd van mijn volk
heb te beklagen en niet als hoofd
van mijn familie.
Mijn familie wordt door Lord
Roberts met veel eerbied behandeld,
daarvoor zeg ik hem dank.
Thans steek ik de hand uit ten
leeken van afscheid van de leden
van het com ité vor de onalhanke-
lijkh. der Boeren, ovan de senatoren
"li afgevaardigden, van alle vrienden,
die mij lot de grens hebben ver
gezeld.
Ik zend mijn groet en mijn dank
aan alle andere volkeren en ook
aan de pers, die zoo dapper mijn
pogen heeft gesteund.
Gegroet. Heb dank voor allen.
Leve Frankrijk 1"
Met betrekking tot de reis naar
Duitschland zij medegedeeld, dat de
President deze te Keulen heeft af
gebroken en van daar naar Den
Haag zal komen, wijl de Duitscho
Keizer Kruger heeft laten weten,
af bepaalde ontmoeting tusschen
Alfred en Alma, werd gij verschrik
kelijk bleek.
Ik was jaloerseli op mijne eer.
Maar ik had ongelijk en reeds den
eersten dag berouwde mij de uit
barsting van verdenking, die mij
ontviel. Ik weet maar al te wel, dat
mijne eer nimmer in hetere handen
kan worden toevertrouwd dan in
die van Alma. Zelfs wanneer zij
eenmaal een ander man inocht be
minnen, zal zij hare trouw jegens
mij niet schenden of de achting
voor haar zelve vergeten daartoe
is zij te trotsch en te edel.
Zijt gij daarvan volkomen ze
ker? vroeg Constance met eene van
wangunst bevende stem.
Volkomen.
Wanneer ik u echter kon
bewijzen, dat deze edele, trotsche
en grootmoedige vrouw, zooals gij
haar noemt, edeler noch grootmoe
diger is dan iedere andere slaaf
zijner hartstochten, cn dat zij achter
dit masker ccne ziel vol geveinsd-