Buitenland.
Binnenland.
heerenhuis alhier en toch mag de
Raad gerust verklaren, dat het
bedrag van ƒ4500, waarvoor liet
aangekocht zal worden, veel te. hoog
is.
Immers door vertrek en versterf
hebben eerste rangs huizen alhier
weinig ot totaal geen waarde meer,
brengen daarentegen tweede rangs
huizen meer op. Wanneer genoemd
huis dan ook ten publieken verkoop
was aangeslagen zou het ongetwij
feld dan ook geen kooper hebben
gevonden maar gedoemd ziju ledig
te blijven staan gelijk thans reeds
met eenige heerenhuizen 't geval
is. Financieëel is de zaak derhalve
van het burger-gasthuis verre van
voordeelig, ook hierom omdat het
aan te koopen huis jaarlijks zooveel
meer aan onderhoud en lasten zal
kosten dan 't tegenwoordige.
En laten nu de middelen van 't
gasthuis dergelijke uitgaven toe,
daarom behoeven deze uitgaven nog
niet gedaan te worden wanneer zij
niet door 't belang van 't gasthuis
alleen dan door dat van particulie
ren gevorderd worden.
Deze aan- en verkoop is niet in
't belang van den gasthuis-genees
heer noch in dat der burgerij.
Immers 't huis, dat aangekocht
zal worden, is een zeer groot
heerenhuis, dat alleen door zeer
bemiddelde personen bewoond kan
worden. Door zulk een buis tot
woning van den gasthuisgeneesheer
te proclameeren zullen allicht in 't
vervolg van tijd bij mogelijke va
cature jonge, onbemiddelde, maar
zeer bekwame geueesheeren terug
geschrikt worden te solliciteeren,
naar een betrekking, welke hen
verplicht een huis te bewonen, dat
groote «ommen voor aankoop, en
onderhoud van aineublemeut ver
slindt.
Bovendien is het tegenwoordige
huis bijna schuin tegenover het
gasthuis gelegen, de aan te koopen
woning daarentegen op tamelijk
grooten afstand daarvan. Het is
natuurlijk èn in 't belang van den
geneesheer zelve èn in dat der
zieken, dat zijne woning zoo dicht
mogelijk bij het gasthuis blijve.
Het is om deze redenen, dat de
Raad heeft gemeend de voorgestel
de wijziging niet te moeten goed
keuren.
Deze door den Raad niet goed
gekeurde wijziging hebben Gedepu
teerde Staten uogtans gemeend wel
te moeten goedkeuren met verwij
zing in het daaromtrent door hen
aan de meerderheid van den Raad
gerichte schrijven naar de machti-
Weder verliep een tijd, gedurende
welken Ivar zorgvuldig den toover-
cirkel van Constance's schoonheid
scheen te ontwijken. Maar cene
vrouw als zij, beheerscht door haar
egoïsme, was niet geschapen, om
het rustig aan te zien, dat de man,
dien zij beminde en door wien zij,
tegen welken prijs ook, wilde be
mind zijn, zich terugtrok, om aan
eene mededingster, al was die zijne
vrouw, den voorrang te schenken.
Het gevolg hiervan was, dat zij
alle middelen, die haar ten dienste
stonden, aauwendde, om hem weder
tot zich te trekken en uitsluitend
over zijn hart heerschappij te voe
ren. Dit verlangen werd te heviger,
dewjjl zij den wensch van haar hart
en hare ijdelheid wilde voldaan zien
en zich tegelijkertijd op Alma wre
ken voor de edelmoedigheid, waar
mede deze haar brief teruggegeven
had.
(Wordt vervolgd.)
ging welke Gedeputeerde Staten
bereids hadden verleend van 's
Raads goedkeuring werd gevraagd.
Gedeputeerde Staten hebben die
machtiging verleend zonder den
Raad eenig advies in dezen te vra
gen en terwijl de leden van den
Raad nog volkomen onkundig wa
ren van hetgeen met de goederen
eener armeninstelling in hunne ge
meente stond te geschieden.
De Raad erkent, dat Gedeputeerde
Staten volkomen in hun recht zijn
zelfstandig in dergelijke zaken te
beslissenmaar hij veroorlooft zich
toch de opmerking waartoe artikel
19 der armenwet dient, wanneer de
Raad (volgens dat artikel geroepen
zijnde goed- of alkeuring over een
begrooting ot rekening uit te spre
ken) bij niet goedkeuring eener
wijziging der begrooting geplaatst
wordt voor het feit, dat Ged. Staten
deze wijziging ten allen tijde goed
keuren, omdat zij eenmaal machti
ging tot aan- of verkoop hebben
verleend.
Wanneer in een dergelijk geval
alleen verwezen moet worden naar
de machtiging vooraf verleend, dan
wordt het vragen van goedkeuring
van den Raad een volkomen zin
ledige vorm.
De Raad blijft niettegenstaande
de door Gedeputeerde Staten geno
men beslissing van meening, dat de
voorgenomen aan- en verkoop niet
in liet belang is dei onderhavige
instelling van liefdadigheid en vleit
zich met de verwachting dat door
U het besluit van Gedeputeerde
Staten, waarbij de begrooting ge
wijzigd werd, zal worden vernietigd.
De heer Van den Berg liet het
aan den Voorzitter over het adres
te richten aan II. M. de Koningin,
dan wel aan den Raad van State,
en dientengevolge de aanhef in den
noodiger, vorm te brengen.
Naar aanleiding van dit voorstel
met de memorie zeide de voorzitter
het jammer te vinden, dat van de
uitvoerige memorie niet alle leden
kennis dragen, en dus daarover
moeilijk met oordeel zullen kunnen
stemmen.
Hij meende voorts dat do heeren
stormloopen tegen een geldend recht
dat ze misschien gaarne anders
zouden willen, doch dat nu een
maal een feit is. Het is hier niet
de vraag hoe men art. 19 der
armenwet wenscht uit te leggen,
maar wat de wet zegt, eu dan ge
loofde spr. stellig dat het beroep
niet ontvankelijk zal wezen, want
juist die wet zegt, dat Ged. Staten
in hoogste instantie beslissen over
besluiten tot aan- en verkoop. De
raad keurt wel de rekening en de
begrooting goed ol af, doch verder
reikt hunne bevoegdheid niet.
Het is dus niet aan den raad,
noch aan Burg. en Weth. om die
besluiten goed of af te keureu.
Voorts mag men niet vergeten,
dat het Gasthuis is eene instelling
die geen cent van de gemeente
trekt en de bevoegdheid van den
raad niet verder strekt, dan een
zeker toezicht op de riehtige ad
ministratie.
Hij gaf ten slotte den raad in
overweging.een en ander te beden
ken, opdat men zich niet aan mis
slag blootstelle.
Nog wenschte hij uit de memorie
te releveeren het punt betrekkelijk
de assurantie door te wijzen op het
groote verschil tusschen koopwaarde
en die eener assurantie, waarop de
heer van den Berg repliceerde, dat
niemand een huis voor l/3 hooger
zal verzekeren dan de werkelijke
waarde indien niet een plan bestaat
om dat huis in brand te steken.
De heer De Glopper wees er op
dat het hier de kwestie is of de
raad, bij vernietiging van een door
hem genomen besluit in hooger
beroep kan komen of niet. Aan
gezien dit een ontegenzeggelijk recht
is en het niet de vraag is of dat
de gaslhuis-begrooting geldt of niet,
begrijpt spr. zich niet waarom de
raad niet in appèl zou gaan.
De voorz. antwoordde hierop, dat,
als inei^ de beslissing van Ged.
Staten wil pousseeren, alhoewel hij
dat thans niet zal doen, hij nog-
tans gebruik zou kunnen maken
van art. 70 der gemeentewet, dat
hem de bevoegdheid geeft, een
besluit van den raad niet uit te
voeren.
De heer Van den Berg vroeg nog
waarvoor het van goed- of alkeu
ring dient, indien de raai niet
anders te doen heeft dan goed te
keuren dat zou louter een werk
voor stroopoppen zijn.
Daarna werd het voorstel-Van
den Berg in hooger beroep te ko
men in omvraag gebracht en aan
genomen met 4 tegen 3 stemmen.
Vóór stamden de heeren Van den
Berg, De Glopper, Eekhout en Van
den Hemeltegen de heeren Reep
maker, De Bruijne en Wijffels.
Ten slotte stelde de heer Van
den Berg nog voor eene commissie
van 3 leden uit den raad te be-
noemen, ten einde zoo noodig, het
hooger beroep mondeling nader toe
te lichten.
De voorzitter ontraadde thans op
dit voorstel in te gaan, wijl le dit
punt nu niet zoo'n haast beeft, 2e
de volgende week eene vergadering
zal worden gehouden, in welke dit
voorstel zal behandeld kunnen wor
den, en 3e men dan wellicht kan
weten of het beroep al dan niet
ontvankelijk is.
Alhoewel de heer Van den Berg
meende, dat de benoeming zoo niet
baatte, toch ook niet schaadde, kon
hij zich wel vereenigen met het
idee van den voorzitter, dit punt
uit te stellen, waarna de zitting
gesloten werd.
Zou de zaak Dreyfus weêr aan
de orde komen p
De Kapitein moet, naar men uit
Genève aan la Liberté bericht,
thans niet alleen de bewijzen ver
kregen hebben, dat verscheidene
getuigen in zijn proces waren om
gekocht en dat anderen alleen ge
tuigden wat Generaal Mercier hun
had voorgezegd, maar ook het ge
tuigenis van iemand, die in staat
is den waren schuldige aan het
verraad van 1894 aan te wijzen.
Hij zal nu herziening van zijn
proces aanvragenmaar hij wacht
daarmede tot zijn verdediger, Kolo
nel Picquarr, weder in dienst zal
zijn getreden en tot de Kamers
weder bijeen zijn.
Het huwelijk van den Belgischen
troonopvolger, Prins Albert, met
Prinses Elisabeth, dochter van
Hertog Karl Theodor van Beieren,
is Dinsdag te Munchen met groote
plechtigheid voltrokken.
Het burgerlijk huwelijk werd in
de Troonzaal gesloten door den
Minister van den Staat, als ambte
naar van den Burgerlijken Stand.
Daarna begaf zicb de stoet
waarin de bruid geleid werd door
Koning Leopold van België en den
Prins-Regent van Beieren en de
bruidegom door Karei van Ruuia-
nië en door zijne moeder, de Gra
vin van Vlaanderen naar de
holkapel, waar de Aartsbisschop
van Munchen de echtverbintenis
inzegende.
Maandagavond heeft de Prins-
Regent ter eere van het jonge paar
een schitterend feestmaal gegeven,
van 218 couverts.
Zondag a. s. zullen de jongge
huwden te Brussel op het Raadhuis
worden ontvangen door de hoofden
van het gemeentebestuur en begroet
worden door allerlei deputatiën, een
groot koor van schoolkinderen, enz.
In de Italiaansche provincie Li-
gurië hebben overstroomingen zware
schade aan den ((oogst toegebracht
en groot verlies van menschenle-
vens veroorzaakt.
Transvaal.
Boberts seint uit Pretoria van 2
Oct.22 wagens, die op weg waren
naar Vrijheid, geëscorteerd door 60
bereden manschappen, werden giste
ren aangevallen bij Dejagersdrift
door ongeveer 140 Boeren, 12 man
ontkwamen.
De Natalsche vrijwilligers zijn
onmiddellijk uitgezonden om zeker
heid te krijgen aangaande het lot
der overigen.
De Boeren lieten gisteravond bij
Panstation een trein ontsporen.
In den trein bevonden zich drie
compagniën, Coldstreainguards en
auds en andere troepen. Vijf man
werden gedood, een officier en 13
man gewond.
Het land rondam Wilwatersrand
is nog niet vrij van Boeren.
Afdeelingen van dezen zwerven
rond en vallen de Britsche patrouil
les aan.
Der. 29 Sept. werden twee En-
gelsche soldaten 16 mijlen van
Boshof gedood.
De eerste trein met levensmidde
len kwam Vrijdag hier aan.
Er wordt bericht, dat er een ge
vecht heeft plaats gehad bij De-
wetsdorp op 29 September.
Een Boerencommando onder Pre-
torius, naar men meent de vroege
re strijdmacht van De Wet, is ge
heel verslagen.
Te rekenen van Zondag 4 No
vember e. k. zal in den Zondags
dienst der posterijen eene zoodanige
wijziging worden gebracht, dat op
Zondag gedrukte stukken en nieuws
bladen niet meer zullen worden
bezorgd.
De ongevallenwet, waarvan het
eerste ontwerp door de Eerste Ka
mer is verworpen, komt a. s. Woens
dag in de Tweede Kamer, gewij
zigd, in behandeling.
Naar wordt medegedeeld, zal
de wet op den Leerplicht den len
Januari a. s. in werking treden.
Zijn wij wel ingelicht (zegt
het Vad.) dan zou binnen niet zeer
langen tijd de indiening tegemoet
kunnen worden gezien van wets
ontwerpen, waarbij aan 't geheele
onderwijzerspersoneel der lagere
scholen, bijzondere zoowel als open
bare, en aan hun weduwen en wee
zen, pensioen wordt verzekerd.
De ontwerpen zijn gereed, maar
de toelichtende berekeningen schij
nen nog eenigen tijd te vereischen.
Deze ontwerpen zijn los van de
in bewerking zijnde wetsvoordracht
tot wijziging der lager onderwijswet,
waarb'j de subsidiën thuis behoo-
ren.