maand September de navolgende onbtstelbare brief verzonden Uit Breskens, A. de Zoete te Botter dam. Dat de officieële kennisgeving van deze schenking met genoegen zal ontvangen worden, behoett wel geen nader betoog. De daginailboot „Nederland" van de maatschappij Zeeland was 1.1. Zondagavond omstreeks half 7 ter hoogte van de Nieuwesluis toen haar zuigerstang brak. Door het aauhoudend Duiten van de stoom fluit is men er te Vlissingen op merkzaam op gemaakt, dat er iets haperde, en voor de met vier inan bemande roeiboot van „de Neder land" aldaar aankwam, was reeds om half acht een sleepboot naar het schip gezonden. Deze keerde om negen uur met de passagiers en mail terug. De brief, welke niet aan u gericht is, kan ook niet voor mij bestemd zijn. De graaf stond op en plaatste zich vóór zijne vrouw, zeggende Gij zijt boos Boos neen. Dit zou voor onderstellen, dat eene of andere sterke hartstocht gewond was en dit is niet het geval. Ik ben be droefd, dat ik mijzelve bedrogen heb. Gij wilt daarmede zeggen, dat ik u bedrogen heb, viel Ivar bitter in. Ik beschuldig u niet, ofschoon ik konde zeggen graat Ridderh- jerta, gij zijt een man zonder eer, want gij hebt uw eerewoord ge broken maar dit doe ik niet, dewijl de schold alleen aan mij ligt. Verklaar u. Waartoe zou het dienen Wij zullen elkander nimmer ver staan. (Wordt vervolgd.) mailboot lag ten westen van de Nieuwesluis, voor anker, en is met wassend water naar Vlissingen ge sleept. ind heelt eene aanvoer van het onder- n den aanleg van nieuwe verharde wegen. Thans reeds heeft dit waterschap meer dan 26 kilometers grintweg te on derhouden en eene voorgenomen aanzienlijke uitbreiding wacht slechts op een nabijgelegen aanvoerplaats van grint, waarvan de aankoop tot nog toe door hooge transportkosten te bezwarend is. Daarbij komt het belang van den landbouw, die hier gelijk elders zich wendt naar bieten-cultuur en daarbij eene goede verschepir.gs- plaats niet kan missen. Het be hoeft dan ook geen betoog, dat het vruchtbare „Land van Cadzand" voor den alzet zijner producten door eerie haven ten zeerste zal worden gebaat. De haven is ontworpen achter en in de duinen bewesten de uit wateringssluis aan de Wielingen, met welker sualiegeul zij door een coupure in de duinen zal worden verbonden. Zij verkrijgt eene lig— ruimte van 65 bij 30 M. Dat thans lil die geul reeds menig schip komt lossen ol laden, ofschoon dit dik wijls uitermate onveilig is, levert voor de wenschelijkheid van ver betering ongetwijfeld een krachtig bewijs. Opmerkingen van den Rijkswater staat hebben de raming tot ƒ40095 doen stijgen. De Staten van Zeeland zijn daarop bereid gevonden tot eene evenredige verhooging van het verleende renteloos voorschot. Het komt hem mitsdien voor, dat er termen zijn om het waler- schap, dat door onderhoud van zeeweringen en wegen reeds zwaar belast is, met een Rijkssubsidie te gemoet te. komen. Op voorbeeld der proviucie wordt voorgesteld dit te verleenen voor l/3, tot ten hoogste ƒ13365.— Met ingang van gisteren doen de inailbooten van de maatschappij Zeeland die den dienst tusschen Vlissingen en Engeland onderhou den Queensborough niet meer aan doch varen op Dover. Oostburg. De heer inr. B. H. Carp, voorheen griffier bij het Kan tongerecht alhier thans te Harder wijk, is als zoodanig benoemd te A mersfoort. Oostburg. Gisterenmiddag had op de a'gemeene begraafplaats alhier de plechtige teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den op zoo treurige wijze om het leven gekomen machinist van de Stoom tram-maatschappij Breskens-Maldeg- hem, A. C. Kouwer. Des morgens was de lijkkist, die tot dusver met zijn betreurden in houd te Schoondijke had berust, met een extra-tram naar het ouder lijk huis te Oostburg vervoerd. Te ongeveer half den zette de lange stoet zich in beweging. De lijkkist was bedekt met een drietal kransen, als van de familie met het opschrift „Aan onzen zoon en broeder", van het personeel der Stoomtram-Maatschappij Breshens- Maldeghem en van het personeel der losinrichting grintvervoor te Breskens, waaruit voldoende de al- gemeene achting, die de ongelukki ge genoot, bleek. De baar werd gevolgd door zijnen zwaar beproefden vader en tot snikkens toe bewogen broeders en familieleden, de Directeur, de chef machinist, lijtiopzichter, machinis ten, conducteurs, lijn werkers, perso neel van de herstellingswerkplaats en agenten van de maatschappij, voor zoover hunnen dienst dit toe liet, het personeel der losinrichting van het grintvervoer te Breskens, benevens verschillende leden van het personeel der stoomtram Sluis- Brugge. Langzaam en statig, onder den diepen indruk van de droeve plech tigheid, bewoog zich deze lange rij naar den doodeti-akker, gevolgd door een breede schaar van belang stellenden, wien het aan te zien was, dat er diep medelijden was met het treurig lot van den ge - achten doode, met de geslage wonde in het hart der nabestaanden. Nadat de kist in de groeve was nedergelaten, werd door den heer II. Stavenga, godsdienstonderwijzer te Schoondijke, die, wegens onge steldheid van den predikant der Ned. Herv. Gem. alhier, »de lijk dienst waarnam, eene lijkrede ge- houdèn, aan de hand van de woor den „Gedenkt aan het eenige noodige". In breede trekken werd de broos heid van het leven, waarvan deze geopende groeve, een sprekend ge tuigenis was, geschetst, en even eens sprak dit graf tot ons, bereidt u voor om te sterven, en gedenkt het eenige noodige. Dat vooral bij eene geopende groeve over sterven gesproken wordt is natuurlijk, immers wie kan dan denken aan jubelen, in den zin zooals men daaraan onder andere omstandigheden deukt Is het wonder, dat over sterven gesproken wordt op een plaats als deze, waar we allen moeten komen? Er behoeft geen stoomtram te ziju of geen wagen om er het leven onder te verliezen, waar de voor beelden van een plotseling sterven te over zijn, als bewijs dat de dood op alle wijzen tot ons komen kan. Die allen roepen ons toe, hetzij men het leven pas ingaat, hetzij men reeds als met het éeno been iu het graf staat, gedenkt te ster ven en gedenkt het eenige noodige, aan een vast geloof in God en diens eenigen Zoon, Jezus Christus. Tervolgens richtte spr. een woord van troost tot de diepbedroefde en tot in de ziel getroffen nabestaan den, doch wees er hen op dat de beste, de eenige troost slechts te vinden was bij Hem, die alle won den heelt, die alle tranen afdroogt, die alles is, en bij wie elkeen troost vinden kan. Ten slotte bracht hij namens de familie hartelijk dank aan den di recteur voor diens humane behan deling en regeling in dit ongeval, aan het personeel voor hunne hoog gewaardeerde belangstelling en aan allen die door hunne aanwezigheid blijk van deelneming betoonden iu de zware beproeving. Eindelijk bracht spr. als zijne eigen overtuiging in herinnering, dat uit het graf van Kouwer als 't ware een smeekslem tot de tram- maatschappij opsteeg, gedenkt mijn arme weduwe, gedenkt de vader- looze weesjes. Daarna trad de Directeur der maatschappij, de heer B. N'jziuk, naar voren, om mede namens de maatschappij een laatst vaarwel te brengen aan den trouwen en vol- ijverigen vriend en kameraad; de hem opgelegde taak en plicht werd op de meest eerlijke en nauwgezet te wijze vervuld zijne nagedachte nis zal in eere gehouden worden, in de overtuiging een goed vriend en een trouw kameraad naar zijn laatste rustplaats te hebben ge bracht. Zijn assche ruste in vrede 1 Diep geroerd, en tot tranen toe bewogen nam de talrijke menigte lijkgangers en belangstellenden den terugtocht aan, in de Taste over tuiging een trouwhartig en liefheb bende echtgenoot, vader, zoon, broeder en vriend, aan den schoot der aarde te hebben toevertrouwd. De eerbiedige stilte en de stille eerbied verhoogden den ernst van de plechtigheid, en de wijze waarop deze ongelukkige op slechts 33-ja- rigen leeftijd uit het leven werd gerukt, kon niet anders dan een diepen indruk maken op elk wel denkende. De overledene, die niet ten on rechte als een trouw en oppassend man werd geschetst, laat eene we duwe en vier jeugdige kinderen achter. IJzemlijke. Eene benoeming met hindernissen, kan de verkiezing van een ontvanger-griflier van den Za- chariaspolder le deel, wel genoemd worden. Nadat eerst de benoeming van den heer V. Hendrikse ingevolge een reclame, door Ged. Staten was vernietigd, werd laatst de heer Cl. A. Carpreau als zoodanig benoemd met 5 tegen 4 stemmen. Tegen deze verkiezing werd an dermaal een bezwaarschrift inge diend, houdende de reclauft, dat aan de stemming is deelgenomen door J. F. de Witte als vertegen woordiger van Sara Leenhouts, wed. M. Almekinders, wiens goederen niet op den ligger voorkwamen, zoodat genoemde De Witte niet als zoodanig kon toegelaten worden. De deelname aan de stemming kan van invloed geweest zijn op den uitslag weshalve Ged. Staten de benoeming hebben vernietigd en eene vergadering van ingelanden hebben bevolen, waarin de benoe ming van een ontvanger-griffier andermaal aan de orde zal worden gesteld. Aan hel postkantoor Bres kens en de, daaronder reseorteeren- de hulpkantoren werd gedurende de, maand Sept. ingelegd ƒ9256.91; terugbetaald ƒ6193.77. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het no. 8158. Gelijk bekend is, was de som, waarvoor ten vorige jare werd in- geteekend, tot oprichting van eene muziekvereeniging niet voldoende, om de kosten daaraan verbonden, te dekken. Door de welwillendheid van een geacht ingezetene echter werd het bestuur in de gelegenheid gestold, de aanschaffing van de verschillen de benoodigdhoden niet te bekrim pen, door de ontoereikende som met een belangrijk bedrag aan te vullen, als renteloos voorschot, ter aflossing waarvan een post op de begrooting van dit jaar was ge plaatst. Bij de meest ondubbelzinnige blijken van belangstelling, die „Uit het VolkVoor het Volk" in dit jaar het eerste van zijn bestaan geniet, getuige de scheuking van een Vaandel, van de Fakkels, en van de voortdurende toetreding Aardenburg. De heer C. Valk hof! inspecteur der belastingen is als zoodanig benoemd te Hansweert, en wordt vervangen door den heer II. C. J. N. Dufour, adjunct in specteur te Maastricht. Cadzand. In de zomerzitting van de Provinciale Staten van Zeeland is het renteloos voorschot aan het Waterschap Cadzand voor het ma ken van een haven gebracht van 12000 op ƒ13365, welke verhoo ging noodig was wegens eenige wijzigingen in het oorspronkelijk plan van aanleg, waarvan de kosten op ƒ40095 werden begroot. Ook aan de regcering is een gelijke bijdrage 1/3 ad ƒ13365 gevraagd, waartoe de minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid een post tot dat bedrag op de Staatsbegrooting voor 1901 ge bracht en waarvan ZExc. de navol gende toelichting geeft Reeds ln 1870, toen de laatste haven aan het dichtgeslibde Zwin stond te verdwijnen door bedijking, heeft de Regeering pogingen tot aanleg van eene haven gedaan. Zij zijn echter afgestuit op den eisch, dat men van Zeeuwsche zijde de helft der kosten Zoude dragen. Thans nu de tijdsomstandigheden n, is men in ere inedewcr-

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 2