voor Zecinvscli-Vlaiiiiilfmi.
GROOTHEID.
Overwonnen.
FEUILLETON.
Buitenland.
No. 526.
WOENSDAG 26 SEPTEMBER 1900.
9e Jaargang.
HET NIEUWSBLAD
Abonnementsprijs:
Per 8 maanden 50 centsfranco per post 55 cents-
Voor België ƒ0.625 en voor Amerika ƒ0.825.
Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten,
alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de
Administratie te Breskens.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone
regel meer 4 cents. Bij abonnement lager tarief.
Groote letters eu viguetten naar hunne plaatsruimte.
Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag één ure.
Bit blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMA.V te Breskens.
Nu dezer dagen de oorlog in
Zuid-Afrika met hare bijzaken een
zoodanige wending neemt, dat ten
opzichte van ons land op eene
strikte onzijdigheid wordt aange
drongen, zij het ons vergund, een
oogeublik stil te staan bij de be
grippen van recht en macht, die in
den huidigen tijd opgeld doen,
doch evenzeer met voeten getreden
worden.
Allerwegen wordt Engeland be
schuldigd op allerlei wijze het vol
keren-recht te hebben gesehonden.
Alhoewel door de groote mogend
heden niet of zeer weiuig blijk ge
geven is, welke de juiste definitie
van het volkenrecht is, zoo is toch
algemeen de meeniug doorgedron
gen, dat, evenals in de oude tijden,
met terzijdestelling van de humani-
teitsbegrippen, het recht van den
sterkste nog inheemsch is.
Daarop is reeds zoo herhaaldelijk
gewezen en brachten reeds zooveel
pennen in beweging, dat het of
napraten, óf het in herhalingen
treden zou zijn, indien we daarbij
langer stilstouden.
Engelaud gaat in Zuid-Afrika
ongedeerd zijns weegs, om, ten kos
te van wat ook, zijn doel te be
reiken.
Als dc beide republieken de En-
gelschen het haddeu bemoeilijkt en
hen deswege eene geduchte kast ij-
ding werd opgelegd, het ware te
begrijpen, doch nu het louter te
27.
Den volgenden voormiddag, nadat
Ivar naar Frederikshof gereden was,
vinden wij magister ilchn en gravin
Alma in het kabinet van de laatste.
Nu, hoe vondt gij het bal
gisteren avond, vroeg Alma.
Ik vond, dat de rollen uiterst
slecht gespeeld werden.
De meesten der acteurs loochen
den geheel het karakter, dat zij
moesten teruggeven.
Foei, foei, gij zijt ondeugend
in uw schertsen, zeide de gravin en
zag den magister aan.
Ik scherts volstrekt niet, ik
sprak niet anders dan de waarheid.
Bewijs dat.
Dadelijk. Gij speeldet de on
verschillige en waart jaloeisch.
Maar gij speeldet slecht, want de
doen is om 't in den grond van
Transvaal verborgen goud en dia-
mailt, en ter bevrediging van den
nimmer te stillen dorst van dc
geldwolven, nu gruwt men er van,
en vraagt zich wanhopig af, hoe 't
mogelijk is, dat zoo iets plaats
grijpt op het eind van de verlichte
19e eeuw, ja, hoe 't mogelijk is,
dat zulks ongehinderd mag plaats
grijpen.
Doch verder dan deze vraag komt
men niet, en ondertusschen is
Transvaal ingelijfd hij het Britsche
grondgebied.
Tegenover dit voldongen feit
moge nog de guerilla-oorlog der
Boeren staan, ze worden hoe lan
ger zoo meer teruggedrongen en de
hoop op eene overwinning is zoo
miniem geworden, dat de zaak der
Boeren verloren geacht mag worden.
De inbezitneming van de beide
republieken is niet hel gevolg van
een helder krijgsbeleid, niet ook
dat van de heldhaftigheid van de
troepen, evenmin van de laksheid
der tegenstanders, maar louter toe
te schrijven aan de overweldigende
overmacht. De hebzucht die ter
volvoering van haar plan voor niets
terugdeinsde, moest zegevieren.
Daarvoor had men duizende
menschel.levens, luillioenen ponden
sterling veil, daarvoor verdroeg men
verguizing, daartoe verzette men
alles, zelfs de eer, op het spel.
De hebzucht verstomde elko men-
schelijke overweging, eniu den naam
van Hem, die men met de lippen
zoo gaarne belijdt, moesten de wa-
jaloezic scheen door het masker der
onverschilligheid heen. De baron
speelde den beleedigde, oin zijne
jaloerschheid te verbergen.
Van den beleedigde zag men
niets, maar daarentegen kwam uit
alles de jaloezie voor den dag.
De barones speelde de onschul
dige en was de eigentlijke misdadi
ge ouk zij bedierf hare zaak,.want
de vreugde dor wraakneming kwain
achter het masker der geveinsde
vriendschap te voorschijn. De graaf
speelde zijne eigene rol, die van
een dwazen minnaar, en dat zoo
slecht, dat een ieder bemerkte, dat
hij zijne Tronw vergat. De gravin
speelde de blinde, terwijl zij zeer
goed de ongelijke gewaarwordingen
in de personen om haar heen in
gisting zagmaar ook hare rol
viel in het water, dewijl men zeer
goed zag, dat hare blikken voort
durend van den een op den ander
gericht waren.
Gij ziet scherp, maar gij be-
droogt u. Constance sprak met te
penen gezegend worden 0111 het
grootste onrecht te volvoeren.
We kunnen aannemen, dat in
korte trekken de toestand van de
crisis aldus is weer gegeven.
Op eene enkele uitzondering na,
heeft Engeland zich tegenover de
3pot waaraan het blootstond, en de
vernietigende critiek die op zijne
daden, in zake den oorlog, werd
uitgeoefend, zeer kalm gehouden.
Doch nu de strijd haar einde
nadert en het doel bereikt beschouwd
wordt, richt het zich weer, als een
terneer geworpen leeuw op, om
door middel van zijn scherpe nagels
te laten zien, dat zijn macht verre
van uitgedoofd is, ja zelfs, dat het
zijn invloed heeft versterkt en
daarvan, indien het moeilijkheden
in den weg gelegd wordt, gebruik
of liever misbruik zal maken.
Dat deze machtsvertooning zich
uitsluitend uitstrekt over de kleine
staten, is begrijpelijk.
Het //groote honden blaffen wel,
doch bijten elkaar niet", is ook
hier in den vuisten zin des woords
van toepassing.
Het machtig Albion durfde wel
de Portugeesche regeering dwingen
op zijn grondgebied in Zuid-Afrika
de toegang van Engelsche troepen
toe te laten het durfde wel de
Belgische regeeriug ringelooreu over
de vrijspraak van Sipido die den
mislukten aanval op den Engelsche
Kroonprins te Brussel pleegde het
durft wel het personeel van een
Nederlandsche ambulance gevangen
nemen en houden.
groote eenvoudigheid dan dat zij
heeft kunnen huichelen. Ik wil aan
het goede gelooven en niet achter
iedere uiting van het betere gevoel
in den mensch bedrog zien.
Waarom zou zij inij de hand tot
vriendschap reiken, wanneer het
niet met een oprecht hart geschied
de
Hoor eens, mijn kind I gij
weet wel, wat een voorschoot is
Zeker.
Welnu, in de stoffelijke we
reld snijden wij dit van een stuk
goed, om een mooi kleedje te be-
schertneuin de zedelijke kiezen
wij daartoe een persoon, om ons
voor de mogelijke gevolgen onzer
slechte daden te beschutten of om
onder bescherming daarvan onze
begeerten te voldoen, zonder ons
zeiven bloot te stellen.
Waar wilt gij heen met deze
gelijkenis
Tot het feit, dat de barones
Coustance u tot een dergelijk zede
lijk voorschot gekozen heeft. Onder
Maar tegenover de groote Slaten,
mondje dicht en handen thuis
deze ot gene mocht het goud van
Transvaal maar eens afnemen.
De zoelsappigheid die de Neder
landsche regeeriug tegenover En
geland in aanmerking genomen
heeft, is haar wel eens, 0. i. ten
onrechte ten kwade geduid; dit
heeft haar echter niet weerhouden
in de troonrede, waarmede de zit
ting van de Staten-Generaal is ge
opend de meest mogelijke neutrale
houding in acht te nemen.
En toch heeft zij aan Kruger,
die een reis naar Europa gaat on
dernemen, een Nederlandsch oorlogs
schip aangeboden. Dit aanbod is
door den ouden eerbiedwaardigen
president aangenomen, en de Hol
landers zijn zeer, zeer ingenomen
met dezen stap der regeering.
Een der eerste bladen van En
geland blaft over den moed der
Nederlandsche regeering geweldig,
en de schijn is er, alsof aan Neder
land den oorlog zou worden aan
gedaan, indien de redactie van dat
blad aan het bewind was.
Het is weer het oude liedje van
de stille berusting eu onderworpen
heid van den zwakke tegenover den
sterke.
(Slot volgt.)
Transvaal.
Roberts seint uit Nelspruit
Van de Boeren ten getale van
bescherming van uwe vriendschap
kan zij, zonder in opspraak te ko
men, uw man tot minnaar hebben.
Nu gaat gij te ver, riep de
gravin uit en sprong op.
Gij zijt meer dan ondeugend,
gij zijt onbarmhartig in uwe be
schuldigingen.
Die aanklacht werp ik van
mij, antwoordde de magister en
nam een snuitje.
Gij zijt gehuwd in de over
tuiging, dat uw grootmoedig en
edel gedrag uw man er toe brengen
zoude, u te beminnen. Ik heb u
gezegd, dat gij dien prijs niet
winnen zult, dewijl gij zulk eene
gevaarlijke tegenpartij als de baron
es hebtmaar ik hoop, dat ik
ongelijk heb, en opdat deze wenscli
vervuld worde, wil ik u helpen.
Mij helpen, door wantrouwen
in mijn hart te zaaien.
Ik wil geen wantrouwen ver
wekken, maar uwe oogen zoodanig
richten, dat gij de waarheid onver
schrokken in het aangezicht moogt