voor Zociiffscli-Vliiandcieii. Overwonnen. Ao. 525. ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1900. 9c Jaargang. Abonnementsprijs: Advertentieprijs: Buitenland. FEUILLETON. Binnenland. HET HIEUWSM1D Per S maanden 50 centsfranco per post 55 cents. Voor België ƒ0.625 en voor Amerika ƒ0.825. Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten, alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de Administratie te Bresken s. Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone regel meer 4 cents. Bij abonnement lager tarief. Qroote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte. Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagnamiddag één ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN' te Dreskens. Transvaal. Hel vertrek van President Kru- ger dat aanvankelijk door de En gelschen als een vlucht is beschouwd, blijkt integendeel volstrekt geen vlucht te zijn. Ook moge Roberts proclamecren dat door het verlaten van het land door Kruger deze formeel het pre sidentschap heeft neergelegd om daaruit den Boeren de voor Enge land gunstige gevolgtrekking te doen maken, dat thans verder strijden doelloos is, de praktijk leert het nog wel anders. Ook al is die minder gunstig voor de Boeren. Immers, er is haast nooit ineer gevochten dan juist in deze dagen. Niet alleen in het Oosten van Transvaal, doch ook op andere plaatsen. Zoo in het oostelijk ge deelte van den Vrijstaat, waar de Boeren bij Brandfort opnieuw den spoorweg hebben vernield. Zou dat weer het werk van De Wet zijn Engelsche bladen beweren, dat De Wet bij Potchefstroom zou gedood zijn. Men gelooft er niets van. Het is een Kafferbericht en de Kaffers, we welen het van vroeger, vertellen voor een pond stelling alles, wat de Engelschen maar gaarne willen hooren. Is het sneuvelen van generaal Delarey al bevestigd Het heet nu integendeel opnieuw, dat hij druk in de weer is in het Westen van 26. Transvaal. En dat Thóron gedood is, moet nog altijd bewezen worden. Ook ten Noordwesten van Pre toria, bij Hebron, hebben de Boeren zich weer laten zien en de Engel sche generaal Paget is er mee in gevecht geweest. Van volkomen overgaaf der Boe ren is dus nog geen sprake, al is het waar, dat de Engelschen in het Oosten met alle kracht vooruit dringen. Het zal hun toch nog heel wat geld en manschappen kosten, voordat de vrede wordt geteekend. Tenzij Engeland toegevend is. Volgens een telegram uit Rome toch heeft president Krijger vol macht om te onderhandelen met Engeland over een vrede, waarbij de republieken onder Britsche su- zereiniteit administratieve zelfstan digheid kunnen behouden. Deze oplossing zou, ook voor de Engelschen, de beste zijn. Maar de Engelsche regccring is nog te ver blind om ook maar eenige zelfstan digheid aan de Bóeren-republieken toe te staan. En daarom zullen de Boeren, de besten onder hen althans, voortgaan te strijden. Hoe zullen de mogendheden zich houden, wanneer Kruger bij haar aanklopt? De houding van Rusland is in dit opzicht zeker allerbelang rijkst en interessant ouk wat de jNowojc Wrcmja" (het blad dat met de Russische regeering in ver binding staat) daaromtrent zegt. Zou het inderdaad de opinie weergeven van de Russische regee— Constance verbleekte. Gij wilt mij kwetsen I riep zij uit. Volstrekt niet, ik wil u slechts waarschuwen. Waarvoor Daarvoor, dat gij u niet aan de jaloerschhcid van uw man bloot stelt. Maar, mijn hemel I daartoe heeft hij geen reden, viel Constance op scherpen toon in. Zijne jaloezie is eene beleediging. Misschien hebt gij gelijk. Ik wil het ten minste gelooven.. Ik vrees, dat gij noch mijn man in staat zult zijn, bet tegen deel te bewijzen, hoe gaarne gij het zoudt willen. W anneer ik dit gewild had ring? Het blad meent, dat Krngers vertrek uit Transvaal volstrekt geen vlucht is. Bovendien zal hij stellig een heel andere ontvangst vinden in Europa dan het driemanschap, terwijl men niet mag vergeten, dat niemand minder dan Bismarck Kruger den grootsten diplomaat der wereld noemde, groot er dan hij-zelf. De entvangst, die Kruger bij de volkeren vindt, zou wel eens in staat kunnen zijn de regeeringen wakker te schudden, die in koelen bloede aanzien, hoe de Engelschen in Zuid-Afrika de grootste misdaad begaan. En wanneer ook tot nu toe onder de mogendheden een stilzwijgen tot aan het einde zal duren en dat de Zuid-A frikaansche republieken zullen ondergaan, zonder dat zij bij iemand hulp hebben gevonden. Voor de laatste maal is jl. Dins dag de zitting der Staten-Generaal in zijne huidige periode geopend, door H. M. de Koningin met de navolgende TROONREDE: u Mijne Heeren Het is mij aangenaam, bij het begin van dit zittingsjaar, (J bijeen te zieu tot hervatting uwer werk zaamheden. Zij zullen ook ditmaal belangrijk zijn, want vele gewichti ge wetsontwerpen zijn aanhangig. Tot deze behoort de voorgedra gen ongevallenwet, die in talrijke en dringende behoeften moet voor zien. Ik doe een beroep op uwe medewerking om haar binnen kjrten tijd tot stand te kunnen brengen. In de vriendschappelijke betrek kingen met de buitenlandsche mo gendheden kwam geene verandering. De binnenlandsche onlusten van ernstigen aard, die in China zijn uitgebroken, hebben echter in het verkeer met dat rijk stremming veroorzaakt. De ter Vredesconferentie gesloten verdragen zijn thans door bijna al de mogendheden bekrachtigd. Ik hoop, dat het eerlang hier te ves tigen Internationaal Bureau van het Hof van Arbitrage aan zijne bestemming zal voldoen door be vorderlijk te zijn aan het niet hoog genoeg te schatten belang der vreedzame ojilnssing van geschillen tusschen de volken. Twee betreurenswaardige gebeur tenissen, de oorlog in Zuid-Afrika en de onlusten in China, maakten het wenschelijk, dat de zeemacht zich in de aangrenzende wateren vertoonde, teneinde aan landgcnoo- ten zoodanige hulp of bescherming te verleenen als noodig zou blijken. Dank zij de ruimere opbrengst van verschillende middelen is de flnancieele toestand gunstig te noe men. Versterking der inkomsten blijft echter onmisbaar tot dekking var. nieuwe uitgaven, allereerst in verband inet de wet op den leer plicht. dan stond ik niet hier, om u te waarschuwen en u te zeggen, dat gij uw man aanleiding tot jaloersch hcid geeft door uw gedrag ten op zichte van Ivar. Hij zal niet, zooals ik, in uwe vertrouwelijkheid vriend schap zien, maar meenen, dat gij hem bedriegt en dit kan tot treu rige en jammerlijke tooneelen aan leiding geven. Nu heb ik u alles gezegd, wat ik te zeggen had. Alma was gereed, het vertrek te verlaten, maar Con stance hield haar tegen. Moet ik uwe waarschuwing opnemen als eene vernedering voor mij, die, gelijk gij weel, eenmaal door Ivar om uwentwil opgeofferd werd, of als eene jaloezie, die zich achter uwen trots verbergt? Wanneer ik u had willen vernederen, dan had ik niet ge handeld zooals ik gedaan heb, maar een meer geschikt oogenblik geko zen. Had de jaloerschheid mij geleid, dan had ik u aangeklaagd en het bewijs gezocht, dat ik bedrogen werd, maar nu heb ik u slechts willen waarschuwen. En deze waarschuwing is een gevolg van uwe edelmoedigheid Neen, de wensch, een schan daal te voorkomen, is de drijfveer mijner handelwijze, antwoordde Al ma met zulk eene eenvoudige waardigheid, dal haar geheele uiter lijk de uitdrukking van waren zielenadel verried. En dit hebt gij gedaan in de overtuiging, dat mijn man mij en Ivar onrecht heeft aangedaan Ja. Constance, ik wil zoo slecht niet van u beiden denken, dat gij u tot eene dubbele bedrie gerij zoudt leenen. Dank, Alma, zeide Constance met eene dubbelzinnige uitdrukking. Daarop reikte zij haar de hand met de woorden Laat ons vrien dinnen zijn en- vergeef mij, dat ik niet zoo vriendschappelijk jegens u gezind was, als ik behoorde. Alma zag haar aau en zeide met diepen ernst Gij zoudt mij uwe vriendschap niet kunnen aanbieden, wanneer gij mij de genegenheid van mijn echt genoot ontrooven wildet. Het zou een al te groot bedrog zijn ten opzichte van iemand, die u nooit eenig leed gedaan heeft. Zeg mij daarom openhartig, Con stance hebt gij en Ivar de teedere banden, die u vóór uw huwelijk vereenigden, op nieuw aangeknoopt? Antwoord mij oprecht en wees verzekerd, dat wanneer gij u zelfs lot zoo verre mocht vergeten heb ben, uwe oprechtheid het mij zal doen vergeten, en ik daarin een borg zal zien voor uwe eerlijkheid ten opzichte van eene begane fout, waarin gij voortaan niet meer ver vallen zult. Eene afdwaling kan verontschuldiging vinden, eene voort gezette bedriegerij daarentegen kan niet vergeven worden. Antwoord mij daarom overeenkomstig de waarheid zijn er tusschen Ivar en u geen woorden van liefde gewisseld Neenzeide Constance op

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 1