810 jaren.
Ingevolge verzoek van Ged. Sta
ten werd besloten tot intrekking
van bet in de vorige zitting geno
men besluit tot verlaging van den
aanslag in den hootd. omslag van
wed. C. Ie Nobel en tot afzonder
lijke aanslag van bare kinderen, en
zulks overeenkomstig art. 265 der
Gemeentewet. Mitsdien blijft de
primitieve aanslag van de weduwe
gehandhaafd en is die van hare
kinderen ingetrokken.
Goedgekeurd worden a de reke -
niiig en b de begrooting van het
alg. armbestuur, aan welke laatste
een subsidie uit de gemeentekas van
ƒ520 werd toegestaan.
Nadat enkele, posten van den
hoofd, oinslag a ƒ18.25 en van
de hondenbelasting it ƒ12.50 voor
oninbaar werden verklaard, werd de
gemeenterekening voorloopig vast
gesteld met een goed slot van
ƒ316.455.
De geiueentebegrooting voor 1901
werd aangeboden terwijl een wijzi
ging in die van 1901 werd goed
gekeurd.
Het verzoek van het Bestuur der
muziekvereeniging tot toekenning
van een gemeentelijk subsidie, werd
met algemeene stemmen ingewilligd
en bepaald op ƒ75.r.adat op
eene vraag van den heer Weisfeit
of dit subsidie vroeger ook ƒ75
bedragen, beantwoord werd met de
mededeeling, dat het tot vóór ver
leden jaar ƒ50 bedroeg.
Daarna werd de zitting gesloten.
IJzendijke, 27 Aug. Hedenmor
gen kwam de raad in voltallige
zitting bijeen. Na lezing en goed
keuring der notulen (waarop mij hier-
voren zijn teruggekomen) werd con
form hel advies der comm van onder
zoek de gemeenterekening met een
batig slot van ƒ154.175 voorloopig
vastgesteld.
De gemeente-begrooting voor 1901
werd aangeboden en die der schut
terij tot een bedrag van ƒ24.04
wat deze gemeente betreft, goed
gekeurd.
De beeren B. J. Doens en J. B.
de Witte aftredende zetters werden
weder als le en 2e candidaat op
de voordracht geplaatst. Met de
plaatsvervangers ging dit minder
vlug.
Na 2 stemmingen werd bij hei-
steinming als le plaatsvervanger
benoemd J. A. Bekaar met 4 St.,
tegen 2 op P. J. Lievens en 1
terwijl de vrouw niets nieuws voor
haar man heeft.
Gij hebt ongelijk want waar
toe zou het goede dienen, wanneer
het geen krachtigen invloed op het
menschelijk hart uitoefende?
Wanneer dit hart niet door
eenigen hartstocht beheerscht wordt,
zal het voor edele indrukken open
zijn; maar hel zal gesloten blijven,
wanneer het vervuld is met illusiën
ten opzichte van eene andere.
Ivar heeft te veel gevoel van
eer om zich te verlagen, de rol van
bedrieger te spelen bij mij, die met
vertrouwen en oprechte genegenheid
de hand tot zijne redding gereikt
heb. Hij is te zeer edelman dan
dat hjj zich zou kunnen vernederen,
de minnaar eener gehuwde vrouw-
te zijn. Neen, en duizendmaal neen,
daartoe heeft hij te verheven denk
beelden. Voor het overige heeft hij
mij de heilige gelofte gedaan Con
stance nimmer anders le naderen
dan als vriendin en bloedverwant.
(Wordt vervolgd.)
blanco.
De heer Hendrikse maakte de
opmerking, dat deze benoeming
ongeldig was, daar de heer Bekaar,
zelve aan de herstemming had deel
genomen.
De voorz. had hieraan niet ge
dacht, maar moest de gegrondheid
van de aanmerking beamen.
Daarop werd Lievens benoemd
met~8 st., tegen 2 op Bekaar en 1
blanco.
Als plaatsvervanger van de Witte
werd G. Doens benoemd.
Als opvolger van Van Calmthout,
de onderhouder van de stadsklok,
beval zich de horlogemaker Anrlré
de Witte aan, doch op een jaar
wedde van ƒ50.
De heer Hendrikse. kou zich
hiermee niet vereenigen. Van Calmt
hout heelt het altijd voor ƒ30
gedaan, waarom dan nu meer ge
ven, wijl er geen meerder werk
vereischt wordt. Als het nu billijk
geacht wordt, dan heeft de vorige
altijd te weinig gebad.
Hij keurde bet af dat nil van de
gelegenheid gebruik gemaakt zou
worden om een grootere greep in
de gemeentekas te doen. Wil de
Witte voor ƒ30 het niet doen,
dan zou hij liever ƒ60 geven aan
iemand van Biervliet of Schoondijke,
dan zich te laten dwingen.
Dhr. Carpreau stelde voor 50 ets.
per keer te geven, dat voor de 73
maal dat de klok wordt opgewon
den ƒ36.50 uitmaakt.
Dhr. Hendrikse bleef er op slaan
dat niet meer dan ƒ30 zou gege
ven worden. Wil hij niet, dan
kunnen we sollicitanten oproepen.
Met alg. stemmen werd aldus
besloten.
Bij de aanvraag tot af- en over
schrijving van enkele posten op de
begrooting van 1900, kwam als
verhoogde post voor, het leveren
van een hek voor de begraafplaats,
waarbij de lieer Hendrikse wees op
het inonstrueuse van dat hek, be
staande uit Amerikaansch hout, dat
niet eens zwart is geverfd.
Voor de verlichting en verwar
ming van de schoollokalen werd op
de bestaande post it ƒ250 eene
verhooging gevraagd van ƒ100.
De heer Hendrikse wees op het
ongehoorde van deze verhooging,
met welke kosten men wel heel
IJzendijke kon verwannen en be
greep zich deze administratie niet,
lerwijl de heer Carpreau uit de
cijfers aantuoude dat de verhooging
overbodig was.
Goedgevonden werd dit punt aan
te houden.
Daarna werd besloten eenige af-
loopende in erfpacht uitgegeven
perceelen van gemeentegrond te
vernieuwen en die van de aan de
tram-maatschappij in gebruik gege
ven grond publiek te verpachten.
Na eenige discussie die op het-
zellde van de vorige neerkwam,
werden aan A. J. de Witte 2 per
ceeltjes gemeentegrond in koop af
gestaan tegen ƒ281.25, zijnde 25
maal de erfpaebtsprijs.
Dhr. De Jaeger meende dat er
meer grond in lag, dan was aan
gegeven, waarop dhr. Hendrikse
zeide, dat het hier op een beetje
meer ot minder niet aankwam op
dat pnnt is men hier nog al roijaal.
Van de bewoners uit den Ponden-
hoek was een verzoek ingekomen
tot aanleg van een welput aldaar
op grond, die daaitoe van het Herv.
Kerkbestuur kosteloos zal worden
afgestaan.
De heer Hendrikse vroeg aller
eerst of daar veel menschen wonen,
waarop de Secretaris zeide 8 of
10 gezinnen.
Dezen werd door den spr. toege
voegd dat hij het niet aan hein,
maar aan den voorz. vroeg. Nog-
tans kwam het hein voor, dat er
wel andere meer bevolkte buurten
zijn, die daarop aanspraak zouden
kunnen maken. Bovendien zijn liet
daar vrijwel gegoede lui, die wel
licht zelt wel een put zoude kun
nen laten maken.
De lieer Bekaar deelde mede, dat
bij het kerkbestuur van wed. Bron
een verzoek was ingekomen oui op
bedoelde grond op eigen kosten een
welput te laten maken dit was
haar toegestaan, doch nu blijkt dat
zij van dat primitief idee is afge
weken en wordt het aan de ge
meente gevraagd.
De voorz. stelde voor de aanleg
te doen voor rekening der gemeen
te. onder voorwaarde dat de bewo
ners aldaar de kosten aan de ge
meente restitucercn, waaraan de heer
Carpreau toevoegde, in verhouding
van de huurwaarde hunner wonin
gen. Met alg. stemmen ingewilligd.
Hit adres van den Bond van
Ned. Ouderw. waarvan elders in
dit blad sprake is, werd voor ken-
uisgiving aangenomen.
Nadat de punten der agenda
waren afgehandeld gat de heer
Carpreau in overweging om zich
met alle geme ntehesturen in dit
district in verbinding te stellen, en
zich te richten tot den minister
van Waterstaat enz. tot het verkrij
gen van eene algeheels gelijke
openstelling van de post- on tele
graafkantoren. De verschillende
kantoren hebben vaste ureu waarop
ze open zijn, doch er is hoegenaamd
geene overeenstemming, zeer ten
ongerieve van het publiek.
De heer Hendrikse kon zich hier
mede volkomen vereenigenbij
eenige welwillendheid van de zijde
van het personeel kan het nog
eenigszins, inaar als men een zoo
weinig voorkomend ambtenaar aan
treft als hier, is het nog erger
gesteld. De ambtenartn die van het
algemeen betaald worden, hebben
het conseigne het publiek welwil
lend te bejegenen, doch hier laat
dat veel te wenschen over.
Besloten werd ill den geest van
de bedoeling van den heer Car
preau pogingen aan te wenden.
Yerder wees de heer Hendrikse
op de weerzinwekkende schending
van graven op hel kerkhof.
De doodgraver Talboo verzekerde
hem dat hij wegens te weinig plaats
de in den grond liggende dood
kisten moet doorzagen.
Hij protesteerde krachtig tegen
dergelijke schennis, die in eene
beschaafde gemeente als IJzendijke
plaats grijpt, 't welk in Óen woord
ongehoord is.
Indien men indertijd op zijn
voorstel, dat echter van de baan
geschoven is, was ingegaan, dan
zou deze schanddaad niet kunnen
plaats hebben.
De voorz. zeide, dat de doodgra
ver zulks niet mag als er geen
plaats is moest bij zich bij hem
vervoegen.
De heer Hendrikse verklaarde
uitdrukkelijk, dat de doodgraver
hieraan volkomen onschuldig is, en
dat die daarvoor niet aansprakelijk
kan gesteld worden, want de man
kan niet anders.
De raad vereenigde zich met dit
krachtig protest en zal in eene
volgende zitting eene beslissing
nemen omtrent de beschikking over
de nog aanwezige ruimte.
Ingevolge een ter tafel gebrachte
wenk van den heer De Jaeger werd
besloten een lantaarn te plaatsen
tegen Waterlandkerkje in die wijk
die tot deze gemeente behoort.
Nadat breedvoerig was gesproken
over de plaats waar deze zou be
vestigd worden, deelde de voorz.
mede, dat, als de raad tot meerdere
verlichting had besloten, Burg. en
Wetli. de plaats bepalen.
De heer Hendrikse, dit recht
van het Dag. Bestuur eikennende,
meende toch dat Burg. en Weth.
niet ongevoelig zullen zijn, voor de
wenken die hier gegeven worden,
want dat de raad wederkeerig het
in zijn macht heeft het daartoe te
verleenen erediet te weigeren.
Daarna werd de zitting gesloten.
Groede, 27 Aug. De hedenmor
gen gehouden zitting van den ge-
uieenteiaad werd door slechts 4
leden bijgewoondde heeren Lom
baard en Risseeuw waren afwezig;
éene vacature.
Ingekomen was een adres van de
Afdeeling „Oostburg en omstreken"
van den Bond van Nederl. Onder
wijzers, tot betere regeling van de
jaarwedde van het onderwijzend
personeel, hetwelk werd aangehou
den in verband met de toegezegde
wijziging van de onderwijswet.
Op de voordracht van 2 zetters
werden geplaatst de heeren Lom
baard, Risseeuw, J. J. Aalbregise
en C. Brakman-Willeinsen.
Ten opzichte van het aangehou
den verzoek tot toekenning van een
subsidie van ƒ50 aan het muziek
gezelschap, deelde de voorz. -mede,
dal Burg. en Weth. volharden bij
hunne oorspronkelijke meening in
dezen geen voorstel le moeten doen.
Uit beginsel kwaiu hij er tegen
op, omdat, als men den een geeft,
het den ander niet kan geweigerd
worden.
De gemeentekas is echter niet
iets, waar men maar iedere
keer in grijpen kan. Als de andere
hier bestaande vcreeuigingen komen,
zou men het ook doen.
De heer Hammacher zeide, dat
de argumenten van den voorzitter
tot op zekere hoogte juist waren.
Indien echter werkelijk blijken
mocht, dat de door den voorz. be
doelde verenigingen in nood waren,
zou hij wel hulp uit de gemeente
kas willen verleenen. Daarom zag
hij er niet. tegen op om voor dit
jaar aan het verzoek der muziek
te voldoen. De leeningen door haar
uitgeschreven, werden meestal bij
uitloting cadeau gedaan, zoudat men
op zoo'n manier kon voort blijven
doen. Nu houdt dat op.
Mede voerde hij aan, dat van de
muziek iedereen plezier heelt, terwijl
het door slechts enkelen wordt
gedragen. Het subsidie zou voor
den minderen man enkele centen,
voor de gegoeden iets meer kosten.
Wat de muziek vraagt is trou
wens geen weelde.
De voorz. vond het een gevaarlijk
pad dat bewandeld werd, omdat het
geen nieuw opgericht, maar een
reeds lang bestaand muziek gold
Hij vroeg of de fout niet in het
muziek zeil zit, en of men meende,
dat het door die ƒ50 zou gered
zijn.
Hij wilde den selijjn niet op zich
laden, dat hij de muziek in den
grond wilde boren, maar moest er
toch op wijzen, dat de kiem van
ontbinding niet in die ƒ50 zit, en
dat het zijn plicht was out de ge
meentekas te bewaken voor het
gaan op een verkeerd pad. De ar
gumenten zijn niet ontzenuwd.
De lieer Fremouw zou het ook
jammer vinden als het muziek teu-