BET NIEUWSBLAD
voor ZcciitvNcli-Vlaiiiiiloi'cn.
1st LwpMtsitmp
Overwonnen.
WOENSDAG 2* JITAI 1900.
9c Jaargang.
Abonnementsprijs:
Advertentieprijs:
FEUILLETON.
Ufo. 500.
Per 3 maanden 50 cents; franco per post 55 cents.
Voor België ƒ0.626 en voor Amerika ƒ0.826.
Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten,
alle Boekhandelaren. Brievengaarders en bij de
Administratie te Bresken s.
Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone
regel meer 4 cents. Bij abonnement lager tarief.
Groote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte.
Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag ééu ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. Dllil.EMAV te lireskens.
looals dal in de Tweede Kamer is
ungenomen, heeft in de afdeelingen
ren de Eerste Kamer een punt van
zeer breede bespreking uitgemaakt.
Allereerst kwam de meening
iterk uit, dat de regeering, met
het oog op de totstandkoming van
dit ontwerp deze wet had behooren
in te trekken.
De omstandigheid dat door de
gewettigde absentie van dén Ka
merlid de wet is aangenomen, die
mders de vereischte meerderheid
niet zou hebben verkregen, benc-
tens bel feit dat twee ministers aan
de aanneming hadden meegewerkt,
kan van dit ontwerp niet gezegd
worden, dat zij een nationale is.
Zrlis van dc zijde der voorstan
ders werd het idee geopperd, dat
het ontwerp om deze reden had
behooren te worden ingetrokken.
Door sommige leden werd bezwaar
geopperd tegen het beginsel van
den leerplicht.
Zoó werd ook de meening geuit
dat een wet tot invoering van
leerplicht niet noodzakelijk was om
het schoolbezoek te bevorderen of
onwil tot schoulbczoek te keeren.
Men ontkende ook, dat het uit
de school huuden van kinderen
buiten noodzaak veelvuldig voor
kwam.
Een ernstig bezwaar tegen deze
wet was, dat zij in werkelijkheid
niet leerplicht maar schooldwang
invoert, en waar dwang niet r.oodig
is, werd opgemerkt, is hij een
In de groote en prachtige wo
ning van de gravin-weduwe Kid-
derhjerta was inen ijverig bezig
Bet de toebereidselen tot bet fetst,
dat, de gravin dien avond zou geven
ter viering van den verjaardag haars
roons. Terwijl de bedienden in de
'slons bezig waren, voerden de
gravin en haar zoon, graaf Ivor
kidderhjerla, een levendig gesprek.
Alvorens wij den inhoud daarvan
toededeelen, zullen wij met eenige
Woorden den toestand schetsen,
'sarin de gravin zieli bevond.
Keeds jung weduwe van zijne
Excellentie Kidderhjerta, werd zij,
ingevolge den uitersten wil van
kaar echtgenoot, de uitsluitende
beschikster over diens vermogen en
*Heen voogdes over haar zoon.
kwaad en ondermijnt hij de ver
houding tusschen ouders en kinde
ren en dwang bederft de verhou
ding tusschen ouders en onderwijzers.
Nog werd betoogd, dat bet ou
derwijs zelf er niet beter op zal
worden. Want die ongeschikt zijn
oin te leeren of niet willen leeren
en daarom verzuimen, zullen nu de
anderen in den weg zitten.
De hier ontwikkelde denkbeelden
bleven niet zonder bestrijding. Vele
leden verklaarden zich vóér de
wet. In de eerste plaats werd er
in 't algemeen op gewezen, dat
het schooltoezicht liet wetsvoorstel
eenstemmig, vooral op grond van
hetgeen het van schoolverzuim weet,
had toegejuicht.
Deze leden betoogden de nood
zakelijkheid van het ontwerp. Uit
de vermindering van liet schoolver
zuim, kon h. i. alleen liet besluit
getrokken worden, dat de leerplicht
weinigen meer drukken zal en dus
gemakkelijk kan worden ingevoerd,
als drukkende alleen de ook nu
nog onverschilligen. Eigenlijk had
volgens sommigen de leerplicht
reeds met de nieuwe organisatie van
ons onderwijs in 1S57 of althans
in 1874 met de invoering van de
wet tot het tegengaan van overma-
tigen arbeid en verwaarloozing van
kinderen, moeten zijn ingevoerd.
liet gronddenkbeeld en de be
weegredenen dezer wet, werd door
ben opgemerkt, is niet anders dan
kinderbescherming, cn men zou h.
i., wanneer het niet te lang was,
de wet dan ook eigenlijk #wet op
Deze zeer ondoordachte verorde
uilig van haar man was alleen uit
zijne greudelooze liefde jegens zijne
vrouw te verklaren, die dertig jaar
jonger was dan bij en die hem
gedurende den korten tijd van baar
huwelijk geheel beheerscht bad,
naardien bij haar letterlijk aanbad
en tot in zijn dood aan zijne liefde
getrouw bleef.
De gravin, eene trotsche, pracht-
bevende, ijdele dame met aristocra
tische denkbeelden, beschouwde het
baar als plicht eene schitterende
levenswijze te voeren. Volgens hare
begrippen kon zij, de gravin Itid-
derhjeita, niet anders optreden dan
met een glans, welke dien harer
hooge voorzaten evenaarde. Zij
meende aan deze de verschuldigde
achting te bewijzen door anderen
te overtreffen in de kunst van
geld verkwisten. Het gevolg hiervan
werd, dat de eigendommen tot het
uiterste door hypotheken bezwaard
werden. Eindelijk was zij genood-
zaakt één landgoed te verkoopen,
kinderbescherming in zake het
onderwijs" moeten noemen.
Enkele leden hadden wel ge-
wenscht, dat Nederland had bewe
zen, bet zonder leerplicht te kun
nen doen, maar het is gebleken,
dat dit niet kan.
Dat liet ontwerp inqnisitoraal
zou ingrijpen in het huisgezin, kon
niet worden toegegeven.
Vooral het betrekkelijke school
verzuim eischte invoering van
leerplicht.
Wel werd door cenigc leden
erkend, dat de omvang van het
veiplichte onderwijs beperkter zou
kunnen zijn dan in de bestaande
wet was aangegeven. Ook kwam
aan sommige voorstanders van liet
beginsel der wet de maatregel van
controle van het huisonderwijs met
het examen door den schoolopzie
ner af te nemen, uit een paedago-
gisoh oogpunt beschouwd een hoogst
gebrekkig middel voor.
Onderscheiden leden meenden,
dat de mazen van het net om den
leerplicht te ontkomen, al te ruim
waren en die nauwer hadden kun
nen worden aangehaald.
Tegen de bevoegdheid der ge
meentebesturen om ter bevordering
van schoolbezoek voeding en klee
ding aan schoolgaande kinderen te
verstrekken, hadden op verschillen
de gronden vele leden bedenking.
Voor de leden die aldus oordeel
den, was het ontwerp wegens deze
bevoegdheid ten eei.eumnle onaan
nemelijk. Anderen vreesden niet
veel bezwaar van deze bevoegdheid
maar behield het eigenlijke familie-
goed. Het was bij het begin van
ons verhaal zoo bezwaard, dat de
opbrengst zelfs niet voldoende was
oin de renten te betalen. In 't
kortde gravin was geruïneerd.
Zij had niet alleen haar vermogen,
maar ook dat van haar zoon ver
teerd cn védr haar lag nu het
treurige vooruitzicht van ar
moede.
Heeft de armoede op zich zelve
altijd iets verschrikkelijks, hoeveel
te vreeselijker is ze, wanneer inen-
sehen als de gravin Riddèrhjerta
daardoor getroffen worden. Door
geboorte tot de hoogste kringen
der maatschappij behoorende, door
gewoonte zich verheven gevoelende
boven den arbeid, en den rijkdom
als een privilegie beschouwende,
dat aan hun rang en positie in de
wereld onafscheidbaar verbonden is,
moet het verlies daarvan voor deze
menschen iets veel verschrikkelij
kere bevatten dan de dood. Hue zij
zonder vermogen zou kunnen leven,
in de toekomst. Bij anderen vond
bestrijding de zaak facultatief te
stellen en aan de gemeenten over
te laten. Men kon niet goedkeuren
dat de strijd hierover naar de ge
meenteraadsverkiezingen werd over
gebracht het gevaar was groot,
dat weder eene schoolquaestie de
verkiezingen zou gaan beheerscheu.
Betoogd werd dat duidelijker in
de wet had kunnen uitgedrukt
worden, dat het verleenen van
subsidie moet geschieden aan de
ouders van kinderen die, om hunne
kinderen ter school te zenden, be
hove hebben aan voeding en
klreding voor die kinderen.
Voor het bijzonder onderwijs
achtten vele leden dit wetsontwerp
zeer drukkend.
De intrekking van het amende
ment Schaepman werd door velen
betreurd ware dut amendement
aangenomen, dan had men ook
tegenover opvolgers van dezen mi
nister een middel in da hand ge
had om nog tot een vergelijk te
komen.
Het billijkste werd geacht, dat
de Staat de volle kosten van het
herlialingsouderwijs betaalde, zoowel
op de openbare als op de bijzonder*
school.
Onderscheidene leden betreurden
het dat het bijwonen van het her-
halingsonderwijs niet verplicht is
gesteld.
De waarde van liet ontwerp was
dientengevolge zeer verminderd.
Gewezen werd op de wensche-
lijkheid om bij de aanstaande rege-
was iets, waarin de gravin zich
geen denkbeeld kon vormen, even
min als haar zoon begrijpen konde,
hoe hij, nu arm geworden, zijn
leven zou inrichten. Hij zag geen
andere uitkomst dan zich voor het
hootd te schieten of een huwelijk
om geld te sluiten.
Het denkbeeld, dat zij ooit kon
den geruïneerd zijn, was den jon
gen graaf Ivar tot heden niet in
de gedachte gekomen. Hij leefde in
de vaste overtuiging, dat hunne
bezittingen onbezwaard waren en
vond het uiterst belachelijk, dat
zijne moeder herhaalde malen zich
uitliet, dat hij moest rondzien, om
uit de hooggeboren jonge dames
zich eene der rijkste tot vrouw te
kiezen. Op deze wenken placht
Ivar te antwoorden
Ik ben toch rijk genoeg, om
te kunnen trouwen zunder juist naar
geld te zien.
De gravin zweeg en zuchtte de
zoon keek rond naar een voorwerp,
dat zijn hart kou beminnen eq