voor Zecnwscli-Vlaanderen.
Overwonnen.
DE ZANGERS.
Buitenland.
lUl FEUILLETON.
Transvaal.
Wo. 498.
HOEXSDAO 20 JUXI 1900.
9c Jaargang.
HET NIEUWSBLAD
Abonnementsprijs:
Per 8 maanden 50 cents franco per post 55 cents.
Voor België ƒ0.626 en voor Amerika ƒ0.826.
Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten,
alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de
Administratie te Bresken s.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone
regel ineer 4 cents. Bij abonnement lager tarief.
Groote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte.
Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag ééil ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIEEEMAX te Breskens.
len
Aanstaande Dinsdag
vangt een nieuwboeiend
feuilleton aau getiteld:
Zij die zich met i Juli op ons
blad abonneerenontvangen ook de
nummers waarin het begin van dit
feuilleton voorkomt, gratis.
DE UITGEVER.
Het is niet te verwonderen, dat
de Chineesche quaestie in haar
huidig stadium inter de aandacht
trekt, dan de worsteling in Trans
vaal. Maar 't is ook daar, als met
massa's van dergelijke kwesties, ze
«orden of overdreven öf onderschat.
Verschillende bijzonderheden, die
met den toestand samenhangen,
«orden tegengesproken of anders
voorgesteld en zoo komt men in
ren draaikolk van onwaarschijnlijk
heden.
Er wordt gesproken van een
opstand, tot welks demping de re-
1) geering toch verplicht zon zijn,
doch waarmee zij integendeel het
eens schijnt te zijn, en die boven
dien nog door de Keizerin-Weduwe
f gesteund heet te worden.
Par Ter bescherming van de. Euro-
peeschë onderdanen zijn door de
'wl' verschillende Staten soldaten en
'ÜC sorlogsschepen gezonden.
Of het echter tusschen die alle
0,
20
Dat 'behoefde ik nietdat
heb ik uwe tante reeds gezegd.
Het was dus
Een misverstand, viel Sel-
lua hem in de rede en wilde zich
verwijderenmaar Gunnar hield
haar tegen, zeggende, terwijl hij
zich tot haar boog
Selma weet wel, wie ik ver-
a 3® langde weder te zien. Ik heb naar
verlangd als naar iets, dat te
gelijk eene kwelling en eene vreug
de is.
Eene kwelling! riep Selma
uit en trok hare hand weg.
Hier werd hun gesprek afgebro
ken Selma gevoelde zich ge
toetst, dat Gunnar haar eene
toelling noemde. Hare geraaktheid
w»'1 verdween evenwel, toen de jonge
ttngers na het soupé begonueu te
u.ft
i ia
i 21!
in Oi
ten
■lissil
wel precies in den haak is, valt te
betwijfelen. Immers men schijnt met
de houding van Rusland weinig
ingenomen te zijn. In de eerste
plaats vindt Japan, daarna Amerika
en vervolgens Engeland, dat Rusland
zich te veel aanmatigt door zoove
le soldaten te ontschepen.
Met den wensch van Rusland om
China te verdeel n, wordt volstrekt
niet door deze ingestemd, en zells
diens bondgenoot, frankrijk, zou
daartegen zijn.
De gemengde expeditie der Euro-
peesehe mogendheden is op haar
tocht niet erg gelukkigzij is
onderweg blijven steken. Dat behoeft
trouwens niet te verwonderen, want
een gemakkelijk werkje is dat niet.
We vinden voortduiend melding
gemaakt van groote strijdmachten
Boksers, die hen opwachten.
Te Peking staat een Chineesche
legermacht van 300U0 mail gereed
om op de huitenlandsche expeditie
te vuren, zoodra deze nabij komt.
De gemeenschap dier expeditie
van Tientsin naar Peking is door
de vernieling van twee spoorweg
bruggen, verbroken.
Ook aan de Goudkust is de
toestand zeer benard. De bezetting
van Coomassie, bestaande uil 700
negers is haast zonder voidsel of
ammunitie.
In de citadel van Kaïro in
Egypte worden 10 nieuwe slukken
geschut geplaatst, terwijl 7000 man
troepen gevraagd worden.
Te Konitz in West Pruisen zijn
anti joodsche onlusten uitgebroken.
zingen.
Jonge meisjes van zeventien,
achttien en negentien jaar, luistert
niet naar studentengezang, wanneer
gij de rust van nw hart bewaren
wilt, maar stopt uwe ooren dicht
en vlucht; want het gevaar is
groot.
Hoe spoedig vervliegen niet vier
weken, wanneer men omgeven is
van alles, wat de ziel kan verbeu
gen en de zinnen streelen.
Zang, dans, wandelingen en rij-
toertjes naar alle fraaie plekjes ir.
den omtrek, roei- of zeiltochtjes
waren aan de orde van den dag en
men kan zich voorstellen, hoeveel
aangename herinneringen zich, zoo
wel voor de jongelingen als de
jonge meisjes, aan die weken vast
knoopten.
Tot welke verklaringen was men
al niet gekomen hoe ver was men
niet gevorderd in de duetten, welke
de jonge harten zongen Alle aard-
sche vreugde is intusschen vergan
Behalve de synagoge zijn vele hui
zen van Israëlieten verbrand, terwijl
in de gevechten 30 personen zwaar
en 150 licht gewond werden.
Ouder de dokwerkers te Londen
is een werkstaking uitgebroken,
die zeer aanzienlijk mag genoemd
worden. Niet minder dan 24000
man legden den arbeid neder.
Aan de Goudkust wordt de toe
stand voor de Engelsehen weder
als zeer ernstig beschouwd. Een
troep van 1000 Ashantiji.en hebben
zich bij de opstandelingen gevoegd.
De Eiigelseheii zullen ook dhar
de handen vol krijgen.
Als inen de berichten leest van
de Engelschen dan gaan hunne
zaken in Transvaal bij uitstek Daar
wensch.
Het is éene rij zegetochten die
het Engelsche leger maakt en de
tegenwerpingen, die ze van de
Boeren ondervinden worden tot
zulke uiinbeduidende feiten terug
gebracht, dat ze volgens de
Engelschen niet noemenswaard
zijn.
Het weinige nieuws dat van de
Boerenzijde komt, luidt echter an
ders.
En wie weet, welke toestand men
nog wel ontwaren zou, indien deze
eens open en bloot voor ons lag.
Doch Engeland is de baas zoo
wel in manschappen, als roofzucht
en leugentaal.
kelijk even als ze een begin heeft,
heelt ze ook een einde.
Toen de vier weken om waren,
had papa Roberg geen lijd meer
en ook de acht studenten zouden
zich naar hunne hu'zen begeven,
zoodat er een algemeen opbreken
zou plaats hebben.
Daags vóór de afreis keken drie
der leden van het dubbelkwartet
ernstiger dan anders en de meisjes
zij zagen er uit, als waren zij
door de koorts aangetast.
Het was op den morgen van den
laatster, dag, dat men op Lunda
was.
De heer Roberg stak zijne pijp
aan en was voornemens eene flinke
wandeling te doen, toen Harald ill
zijne kamer trad.
Ik zou oom wel eens willen
spreken, zcide hij en keek eenigs-
zins verlegen.
Nu, dat komt goed, Jan kunt
gij met mij mede gaan en mij
zeggen, wat gij verlangt.
Roberg en Harald wandelden d> n
Nu weten we wel dat de Boeren
met een zoodanige qualifleatie van
de Engelschen niets opschieten en
dat ze beter waren met daadwer
kelijken steun. Maar daar, behalve
Engeland geen enkele Staat direct
belang heeft bij Transvaal, de
kleinere, die toch niets overwegends
vermogen uitgesloten zoo treden
de neutraüteits-begrippen op den
voorgrond, als die der brutaliteit
geen onmiddellijk voordeel kunnen
afwerpen.
Er is in den beginne van dezen
bloedigeu strijd gezegd, dat de
Boeren overwinnen moeten, en on
danks die geruststelling, waarbij
velen in slaap gewiegd werden zijn
niet alleen schier de geheele Oranje-
Vrijstaat, maar ook de hoofdplaat
seri van Transvaal in handen der
Engelschen.
Toen de krijgskans zich gansch
en al keerde ten gunste der En
gelschen en hunne opinarsch naar
en binnenvallen in Transvaal, ter
wijl zelfs bet nemen van Johannes
burg en Pretoria door de Boeren
bijna niet is betwist dacht men
algemeen, dat de strijd spoedig zou
uit zijn.
Wel kwamen af en toe berichten,
dat de Boeren het nimmer zoudeu
opgeven, doch aau den anderen
kant won het idéé veld, dat de
overmacht te groot was om met
succes te kunnen opereiren, en,
daartegen zells de tactiek der oor
logvoerende Boeren niet bestand
was.
Toch geven ze volstrekt het pleit
weg op en sloegen een lommerrijk
boschpad in.
De laatste had nog geen woord
gesproken en de oude beer scheen
te wachten op hetgeen zijn neef te
vertellen had. Toen dit echter niet
gebeurde, sprak Roberg
Nn, Harald, mij dunkt, dat
nwe mededeelingen tot het panto-
miinenspel behooren. Ik heb nog
geen enkel woord vernomen.
Dat komt, omdat het mg
wat moeilijk valt, mijne gedachten
in woorden uit te drukken, ant
woordde Harald lachende.
Te drommel, sedert wanneer
valt het heeren studenten moeielijk
te sprekeD Ik meende dat zij den
naam van het tegenovergestelde
hadden, sprak Roberg.
't Is mogelijk, maar wanneer
men verliefd is, dan
Is men niet wijs, viel Roberg
hem in de rede, was dit de beken
tenis, die gij mij te doen hadt. En
wie is het gelukkige voorwerp?
Roberg knipoogde den jongeling toe.