voor Zeeiiwseli-Ylaaiidei'eii.
DE ZANGERS.
icemd en eigen geld.
No. 479.
Zaterdag 7 April 1900.
9e jaargang.
FEUILLETON.
IET NIEUWSBLAD
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 50 cents franco per post 55 cents.
Voor België ƒ0.626 en voor Amerika ƒ0.825.
Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten,
alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de
Administratie te Breskens.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone
regel meer 4 eents. Bij abonnement lager tarief.
Groote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte.
Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag één ure.
•Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Wie in onze grensplaatssn woont
of er zelfs maar eens een kijkje
komt nemen, weet bij ervaring hoe
jammerlijk het daar met het geld
gesteld is.
Nederlandsch geld ziet men er
kaast nietin het zuiden des lands
worden zaken gedaan met Belgisch
en Fransch geld, in het Oosten
speelt Duitsche munt de hoofdrol.
't ls een schamele troost, dat het
vroeger nog erger was.
We herinneien ons ten minste
nog best den tijd, dat de zooge
naamde Belgische centen (2-centi-
ines stukkeu, waarvan er ongeveer
105 gelijk staan met de waarde
van ƒ1) niet enkel in de grens
plaatsen krioelden, doch ook verder
het land in gingen de yBelsen",
zooals men ze noemde, van hand
tot hand.
Daar tegen is toen met kracht
opgetreden en die koperen vijand
is teruggedreven, echter niet geheel
over de grenzen in Zuid-Limburg
heeft hij stand weten te houden,
Noord Brabant is er niet zuiver van
en op onze oostelijke grenzen we
melt het nog van Duitsche indrin
gers.
Inderdaad heeft minister Pierson
1.
Hebt gij het groote nieuws
gehoord, meisjesP riep Selma Sturm
ut, toen zij op zekeren Juli-morgen
hij hare nichten Bmiua en Elin
Robcrg, dochters van een koopman
in de kleine stad X. binnentrad.
Welk nieuws? vroegen de
nichten en zagen de binnentredende
nieuwsgierig aan.
Welk O gij beklagenswaar
dige schepsels, die niets gehoord en
niets vernomen hebt, die niet weet,
dat hier ter stede gearriveerd is
"li, raadt eens.
Be koning 1 riep Emma '":t.
Beter I verzekerde Selma eh
Waaide inet den zakdoek.
Beter dan de koning, liet E-
'iii zich hooreu, wie zou dat kunnen
vezen Laat zien Garibaldi.
Het spijt me dat ik het zeg-
daaraan paal en perk willen stellen
door een verbodswet. Op zijn ver
zoek stelde een hoofdambtenaar van
de Nedorlandsche Bank een onder
zoek in en deze berichtte o. a. het
volgende
„In het Zuiden van Limburg
bestaat het grootste deel der circu
latie, wel 30 a 90 pCt., uit vreemde
munten. De staat neemt die nergens
aan, behalve aan spoorwegstations
tegen lagen koers. Maar in het
verkeer gebruikt het publick groo-
tendeels vreemd geldin eenige
winkels bestond de ontvangst van
ƒ17.082 slechts voor ƒ2865 in
Ncd. geld.
De loonen der dienstboden wor
den veelal in vreemde specie be
dongen en betaald.
De gegoeden koopen in 't eind
des jaars zulk geld om hun reke
ningen te betalen. Bij Almeloo en
in Zeeuwsch-Vlaanderen is de tue-
stand niet beter.
En daarbij wordt de mark op 60
cent, de franc op 50 cent gerekend.
Dit is niet enkel een economisch
nadeel, maar ook een kenmerk der
nationaliteit wordt er door verduis
terd.
Nu is sinds 1877 het gebruik
van vreemde nikkelen, bronzen cn
koperen munt verboden de
Belgische centen zijn daardoor ver
dreven 1 maar afdoende is dat
gen moet maar gij zijt beiden
verschrikkelijk onnoozel. Wat heb
ben wij, onbeduidende meisjes van
een provincie-stadje er aan, of de
koning hier komt De achtbare
heeren en ambtenaren zouden met
Zijne Majesteit mogen spreken en
eten, maar wij, arine meisjes, het
aanzien.
Nu, zou dat niet prettig zijn?
viel Emma in.
Tralalala, zong Selma.
Mij dunkt, dat die pret al
heel gering is. De koning is in het
maatschappelijk leven zoo boog ge
plaatst, dat men pijn in den nek
krijgt, wanneer inen tot hein op
ziet en wat Garibaldi bctrelt, ik
weet niet, welk eene vreugde wij
er van hebben zouden, dat hij hier
kwam.
Hoe kunt gij zoo spreken,
Selma? zou het geen leest zijn,
wanneer wij den mail mochten zien,
wiens naam geheel Europa vervult?
sprak Elin.
Wat gaat ons dat aan P vroeg
verbod niet en de heer Pierson
droeg een wet voor tot v-rscher-
ping van het verbod, waarin dan
ook voor liet vervolg zilveren spe
cie werd betrokken. Het ininisterie-
Tak, waarvan de heer Pierson deel
uitmaakte, kwam echter te vallen,
minister Pierson nain zijn ontslag
en zijn muntwet kreeg een plaats
in bet archief.
Nn hij weer minister is, heeft hij
haar echter weer voor den dag
gehaald en er thans een tweede en
vermeerderde editie van ingediend.
De wettelijke bepalingen betref
fende ons muntwezen, zijn in dit
ontwerp in één regeling bijeenge
bracht. Eenige belangrijke wijziging
hebben zij niet ondergaanvoor
verandering bestaat, meerit de mi
nister öp dit oogenblik niet de
minste aanleiding. Alleen heeft hij
de regelen betreffende de intrekking
en vermunting van defect geld ver
beterd. Aan het slot van het ont
werp heeft hij echter eenige artike
len ontworpen, waarmede aan liet
onrechtmatige gebruik van vreemde
muntspecie een eind wordt gemaakt,
en daar zij niet enkel voor de
grensgemeenten van belang zijn,
laten wij ze hier in hun geheel
volgen
Art. 19. Het is verboden vreem
de zilveren, nikkelen, bronzen of
koperen munten in betaling te geven.
Selina. Ik bewonder die verschrik
kelijk houge persunnages lielst op
een afstand.
Wanneer ik den grooten Gari
baldi te zien kreeg en hij bijv. een
wrat op den neus had, scheel zag,
zwarte tanden, kromme knieën of
eenig natuurlijk gebrek had, dat
mijn schoonheidsgevoel kwetste, dan
verdween eensklaps mijne bewonde
ring en de groote Garibaldi zou mij
niet meer belangstelling inboezemen
dan de halfblinde jongen van den
schoenmaker.
Selma, wat slaat gij wêer
door, sprak Elin. Al bezat Garibal
di alle mogelijke lichaamsgebreken,
dan was hij immers toch de groot
ste man van zijn tijd.
Ik gun hem die eer, zeide
Selma, maar meisje, wat hebben wij
met staatkunde, oorlog en Italië te
maken Dat is iets voor de man
nen, maar niet voor danslustige
jonge meisjes als wij zijn.
Nu, wie is er dan in onze
stad gekomen vroeg Emma, die
In de bij algemeenen maatregel
van bestuur aan te wijzen gemeen
ten (bedoeld zijn natuurlijk de grens
gemeenten) is liet echter geoorloufd
vreemde zilveren munten voor een
waarde van ten hoogste één gulden,
vreemde nikkelen, bronzen of kope
ren munten voor eer. waarde van
ten hoogste twintig centen in beta
ling te geven, mits met toestemming
van degene aan wien de betaling
geschiedt en tot geen hoogere koer
sen dan b'j algemeenen maatregel
van bestuur zijn vastgesteld.
Art. 21. Overtreding van eene
der bepalingen der laatsivoorgaande
artikels wordt gestraft met geldboete
van ten hoogste ƒ75.
Indien tijdens het plegen der
overtreding nog geen twee jaren
zijn verloopen sedert eene vroegere
veroordeeling van den schulige we
gens overtreding van een der
bepalingen dezer wet onherroepelijk
is geworden, wordt hij gestralt inet
geldboeten van ten hoogste ƒ390.
Art. 23. Ter verwisseling van
gangbare Duitsche, Fransihe en
Belgische munten wordt overeen
komstig bepalingen, vast te stellen
bij algemeenen maatregel van be
stuur, in bij dien maatregel aan te
wijzen gemeenten gelegenheid ge
geven gedurende een tijdperk van
ééne maand na het inwerking tre
den dezer wet.
meer belang scheen te stellen in
het antwoord op deze vraag dan in
den strijd over Garibaldi's groot
heid.
Elin had haar werk weder ter
hand genomen en terwijl zij zwij
gend doorpikte, was op haar gelaat
diepe verontwaardiging te lezen.
Nu dan, opent uwe ooren en
hoortbegon Selma.
Emma zag er uit, als wilde zij
met de oogen houren, en zelfs Elin
keek van haar naaiwerk op.
Heden morgen is te X. met
de stoomboot van Stokbolui aange
komen een
Weder zweeg Selma.
Tooneelgezelscliap, vulde Em
ma aan. Mooi, mooi.
Een tooneelgezelscliap zegt gij,
riep Selma uit, terwijl zij de han
den opnief. Emma is niet waardig,
het geluk te genieten, dat ons allen
beschoren is, wanneer zij de gasten,
die op onze kust geland zijn, aldus
kan profaneren. Weet dan, dat er
acht