voor Zeenwsch-Vlaanderai.
Eu 11 acllsr- ei sen 11
No. 452.
Maandag 1 Januari 1900.
9' jaargang.
Advertentieprijs:
SET NIEUWSBLAD
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 50 centsfranco per post 55 cents.
Voor België f 2.50 en voor Amerika f 3.30.
Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten,
alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de
Administratie te Bresken s.
Van 1 tot en met 4 regel» 25 centselke gewene
regel meer 5 cent». Bij abonnement lager tarief.
Qroote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte.
Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag één ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
De stroom des tijds heeft in zijne alles tnee-
troonende golven het achter ons liggend jaar
rerzwolgen en het doen zinken in den onmete-
lijken oceaan van het eindeloos verleden.
Voorbij dat tijdperk, zoo hoopvol aangevan
gen, voorbij dat jaar, waarin zooveel gebeurde,
dat voor dezen een aangename herinnering, voor
genen een treurige overpeinzing oplevert.
We staan als om een geopende groeve, waarin
etn stoffelijk overschot zal worden nedergelaten.
Door den een betreurd en beweend, door
den ander als met een verzuchting nagestaard.
Heeft het oude jaar ons beproeving en te
leurstelling gebracht, we beweenen de oorzaken
ran het wee, baarde het ons vreugde, met wel
gevallen zien we er op terug.
In de scheidingsstonde worden onwillekeurig
gedachten opgewekt, gewijd aan den vervlogen
tijd.
We herdenken dit, en we roepen dat in on
es herinnering terug, kortom we werpen een
blik achterwaarts.
Ieder doet zulks overeenkomstig de behoef
ten van zijn eigen hart, naar gelang de om
standigheden, waarin hij verkeerde.
Vinden we in (tien terugblik aanleiding om
een andere weg in te slaan geeft ze ons stof
tot overweging van onzen boestand om die in
ee» andere richting te sturen, of zijn we ge
noopt den ouden sleur te volgen en elke aan-
wijzing tot het verlaten van het oude pad on
gebruikt te laten
0, wie gevoelt niet vaak de onmogelijkheid
om den ontsloten jaarkring anders aan te van
gen.
Hoevele geheime machten zijn er niet, die u
•ls 't ware tegenhouden om nieuw gevormde
plannen ten uitvoer te brengen
Niet zelden zijn tal van teleurstellingen, in
weerwil van de best opgevatte voornemens, uw
deel geweest, die u ontmoedigen en met be—
•orgdheid de nieuwe levensperiode doen aan-
rar.gen.
Als ge n zelf afvraagt, wat zal de nieuwe
jaarkring thans weer breligen, dan slaat u als
t ware de schrik om 't hart, gedachtig aan de
ontgoocheling van het werkelijke leven.
Inderdaad het leven is ernstig en de tijden,
*>arin we ons bewegen, zijn niet minder ern-
'bg.
De oorlogsklaroen schalt in het zuiden van
het groote Afrika.
De geheele beschaafde wereld roept .ach en
weeover het vermoedelijk lot van de Boe
ren, die genoodzaakt zijn gewapenderhand voor
hunne vrijheid te strijden.
Wat zal de toekomst baren, waarover thans
nog een dichte sluier hangt
Zal deze ongelijke strijd uitvallen ten gunste
der Boeren, zooals ieder dat hoopt
Of zal het trotsche doch zich zelf diep-ver-
nederende Engeland zijn gebied kunnen ver
meerderen, zij het dan ten koste van ontzaglijk
veel menschenbloed, zij het dan op onrechtma
tige wijze.
Eu indien dat zoo mocht wezen, waartoe de
kansen wel eenigszins verminderd zijn, en wat
geenszins te hopen is, zou dan deze gebeurtenis
niet van een machtigen invloed zijn op den
loop der wereldgeschiedenis.
Bood het eind der vorige eeuw een gewel
dige omwenteling aan, wat zal het ons thans
bereiden
De schijn is er alsof een eeuw niet eindigen
kan, dan op een tegenstrijdige en angstwekken
de wijze.
De volken worden er door gedrukt.
De lucht schijnt bezwangerd, donkere wolken
pakken zich samen aan den horizont en de
drukkende atmosfeer is benauwend.
Zal het dreigend onweder kunnen afgewend
worden, of zal dit proces eene natuurlijke uit
werking moeten hebben.
Zijn het geen teekenen der tijden dat Enge
land een zoo roekelooze oorlog voert en zijn
strijdmacht in Zuid-Afrika tot den laatst be
schikbaren man versterkt
Trekt het niet de aandacht dat Duitschland
zijn vlootsterkte tot op het dubbele wil bren
gen P
Zoudt ge als gewoon toeschouwer niet be
ginnen te wanhopen aan de ware bedoeling der
Vredes-conferentie, ontworpen door den mach
tigen Eussischen Czaar, terwijl het ongehoord
ingrijpen van Rusland in de oude rechten van
Finland een algemeen protest in Europa deed
hooren
Is de ontmaskering van het Dreyfus-drama
in Frankrijk niet een slag in het aangezicht van
recht en waarheid, een schandelijke verzaking
van het beginsel der vrjjheid, waarop het Fran-
sche volk zich immer voorsfond
Moet men de laatste stuiptrekkingen van het
eertijds machtige Spanje niet beschouwen als de
oogst van de onderdrukking, die allerwegt werd
uitgestrooid
Neemt het christelijk Europa niet een groote
verantwoordelijkheid op zich, dat zij om rede
nen der hoogere staatkunde de christenmoorden
in het Ottomaansche rijk gedwee moet toelaten?
Dezelfde verschijnselen als op het groote we-
reldtooneel ontwaren we ook in engeren kring,
ja zelfs worden ze tot op zekere hoogte aan
getroffen bij ieder individueel.
Elk wapent zich in den strijd om het be
staan.
De lagergeplaatsten vereenigen en gorden
zich aan om zich in den vaak ongelijken strijd
sterker te gevoelen.
De hoogeren beginnen langzamerhand zich te
scharen onder de vaan van den vooruitgang.
Deze is het gevolg van het ontwaakt besef,
dat de groote wereldstrijd door nieuwere denk
beelden kan beteugeld worden.
Is de schrik niet om het hart geslagen bjj
de aanschouwing van de aanvankelijke beweging
der roodgekleurden.
En alhoewel hun gewelddadig optreden in de
geboorte is gestuit, moet niettemin hun eisch
naar een menschwaardiger bestaan met een ze
kere voorzorg behandeld worden.
De gewjjzigde denkbeelden van ons volken-
rechterlijk bestaan komen allengs tot uitwerking.
We kunnen al die verschijnselen niet ander»
beschouwen, dan als zoovele teekenen, dat het
leven ernstig is.
.De lendenen omgord, de kaarsen branden
de", dat is de leuze, waartoe de tijdgeest noopt.
Op alle gebied wordt behoefte gevoeld aan
verbetering, en niet het minst tot hoogere ont
wikkeling van den mensch.
Immers als er wat voor den mensch gedaan
wordt, is het allereerst noodig, dat hij de be-
teekenis daarvan kent, opdat hij 't des te beter
kan waardeeren.
Komt hij tot het besef van wat voor hem
gedaan wordt, ontwaakt de kennis welk voor
deel hij met de aangeboden hulp doen kan, dan
eerst zal de hem toegestoken hand gretiger,
maar ook dankbaarder worden aanvaard, en dan
zal het meer vrncht kunnen afwerpen.
Is echter onder de vele medewerking en op
heffing van den mensch niet zelden eens bij
bedoeling te bespeuren ten eigen bate, toch
straalt er in Yele gevallen naastenliefde uit.
Zullen de Kerstklanken, waarvan de nagal
men pas zijn weggestorven naar waarde kunnsn
geschat worden, zal de nieuwjaarswensch veelal
stelselmatig nitgestooten, een weinig beteekenie