Gemengd Nieuws. die in den Haag vertoeft. Zaterdag zijn de Koninginnen naar Duitsch- land vertrokken, ter gelegenheid van de doop plechtigheid van den eersten zoon van den erfprins Von Wied. Des avonds te kwart voor acht zijn ze te Potsdam aangekomen. Op het uitgestrekte plein voor het station stond met opgestoken lansen een eskadron van de garde du corps, alle echte Enakskinderen in het zwarte pantser met de stalen helmen, waar van de spits gekroond wordt door een vliegen den zilveren adelaar. Deze gepantserde ruiters reden later voor den koninklijken stoet uit. Op het perron stonden do schutters van de garde met muziek aan de eene zijde, terwijl zich aan de andere zijde het militaire hoofd kwartier van den Keizer in lichtgrijze mantels en een aantal jonge prinsen hadden opgesteld. Onder de laatsten waren de zoons van prins Albert. Precies om kwart voor achten stoom de de koninklijke trein binnen, begroet door de tonen van het Wilhelmus (nieuwe zetting.) De Keizer, door de jacht gebruind, die zon der de Keizerin naar het station was gekomen, droeg eveneens een lichtgrijzen mantel en liep met een vlugge beweging op den waggon toe, waarin de Koninginnen zaten. Eerst maakte hij eene diepe vormelijke bui ging, maar daarna reikte hij, met een hartelij- ken glimlach, de jonge Koningin de hand en sprak zijn innige blijdschap uit over hare komst, terwijl hij haar een heerlijken ruiker van rozen aanbood. De Koningin, die een kleed van i- voor-kleurige stof droeg, zag er frisch en op gewekt uit, en wekte algemeene bewondering. Daarna begroette de Keizer eerbiedig de Koningin-Moeder, die een donkere japon droeg en die eveneens een prac'ntigen ruiker kreeg. Bijzonder opgewekt was de begroeting tus- schen de Koningin en de jonge erfprinses van Wied, wier blond hoofd uit een grooten bonten boa stak. Men hoorde de Koningin, terwijl deze haar kuste, zeggen „Wat ben ik blij, u weer te zien 1" Op het station waren, be halve de dignitarissen van het hof en de mili taire autoriteiten, natuurlijk ook alle prinsen en prinsessen van Wied aanwezig bovendien ech ter ook dc staats-secretaris van buitenlandsche zaken, graaf Biilow, en zooals vanzelf spreekt de geheele Nederlandsche legatie met hare da mes, de consul-generaal en eenige leden van de Nederlandsche kolonie. Na verschillende voorstellingen en begroe tingen op het station, bood de keizer aan de jonge Koningin zijn arm en leidde haar naar de equipage, waarop zich de heele stoet van rijtuigen snel in beweging stelde naar 't Stadt- schloss. üe menschen menigte, die zich in de donke re straten had opgehoopt, gaf zich vergeefs moeite iets goed te zien. Als schaduwen vlogen de gepantserde ruiters en de koetsiers van het hul in huil gala met de vorstelijke gasten voorbijmaar men wist er wie er in die hofrijtuigen zaten en zoo riep men van alle kanten krachtig „Hoch" cn zwaai de onverdroten met hoeden en doeken. Op het paleis-plein paradeerde de eerste lijl- compagnie van de garde-grenadiers met de his- 's nachts, in het hartje van den winter, is zij in ons huis geslopen om haar kindje te kussen. Veroordeelt gij haar? Zij is moeder. Wilt gij weten hoe zij heet Ik zal het u zeggen maar in Gods naam, gezwegen I Ik had ge zworen nimmer haar naam op mijne lippen te nemen. Het is eene zekere Antonia Vari. De spieren op het gelaat der gravin ont spanden zich en kwamen tot rust hare eerst zoo sombere, trotsche oogen verhelderden zich, zij gevoelde zich eenigermate vertroost. Zij spreidde den zakdoek op haar schoot uit en bezag dien zwijgend. Het borduursel was zeer fijn. De A. en de V. konden evengoed Ama- lia Vebcr betoekenen als Antonia Vari. Kon Amalia Veber zich op honderden mijlen afstands bevindende, de onbekende bezoekster in dien winternacht geweest zijn, terwijl Antonia Vari in het naburige Toscane wist dat haar kindje gehuisvest was onder het dak van graaf cn gra vin Ilario (Wordt vervolgd.) torische hooge blikke mutsen, uil den lijd van Frederik den Groote en presenteerde onder de tonen van het Wilhelmus (oude zetting), het geweer, toen de jonge Koningin stil hield voor de marmeren trap, die naar do hel verlichte staatsie- en woonvertrekken leidt. BRESKEXS, 10 October 1S99. De ontvangsten van de Stoomtram - Mij Breskens - Maldeghem bedroegen gedurende de maand September 1899 ƒ7957.86; in dezelf de maand van 1898 ƒ9991.83- Van af 1 Januari tot eind September 1899 werd ontvangen ƒ66,859.88t/2; in hetzelide tijdsverloop van '98 ƒ76,935.19. IJzeildijkc, 7 Oct. Heden overleed de laat ste oud-strijder in doze gemeente, P. Theri, ridder van het Metalen Kruis, in den hoogen leeftijd van ruim 95 jaren. IJzeildijke. Eenigen tijd geleden is door de rijks- en gemeentepolitie procesverbaal opge maakt tegen een boomenvervoerder uit Water vliet wegens mishandeling van zijne paarden. De bekeurde ging op zulk eene onbarmhar tige wijze met zijn dieren om, dat zeer velen zich daaraan ergerden. De door de politie getroffen maatregelen schijnt gunstig te werken ook tegenover anderen, die daarvan niet geheel vrij waren. Tot predikant bij de Ned. Herv. Gem. te Cadzand is beroepen dr. W. H. Weeda, cand. te Heinenoord. Hoofdplaat, 7 October. Hedenmorgen is de tjalk van schipper S. de Vuijst van Breskens, geladen met beetwortelen in de haven alhier gezonken. Men is er in geslaagd de lading te lossen, terwijl men tracht het schip door leeg te pompen te behouden. Men schrijft ons De totstandkoming van een steenweg van af het Sluische veer door den Zwinpolder tot aan de uiterste grens van de kom der gemeente Sluis is thans verzekerd. Nadat eene publieke inschrijving voor de geldleening ad ƒ24900 tot bestrijding der kos ten geen succes had opgeleverd, is de firma J. Th. Hendrikse te IJzendijke bereid gevonden om deze som ad 3t/2 °/0 te verstrekken. Velen zullen deze belangrijke verbetering toejuichen. Tc Dordrecht wilde een vleeschhandolaar van Papendrecht nog in den tot vertrek naar Rotterdam gereedstaanden trein springen. Hij viel bij het portier neer en was een lijk. Aan het departement van koloniën is een belangrijke diefstal van kantoor-materialen ont dekt. Als verdacht dezen diefstal te hebben begaan, zijn drie werksters, die in dit departe- inentsgebouw schoonmaken, aangehouden. De aangehoudenen hebben haar misdrijf be kend. Van de vroege ochtenduren maakten zij gebruik om pakken papier enz. mede te nemen, welke zij bij winkeliers in do stad voor een appel en een ei verkochten. Groote stapels papier ziju in beslag genomen. De diefstallen moeten volgens men vermoedt sedert gcruimen tijd gepleegd zijn. In den Ilaag is in verzekerde bewaring gesteld een korporaal van de grenadiers, die verdacht wordt dezer dageu zich aan een brutale straatroof te hebben schuldig gemaakt. Hij zou namelijk van een dienstbode een bankbiljet van ƒ60 hebben ontroofd, dat het meisje bij een stalhouder in de Hofstraat moest brengen. Na zijn misdaad zette de militair 't op een loopen, doch de politie wist hem op te sporen, en hoewel de aangehoudene alle schuld ontkent, meende de politie toch voldoende bewijs te hebben, om den korporaal achter slot en grendel te zetten. Op het laatst der vorige week werden onder sterk politiegeleide van Delft naar Den Haag overgebracht twee als heeren gekleede personen, die verdacht worden van een effecten- diefstal. Zij werden gevangen genomen, toen zij trachtten bij den wisselhandelaar Holtema stukken te geldt te maken. Te Nijmegen kregen eenige kermiskin, ten twist, waarbij aan een hunner werd verve, ten dat hij nog bij de justitie in het krijt stond. De politie hield den man aan en het bleet dat hij nog twee maanden gevangenisstraf had te ondergaan. - Vrijdagavond te ongeveer acht uur had te N'jverdal een ernstig ongeluk plaats. De 33jarige H. S., een oppassend werkman reed met een wagen den Kerkedijk in, waar, misschien door de duisternis, de wagen te dicht bij de sloot kwam en omkantelde. S. geraakte er onder en was binnen weinis, minuten dood. Hij laat eene weduwe met via kinderen na, waarvan 't oudste nog slechts tii jaar is. Maandagmorgen der vorige week voor de haven van Zierikzee een vaartuig uitl Graauw, (Z.) geladen met mosselzaad van i| Flauwersplaat. Het vaartuig kreeg een groote massa «tel over cn sloeg om. De bemanning, uit schippcl en knecht bestaande, bleef drijven op het roud-l hout. Do schipper werd gered, maar de 1 een jonge man van 21 jaren, die den boegspriet! had gegrepen, moest dezen, daar ziju krachten hem begaven, loslateu en verdronk. Vaartuig en inventaris zijn bij den hoek rul Ouwerkerk aan wal komen drijven. liet Handelsblad verneemt betreffende hdl overlijden van een der weesjongens te Neir-I bosch, naar aanleiding waarvan de justitie til Arnhem zich met dc zaak heett ingelaten, ui:| vertrouwbare bron het volgende In den appelentijd is het bij een groot dst der Neerbossche jeugd de gewoonte, er in stilt haar werk van te maken, op eigen terrein ook op de boerderijen in den omtrek zooicsl appels te veroveren, als zij maar kan meests! worden. Gelijk te begrijpen is, laten de gevolgen rul dit overmatig gebruik van rijp eu rauw zic:| niet zelden gevoelen. Zoo kwam Vrijdag 18 Augustus zekere Tiet 12 jaar oud, op de boerderij der inrichting, rl gezelschap van een tioep nppelenstroopers, él hem toevoegden„Wat doe jij hier met jil bleeke gezicht, maakt dat je weg komt. In hoever ook Tiet achter de appels gezets heelt, is niet bekend, maar we! dat hij diet zelfden middag naar zijn bed trok ett 's mor-| gens bleef liggen. Toen kwam een der meisjes, met het in oré brengen der slaapzaal belast, bij den suppoo L., die den patiënt in zijn oog een ziekte gelastte op te staan en heenging Voor de tweede maal geroepen bij den joi gen te komen, heeft L. in drift den jongen mei een voorwerp een slag op den arm gegeven,t:| andermaal hem gelast op te staan. De jongen is toen opgestaan, maar din daarna bleek, dat onverwijlde opneming in ziekenhuis dringend noodig was, want reedsoi elf uur 's morgens overleed hij. De spoedig daarop gevolgde correspondent! door de familie, te Dieren woonachtig, gaf a leiding tot een gerechtelijk onderzoek. Het lijk werd opgegraven, en in het Willé mina-ziekeuhuis te Nijmegen gerechtelijk g«-h schouwdook werden de suppoost L. en enkciil anderen herhaaldelijk in verhoor genomen. De geneesheer der inrichting, dr. De Blécout verklaarde dat de dood niet kon zijn ingetit-| den van den slag op den arm, maar dat overledene lijdende was aan een eenvoudig ah de lijkschouwing moet geen licht in deze zaalll verschaft hebben. Vrijdagavond ontstond er ten huize val den winkelier Haffmans op het Eiland te Arn hem plotseling brand. De heer H. had een ijzeren vat gevuld u'1 petroleum ontvangen, en daarvan zooals ge woonlijk aan ziju afnemers verkocht. Toen echter door enkele kleine ontploffingen bleek, dat Je petroleum „minder goed" was, bracht een buur vrouw de ontvlambare stof terug. Toen bleek dat de heer H. zonder het zelf te weten een vat benzine had aangeslagen. Onverwacht had de ontploffing plaats en in een oogenblik stond het huis in brand. Met de grootste moeit» slaagden allen er in, de kinderen in nachtge waad, te ontkomen, maar de 23jarige bediende J., eenmaal buiten, wenschte zijn kleedereii vau een in sch bra 010 me ovr ooi 11 a<

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 2