voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Gravin Ilario. n, No. 423. Woensdag 20 September 1899. 8e jaargang. Buitenland. FEUILLETON. H. C. Binnenland. 22 21 24 ij 34 3d 49 00 35 45 00 j( HET NIEUWSBLAD Abonnementsprijs: Per 3 maanden 50 cents franco per post 55 cents. Voor België f 2.50 en voor Amerika ƒ3.30. Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten, alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de Administratie te Breskens. Advertentieprijs: Van 1 tot en met 4. regels 25 centselke gewone regel meer 5 cents. Bij abonnement lager tarief. Groote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte. Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagnamiddag één ure. I)it blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. De Drcyfus-zaak raakt op den achtergrond. Dat wil zeggen, de berichten in de pers wor den schaarscher. Af en toe hoort men nog eens een noodschot, doch het loopt schier .uit sluitend over de vraag of de President der Re publiek, op voorstel van den Ministerraad Dreyfus gralh zal verleenen. Indien tot dezen maatregel mocht worden overgegaan, dan zal daarmede eene algemerne I vernietiging van de met de Dreyfus-zaak samen hangende processen gepaard gaan. Dan is men van het groote geharrewar af, meent men, ter- wijl de rust in den lande zich kan herstellen. De generale staf acht zich gerechtvaardigd door het „schuldig" dat over Dreyfus door zijne ondergeschikten is uitgesproken en het heele raatje is opgeknapt. Vóór dat Dreyfus was teruordeeld door den krijgsraad, was hij door da publieke opinie Teeds in z'jn eer hersteld. Daaraan heeft het uitgesproken vonnis toch geen verandering meer kunnen brengen. Dat blijkt dan ook wel uit de toon der bladen, uit de sympathie van de geheele beschaafde wereld die tot de cel van den ongelukkige in de mi litaire gevangenis doordringen. Hij is in ons oog nog beter met een volsla gen eerherstel van de geheele wereld, dan een vrij sprekend vonnis van een krijgsraad, die blijkbaar toch inaar op bevel veroordeelt. En welke waarde aan diens oordeel wordt gehecht, blijkt wel uit de algemeene houding, dia wordt aangenomen tegenover hel vonnis 'an den krijgsraad die Esterhazy vrijsprak. «9. Uit het Ilaliaatisch vertaald DOOR XX. Niets vertellen, hoor, Nunzitia 1Van daag komen mijnheer en mevrouw, en wal ge beurd is dat is gebeurd, hoor 1 - Ik verwonder mij over u Voor wie ziet 'j mij aan Ik weet heel goed wat een hrislenmensch zeggen en zwijgen moet. Maar J'a gij, Rosa, denkt mij aan het verstand te 'Muien brengen, dat die dame niet zijne moeder 1!> o, dan hebt gij het toch mis I Zij gelijken ah twee droppels water op elkander. Stilhet gaat u niets aan, of zij het is, la dan neen. Het gaat mij niets aan, maar ik vermoed Kijk, op het jongske wijzende, „deze oo- gen, dezen mond en dezen neus Er is min of meer gelijkenis in, ant Bchnlve van de mogelijke gratie aan Drey fus te verleenen, hoort men nog van andere zaken, die te beschouwen zijn als dreigende wolken aan den politieken horizont. Het is Meline, de tegen-candidaat van Lou- bet, bij de keuze van een President der Repu bliek, die van achter de coulissen de troepen aanvoert en de bijeenroepiug der Kamer tracht te bewerkstellingen, met geen ander doel, dan agitatie te verwekken teneinde de regeering omver te werpen. Het is niet moeilijk daaruit deze gevolgtrekking te maken, dat Meline zelf weer aan de regeering wil koinen, desnoods de samensteller van een Kabinet, dat voor Dreytus nog van minder allooi zou zijn dan het hui dige. Als deze wil doortasten, dat zij haast make, opdat een opvolgend ministerie de goede voornemens ten opzichte der Dreyfus-zaak niet omver werpen. Het is denkbaar dat het Dreyfus weinig zal kunnen deren, op welke wijze hij in zijn eer hersteld wordt, als deze rehabilitatie dan maar niet ineer verdacht isen evenzeer, dat hij om de vrijheid verlangt nh de vijfjarige mensch- onteerende en hemeltergende ballingschap, lou ter met het doel hem voor goed uit den weg te ruimen. Maar dat het verleenen van gratie, als om hem zoet te stemmen door hem zal worden begeerd, zooals de regeering en de Pre sident het zich voorstellen, betwijfelen we. De mogelijkheid bestaat, dat de gratie, onder de schijnbare voorwaarde, nn alles tegenover de generaals en hunne trawanten, te vergeven en te vergeten, niet wordt aanvaard. En als de regeering zich mocht verlagen om zulk een voorstel aan Dreyfus te doen dan zou zij blijk woordde Rosa, maar wie zal ons zeggen of zij niet misschien eene bloedverwante van hem is? Eene naaste bloedverwante, ja zeker, dat begrijp ik. Hoe hebt gij haar ook weer genoemd Freule Veglier Vinter... Vunter Gij zijt eene onnoozele. gans, Nunziata. Niets meer of minder. Ik heb gezegd toen ik binnenkwam kom, freule anders heb ik niets gezegd 1 riep Ro sa gramstorig. De min knipoogde veelbeteekenend en begon het kindje in slaap te sussen. Toen zij een oogenblik later alleen met de keukenmeid was, fluisterde zij deze haastig in het oorNiet vertellen hoor. Wee u als gij oververtelt wat ik u gezegd heb. De keukenmeid, die den knecht tegenkwam, fluisterde op hare beurt hom geheimzinnig in het oorzwijgen hoor, of pas op, als gij ver telt wat ik u daar gezegd heb. De man der voedster, die het geld van freule Veber in den zak stak stak, vernam van Rosa dat het eene fooi van den graaf was, doch korten tijd daarna hoordo hij door zijne vrouw, dat zij het van eene vreemde dame ontvangen had die's nachts gekomen was, enz. Het geheim was bijgevolg geven van eene instemming met het „schuldig" d«r vijf leden van den krijgsraad, wat eigenlijk niet anders beteekeut, dan een onderwerping aan en een vrees voor de generaals, die niet waardig zijn de uniform te dragen. Gij den minister van financiën bestaat het plan, om, ter uitvoering van de wet tot af schaffing van de rijkstallen, te middernacht van S0 April op 1 Mei 1900, wanneer die'wet in werking treedt, alle tolboomen en andere versperringen, uitsluitend dienende ter verzeke ring der invordering van de iti de afschaffing der rijkstollen begrepen rechten, ill open stand te laten voortzetten, zoodat zij het vrije ver keer niet belemmeren. In verband hiermede zullen die tulboomen enz. na 1 Mei zoodra mogelijk worden opge ruimd, de daarvan afkomende materialen, voor zoover zij aan den staat in eigendom behooren, op enkele plaatsen verzameld en aldaar ten ba te van den staat verkocht worden de vrijval lende tolhuizen met bijbrhoorenden grond zollen geleidelijk spoedig mede in het openbaar wor - den verkocht. Op bet platteland mest do molenaar meer malen rundereu. De inkomsten nn uit landbouw en veehou derij zijn vrij van de bedrijfsbelasting, en de molenaar rekende het mesten van runderen on der het werk van den boer, zoodat hij uitslui tend de inkomsten van den molen als belast baar aangaf. reeds uitgelekt en spoedig in het bezit van vier of vijf personeu. Het werd avond, de lucht werd kond en de mnssclten zochten hunne nestjes op in de go ten van het dak, toen graaf en gravin Ilario hunne villa bereikten. De bedienden, des och tends aangekomen, waren in vereeniging met het personeel der buitenplaats druk in de weer alles voor de ontvangst in gereedheid te bren gen. Rosa, met het keurig aangekleede jongs ke op den arm, wachtte hen in de groote vestibule af en de min gluurde ovér de schou ders van Rosa, met de domme nieuwsgierig heid eigen aan eene onbeschaafde, drieste boe rin. Leunende op den arm van haar echtge noot, met Santinella aan de hand, wier kleine gestalte nagenoeg verdween onder het lakensche manteltje dat zij droeg, was de gravin langzaam en bedaard de stoep opgeklommen. Rosa ging haar tot aan de deur tegemoet, en de purpe ren gloed der ondergaande zon straalde over het trouwhartig gezicht dier goed® vrouw en over het lieve onschuldige hoofdje van den kleinen Ilario. Innocenza had sedert den dag waarop zij in het afgeloopen najaar de villa verliet den kleine niet wedergezien, dus was het voornamelijk op

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1