HET NIEUWSBLAD voor Zeeuwsch-Vlaanieren. Gravin Ilario. No .4# Woensdag 16 Augustus 1899. 8e jaargang. Buitenland. FEUILLETON. Abonnementsprijs: Per 3 maanden 50 cents franco per post 55 cents. Voor België f 2.50 en voor Amerika f 3.30. Abonnementen worden aangenomen bij de Agenten, alle Boekhandelaren, Brievengaarders en bij de Administratie te Bresken s. Advertentieprifs: Van 1 tot en met 4 regels 25 centselke gewone regel meer 5 cents. Bij abonnement lager tarief. Groote letters en vignetten naar hunne plaatsruimte. Advertentiën worden franco ingewacht uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagnamiddag één ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. Er broeien in Praukrijk vreemde dingen. Nu ook den leger-vereerders in den kwaden zin des woords de grond onder de voeten wegzinkt, omdat het proces-Dreyfus zal uitloopen op eeue vrijspraak van den onschuldig verbannen Ka pitein, trachten verschillende groepen in troebel water te visschen. Althans te oordeelen naar onderscheidene belangrijke arrestaties, die in den vroegen mor gen van jl. Zaterdag zijn gedaan, heeft de re- geeriug keunis gekregen van een uitgebreid gesmeed komplol, dat eene omverwerping van den regeeringsvorin in den zin scheen te heb ben. De gearresteerden hehooren tot de veieeni- gingen „de jonge Koningsgezinden," de Va derlands-gezinden en de Anti-joodschgezinde". Er zijn bij de huiszoekingen telegrammen gevonden, die geen twijfel overlaten aangaande het komplot en de voornaamste deelnemers. De gedane nasporingen hebben hel bewijs geleverd, dat vorengenoemde groepen eene nieu we poging voorbereidde, gelijk Paul Deroulède zulks deed bij de begrafenis van wijlen Presi dent Paure. Deroulède, die op zijn buitenverblijf te Crois- sy, in den omtrek van Parijs verblijf hield werd Zaterdagmorgen gevangen genomen, waartoe dien nacht twee laudauwers, van Parijs ko mende op de brug van Croissy verschenen. Bijna op hetzelfde oogenblik kwamen 15 be reden gendarmes van Versailles aan. Een Commissaris van politie, die zich in een Uit het Italiaansch vertaald 39. DOOR H. C. Hij zette zijn hoed op en streek zijne knevels glad voor den spiegel. En als ik er goed over nadenk, welk kwaad steekt er in dat ik een jongen aanneem? Gij en ik, Qeltrude, wij weten waarom ik het doemaar in de oogen dergenen die Van die reden onbewust zijn kan deze daad niet anders dan fraai schijnen Niet waar, mevruuw Marr., ik had etn erfgenaam van noode Welnu, de erfgenaam is gekomen I Ja, hij is gekomen, herhaalde zacht me vrouw Marr., zij trok haar voile neer en maakte aansluiten om zich naar huis te begeven, terwijl zij in haar hart er bijvoegdebet kwam er mels op aan, maar hij is gekomen. Op eene andere verdieping, juist boven de kamer waar de graaf en mevrouw Marr. zich bevonden, viel een geheel verschillend tooneel der landauwers bevond, ging inet de gendarmes naar de villa van Deroulède. Hij liet het huis omsingelen, ging naar binnen, nam Deroulède gevangen en begaf zich met hem en twee agen ten van den veiligheidsdienst in een der rijtui gen. De beide rijtuigen vertrokken in gestrek- ten draf naar Parijs. De heer Buffet, vertegenwoordiger van den hertog van Orleans, is mede gearresteerd. Dat deze arrestatiën een ontzettende indruk op het Parijsehe publiek hebben gemaakt, be hoeft geen nader betoog. We hebben een en ander in verband ge bracht uiet de verwachte troebelen, die wellicht het gevolg van de Dreyfus-zaak zullen zijn, welker behandeling Zaterdagmorgen weer in het openbaar is hervat. Gehoord werden o. m. de oud-president der Republiek, Casimir Perier en de oud-minister van oorlog, generaal Meroier. Het getuigenis van Perier, dat telkens met sensatie-teekeuen werd onderbrokeu, heeft wel niet den sluier van het geheim afgenomen, maar waar hij verklaarde de waarheid te zullen zeg gen en niets te verzwijgen, moest het wel in druk maken, toen hij zeide, dat Meroier hem, tijdens zijn presidentschap niet over een beken tenis van Dreyfus gesproken had, dan nadat Perier een onderhoud had gehad met Lebrun- Renaud. Verder verklaarde hij, eerst 14 dagen na de veroordeeliug van Dreytus inzage te hebben ge kregen van een dossier, zonder te weten of hij mag zeggen van hèt dossier. Met de familie Dreylus had hij nimmer een onderhoud gehad, evenmin als met Dreyfus zelve. voor. De gravin, zooeven van buiten geko men, had de grootste moeite met Santinella, die razend van drift was doordat zij haar Rosa miste, die anders onafscheidelijk van haar was. Wie heeft niet wel eens de driltbuien van «en klein kind bijgewoond, wanneer het weg genomen wordt van een persoon op wieu het buitengewoon gesteld is p De warme toegene genheid der gravin voor de kleine was niel bij machte haar te kalmeereneerst was het schreeuwen, yreeselijk te teer gaan, daarna ging het over in een zacht gesnik, in een Hau wen klaagtoon, de aandoenlijke uiting van een hevig geschokt gemoed, welke kenmerken bij een kind het karakter aannemen van een gevoel van verlatenheid, hetwelk het hart der om ringenden pijnlijk aandoet. In een eleganten fluweelen leuningstoel neer gezeten, omgeven door een stapel speelgoed, met een kopje op den grond, waarvan de in houd over het tapijt was uitgestort, hield gra vin Ilario, nog in haar reisgewaad uitgedost, de kleine meid op haar schoot. Deze scheen ingesluimerd, maar af en toe hoorde men de arme kleine borst nog een zuchtje slaken en van de saamgenepen lipjes nauw hoor baar den naam van Rosa klinken. De houding van den getuige Mercier, wiens verklaringen voor den krijgsraad verpletterend zouden zijn, was werkelijk treurigde indruk op de meerderheid van het aanwezige publiek was dan ook stellig ongunstig. In zijn verhoor zegt Mercier o. a. Men verwijt mij dat ik Dreyfus beb laten vervolgen. Indien ik hem niet schuldig geacht had, dau zou ik hem niet hebben laten ge vangen nemen. Men verwijt mij voorts de overlegging aan den krijgsraad van het stuk Ce cauaille de D. Het Hof van cassatie rekende mij dit als een grief toe. Zoo ik daar geweigerd heb te antwoorden, vervul ik heden wat ik als mijn plicht beschouw. Om zich goed rekenschap te geven van wat er in 1894 geschied is, moet men weten hoe op dat oogeDblik de politieke toestand was. Waar de heer Casimir Perier zeide, dat hij zich verschool achter zijn consti- tutioneele onverantwoordelijkheid ten einde graaf Munster geen antwoord te behoeven te geven en die zorg overliet aan Ilanotaux, daar heeft Perier U niet gezegd, dat de minister-president en ik tot middernacht op het Elysée in zijn kabinet zijn gebleven. Wij wachtten op het antwoord van keizer Wilhelm. Wij vroegen ons af, of de oorlog daar niet uit zou losbarsten. Müuster wachtte het bevel om zijn paspoort aan te vragen. Ik had de Boisdcffre bevolen zich gereed te houden met een zeker aantal officieren, ten einde zoo uoodig te voorzien in de behoeften onzer mobilisatie. Wij waren op een handbreed atstauds van den oorlog. Wij wisten met oi Rusland met ons zou optrekkeuwij moesten dus al het Zij opende de roodgekreten oogjes en vestigde die op hare stiefmoeder met eene uitdrukking alsof zij zeggen wildeik houd ook dol veel van u, mevrouw, maar als u mij toestondt mij ne goede Rusa te zien, dan zoudt n mij ge lukkig maken. De gravin begreep haar volkomen en dacht: Ik had Rosa ook wel mee kunnen ne men, maar mijn man heeft het anders gewild. Rosa moet een wakend oog houden over de voedster van dat andere kind, dat bij ons aan huis gekomen is. Ach, nu beginnen voor u de ontberiogen, de teleurstellingen, de onrecht vaardigheden een aanvang te nemen, arme San tinella Zal ik alles voor u kunnen doen wat Rosa deed Onmogelijk U uit- en aaukleeden, u wiegen, dagelijks met u hier in stad uit wandelen gaan Onmogelijk I Gij zult u noodzakelijk moeten gewennen aan hulp der kamenier. Zult gij het doen, zeg Ja, gij zult het doen. Maar wanneer? Dezen ge- heelen dag en den geheelen daaraan volgenden dag nog bij mijWat denkt gij wel, San tinella Dat kan ik niet, ik moet mij toch gaan verkleeden. Gij zult in eene andere ka mer moeten eten, gij zult bij eeue andere kinder meid moeten slapen.

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1