C. DIELEMAN,
Gravin Ilario.
Een vruchtbare arbeid.
No. 410.
Zaterdag 5 Augustus 1899.
8e jaargang.
FEUILLETON.
BET HEUWSBLAD
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Abonnementsprijs:
i'er 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Deze
Ondergeteekende geeft hiermede
het geëerde publiek kennis, dat
hij, ter voldoening aan den eisch
des tijds, ook in onze omgeving
aan de journalistiek gesteld, be
sloten heeft het door hem uit
gegeven Nieuwsblad voor
ZeeuwechVlaanderen,
voortaan tweemaal per week
te doen verschijnen, en wel el-
ken Dinsdag- en Vrijdagavond,
aanvangende aanstaanden Dinsdag
avond.
Voor deze dubbele uitgave, die
mijnerzijds groote opofferingen eischt,
heb ik de abonnementsprijs met
slechts 10 cents per 3 maanden
verhoogd, eene verhooging, die zoo
luttel is. dat zij volstrekt geen
beletsel kan zijn om de belang
stelling in dit blad gaande te
houden, ja zelfs die nog te doen
stijgen.
Immers de prijs is van dien
aard dat het blad onder elks be
reik kan komen, in aanmerking
genomen, het gerief, dat voor ve
len in deze dubbele uitgaaf zal
blijken te bestaan.
De toezending der te plaatsen
Advertentiën is bepaald op uiter
lijk des namiddags 1 uur van
de dagen van uitgaaf.
Onder dankzegging voor den
veelzijdigen steun bij de exploi
tatie van mijn blad ondervonden,
beveel ik 't beleefdelijk in de
voortdurende belangstelling en me
dewerking van het publiek aan.
Uitgever.
Dreskens, Aug. 1899.
Courant verschijnt eiken Zaterdag bij
De vredesconferentie, die sedert 18 Mei
dezes jaars te 's Graven huge is vergaderd ge
weest js j.J. Zaterdag, nh 72 dagen bijeen te
zijn geweest, door den eerc-voorzitter, mr. W.
H. de Beaufort, minister van buitenlandsche
zaken, gesloten.
i Jet behoeit wel niet in herinnering gebracht
te worden, aan welke fanatieke opmerkingen
het doel dezer conferentie heeft bloot gestaan.
En toch is de arbeid van zoovele bekwame
en hooggeplaatste mannen van de verschillende
natiën der aarde, niet onvruchtbaar geweest.
In de allereerste plaats heeft de conferentie
zich eenstemmig vereenigd met het besluit,
voorgesteld door Frankrijks eersten gedelegeer
den, nl. //dat' de beperking van de militaire
lasten die thans op de wereld drukken, hoogst
weuschelijk is voor de bevordering van de stof
felijke en zedelijke welvaart der menschheid".
De Conie/entie heeft evenzeer aangenomen
al de verschilleude humanitaire voorstellen.
In dienzeiiden gedachtengang heeft zij kun
nen gevolg geven aan den sinds lang uitge-
drukteu wensch, oin tot den oorlog ter zee uit
te strekken de toepassing van beginselen gelijk
aan die welke het onderwerp uitmaken van de
conventie van Genève.
V\ ederom ter hand nemende een arbeid die
nu *5 jaar geleden te Brussel is ingeleid on
der de bescherming van Keizer Alexander II,
is de conterentie er in geslaagd een vaster
vorm te geven aan de wetten en gebruiken van
den oorlog te land.
Uit het Italiaansch vertaald
36. DOOR
II. c.
De schande zou mij op den voet volgen, de
achterdocht het gemoed van mijn man binnen
sluipen en ik die tot nu toe niets dan achting
en welwillendheid in de wereld oogstte zou eens
klaps voor slecht aangezien worden. Mijn echt
genoot zou vreeselijk wezen en hij zou ge
lijk hebben. Het is niet een van die mannen
zooals er zoovelen zijn, die om hunne eigene
tekortkomingen te verbergen de oogen sluiten
voor die hunner vrouw. O neeu, den He
mel zij dank, Rodolfo behoort uiet tot dezulken
en ik die hem bemin, die hem acht, die
Zij werd opgeschrikt door de komst der por
tiersvrouw, Rusa van Santinella, zooals zij al
gemeen genoemd werdzij zag haar aankomen,
bedrukt, terneergeslagen, als ware haar een
ramp overkomen.
Komt gij Santinella halen? vroeg de
Dat zijn de stellige resultat.n na nauwgezet-
ten arbeid verkregen.
Maar het voorname werk, de arbeid die, om
zoo te zeggen, een nieuwe aera opent op het
gebied van het volkenrecht, namelijk de over
eenkomst voor de vredelievende regeling der
internationale geschillen.
Op den gevel staat geschreven //Over de
algemeene handhaving van den vrede/'
Eenige jaren geleden heeft een uitstekend
Fransch diplomaat, bij den afloop van de ar
bitrage over de Behriugstraat, zich aldus uit
gelaten
//Wij hebben getracht ongerept te handha
ven de grondbeginselen van dat verheven vol
kenrecht, dat zich als het hemelgewelf uitstrekt
over alle natiën en dat de natuurwetten zelts
gebruikt om de volkeren der aarde de eenen
tegenover de anderen te beschermen, door hun
in te prenten de voorschriften van den weder-
zijdschen goeden wil."
De vredesconferentie heeft met de kracht,
die uitgaat van een vergadering waarin de be
schaafde stalen vereeuigd zijn, gepoogd ook in
vraagstukken van groot gewicht, de grondbe
ginselen van internationaal recht te beschrijven,
ze te ontwikkelen, ze op volledige wijze toe te
passen.
Zij heeft op verschillende punten een nieuw
recht geschapen beantwoordende aan nieuwe
behoeften, aan den vooruitgang van het inter
nationaal leven, aan de eischen van hel publiek
geweten, aan de beste neigingen der mensch
heid.
Met name heeft zij een werk voltooid, dat
de toekomst ongetwijfeld zal noemen het eerste
gravin.
Ja, gravin, want het is tijd voor haar
om naar bed te gaau. Regel is een voornaam
iets voor kleine kinderen en daarom kan ik
meestal de voedsters niet uitstaan, omdat deze
gewoonlijk lui zijn en zich aan geen reyel sto
ren
Zij nam, dit zeggende, Santinella op haar
arm en drukte haar innig aan het hart.
Ach klein ding gij hebt tot nu toe van
geluk mogen spreken, maar
Maar wat? Wat scheelt er aan Rosa?
Zeker nieuwtje, mevrouw, dat ik gehoord
heb, staat mij niet aan.
Welk nieuwtje bedoelt gij?
Mij dunkt, mevrouw, u moest het nog
eer weten dan ik.
Vertel het inij, Rosa, vèrtel het mij
Er zal nog een ander kind in huis ko
men
Wie heeft het u gezegd was de uitroep
der gruviu.
Mijnheer de graaf heeft het mij zoo op
dit oogenblik verteld. Hij heeft tot mij ge
zegd Rosa, daar gij zoo ervaren zijt in het
grootbrengen van kinderen, zoo vertrouw ik aan
uwe zorgen een jongske toe, dat met zijne
internationale vrerleswetboek en waaraan wij den
nederigen naam gegeven hebben van overeen
komst voor de vredelievende regeling van in
ternationale geschillen.
Toen de voorzitter baron Stael de vergade
ringen der conterentie inleidde, wees hij als e«n
der hoofdelementen van de gemeenschappelijke
studie en als de eigenlijke kern van de taak
aan de verwezenlijking van den met zooveel
ougeduld verwachten vooruitgang ter zake van
bem ddeling en arbitrage.
Ik heb inij niet vergist, zeide hij in zijn
sluitingswoord toen ik als mijn gevoelen uit
sprak dat onze werkzaamheden in die richting
van buitengewoon gewichtigen aard zouden
worden.
Het werk is thans volbracht. Het getuigt
van groote zorg van de regeeringen voor al
hetgeen de vreedzame ontwikkeling raakt van
de internationale betrekkingen en van het wel
zijn der volkeren.
Deze arbeid is, zeer zeker, uiet volmaakt
maar hij is oprecht, practisch en verstandig.
Hij tracht te concilieeren door ze te bevei
ligen, de beide beginselen die den grondslag
uitmaken van het volkenrechthet beginsel van
de souvereiniteit der staten en het beginsel van
eene rechtvaardige internationale solidariteit.
Bij dat werk treedt meer op den voorgrond
datgene wat vereenigt, dan wat verdeelt.
Die arbeid bevestigt dat in de nieuwe tijden
die wij ingaan, overheerschend moeten zijn de
werken, welke ontstaan zijn uit een behoefte
van eendracht en vruchtbaar gemaakt door de
samenwerking van de staten, die naar de ver
wezenlijking van hunne rechtmatige wenschen
zoogster hier in huis zijn intrek zal komen
nemen. Eerst dacht ik dat de graaf mij wat
wilde wijsmaken Het kwam mij voor dat
wij met Santinella volstaan konden
Douh mijnheer de graat keek zoo hoogst ern
stig en mevrouw Marr... zag zoo opgewonden
dat mij spoedig de lust tot lachen verging.
Mijn man heeft inderdaad waarheid ge
sproken, verzekerde de gravin.
Ik heb wel begrepen dat het zoo was.
Waarom bevalt het u niet, Rosa, dat nog
een kind bij ons huisvesting zal vinden
Om twee refleuen niet, mevrouw. Ten
eerste omdat deze, hier, en zij kustte de kleine
meid, niet meer zoo vertroeteld zal worden door
u, door de bedienden, door iedereen in huis
Ten tweede, omdat de min alles naar haar
zin zal willen inrichten, en ik naar den mijnen,
en wij het niet goed samen zullen kunnen vin
den, dat zeg ik vooruit, het zal nooit goed
gaan samen
Dit is nu maar eene opvatting
Ik ken die min mijnheer de graaf heeft
haar genoemd O, ik ken haar maar al te
goed Zij is eene ongevoelige, koppige boerin
als oonoodig te zeggen.
U begrijpt mij best, mevrouw