Gravin Ilario.
No. 406.
Zaterdag 8 Juli 1899.
8e jaargang
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
HET NIEUWSBLAD
voor Zoenvseh-Vlaandoren.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar hij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Dreyfus is de vorige week Vrijdagnacht in
goeden wolstand te Keimes gearriveerd, behou
dens de natuurlijke gevolgen van zijn langdurig,
akelig verblijt op bet Duivelseiland met zijn
moordend klimaat, en van de lange zeereis, die
mede hem wat had afgemat.
Niet te Brest, zooals aanvankelijk het plan
sas, maar te Quiberon is Dreyfus ontscheept.
De avond was zeer stormachtig en het duurde
geruimen tijd eer de Sfax den ex-kapitein op
een voor dat doel bestemde stoomboot kon
overladen.
Onmiddellijk ïih aankomst nam hij plaats in
een extra-trein, die hem terstond naar ltennes
bracht, ten minste een half uur van de stad
verwijderd stopte de trein aan een overweg,
terwijl van daar de reis werd voortgezet inet
een rijtuig.
Velen die uren aan uren gewacht hebben op
het oogenblik om Dreyfus aan wal te zien
etappen, zijn wel eenigszins teleurgesteld, want
alles was zoo uitmuntend geregeld en ging zoo
vlug in zijn werk, dat het slechts mogelijk was
om den terugkecrende inaar even te zien, zou
de! dat men veel van hem kon opmerken.
Zaterdagmorgen te zes ure werd hij in de
militaire gevangenis ontvangen, en werd door
den directeur aan mevrouw Dreyius een bode
gezonden, ter mededeeling dat zij haar man
kon ontmoeten.
Nog vóór acht uur, kwam zij met mevr.
Havet aan en werd onmiddellijk bij haar echt
genoot toegelaten, in tegenwoordigheid van eeu
Uit het Italiaansch vertaald
32. DOOR
II. c.
Ik wilde u in korte woorden zeggen wat
er in mij omgaat, Innocenza 1 Ach als gij mij
wildet begrijpen, dan zou dit een waar geluk
voor mij wezen.
Maar van wie spreekt gij zeide zij, ter
wijl een flauw vermoeden bij haar oprees.
Van mijvan u
Scherts niet in dit oogenblik, markies
Ik bsn bang zelfs voor mijne eigene schaduw,
zeids zij mot een afwerend gebaar. Het is
geen goede geest die u bezieltToen hield
zij opzij zag den markies scherp aan en werd
doodsbleek. Frosio riep zij uit en vernederd
boog zij hel hoofd.
Qui den hoek van het laantje vernam men
de stemmen van de vrouw en de dochter van
den burgemeester.
Ha, daar zijn zij riep de gravin en wilde
officier, die echter bescheiden op den achter
grond bleef.
Deze ontmoeting, is, zooals elk weldenkend
mensch zal kunnen begrijpen onbeschrijfelijk.
Mevr. Dreyfus vond haar man veel verou
derd. Zijne haren zijn vergrijsd, maar overi
gens schijnt het klimaat in geenen deele, die
uitwerking gehad te hebben als velen, die nu
met de zaak verlegen zitten, |wel hebben ge-
wenscht, terwijl de boveninenschelijke zelfbe-
heersching aan de folterende martelingen eene
bijna ondenkbare weerstand heeft geboden.
Begint de toon eenigszins te veranderen van
hen, die immer de schuld hebben beweerd, toch
blijven onder die kraaiers nog verschillende lui,
die vooral thans een nog grooter mond opzet
ten, om de openbare meening, die nu toch op
zoo'n degelijke en klaarblijkelijke manier kennis
heelt gekregen van de ontzettende knoeierijen
en machination van de legerhoofden, te stemmen
ten nadeele van Dreyfus.
De advocaten, mrs. Deinange en I,abori, bei
den geene onbekenden meer in de groote zaak,
hebben hein in den loop van den voormiddag
bezocht.
Dreyfus en Demange vielen in elkanders ar
men, en ook deze ontmoeting was zeer roerend.
Tot Labori richtte hij eeu hartelijk woord
van dank voor 't gene de; e voor hem gedaan
had, zooals hij nog slechts pas had kuuuen
vernemen.
Dreyfus moet aan zijn vrouw en zijn advo
caten verhaald hebben van de kwellingen waar
aan hij blootgestaan heeft.
In September 1896 is hij twee maanden in
boeien gesloten, zonder dat men hem iets te
haar tegemoet ijlenmaar zij werd tegenge
houden.
Hebt gij in mijn hart gelezen
Ik heb het beproefd, maarhet is mij
niet gelukt iets te begrijpen, injjnhetr de mar
kies 1 en zij trok met zacht geweld hare
hand weg die hij met kussen bedekte.
Ik ben zoo onwetend op het stuk der
liefde, zeg ik u 1 Ik heb slechts één man
liefgehad sedert ik hier op de wereld ben
Ga naar mijn huis 1 beval zij hooghartig,
hein te kennen gevende dat hij zich moest
verwijderen. Geef de noodige bevelen en zeg
aan allen dat ik met mevrouw volg.
De markies sprak geen enkel woord, groette
en verdween.
Het is mij alsof ik gedroomd heb 1 dacht
de gravin den volgenden morgen toen zij al
leen gezeten was in de rotonde.
Dat een onbeduidend man een ongerijmd
denkbeeld koestert, een alkeurenswaardig ge-
voeten aan den dag legt, iemand hoont zonder
dat men er in het minst op bedacht is, dal
ligt in den aard der zaak maar een man zoo
als de markies I£en oud vriend met wien
men als kind heeft gespeeld, wiens houding
steeds waardig, wiens manieren steeds onberis-
verwijten had. Hij denkt echter dal deze
gruwelijke strengheid hem op de been heeft
gehouden, want in de meening dat men het
op zijn dood aanlegde, is hij daartegen al zijn
geestkracht gaan gebruiken, voortdurend bij
zichzelf herhalende „Ik wil niet sterven."
Men verzond de brieven niet, die hij aan
mr. Demange schreef, en men liet hem zelfs
verscheidene maanden achtereen zonder brieven
van de zijnen, zoodat hij wel eens dacht dat
zijn familie hem aan zijn lot overliet.
Bekend is, dat hij na de ontdekking van het
„faux Weyler" nooit meer het schrift van zijn
vrouw onder de oogen heeft gehad alle brieven
werden op het ministerie overgeschreven.
De oproerige beweging in Spanje is nog niet
bedaard. Te Madrid moest de gendarme Dins
dagnacht optreden oin de orde te herstellen.
Te. Alicante werden de bureau's der douanen
in brand gestoken.
Bij de onlusten te Valencia is een Fransch-
man gewondde consul heeft een klacht inge
diend.
De regeering zendt nieuwe troepen naar de
Baskische proviuciën.
Al is de toestand in België nog niet geheel
gekalmeerd, toch hebben zich de tooneelen der
vorige week niet herhaald, wijl de Koning aan
de politieke agitatie aanvankelijk een eind heelt
gemaakt, door de zitting der Kamer op te hef
fen, tengevolge waarvan de Kieswet-behandeling
voor eeu heele poos van de baan is.
Gelukkig dat dit middel de agitatie vermin
derd heeft eu de kalmte allengs kan terugkeeren.
pelijk waren, onverwacht zich te zien verlagen
tot eene dwaasheid en eene liefde verklaren
waarvan reeds de enkele naam eene beleediging
is dit gaat mijn begrip te boven ik twijtel
haast of het waar is... Neen! de markies was
opgewonden of heeft eene ongepaste aardigheid
willen zeggen, en bij nader inzien krijgt hij
berouw over hetgeen hij gedaan heeft en zal
straks vergiffenis komeu vragen.
Een oogenblik daarna echter veranderde de
gravin van opvattingeene wolk van droef
geestigheid toog over hare schoone gelaatstrek
ken.
Neen, hij wist zeer goed wat hij deed
hij maakte geene ongepaste grappen, hij heeft
geen berouw, die markies Frosio Het is een
man die Verliefd is en die het geheim zijns
harten openbaart, omdat hij het bewustzijn zij
ner eigene standvastigheid verloren heeft.
Het doet mij zeer leed, zeide de gravin zacht
en zij liet hnt hoofd in hare saamgevouweu
handen rusten.
Ik verlies niet slechts een beproefd vriend,
maar tevens het goed vertrouwen dat ik zoo
gaarne behield in de samenleving waarin ik
verkeer. Wat zou mijne moeder, wat zou Ro-
dolfo zeggen
Uit goede bron verneemt men dat met 1
Augustus gereed en voor het publiek verkrijg
baar zullen zijn de nieuwe postzegels met den
nieuwen beeldenaar van de Koningin eu in de
internationale kleuren.
Vrijdag der volgende week geeft H. M.
de Koningin op het Loo een matinóe aan de
afgevaardigden der Vredes-conferentie.
Onder de passagiers, die Woensdag per
stoomschip „Prinses Sophie" van uit Oost-In-
dië te Amsterdam aankwam, behoorde mede
een kranige troep Indische militairen en een
honderd tal flinke matrozen van de Kon. Ned.
Marine.
Onder de repatriëerende militairen bevond
zich ook de fuselier C. A. A. Paetzald, ridJer
der Militaire Willemsorde 4,e klas.
Hij vertrok in 1888 naar Indië als fuselier
en heeft van 1898 lot 1898 onafgebroken op
Atjeh gediend, alwaar hij aan velt tochten deel
nam eu zich steeds wist te ouderscheiden.
Het eerekruis voor Moed, Beleid en Trouw
verwierf hij op 10 Augustus 1897 bij eene ex
cursie naar het gebied van Tjoet, Bindara, Pi
nang, door onmiddellijk na zijn sectie-cominan-
dant, de le luitenant Van Steijn van Hensbroek,
eene vijandelijke versterking binnen te dringen,
en op zeer krachtdadige wijze deel te nemen
in het daarop gevolgd handgemeen, waarbij door
hem zeven verdedigers werden neergelegd.
Toen de troep aangetreden en Janmaat even
eens er omheen geschaard stond, sprak kapitein
Zij hief het hoofd op en zag om zich heen.
Daar trad mevrouw Marr. uit de eetzaal, le
vendig, luidruchtig, buitengewoon opgewekt.
Wel, Innocenza, ik stel er mij een waar
genoegen van voor u tusschen uwe twee aan-
genomeu kinderen te zien. Gij zult ze zien
bloeien gelijk twee rozen en gij zult vermaak
scheppen in die kinderlijke tooneeltjes, welka
voorzeker niet ontbreken zullen
Het kind dat zij in het dorpje Fram. gezien
had, was reeds uit het geheugen der gravin
gewischt, zoodat, toen zij plotseling aan hare
eigene verborgen overdenkingen onttrokken eu
aan den loop harer gedachten eene andere wen
ding gegeven werd, zij opschrikte alsof iemand
haar ruw had aangeraakt.
Het is waar, riep zij verstrooidik had
het kind vergeten. Zou Bodolfo er wezenlijk
aan denken het in huis te nemen
Gij hebt zelve gezegd, Innocenza, dat er
ook nog altijd eene plaats voor hem open was;
ik weet het zeker lieve, want ik heb toen nog
gelachen om het vooruitzicht, dat het huis der
Ilario's in een weeshuis veranderd zou worden.
Herinnert gij u wel
Ja, maar
Maar uw man heeft er my juist daareven