Gravin Ilario.
No. 402.
Zaterdag 10 Juni 1899.
\e jaargang
Buitenland.
FEUILLETON.
II. c.
HET NIEUWSBLAD
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Abonnementsprijs:
l'er 3 maanden 40 cents; franco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Eindelijk is het groote licht ontstoken, dat
Frankrijk uit de duisternis deed ontwaken,
waarin het ruim vier jaren heeft verkeerd.
Zaterdagnamiddag heeft het Hof van Cassatie
uitspraak gedaan in de netelige Dreyfus-zaak,
en wel in dien zin, dat het vonnis van 22
Deo. 1894- wordt vernietigd, en Dreyfus wordt
terwt-zen den krijgsraad te Bennes.
Onmiddellijk is aan Dreyfus telegrafisch be
richt van deze beschikking gegeven, en gelast
dat deze niet ineer als veroordeelde, maar als
beklaagde mag behandeld worden.
Volgens berekening is Dreyfus gisteravond
aan boord gegaan van het stoomschip Sfax dat
voor hein beschikbaar is gemaakt om hem naar
Frankrijk te vervoeren, alwaar hij naar alle
waarschijnlijkheid den 26sten dezer maand kan
arriveeren.
Met welk een geestdrift de uitspraak van
het Hof is vernomen, is eenigszins na te gaan
ait de grotite belangstelling die sedert geruimen
tijd 'door heel de beschaafde maatschappij is
aan ueu dag gelegd. Ten huize van mevrouw
Dreyfus stroomden de kaartjes en gelukwen-
schen.
Mevrouw Dreyfus zond aan haar man, zoo
dra het arrest van het Hof haar bekend was,
liet navolgende telegram *Het hof van Cassatie
heeft herziening gelast mei verwijzing naar een
nieuwen krijgsraad. Wij zijn met hart en ge-
dachteu by je. Wij doelen in je onmetelijk
geluk. Tee de re omhelzing van allen. Lucie."
Men zal begrijpen dat de vermelding van
Uit het Italiaansch vertaald
29. DOOR
De dochter van den burgemeester, dat
lieve meisje, dat volgens ieders ineeuing verliefd
op mjj is, heb ik het huufd niet op hol ge
bracht uit louter tijdverdrijf. Om 's Hemels
ail, geloof dat niet I Zij mag naar haar goed
vinden niet mij dwepen, ik kan er een eed
op doen dat ik nimmer over haar heb gedacht.
Maar, waarom u zoozeer te kwellen, mar
kies Ik ben overtuigd van hetgeen gij
zegt en per slot van rekening, begrijpt gij
toch..is het mij. volkomen onverschillig, zoo
besloot de gravin met die bewonderenswaardige
openhartigheid die zich nooit bij liaar verloo
chende.
Dat weet ik, antwoordde hij norsch. En
toch, zooveel is zeker het denkbeeld stuit mij
van gerangschikt te worden onder de alledaag-
»uhe mannen.
alle bijzonderheden, die met de uitspraak gepaard
gingen en daaraan volgden, te veel van onze
beperkte ruimte in beslag zonden nemen.
Trouwens, over het algemeen is er een soort
van bevrediging gekomen, nu de herziening is
gelast en de vrijspraak weldra zal volgen van
den man, waarbij schier iedereen met zijne ge
dachten heeft vertoeld.
Dat de gebeele kliek in zak en ascli zit, valt
niet te betwijfelen. Er is nog een laatste poging
aangewend, zij 't dan onder anderen vorm, om
schandaal te verwekken.
Doch dit schandaal ondervindt zooveel afkeu
ring, dat de lust tot hernieuwing bezwaarlijk
meer zal opkomen.
Zondag hebben te Auteuil groote wedrennen
plaats gehad die met de tegenwoordigheid van
President Loubet vereerd werden.
Dit feit schijnt als mikpunt gekozen om een
aanslag op het lijf, zoo niet op het leven van
den President te beramen.
Aan deze schandalen heeft het bestuur der
Ligue des Patriotes een levendig aandeel ge
nomen, misschien ze voorbereid
Bij het verlaten van het Elysóe werd de
President en ziju gevolg geestdriftig toegejuicht,
maar nauwelijks kwamen de rijtuigen op het
terrein der wedrennen of de jonge edellieden
van de Koningsgezinde jongelingschap stelden
zich aan als wilden, en zelfs de gastlieeren van
den President waren bet volmaakte toonbeeld
van ploerten. Hij werd door deze fijne heeren
begroet met een »Weg met Eoubet 1", en zelfs
de omstanders waren zoo verbluft, dat hunne
betuigingen, »leve Loubet nauwelijks hun uit
de keel kon.
Maar, waarde markies, dat is onmogelijk I
In staat geacht te worden de vrouw in
het algemeen te behandelen zooals de luim van
hel oogenblik ons ingeeft.
Wie meent gij dat zoo iets donken zal
Terwijl ik
Plotseling liet hij den arm der gravin los,
stond stil en streek zich met de hand over het
voorhoofd. Zij wist niet wat hij zeggen zou.
Terwijl ik, hernam hij en legde de hand
op zijn hart, zoozeer doordrongen ben van ach
ting, eerbied en liefde voor ééne vronw, dat
bij baar schijnsel alle andere vrouwen mij
achtenswaardig voorkomen.
De gravin liep door, een spotachtig lachje
zweefde op hare lippen.
Het zijn hoogdravende woorden die gij
gebruikt I Allen achtenswaardig I Alsof gij het
maar niet al te zeer wist hoe er sommigen zijn
die in waarheid geeue achting verdienen. Het
zou gelijkstaan met eene verklaring mijnerzijds,
dat ik alle mannen achtte en beminde omdat
er ééo is wien ik bemin en acht. Neen, neen,
markies, onze denkbeelden stemmen niet over
een. Ik blijf mij eenigo uitzonderingen in mijne
gevoelens voorbehouden.
Opeens hoorde men iu de diepe stilte van
Onder de royalisten waren er zolfs die den
President te lijf wilden, doch de politie slaagde
er in, alhoewel met moeite, eenige der voor
name belhamels te arresteeren.
Bij den aanvang van het tweede nummer
had het bestuur van de Ligue des Patriotes
met een aantal leden zich voor en achter de
presidentieele tribune geschaard.
Zij begonnen te fluiten en te schreeuwen:
Leve het legerLeve Dóroulède en drongen
op. De politie nam eeu dertigtal personen ge
vangen en hierdoor ontstond een gevecht.
De directenr der gemeentelijke politie Touny
werd neergeslagen en vrij ernstig gewond.
Graaf Christian!, een jongmensch die tot de
Jeunesse royaliste behoort, lid van het bestuur
der wedrennen is, een kleinzoon van een gene
raal onder Napoleon, wist op de tribune te
komen en sloeg met een stok met looden knop
naar het hoofd van den President, wiens hoed
hij even raakte.
De genoodigden van Loubet schaarden zich
om hein been, de officieren van het Militaire
huis stonden voor de tribune en verdedigden
den toegang. Rondom hen had een geregeld
gevecht plaats.
Loubet stond met de handen op den rand
van de tribune gesteund, zeer kalm, met eeu
lichten glimlach op het gezicht, nu en dan eeu
woord zeggende tegen Dupuj.
De polilie-prefect liet de tribune door republi-
keinsche gardes afzetten. Op het goedkoopste
terrein, waar men voor vijl francs toegang heeft,
begon de menigte al luider en luider te roepen:
Leve Loubet 1 A bas la calotte 1 en men sloeg
over de afrastering met wandelstokken naar de
het bosch eeu luiden kreet weerklinken.
Ach 1 riep de burgemeestersvrouwik
heb mijn voet verstuikt 01 o I ik kan
niet verder voort.
Do gravin snelde naar haar toe.
Het kan waarlijk niet zoo heel erg wezen,
trachtte de student haar gerust te stellen. Ik
verzeker u dat ik niets bespeurd hebde
weg ia goed
Mogelijk dat gij niets bemerkt hebt, maar
ik heb de pijn gevoeld. Wrijf iniju voet wat
ai 1zóó gaat het beter I Wrijf nog eens.
Zoudt gij kunnen loopeu
Misschien wel en missohien niet. Ik loop
kreupelKijk 1 Ik zal wel twee uur uoodig
hebocn eer ik thuis ben.
Dat komt er niets op aan, sprak de stu
dent, een vriendelijken blik op het jonge meisje
slaande. Wij zullen bedaard met u voortgaan.
O ja, heel langzaam. Maar, goede Hemel!
de giavin dan, die mij daar straks reeds zeide
dat zij zulk een haast had.
Geef u geene zorg om mij, mevrouw. Ik
kan immers met den markies vooruitloopen.
Eu aan de anderen do oorzaak van uw
opoutliuud vertellen, zeide de markies.
En aan mijne dienstbode, die bij Lorenzo
vechtende „chic" en jouwde de arrestanten uit.
Bij ieder nummer begon het lawaai opnieuw.
Om vier uur ontstond weer een gevecht, een
inspecteur van de politie werd met een wandel
stok met looden knop en haak zoo op het
hoofd geslagen, dat hij bloedend en bewusteloos
moest worden weggedragen.
Bevel werd gegeven om het gansche terrein
achter de presidentieele tribune te ontruimen,
hetgeen onder gefluit van de daar aanwezigen
geschiedde. Al de arrestanten droegen roode
en witte viooltjes in het knoopsgat, het teeken
der boulangisten. Onder de aanstokers zag
men twee deputesLasies en FaureHenri
Rochefort, die niet graag gevaar loopt, bleef
bij de bookmakers en verdween na eenigen tijd.
Tegen half vijf kwam het presidentieele rij
tuig voor. Toen bereikte het tumult zijn top
punt. Ouk Dupujr kreeg zijn deel Demission 1
riep men hein toe. Maar er kwamen veel toe
juichingen ook, zoowel van het afgescheiden
terrein zelf, als vooral van het middenterrein.
Loubet, altijd zeer kalm, begaf zich in het
rijtuig met Dupuy en de generaals Zurlindeu
en Baillaud. De bereden garde opende met
moeite den weg. Onderweg werd de president
toegejuicht en reed om kwart voor vijven het
Elysée binnen. Daar wachtten hem reeds
ministers en 's avonds kwamen politieke personen
hem gelukwenschen en hun sympathie betuigen.
De president moet bij het verlaten van de
renbaan tot een der aanwezigen gezegd hebben:
«Ik verzeker u dat wat hier gebeurd is niet
geschikt is om mij te ontmoedigen.
Misschien is dit wel goed geweest." Men
zegt, dat hij gewaarschuwd was en eenig tumult
den portier op ons wacht, zeggen dat zij dade
lijk naar huis gaat en wat eiwit klopt en alles
voor onze ontvangst in gereedheid brengt. Ik
verzeker u, vrienden, dat ik wel degelijk pijn
heb, on dat het heel erg is, en gij, zich tot
den student keerende, als gij mij niet beter
ondersteunt dan kunt gij mij gerust in den
steek laten en zal ik mijn weg alleen wel vin
den met Norina 1
De jongs man deed zijn uiterste best om
haar bij te staan.
Ziezoo 1 zoo gaat het goed, tot weerziens
gravin. Ik houd mij aanbevoleu, markies
Aardig is het niet zich den voet te verzwikken 1
Verzwikt is hij waarlijk niet, bracht de
student daartegen in.
De plechtige, nachtelijke stilte der natuur
oetent een overweldigen indruk uit op een ge
moed, dwepende van liefde. Er bestaat eene
machtige, betooverende weelde in de onmete
lijke ruimte van het uitspansel dat zich boven
hom uitbreidt. In de zoete sluimering der aarde,
in de zuivere lucht die door de takken der
boomeu ruischt heerscht voor den minnaar eene
ontzettende verzoeking. Opnieuw rustte de
hand der gravin op den arm van den markies
en slak nog witter uit tegen hat zwarte laken.