Gravin Ilario. No. 396. Zaterdag 29 April 1899. 8(' jaargang. Buitenland. FEUILLETON. HET NIEUWSBLAD voor Zeeuwsch-Vlaanderen. A 1» o ii ii e in e n t s p r ij i'er 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents. Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Advertentieprijs: Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. De Dreyfus-zaak. De staatsraad Lepine en de kapitein Frey- staetter welke laatste deel uitmaakt van den krijgsraad, die Dreyfus veroordeelde, hebben deze week voor het Hof verklaringen afge legd omtrent den indruk, dien het getuigenis vun Henry voor den krijgsraad van 1894 ge maakt heeft. Beiden zeiden dat dit getuigenis werd af gelegd, zooals overste Picquart het verhaald heeft. In den loop van zijn verhoor voor het Hof, heeft kapitein Freystaetter, op een vraag, naai de ïeni|is meent, verklaard, dat het borderel het eenige stuk is geweest, waarmede de rech ters zich ter terechtzitting bezig gehouden hebben. Bebalve de bevestiging van bovenstaande verklaring, lil. dat het getuigenis van Henry een hoofdmoment van het proces is geweest, deelde de staatsraad Lópine, oud-prefect van politie, de inlichtingen nopens Dreyfus mede, welke de politie prefectuur op verzoek had opgespoord en gegeven. Deze inlichtingen zijn, wat de punten spel en vrouwen betreft, in strijd met de beweringen, die het rapport d'Ormescheville van 1894 bevat en die men dezer dagen heeft kunnen terugvinden in een der gepubliceerde verhooren. In welk 'i In dat van generaal Roget Knoopen wij hieraan een kostelijke bewe ring vast van majoor Patron, een der rechters van Dreyfus, die door de Patrie geïnterviewd Uit het Italiacimch vertaald 25. DOOR H. C. Hij ging voort met de familie Ilario te be zoeken, omdat hij zich niet in staat gevoelde anders te handelen, en woud zich van liever lede op door een inwendige» strijd, die weldra de vreugd of de smart zijns levens werd. Vurig de gravin beminnende, zich bij haar bemind te maken, aan den graaf die haar on waardig was het hart van die zoo schandelijk misleide engel te ontrooven De verzoeking was sterk, doch de markies wederstond die vooralsnog door eene rechtschapenheid van be ginselen, inderdaad zeldzaam in den mensch. Zou hij altijd weerstand kunnen bieden Het gesprek, met mevrouw Marr... gehouden, vermeerderde de ousteimning van den markies dermate, dat zij pijnlijke bekommering geleek. Hij begreep één dier verheven oogenblikkcn te naderen, waarin de toekomst wordt beslist is. Kapitein Freystaetter moge, zeide hij, door het getuigenis van Henry bewogen zijn het schuldig uit te spreken, andere rechters hebben hun overtuiging gegrond op liet esein- ble der bewijzen. Trouwens, feiten van na het proces hebben de schuld van den veroordeelde afdoende aan getoond, ik bedoel de diplomatieke stukken en andere. Diplomatieke stukken Dit kunnen geen andere zijn dan de verklaringen van verschil lende buitenlandsche ambassadeurs en regee ringen, dat zij nooit tot Dreyfus in betrek king gestaan hebben. En andere Dit kunnen geen zijn dan het valsche stuk van Henry of het potlood-ge- krabbel van Schwartzkoppen in het kamp van Chalons, waaruit men voor Dragomirof Dreyfus gelezen heeft. Ook een enkel woord over het verhoor van kapitein Cuignet, die, zooals Cavaignac, on willig een der voornaamste bevorderaars van de revisie is geworden. Cuignet is overtuigd van de scliuld van Dreyfus. Dit is zijn recht. Het is zelfs een soort van professioneele verplichting voor hem. Maar hij lijkt op een hardlooper, die wei nige meters voor liet einddoel plotseling op den grond gaat zitten en uitroeptIk ga niet verderik doe niet mee. De elementen van zijn overtuiging noemt hij in volgorde van hun belangrijkheid. En dan begint hij metde bekentenis en voegt erby, dat hij daar maar over heeft hooren praten. En in de laatste plaats noemt en het geluk van een mensch vervat kan zijn in één woord, één blik, één handdruk. Hij was op geringen afstand van de gravin, hij had gelegenheid haar te zeggen ik bemin u Waarschijnlijk zou zij hein afgewezen hebben; daarentegen was hij in het bezit van een ge heim indien hij dit openbaarde, dan zou het hart dier vrouw zijne kracht verliezen en zich laten winnen, in de eerste plaats door dank baarheid, daarna door de macht der liefde. Neen onmogelijk. Nimmer zou hij den echt genoot aanklagen, maar evenmin kon hij zich weerhouden de gravin te beminnen. De mis leiding waarmede zij omgeven was gaf er hem het volste recht toe. Haar beminnen, o haar beminnen Deze gewaarwording vervulde ge heel en al de ziel van markies Frosio. In plaats van zich wederom bij het gezel schap te vervoegen, dat zich op het ruime plein voor het huis vereenigd had, bleef hij de afgelegen paden van den tuin doorkruisen, zon der inededoogen de planten vertredende die langs de kanten groeiden, zich hoe langer hoe verder tusschen het dicht geboomte begevende en de eenzaamheid opzoekende, die voor het oogen- blik het meest aan zijne gemoedsstemming be antwoordde. hij dat arme geheime dossier, dat zwaar was van bewijzen, maar dat hij nu in drie deelen geschift heeft, waarvan het laatste bevat de valsche of verdachte stukkenHij zegt liet zelf. Hoeveel?. Nog merkwaardiger is evenwel de volko men bevestiging die deze woordvoerder van de generaals geeft op de beweringen van Guyot, Reinach, Jaurès en andere Dreyfusards, sinds meer dan een jaar in hun bladen geuit. Wat moeten Journal, Gaulois, Eclair om van de vuilste niet te spreken nu begin nen, die maanden lang hun argumentatie 1111 eens oj) dezen dan op dien grondslag lieten berusten, welke kapitein Cuignet, die onver dachte anti-dreyfusard, thans alle tegelijk heeft weggenomen Wij hebben het volgende lijstje gemaakt van de kostbare bekentenissen, waarmede ka pitein Cuignet de stoutst lijkende beweringen der voorstanders van de revisie heeft beves tigd. Sprekende krachtens ojidracht en machti ging van den minister de Freycinet erkent hij: lo. dat niet alleen het briefje van Schartz- koppen van 189ö, (het zoogenaamde faux Henry), maar ook het briefje van 1894, dat daarbij als vérgelijkingsstuk dienst deed, een valsch stuk is 2o. dat de artikelen in de Eclair van 10 en 15 September 1890 (waarin Ce canaille de D in Ce canaille de Dreyfus was ver and erd) afkomstig waren van du Paty, dus van een officier van den generalen staf; 3o. dat de brief Weyler, met de tussc.hen- voegiiigen in onzichtbaren inkt, bestemd om Graaf Ilario, gearmd met eene dame, ver haastte zijne schreden om te trachtten hein in te halen en riep hem herhaaldelijk bij zijn naam. Toen hij een heuveltje bereikt had, bleef de markies stilstaan en luisierde opmerkzaam. Droomt gij van de zee, markies Let eens op ons Frosio, rechtop staande naast eene met klimop begroeide zuil, wendde het hoofd om en zag den graaf met de dame achter zich. Kon ik u door een kogel naar beneden in de rivier doen tuimelen, mompelde hij met half dichtgenepen oogen en fier het hoold om hoog heffende Hebt gij zin gekregen in de eenzaamheid? vroeg de dame zij liet den arm van den graaf los en zette zich op eene bank tegenover de zuil neder. De plek is verrukkelijk en goed uitgekozen door den markies om zich aan zijne droomcrijen over te geven. Wel neen neen men zucht en dweept niet meer als men vijfendertig jaar oud gewor den is, sprak de graaf lachende. Op onzen leeftijd, markies, berekent men niet waar Hebt gij ons niet luidkeels hooren roepen Verduiveld Mijne vrouw dacht dat gij ver trokken waart en had geene rust of duur, tot- de verdenkingen tegen Dreyfus nog te ver zwaren, gemaakt is door du Paty, dus door een officier van den generalen staf 4o. dat de »gesluierde dame" van Ester- hazy niemand anders geweest is dan du Paty, dus een officier van den generalen staf; 5o. dat ter zake van de telegrammen Blanche en Spéranza, naar Tunis gezonden om Picquart te eonipromitteeren, deze terecht een klacht wegens valschheid in geschrifte heeft ingediend. (Cuignet gaat hier zelfs zoo ver, dat hij de beweringen van de Gaulois, als zou een agent van Picquart, Souffrain, door de telegrafiste herkend zijn als de man, die deze telegrammen aan het telegraafkantoor gebracht had, onjuist noemt en zegt, dat die man niemand anders kan geweest zijn dan du Paty met een valschen baard) (5o. dat er in October 1897 betrekkingen hebben bestaan tusschen Esterhazy en du Pa ty. Henry en Gibelin 7o. dat Picquart gelijk schijnt te hebben, als hij zegt, dat het stuk metCe canaille de D niet op Dreyfus kan slaan. Wij zijn er niet zeker van, hiermede dit rijke terrein geheel ontgonnen te hebben. Merken wij nog dit op, dat er heel wat bressen in dien muur van den generalen staf zijn gestooten, sinds Zola er het eerst zijn stormram op richtte. Eerst werd Esterhazy losgelaten. Toen sneed Henry zich de keel af. Nu stuurt men du Paty als zondebok de woestijn in. Terwijl verschillende uitdrukkingen van Cuignet zooals >dat de generale staf in dat mevrouw Marr... ons op den v;eg geholpen heelt en ons vertelde, dat zij u in bewondering voor de duiventil had zien staan. Komt gij De zon, op het punt van onder te gaan, scheen den markies vlak in het aangezicht, zoodat zijne gefronsde wenkbrauwen en zijne van bedwongen drift donkergekleurde gelaats tint door het verschijnsel der zonnestralen dui delijk zichtbaar werd. Komt gij herhaalde de graaf. Ik kom, was zijn antwoord. XIV. Markies, wie kan zonder u een plannetje volvoeren Waar is het om te doen Eene wandeling naar het gehucht Frara.. Daar, wees de dame, dc hand uitstrekkende naar een op zichzelf staande.» berg, op wilks helling een kerkje wit aistak en vier ol vijf bouwvallige huisjes gebouwd waren. De tocht is lang, maar laat dat zoo zijn, wij begeeren j geen span ossen of paarden, op onze voeten zullen wij er komen. Allen hebben het plan goedgekeurd wij inissen alleen nog uwen bij val, markies....

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1