Gravin Ilario.
No. 383.
Zaterdag 28 Januari 1899.
8e jaargang.
De oude dag.
FEUILLETON.
H. O.
HET NIEUWSBLAD
voor Zeeuwseh-f laanderen.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika /2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
ii.
Neen het is niet te verwonderen, dat de
oude dag een schrikbeeld is voor den arbeider
en kleinen handwerkman.
Als zijn gansche leven zich heeft geken
merkt door zorg en kommer om rond te ko
men en ieder >liet zijne" te geven, en de
ouderdom in 't naaste verschiet ligt, dan kun
nen wij ons voorstellen, dat eene bezorgdheid
zich van hem meester maakt, hoe de levens
avond zal worden doorgebracht en welke mid
delen hem daartoe ten dienste zullen staan.
Is zijn werkgever een zeer bemiddeld man
en daarbij erkentelijk voor de hem bewezen
diensten, dan kan de werkman veeltijds blijven
arbeiden zoolang het gaat.
De »baas" ziet een beetje door de vingers
als het werk niet zoo vlot meer gaat, en
houdt hem den mond open, door hem een
weekgeldje uit te betalen.
Maar men voelt het, dat is een gunst. Hij
zou evengoed kunnen zeggen, dat hij goede
werkkrachten noodig heeft en daarvoor goed
betalen wil, en dat het weinige aan den ouden
werkman te geven, maar toegift is, wat door
de tegenwoordige eischen van het leven niet
meer kan geduld worden. Zoodoende wordt
>het oude paard" op stal gezet en aan zijn
lot overgelaten.
Men kan uitgaan van de redeneering, dat
een groote werkgever op een wijze als hier
boven in het eerste geval beschreven, een
oude mannenhuis zou kunnen in 't leven
10.
Uit het Italiaansch vertaald
DOOR
De weg werd moeilijk begaanbaar, men gleed
lichtelijk uit en de gravin riep de kamenier ter
hulp die een paar schreden achter haar volgde,
opdat zij ook op haar arm zou kunnen steunen.
Gij hebt mijn satijnen kap vergeten, zei-
de" de gravin.
U heeft de kap aan freule \eber gege
ven, mevrouw.
Gij hebt gelijk.
De graat bleef stilstaan.
Inuocenza zeide hij.
Zijn vrouw zag hem aan en was verwonderd
hem plotseling te zien verbleeken.
God beware mij u de geringste droefheid
te veroorzaken. Verlangt gij naar het kind?
Laten wij het dadelijk halen; binnen twintig
minuten vertrekt de trein.
De gravin was zeer verheugd.
roepen, en hoe zeer zijne edelmoedigheid te
prijzen zou zijn, hij zulks toch op den duur
toch bezwaarlijk zou kunnen volhouden.
De andere gedachte volgende, komt men
tot de conclusie, dat het weer evenmin on
verschilligheid of hartvochtigheid te noemen
is, indien door nieuwe, frissche werkkrachten
aan te schaffen, de oude, beproefde 2 gedaan"
te geven.
Beiden zijn logische redeneeringen, doch de
werkman schiet er hoegenaamd niet hij op.
Het geeft voor hem niet de minste zeker
heid, dat hij, oud geworden zijnde, niet aan
de genade van een of ander liefdadigheids
inrichting is overgeleverd.
We noemen het aan dier genade overgeleverd.
Want in vele gevallen zijn de middelen
schaarsch, de aanvragen om ondersteuning
groot en mitsdien de spoeling dun.
Welke dan het middel moge zijn tot voor
ziening van deze algemeene behoefte. Een
voudig een pensionneering van den werkman
en van allen zonder onderscheid, die daarmee
gelijk gesteld kunnen worden.
O, het is zoo gemakkelijk gezegd, maar
het schijnt zoo uiterst moeilijk uitvoerbaar.
Immers komt het neer op de financieele
zijde dezer ingewikkelde kwestie.
Want ingewikkeld is ze inderdaad.
Eene door de regeering ingestelde Staats
commissie heeft drie jaren lang gearbeid,
niet onafgebroken aan de overweging van
zoo'n pensionneering.
De kosten om zulk eene pensionneering
van staatswege te doen plaats hebben, komen
te hoog voor den Staat.
Ga, zeide zij tot de kamenier; haal het
kind, stop het warm in, breng het mee en wees
voorzichtig dat gij niet uitglijdt!
Ach, dat heb ik uiet vergeefs gezegd,
daeht de graaf, die zich gevleid had dat zijne
voorkomendheid met eene weigering zou beant
woord worden. Geduld 1 Wij znllen ons moe
ten getroosten hel boerinnetje in onze balzalen
te brengen.
Zij zetten hunnen weg voort en kwamen aan
het station, waar de gravin hare handen warmde
bij de kachel, terwijl de kamenier naar de villa
teruggekeerd was en inet luider stem riep:
Rosa, Rosa. Spoedig, kleed Santinella aan,
want mijnheer en mevrouw wachten op haar
aan het station.
Wat zegt gij? vroeg de portiersvrouw en
stak het hoofd uit het venster van haar kamertje.
Ik zeg dat mijnheer en mevrouw het
kind willen hebben.
Wat willen zij er mee doen, als ik vra
gen mag
Het medenemen naar stad.
Sinds wanneer zijn zij op dit denkbeeld
gekomen
jZooeven, zoover ik weet.
De portiersvrouw, een vrouw vau rijpen leef
Yolgens de conclusie van bovengenoemde
commissie zou de bijdrage, benoodigd om de
pensionneering te kunnen verzekeren, èn door
den werkgever èn door den werknemer moe
ten gestort worden.
Of dat een zuivere maatstaf zou zijn
We gelooven zulks niet.
Voor den te verrichten arbeid wordt door
den werkgever beloond, en nu moge dat loon
varieeren, of geeue aanleiding geven tot al-
geheele tevredenheid, er wordt toch voor ge
presteerde dienst een ruilmiddel geld
ontvangen.
Als door ziekte of andere oorzaken niet
wordt gearbeid, geschiedt geene uitbetaling.
De gedrukte stemming die op velerlei gebied
heerscht, en de algemeene malaise waarvan
verschillende takken van industrie, en met
hen de daaraan verwante bedrijven haren in
vloed niet hebben gemist, zijn oorzaak dat
eene verwoede concurrentie is ontstaan.
Die concurrentie moge de handelswaarde
hebben verminderd van tal van artikelen, zij
moge zelfs de levensstandaard iets verlaagd
hebben, toch heeft zij de loonen moeten ver
lagen van den werkmansstand, die te weinig
gebaat was bij eene lagere levensstandaard.
Deze klasse is zij dus slechts ten deele ten
goede gekomen.
De concurrentie is oorzaak van den val
van vele huizen, van tal van patroons en
patroontjes, die in dezen grooten strijd het
onderspit hebben gedolven.
Maar onder hen, die zijn blijven bestaan is
nogtans de concurrentie een machtige rem in
hunne zaken.
tijd, onderdanig, zeer gehecht aan de familie
Ilario, wie zij reeds twintig jaar trouw gediend
had, haastte zich thans niet om het haar over
gebrachte bevel ten uitvoer te brengen. Zij
opende de deur voor de kamenier en zeide
bedaard:
Het spijt mij de kleine wakker te maken.
Geef haar mij dan slapende mede; wij
hebben geen tijd te verliezen.
Ik verbeeld mij dat zij eene groote last
voor de gravin zal wezen.
Wat dat aangaat, het zal veel erger voor
mij zijn. Kom, spoedig, geef mij de kleine.
Ik denk er over ol het niet veel beter zou
wezen alles bij het oude te laten: mijnheer en
mevrouw in de stad en de kleine hier buiten
bij mij.
Ik heb een duidelijk bevel gekregen, zeg
ik u; als wij talmen, zullen wij den trein mis
sen.
Wees bedaard, ik zal zelve gaan. Zie ik
ben klaar.
Zij deed een doek over het hoofd en begaf
zich op weg.
Wilt gij u eene duchtige schrobbeering
op den hals halen riep de kamenier, haar
volgende. Als gij daarmede tevreden zijt, mij
Waar het alzoo moeite kost 0111 dien strijd
vol te houden is het een zeer bezwaarlijk idee
om nog een reeks van jaren te laten bijdragen
in het pensioenfonds van zijne werklieden of
arbeiders wier loon soms nog met een lood
zwaar hart wordt uitbetaald.
We willen aannemen, dat zoo'n Staatscom
missie op wiskundige gronden precies kan
uitrekenen hoeveel de bijdrage en hoe groot
het pensioen na verloop van zooveel of zoo
veel jaren zal zijn we willen ook aannemen,
dat de Staat niet kan bijdragen, omdat andere
belangen zooveel van hare schatkist vergen,
maar de praktijk van het leven bewyst. dunkt
ons, evenzeer, dat de werkgever, in het alge
meen genomen, niet kan bijdragen in het
pensioen van zijn werknemer.
We zeiden dat de Staat, blijkens bevinding
van de Staatscommissie niet kan bjjdragen
wegens hare zwakke tinanciëele zijde.
Voor de oplossing van de sociale vraag
stukken is veel geld noodig, maar dan voelt
men toch ook dadelijk, dat het onmogelijk
van de belanghebbenden alleen kan uitgaan.
Als men doordrongen is van de billijkheid
dat de arbeidende klasse nk een zekere leef
tijd te hebben bereikt aanspraak heeft op
pensioen en als men het beginsel onderschrijft,
dat het lot van den werkman uiet van wille
keur mag afhankelijk zijn, dan kan het niet
anders of men stelt belang in de aan te wen
den pogingen tot oplossing van dit vraagstuk.
Het deed ons dan ook genoegen, dat reeds
aan het werk getogen wordt om, zoo mogelijk
eene pensionneering in het leven te roepen,
uitgaande van sommige in ons district be
is het wel.
De gravin is niet onredelijk.
En de graaf?
Zal er zich gaarne in schikken.
Ja waarlijk! Hij heeft niets op met het kind.
Rosa zweeg. Van verre hoorde men het dreu
nen van den trein die uit Toscane kwam; twee
minuten oponthoud aan het station en dan
stoomde hij door naar Bologna. Op het perron
stonden de graaf en de gravin de twee vrou
wen af te wachten die haastig kwamen aanloopen.
Hoe, is Santinella niet bij u? riep de gravin.
Santinella slaapt, het is erg koud en mij
dacht het was beter haar niet mede te bren
gen mevrouw
De graaf ging naar binnon, niet zonder deze
buitengewoon flinke, verstandige vrouw een
goedkeurenden blik te hebben toegeworpen.
Geloof mij, mevrouw! zeide Rosa, hare
meesteres ter zijde nemende, zoolang u hier
buiten was, niets heilzamer voor u dan het
kind steeds om u heen te hebben, dat u aflei
ding verschatte, maar daargindsmet al
die visites, al die heeren en dames, helaas! daar
voor is dit arme schepseltje te klein.
Maar
L, at mij zoo vrij zijn u te zeggen, me-