Gravin Ilario. No. 382. Zaterdag 21 Januari 1899. 8e jaargang*. De oude dag. FEUILLETON. H. O. HET NIEUWSBLAD voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Abonnementsprijs: Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents. Voor Amerika /2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. A (1 v e r I entie j» r if s Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. L Nu we midden in den winter zitten en het werk voor velen schaarsch is, of zooal niet schaarsch, dan toch soms bezwaarlijk uitge voerd kan worden door de ongunstige weers gesteldheid, en als in verband daarmede de verdiensten uiterst gering zijn, dan deukt men onwillekeurig hoe voor velen de winter een bange tijd is. Wel is waar hebben tal van werklieden, en vooral de landbouw-arbeiders spek in de kuip en winterprovisie in den kelder, maar niettemin is dit jaargetijde in vele opzichten het meest ongunstige. Uit den aard der zaak zijn de behoeften van het leven grooter. Niet zoozeer wat voe ding betreft, maar wel ten opzichte van ver warming, kleeding en verlichting. Bij veel minder verdiensten of bij eene to tale stilstand van de inkomsten moet men toch het lichaam uieer beschutten voor het ongure weder, terwijl eene voortdurende ver warming van de woning evenzeer meerdere kosten met zich brengt. Under de vele arbeiders en werklieden zijn er massa's die, de tering naar de nering zet tende, het werkelijk niet breed hebben. Maar ook zijn er, die voor hun positie, welgesteld zijn, en voor wien de wintertijd minder een angstvallige is. Evenwel, ze zijn er niet dik gezaaid. Spaarzaamheid speelt hierbij eene groote rol. Maar ook andere omstandigheden werken Uit liet Italiaanseh vertaald 9- DOOR Zij wachtte den avond at en zeide toen -Wij zijn ternauwernood tot Kerstmis ge naderd Wij kunnen nog lang wachten eer wij de zon, bet groen en al het moois van het buitenleven zullen zien. Openhartig gesproken, Rodolfo, ik ben het moede, ik heb er overge- noeg van. Wilt gij niet de gelofte van een zelvigheid verbreken die gij in oen ongewoon oogenblik hebt afgelegd De graaf zag haar vol verbazing aan. Gelooft gij mij misschien niet, omdat ik tot heden morgen nog u verzekerde gaarne hier te willen blijven Maar daar liep wat groot spraak onder. Thans leg ik de wapenen neder niet de verklaring, dat ik eene vrouw ben die zichzelve niet gelijk blijft, en ik vraag om weer naar stad te mogen gaan. De gravin had deze woorden haastig uitge- daartoe mee. Als de man het geluk" heeft vast werk te hebben en de vrouw eene zuinige huis- hondster is, die alles bij elkander houdt, of zonder bezwaar nog wat kan rnèe verdienen, dan ziet het er in zoo'n huishouden niet zoo bezwaard uit. Indien daar bovendien öf wei nig, öf reeds verdienende kinderen zijn, dan is men al spoedig geneigd om zulke gezinnen onder de welgestelde in hunne soort te rang schikken. Maar het is dan ook niet alleen de spaar zaamheid die daartoe meewerkt. En in hoeveel ongunstiger licht koint een gezin, dat rijkelijk »gezegend" is met kinde ren, die niet alleen nog te klein zijn om wat mêe te verdienen" maar zelfs de handen van moeder vasthouden en haar noodzaken thuis te blijven Er zijn vele gevallen dat de vrouw nogtans mêe naar 't veld gaat, maar hoe gaat het dan ook in zoo'n geziu. Dat bij de meest mogelijke spaarzaamheid van iets over te houden geen sprake kan zijn, begrijpt men allicht. Voeg daarbij de niet zelden voorkomende gevallen, dat zulke gezinnen door ziekte wor den aangetast, dan verwondert het voorzeker niemand, dat met de winter ook de armoede zijn intocht heeft gedaan. Noch zoo'n gezin, noch zoo'n huisvader kan onder zulke droevige omstandigheden een verwijt worden gemaakt van den toestand waarin hij noodwendig is geraakt. Van verwijten is dan ook geen sprake, in tegendeel, hoe langer zoo meer is men er van bovenaf op bedacht geworden 0111 het lot dier sproken, hare oogen schitterden en een glim lach speelde om hare lippen, dié haar innige goedhartigheid verraadde, waarmede zij aanstonds gereedstond dengene ter hulp te snellen die min of meer twijfelmoedig en zwak van karak ter was. Graaf Rodollo zag zijne vrouw door dringend aan en begreep haar volkomen. Goede Innocenzazeide hij, ge hebt een schijn van verveling bij mij ontdekt en ten einde mij nu de moeielijke taak te besparen inijue wispelturigheid te moeten bekennen, komt gij mij zeggen Ik ben bet moede, laat ons naar stad gaan. Welnu ja 1 riep hij lachend uit en sloot hare hand in de zijne, laat ons naar stad gaanlaat ons vertrekken w an neer Over een dag of twee, drie. En en de kleine meid Santinella zal hier blijven. Zeer goed. Zij zal hier blijven om mij in het voor jaar op te wachten, zeide de gravin, vastbera den en koeltjes. Zeer goed herhaalde haar man. VI. Ilij wachtte tot de gravin naar bed was om, minder-bedeelden te verzachten. Spraken we hierboven van de ziekte-geval len die door den levensstandaard van een ar beiders-gezin van zoo treurige gevolgen kunnen zijn. door de toepassing van het volksbeginsel is men er toegekomen om, al is het voorhands in beperkten kring, daarin eenige verbetering te brengen. Het begrip en doel vuil de zoogenaamde ziekenfondsen is reeds zoo zeer doorgedron gen dat we eene uitweiding van het nut dier instellingen overbodig achten. Het is evenmin noodig om de nuttige wer king van de varkens-assurantiën uit een te zetten, waar reeds menigeen door de vergoe ding van zijn gestorven of afgemaakt dier van nabij bekend is met het goede doel dezer vereenigingen. Het is juist door vereeniging dat een succes kan verkregen worden als waarop we hiervoren wezen, want zonder een bepaalde aandrang komt van eene wekelijksche besparing zoo bitter weinig. Alleen de gedachte, dat op gezette tijden aan de gemeenschap een offer, hoe klein dan ook, moet gebracht worden, leidt vanzelve tot die aangenomen verplichting. Maar tevens ligt in een en ander ook het bewijs opgesloten, dat, wat vroeger onmogelijk scheen, thans, zelfs zonder aanmerkelijke be zwaren tot stand komt. I)e belanghebbende deelnemers zijn zelve overtuigd van de noodzakelijke samensmelting hunner gemeenschappelijke belangen, die vol gaarne worden gesteld onder de leiding van meer ontwikkelden. voor zijne schrijftafel plaats nemende, een brief te schrijven, neiken hij aan den knecht gaf met bevel dien den volgenden morgen zoo vroeg mogelijk op de post te bezorgen. De brief was gericht aan mevrouw Marr. „Lieve mevrouw Marr., mijne vrouw heeft begrepen, dat ik deze eenzaamheid, welke ik besloten had mijzelf' op te leggen, niet langer kan verdragen. Gij weet waarom ik het deed. Binnen een paar dagen zullen wij in stad zijn draag zorg dat gij er u verwonderd over betoont en denk er aan met al die omzichtig heid te werk te gaan, waarvan gij mij tot nu toe blijken hebt gegeven. Sta mijne vrouw ter zijde met het vaste voornemen elke kans tot gebabbel van haar af te wenden. Stel gij u voortdurend tot een onoverkome- lijken hinderpaal tusschen mijne vrouw en een ieder die haar wil naderen „Ik keer terug omdat ik hier zou sterven van verveling, maar ik zou niet terugkeeren, al moest ik sterven, indien ik niet overtuigd ware, dat ik in u een onfeilbaar middel bezit om den vrede in tnijn gezin heilig te bewaren. „Mijn gezin is vermeerderd in aantal er is een klein kindje bijgekomen, dat, uit de ellen de opgeraapt, mijn huis in beslag neemt en Het is echter niet alleen op deze beperkte tegemoetkoming van de volksbelangen, dat we de aandacht wilden vestigen, muur er is nog een andere zaak, die, alhoewel niet nieuw, toch wel de moeite waard is, andermaal be sproken te worden. Als we zeggen, dat ze niet nieuw meer is, dan bedoelen we daarmede niet, dat ze reeds lang is ingevoerd, maar integendeel, dat de aansporing tot invoering reeds van ouderen datum is. We hebben dan op het oog eene pension- neering. Ja, een pensioen is het lievelings-denkbeeld van tal van stervelingen. Met pensioenen wordt niet zelden eenerzijd» overladen, wat anderzijds zoo velen ten goede zou kunnen komen. Op velerlei gebied is de pensionueering ingevoerd, ja zelfs is het uitzicht op een vaste jaarwedde 11a verloop van zekeren tijd een lokvogel voor tal van ambten of bedieningen. Naar Indië gaat menig (lapper strijder om de eer van het Vaderland hoog op te houden, maar als later daaraan geen pensioen was verbonden, wat zou Indië dan weinig dapperen tellen. Naast hen zijn tal van categoriën van amb tenaren die aanspraak op een jaarlijksch pen sioen kunnen doen gelden. We achten dat uitstekend. Als in den besten tijd van liet leven de krachten zijn gepresteerd en als de tijd aanbreekt, dat het hoofd niet meer rechtop staat, of de tred minder veerkrachtig wordt, met andere woorden, als de ouderdom zijne eene blimle liefde aan mijne vrouw inboezemt. „Ach Ik zal alles doen wat ik kan en gij moet mij bijstaan, opdat Innocenza di bedelaarskind uit ons huis verwijdert, dat doot een toevalligen samenloop van omstandigheden de plaats inneemt die aan een ander toebehoort. Wij zullen hierover «amen spreken, lieve Geltrude Ik moet u zeggen, dat het denk beeld van naar stad terug te keerr.u op inij de uitwerking maakt eener groote vertroosting. Ik zal mijzelf nooit meer eene opoffering op de schouders leggen, sinds ik ondervonden heb hoe ongeschikt ik ben om die getrouw te vervullen. Vaarwel, waarde mevrouw Marr." Zij vertrokken 's middags te twaalf uren, toen het vale licht der zon eene geelachtige tint wierp over het voetpad dat onder hunne voeten kraakte. De gravin, in fluweel en bont gehuld, liep gearmd met haar echtgenoot, wiens blikken vragend op haar rustten. Neen, antwoordde zij bitter, het is niet de koude die mij hinderthet is iets waarvan ik geene reden weet te geven een voorgevoel van naderend onheil. Dat is iets nieuws voor u 1 Daarom juist haart liet mij zorg. Uw leven heeft toch niet de geringste

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1