Binnenland. Gemengd Nieuws. Wat ik zal zeggen is echter hartelijk ge meend. Met groote sympathie werd hier ken nis genomen van het voornemen om een hulde te komen brengen aan dezen grooten man. Voöral in dez#-tijden is het wenschelijk de nagedachtenis onzer groote mannen te eeren. Wij grijpen deze gelegenheid aan om de ver zekering te geven van onze sympathie tusschen Noord en Zuid. Wat zal ik toevoegen aan het gesprokene? Marnix huldigen als groot strijder voor ataat- kundige en geloofsvrijheid, waarvan wij thans de vruchten plukken Marnix huldigen als man van vaste overtuiging in deze dagen waarin helaas kracht gezocht wordt in zwak heid van beginselen En het moge soius den schijn hebben of deze beginselvastheid leidde tot onverdraagzaamheid. Wij weten dat dit slechts schijn was. Ilij bracht met den Zwijger de pacificatie van üent tot stand, daarna de Unie van Brussel, daarna den gods dienstvrede. Met onvermoeide werkzaamheid arbeidde liij door, getrouw aan zijn devies ltepos aillcurs." Ten slotte herdenken wij in hem den man die het grootste ideaal van den Zwijger nabij streefde om de vereeniging tot stand te brengen van Noord- en Zuid- Nederland. Roomsch en Onroomsch wenschte hij te vereenigen tegen de tyrannie van Spanje. Eenheid van beginsel tot zelfs over de grenzen zij onze leus, en ik spreek namens het comité den wensch uit, dat u bjj uwe terugkomst zult verkondigen dat hier warme harten kloppen voor hetzelfde streven. Beide redevoeringen werden luide toege juicht. Nadat nog door de heeren C. Dominicus, luitenant ter zee, en J. de iïoogh namens de Vereeniging »Maruix" elk een krans bij het monument hadden neergelegd, dankte de bur gemeester van Souburg, de heer Buteux voor de grootsche betooging en gaf de verzekering, dat Marnix' rustplaats in eere zal worden ge houden, waarna de plechtigheid geëindigd was. Maandag den 19den dezer overleed te 's Gravenhage de heer jhr. inr. W. M. de Brauw, oud-Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland. HRESKEAS, 23 December 1898. In de Vrijdagnamiddag gehouden vergadering van kerkvoogden en notabelen der Ned. Herv. Gein. alhier is met algemeene stemmen beslo ten tot verlaging van het bedrag, waarop de kiesbevoegdheid voor leden van het College van notabelen wordt verkregen. Door dit besluit zal het getal kiezers met ruim 41) worden vermeerderd. Door de notabelen werd als kerkvoogd, de heer C. J. Schippers herbenoemd. 0 zou zijn, en de versperde wegen, zoowel als het ijs en de snerpende koude, hem zijn eenig tijd- 1 verdrijf, de jacht, onmogelijk gemaakt zoudeu hebben. Als had de gravin zijne gedachten ge il raden, vroeg zij hem bedrukt: t Zult gij u niet vervelen i Neen, antwoordde hij droogweg. Hij wendde zich naar een tafeltje, waarop l couranten en boeken verspreid lagen, die hij n doorbladerde, doorsnuffelde en overhoop haalde, 1 zooals de gravin wel bespeurde, maar waarop 2 zij geen aanmerking maakte, totdat hij ten laatste een boek opnam. Het was een boek van freule Veber, nog geheel onaangeroerd, met hetzelfde 1 gedroogde takje dat er uitstak. Hij bezag het r aandachtig en streek de blaadjes glad, die hij 3 bij het omslaan der bladzijden er uit had la- t ten vallen. t Hoe onhandig van mij, zei hij glimlachend. Gij hebt die bloemen geplukt, terwijl gij aan mij dacht en ik, ondankbare, ik strooi ze over t den vloer. 2 Stel u gerust. Het is een boek dat freule i Veber achtergelaten heeft, en zij zal de bloem J geplukt hebben, waarschijnlijk vervuld van gc- i heel andere gedachten. De graaf legde het boek neder en maakte 3 zich gereed om uit te gaan. (Wordt vervolgd.) Men schrijft ons uit Groede Zaterdagavond werd alhier in de ruime, nette zaal van de „Drie Koningen", eene uitvoering gegeven, die wel ieder der bezoekers ruimschoots zal hebben voldaan. Voor een 200 belangstellenden werden op gevoerd, door eenige dillettaiiten uil Vlissingen het tooneelspel „Vergiffenis", en het blijspel „Eet. sleperspaard op hol". Zonder uitzondering haalden allen eer van hun spel, en het kleine meisje verdiende zeker wel een blijk van hulde voor haar eenvoudig, doch degelijk spel. Tusschen deze twee stukken werden door het bekende muziekgezelschap van Nieuwvliet eenige muzieknummers uitgevoerd, waarbij vooral uitmuntte de wals „Goveiit-Gorden" en als pre- seiituuiuiiier werd gegeven eene potpourri, waarin ouder meer een prachtig koraal voorkomt dit gezelschap liet zien en hooren, hoe. er met weinig krachten, toch veel kan tot stand ge bracht worden; het gezelschap is klein maar goed. We vertrouwen dat wel alle bezoekers tnet ons zullen instemmen, als we beitle gezelschap pen een welgemeend .tot weerziens" toeroe pen. Oroede. Bij de periodieke aftreding als le den van den Kerkeraad der Ned. Ilerv. Ge meente alhier zijn benoemd, de heeren P. M. Meijer eu Jac. Verhage als ouderlingen en P. Versprille en A. Salomé als diakenen. Zuitlznillle. Iu den Kerkeraad zijn als ou - derlingen gekozen dc heeren J. Catsman en A. J. de Koker en als diakenen de heeren C. J. J. Geluk en J. Lucieer. Wuterlandkerkje. De heer H. G. Brink, cand. te Ruinerwold, heeft voor de toezegging van beroep naar de Ned. Herv. gein. alhier bedankt. Groedc. Aanstaande Zondag 25 Dec. zal het 25 jaar geleden zijn dat dc Zondagschool alhier werd opgericht. Dit zilveren jubileum hoopt inen, blijkens achterstaande advertentie feestelijk te gedenken, waartoe zoowel Zondag als Dinsdag eene openbare en algemeene verga dering is georganiseerd. Aurdcnburg, 21 Dee. Bij de aankomst van de tram van 6 uur had het muziekgezelschap „Aardenburgsche fanfaren" met het bestuur aan het hoofd, zich nabij de herberg van E. Cue- lenaere, opgesteld, om zijue opwachting te ma ken aan den heer A. Dobbelaere uit Gent, de kapelmeester van dit en van het muziekgezel schap Apollo" van Sluis. Na uitgestapt te zijn werd hij door het Be stuur gecomplimenteerd en hiel' de muziek de muziek de „Brabanfonne" aan, waarna de heer Dobbelaere van verschillende zijden werd ge luk gewenscht met zijn GOsteu jaardag. Daarop werd nog het „Wilhelmus van Nas- sauwe" ten gehoore gebracht en in de „Roode Leeuw* na eene kleine hartversterking te heb ben gebruikt, nam de jubilaris met het bestuur in eun rijtuig plaats eu werd koers gezet naar de Sociteit „Spoor tot vriendschap*, voorafge gaan door de muziek, die een lustig inarschje deed hooren en gevolgd door eene groote me nigte nieuwsgierigen, wien een kleiue verade ming in het stille plattelandsleven niet onaan genaam was. In de sociteit aangekomen, nam de heer K. L. Reepmaker, voorzitter der „Aard. Fanf." het woord, om bij den gelukwensch aan den heer Dobbelaere, een overzicht te geveti van diens verhouding tot de vereetrging, waarvan hij ten 20 tal jaren kapelmeester was. Dat de jubilaris een leermeester bij uitnemendheid was, bewees de heer Reepmaker uit den bloei en de groote trap van ontwikkeling waarop het mu ziekgezelschap kon bogen. Geen wonder dan ook, dat tusschen de wer kende- en de bestuursleden en den heer Dob belaere zulk eene goede gezindheid heerschte, als waarvan zij allen bij deze gelegenheid ge tuigenis wilden afleggen. Te dien einde werd den jubilaris natnens de geheele vereeniging een zwaar gouden ring niet diamanten steen, benevens eene photographie, de vereeniging voorstellende, aangeboden. De heer Dobbelaere, dankte, zichtbaar aan gedaan, allen voor de achting, die men hem toedroeg en hoopte nog langen tijd werkzaam te zijn tot heil van de „Aardenburgsche Fan faren". Dat men nog geruimen tijd iu de meeste opgewektheid en gezelligheid bijeen bleet) be- hoelt nauwelijks gezegd te worden. Domlcrdugnamiddag had te Heinkens- zand een treffend ongeluk plaats. De landbouwer F. Koens, kwam met een met graan beladen wagen het dorp inrijden, ter wijl zijn eenig I3jarig zoontje op een der zak ken had plaats genomen. Vermoedelijk door het schokken schoof een der zakken van den wagon naar voren en komt tusschen de paarden terecht, tengevolge waarvan deze schrikken en op hol slaan. Het zoontje was door het afschuiven van den zak mede naar beneden gegleden, en op den dissel gevallen. Toen de wagen tegen de gemeentepomp was geslingerd sioeg hij om, terwijl nogtans de vaart der paarden niet te temperen was. Na nog een paar honderd meters te zijn voortgehold, en de jongen steeds te hebben meegesleurd. Kwamen de dieren tegen een tele graafpaal terecht, waardoor ze omver sloegen en de ongelukkige knaap uit zijn benarden toe stand kou worden gered. Als door een wonder behouden leefde hij nog. Onmiddellijk werd hij bij den bakker A. Cappon binnen gedragen en geneeskundig ver bonden. Aan het been was een ontzettend groote wonde geslagen, zoodat de geneesheer vooralsnog niet kon bepalen of het been niet zal moeten worden geamputeerd. L)e toestand van den jongen is voor 't oogen- blik, naar omstandigheden vrij redelijk. IJzendijke, 21 Dec. Hedenavond gaf de muziek-soeieteit „Geduld overwint" haar eerste wiulereoneert in het lokaal van den heer J. C. Aerts. l)e zaal was eivol. Een negental nummers werd op keurige wij ze uitgevoerd, waarvan „La madone" en „Ge- sellschafts-quartette* met eere mogen genoemd worden. De heeren P. J. Dellaert, J. en M. van den Boom, G. Dellaert en J. Rosseel, verdienden de dankbare hulde van de aanwezigen ten volle. „De vliegende student een voordracht door 3 heeren, had een uitbundig succes, èn oiu haar inhoud èn om hare uitvoering. Nadat alle nummers van het programma waren uitgevoerd, speelde de muziek het Wieo Neerlandseh Bloed", waarop, toen de laatste tonen waren weggestorven, de heer Ileiidrikse het woord nam, oin allen hartelijk dank te zeg gen voor de trouwe en groote opkomst. Den werkende leden werd een woord van hulde gebracht voor de betoonde trouw aan het devies hunner banier, waarin sints 1837 het „Geduld Overwint" met gulden letteren staat aangeduid. Na eene opwekking om de muziek-societeit een goed hart te blijven toedragen, werd dit goedgeslaagde winterconcert gesloten. Cadzuml. Bij de gehouden aanbesteding van werken tot oeververdediging aan het Ca- lamiteus Waterschap Tien Honderd en Zwarte, werd het laagst ingeschreven door dhr. C. de Wilde, te Kattendijke voor /1228a. Raming ƒ11919. lloofdplniit. De heer C. J. van Leeuwen, onderwijzer aan de school in de kom der ge meente, is ais zoodanig benoemd te Kaatsheu vel (N. Br.), met ingang van 1 Jan. a. s. Hoofdplaat, De pogingen tot het verkrij gen eener muziekvereeniging zijn in zooverre gelukt, dat de oefeningen der werkende leden begin Januari een aanvang kunnen netnen, waartoe zich een 20-tal personen hebben aan gemeld. De vereeniging ontving den naam: „Oefening baart Kunst." Men schrijft aan de N. R. Crt. In een kleine vacante gemeente in Z.-H. zou een dominee beroepen worden. De kerkeraadsleden hadden den consulent uit een naburige gemeente tot het opmaken van het beroep al ontboden. Dat was wel niet volgens den regel, want 't uitschrijven van een kerkeraadsvergadering is de taak van den consulent, maar aan regel en administratie stoorde men zich niet, evenmin alt aan tijdde predikant toch had al een vol uur gewacht, doch tevergeefs. De boeren waren naar stad, dominee kon wel wachten. Deze was intuasohen aan 't eatechi- seeren begonnen. Daar kwam eindelijk een der leden zich persent maar nu kon de predikant zoo in eens zijn onderwijs niet afbreken, en dat zou duren, met een tusschcnpoos van één uur rust voor den leeraar, tot 's avonds 9 uur In dat rustuur kwamen de broeders terug of dominee het nu maar gauw even klaar wilde maken, want er was haast bij. Deze was zeer terecht niet gezind zijn korten rusttijd na 4 uren van vermoeienden arbeid af te staan om dat verlangen te voldoen, eu ol de boeren hoog of laag sprongen, hij weigerde beslist. Dat was te veel voor deze hoogwaar digheidsbekleders. Zulk een verzet was on gehoord. De gezaghebbers der kerk, nota bene de wijzeren, de vourgangers der gemeente, be gonnen op een kwajongensachtige manier te schelden en dreigden zelfs den weerspannige de kamer uit te gooieu deze gebeurtenis had plaats niet in de consistoriekamer, maar bij een hunner aan huis. Het beroep werd dien avond niet uitgebracht, maar de tragedie was nog niet ten einde. Dominee ging weer heen om „leering" te houden voor „de grooten". De oudere zoons der boeren, geheel op de hoogte gesteld van het voorgevallene, want het godsdienstig leven onder de jeugd is zeer ontwikkeld, en zij stelt vroeg het hoogste be lang in zaken betreffende de kerk en 't geeste leven, besloten do vaak der respectieve va ders tot de hunne te maken, en plaagden en brutaliseerden den emstigen, waardigen leeraar in zéé hooge mate, dat het zelfs dezen volhar denden man te kras werd. Zóóveel vlegelach tigheid was hem te machtig. Aan zijn last om te vertrekken werd door de veelbelovende jongelui niet voldaan door deze houdiDg van zijne leerlingen werd hij gedwon gen de catechisatie op te heffen. Zulk een houding van ouden en jongen strekt wèi om den nieuw te beroepen herder en leeraar belust te maken op zoo'n standpaal* Een caféhouder, woonachtig op het Oost- vestplein te Rotterdam, vroeg Dinsdag aan nen jongen, die op straat bij zijn huis stond, of hij een vaatje bier voor hem wilde halen aan de brouwerij. De jongen wilde wel en hij kreeg nu een rijksdaalder om het bier te betalen en een wagen om het vaatje te vervoeren. Hij zag echter noch den jongen noch den rijks daalder terug, en de wagen werd 's avonds on beheerd iu de Breedestraat gevonden. Woensdagmorgen ging de bedrogene de straat op om den jongen op te zoeken, en werkelijk ontmoette hij hem. Zonder iets te laten blij ken liep hij hem na tot hij een politie-agent ontmoette, wien hij hem aanwees. De jongen werd gegrepen en bleek een der beruchte dieven te zijn, pas 14 jaar oud. Hij verzette zich heftig tegen zijn arrestatie, en op advies van een ander lid dezer bende liet hij zich voortsleepen over de straat, terwijl hij inmiddels trachtte het publiek tegen de po litie op te hitsen. De tweede jongen werd ook opgepakt. Een derde, bijgenaamd Gerritje Gek, die den rijksdaalder mede hielp opmaken, maakte zich uit de voeten. Het gevolg van een en ander was dat er vier agenten aan te pas moesten komen om deze twee jongens van 14 en 15 jaar te brengen naar het bureau in dc Lange Torenstraat. Daar werd de 14jarige N. B. in verhoor ge nomen hij verklaarde onbewimpeld te blijven stelen zoolang hij vrij is. Maar nu zal hij naar de gevangenis worden overgebracht. Aanvankelijk werd hij in een der arrestanten- vertrekken achter slot en grendel gezet. Na een poosje werd het gewone bezoek aan de arrestanten gebracht, en toen was do kleine dief verdwenen. Hij bleek uit den vloer een paar planken te hebben gebroken, de brits ver plaatst te hebben, en door do opening onder de bintlaag te zijn gekropen, om te trachten langs dezen weg een uitgang te vinden. Maar nog juist bij tijds werd deze toeleg ontdekt. De jongen is natuurlijk toen beter opgeslo ten. Te New York heerscht eene hevige epi- demi van influenza. De gasthuizen zijn vol en er sterven veel inenscheu aan de ziekte.

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 2