Gravin Ilario. IiGUwjaars=IdvGrientiGn No. 378. Zaterdag' 24 December 1808. 8e jaargang. Abonnementsprijs: Advertentieprijs: Philips van Marnix. FEUILLETON. II. c. voor oen Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents. Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. BERICHT. Met het oog op het Nieuwjaars feest zal het eerstvolgend nummer van dit blad in plaats van 31 1 )e- cember, op 1 Januari n.s*. verschij nen, In dat nummer kunnen, als naar gewoonte worden opgenomen, oonts per stuk. Deze worden evenals andere ad vertentiën ingewacht uiterlijk tot Zaterdag 31 Dec., des namiddags 1 ure. Breskens, Dec. '98. De Uitgever. De naam van hem, die hierboven staat is onafscheidelijk verbonden aan die van Wil lem den Zwijger, en dus mede aan onze gansche geschiedenis. Philips van Marnix van St. Aldegonde was een der vurigste strijders voor Staatkundige en geloofsvrijheid. Uit het Italiaansch vertaald 6. DOOR Heb dank; dit is eene toestemming die ik betwijfelde van u te zullen verkrijgen. Ik wilde wel eens weten waarom gij ver langd hebt dit jaar buiten te blijven. Ik zou het u niet kunnen zeggen; mis schien uit verzadiging van feesten. Hoe het zij, willens of onwillens, de kalmte is heerlijk. Verrukkelijk, was het antwoord. Overigens, het woelig verkeer der wereld behaagde u toch ook niet weinig, voegde de gravin er glimlachend b'j- Zoodat ik daarvan misbruik heb gemaakt? Dat geloof ik niet. Het is slechts een gril van u; och ja, Rodolfo, een gril welke ik u niet ongaarne vergeef, daar een winter vol van bals en partijen, geen winter evenaart dien wij hier samen iu stille afzondering zullen doorbrengen, te midden van een sneeuw, die een nieuwigheid In 1538 te Brussel geboren, is hij op 15 December 1598 te Leiden overleden. Te zijner eere werd in 1872 op het kerk hof te West-Soubnrg, in welke plaats hij een tijdlang woonde, een gedenknaald opgericht, door de Antwerpsche geuzen. Philips van Marnix wordt door dezen ge huldigd als de vermaardste aller Antwerpsche burgemeesters. Den 15 December dezes jaars was het den 30Usten verjaardag van zijn sterven. Te dier gelegenheid was door verschillende Antwerpsche Maatschappijen van liberale strekking het plan geopperd oin eene hulde- betooging van grootschen aard te komen brengen aan Marnix, hunnen grooten burge meester. Een 32-tal vertegenwoordigers dier ver schillende maatschappijen, met de heer Jan van Rijswijck, de tegenwoordige burgemeester van Antwerpen, aan het hoofd, kwamen Za terdagvoormiddag te West-Souburg om aan dat plan uitvoering te geven. Na verschillende plichtplegingen, zoo ten opzichte der ontvangst aan het station te Middelburg als het onthaal te Souburg, trok men naar het kerkhof van het westelijk deel der gemeente Souburg, waar een beperkt getal geïntroduceerden bij de plechtigheid aanwezig was. Aan den burgemeester van Souburg werd eene keurig uitgevoerde oorkonde aangeboden, van den volgenden inhoud: »0p heden, 17 December 1898 zijn de ondergeteekenden uit Antwerpen, als afgevaardigden van duizenden hunner stadgenooten, naar Souburg gekomen zal worden in vergelijking met het beetje dat ginds ternauwernood de wielen van ons rijtuig bedekt. Gij hebt dischgenootcn, boeken en smaakt nog daarenboven de voldoening van uwen wensch bevredigd te zien; ik heb bovenal een echtge noot, die mij gezelschap houdt eneen kindje dat mij mama begint te noemen! Hij is zoet, weet gij dat wel, die naam De graat schudde het hoofd. Dus hebt gij besloten Zekerlijk. Het komt mij onmogelijk voor. Hebt gij wel nagedacht over de groote bezwaren welke in dergelijke omstandigheden meermalen voor komen? Over de verantwoordelijkheid Ik heb aan alles gedacht, tot zelfs aan den dag, waarop wij Santinella zullen uithuwelijken. Dat arme kind uit het gebergte, zeide de graaf schamper. Neen, de aangenomen dochter van graaf en gravin Ilario, was het blijde antwoord der gravin. Verstoord hief haar echtgenoot het hoofd op, doch veranderde deze driftige beweging terstond in een vriendelijk gebaar. Ik zou de voorkeur gegeven hebben aan een jongen! riep hij uit, uiet zonder aandoening. om den driehonderdsten verjaardag van het afsterven van Marnix van Sint Aldegonde plechtig te gedenken. Daarna nam de heer Jan vau Rijswijck aan den voet van de gedenknaald het woord, om in gevoelvolle taal het beeld van Marnix te schetsen. Het zou uioeielijk zijn zeide de heer van Rijswijk hier te zeggen, wat Marnix geweest is, dichter, staatsman, soldaat, schrij ver, theoloog hij was alles. Bevoegde rechters noemen hem onder de heroën der diplomaten. Geen veldheer, geen kapitein, maar zijn wapen was de pen. Marnix is voor ons meer geweest, hij was ons voorbeeld door zijn edel karakter. Heel zijn leven heeft hij opgeofferd voor de vrijheid van geweten. In de rijksvergadering te Worms boezemde hij ontzag in door zijne krachtige welsprekendheid. Naar den vreemde verbannen, verloor hij zijne goederen, streed op het slagveld, kwam in de gevangenis, bleef tot in den dood getrouw aan zijne beginse len. Hier te Souburg heeft hij het eerst het woord gesproken»Eert uwe moedertaal'', dat bij ons Belgen nog voortleeft en het tee- ken is der verbroedering tusseken Noord- en Zuid-Nederland. Tot burgemeester van Antwerpen geroepen, was dit voor hem geen post van eer doch een post van geweten. Gezwicht voor de over macht, heeft hij de stad overgegeven, om bloed te besparen, doch uiet voordat er geen brood meer te vinden was. De eerste hon derd jaar en ook de tweede honderd jaar, na zijn afsterven zijn niet herdacht geworden, Ach, als gij spreekt van voorkeur dan zou ik verkozen hebben, dat In t kind van ons was 1 En overweldigd door een onweerstaanbaar ge voel van oprechte liefde, die op dit oogenblik nog door eene gewaarwording van dankbaarheid werd verlevendigd, sloeg zij de armen om den hals van haar echtvriend eu smeekte hem drin gend, op teederen toon: Rodolfo, sta mij deze gunst toe 1 Vergun mij die arme kleine hef te hebben, en gij, houd gij van haar terwille van mij 1 Wat zijn er niet veel ongelukkige kinderen op du wereld De graaf ontroerde zichtbaar. Wij zijn rijk, Rodolfo, en het moet ons een genot zijn, een onschuldig wezen met wel daden te kunnen overladen. Ja, ja, ik weet het Het reeds donkere oog van deu graaf ver duisterde nog meer, als trof hem eene kwellende gedachte; hij trachtte zich los te maken uit de omarming zijner vrouw; doch plotsoliug tegen gehouden door een zekere soort van onderwor penheid welke hij zich zelt scheen opgelegd te hebben, boog hij hel hoofd op haar schouder en drukte, een kus op hare lokken, haar toefluis terende: Wat u behaagt kan mij nooit mishagen. maar de derde eeuw moest niet ongemerkt voorbijgaan. Al zijn wij weinigen, die hier heen kwamen, wij komen uit naam van vele duizenden, die allen met eenzelfde gevoel zijn bezield. Rampvol dat juist die stad moest overgaan, toen de Zwijger was gevallen en Maurits zijn heldendegen nog niet had getrokken. Broedervolken kunnen wij zijn en blijven. Trouw tot elkander. Door dit vol te hou den bereiken wij het ideaal van Marnix. Deze eenvoudige steen werd vóór 20 jaar hier opgericht met denzelfden geest van so lidariteit die ons nu bezielt. Een rijker mo nument kome misschien later hiervoor in de plaats, doch als herinnering blijve toch deze naald met zijn opschrift bewaard en daarop zjj dan tevens vermeld de naam van zijn ou deren broeder van Toulouse, die onder de muren van Antwerpen den heldendood stierf. Zich daarna wendende tot den burgemees ter van Souburg, droeg de heer van Rijswijck hem de zorg op voor den bronzen lauwertak, die aan het monument was gehecht en gaf daarbij de verzekering, dat tusschen Antwer pen en Souburg door dit gedeukteeken een duurzame band was gelegd. Daarna nam de heer Snijders uit Middel burg het woord eu sprak ongeveer het vol gende Nederlanders uit het zuiden, waarde stad genooten, het alhier bestaande comité heeft mij opgedragen een woord tot u te spreken. Het is moeilijk om na de welsprekende taal van den hooggeachten ambtsopvolger van Mar nix hier het woord te voeren. Behoud het kind dier bedelares. Helaas! besloot hij niet een zucht, zoo gaarne had ik u zelf een aangenomen zoon aangeboden. Gij Wat bedoelt gij, Rodolfo? Door op onze reizen de gasthuizen te be zoeken, eu daar uit houderden een schepseltje uit te kiezen, waarmede wij beiden eenstemmig ingenomen zouden geweest zijn. Maar het is niets, Innocenzahet komt er niet op aan; het noodlot heeft het aldus gewild. Zeg liever: God heeft hut gewild. De graaf was op het punt een brleedigend woord uit te spreken. Halsstarrigehad hij bijna gezegd, stijl hoofdige 1Maar hij weer hield zich krachtdadig en was tevreden met de behaalde zegepraal. In de tien jaren van zijn huwelijksleven had hij zich geen enkel onwel willend woord te verwijten gehad, waarop hij zieli niet weinig liet voorstaan, daar het hem in zijue eigene oogen verhief op het voetstuk van een model-echtgenoot; derhalve mocht hij zich ook niet daaromtrent te buiten gaan. Hij hernam dus zijn kalme gelaatsuitdrukking eu keek een minuut of vijf naar de sneeuw op de hergen, en stelde zich voor hoe binnen veertien dagen, over een maand of twee misschien, de straatweg wel een meter hoog daarmede bedekt

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1