Gravin Ilario. No. 373. Zaterdag 19 November 1898. 8e jaargang. Buitenland. II. c. Binnenland. HET NIEUWSBLAD voor Zoenwsch-Vlaanderon. Abonnementsprijs: Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents. Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Advertentiepriis: Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Adveitentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. I)eze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. In het begin dezer week werd een zeer on rustbarend gerucht verspreid, waarvan door sommige Fransche bladen gretig gebruik is ge maakt het hunnen lezers voor te zetten. Door een agentschap van het algemeen tij dingbureau „Havas" werd ill. het bericht we reldkundig gemaakt dat Dreyfus was overleden. De vage berichten die we in de laatste dagen nopens den Ex-kapitein lazen, waren minstens zoo onbeinoedigend, dat het geen verwondering zou gehaard hebben, indien hel; korte telegram waarheid bevatte. Gelukkig, mogen we zeggen, is het tegendeel gebleken. De infoimatiën, ingewonnen ter plaatse hebben bevestigd dat de waarheid van het bericht zeer sterk in twijfel moet worden getrokken. Het zou zooals uien kan begrijpen, ten hoogste te betreuren zijn, indien Dreylus kwam te overlijden, op een tijdstip dat hij in Frankrijk mocht terugkeeren. Het aanvullend onderzoek dat het Tlof van Cassatie nu zelfs instelt vordert zeer langzaam, daar het verhoor vooral van de 5 oud-ministers van oorlog veel tijd in beslag neemt. Men spreekt er ook van, dat overste Picquart zal gehoord worden. In het departement van justitie ging het gerucht, dat Dreyfus op last van het Hof door eene justitiëele commissie in Cayenne zal worden gehoord over de beweerde „bekentenissen". In deze zaak is thans door het Hof van Cassatie een hoogst belangrijke en verblijdende beslissing genomen, nl. om Dreyfus langs lele- FEUILLETON. Uit het Itahaansch vertaald DOOR Mevrouw, daar is een arme vrouw, die verlof vraagt om in de schuur den nacht te mogen doorbrengen. Is zij alleen? vroeg gravin Ilario. Zij heeft een kindje bij zich. Gij weet dat de graaf verboden heeft wien het ook zij binnen het hek te laten, vooral laat in den avond, lntusschen, als gij mij verzekert dat de arme vrouwga I zij zal wel geen diefegge zijn. Zij ziet er te rampzalig uit; ik geloof dat mijnheer de graaf het hart niet zou hebben haar weg te zenden, bij dezen mist en de slechte wegen. Laat haar dan binnen, maar draag zorg dat zij morgen ochtend vroeg vertrekt en pas Vooral op dat zij geen lucifers bij zich heeft. De portier vertrok. grafisehen weg in kennis te stellen met de ont- vankelijk-verklaring van de revisie-aanvrage van zijn proces. In de eerste plaats wel, zoo sclirij t de N. Rotterd. Crt. omdat de ongelukkige veroordeelde nu eindelijk weten zal, hoe zijn familie en vrienden in de lange jaren van zijn ballingschap, in hel laatste vooral, voor hem hebben gewerkt. Men zegt, dat hij iets vermoedde on dat het lange wachten op de tijding die altijd maar niet kwam, hem ten slotte deed gelooven, dat men onhandigheden beging. Wat moet voor mevrouw Dreyfus die brief van hein geweest zijn, waarin hij, naar het heette, sprak van „certaines maladresses", die nog wel te herstellen zouden zijn. Maar het vorderde niet. Eu zoo scheen de moreele kracht hem langzaam aan te begeven. Van 14 September is de brief, waarin bij, voor het eerst, van ontmoediging spreekttwee maanden geleden Het ministerie Dupuy heeft die geringe eer, welke het zich iti deze voor Frankrijk's regeer ders zoo weinig eervolle zaak had kunnen ver werven, laten voorbijgaan. Het bevel van Bris- son's kabinet om het lot van den balling eenigs- zins te verzachten, is onuitgevoerd gebleven onder Dupuy. Deze is het ook, die nog juist een paar dagen voor de beschikking van den laden dezer, kans heeft gezien te weigeren, dat aan den gevangene de troost, de levens hoop eener luttele inlichting geschonken werd. Weder neemt het Hof van cassatie een edele taak uit handen. Het weinige wat de regeering in dit stadium van de zaak nog uit eigen be weging had kunnen doen, geschiedt op bevel Zeg aan don knecht, dat h'j haar een stukjbrood gééfttwee stukken; zij heeft immers een kind bij zich Zij is zogende. Arme ziel 1 met dat weer buiten te moe ten zijn I De portier vertrok en de gravin ging voort met schrijven. Weldra stond zij op. Geeuwende sloot zij een oogenblik de oogen, die zij daar op met de hand wreef. Zij rook achtereenvol gens aan de bloemruikers, die in twee of drie vazen op de salontafel prijkten; zij nam het groene scherm weg, dat de hanglamp bedekte, ging naar het venster en opende het geheel. Het was volkomen duister buiten; geen ster schitterde aan den hemel. De wind suisde met geheimzinnige zuchten door het hout, die den droefgeestigen wellicht aangenaam in Je ooren klonken, maar niet den vroolijken van harte, die liever bij lichte maan wat muziek zouden hooren. Wat is er nu weer, Lorenzo? Ik heb het brood aan de bedelares ge bracht, maar zij eet van avond niet. Zij heeft de koorts en klaagt over pijn in de zijde. Kom binnen, zei Mevrouw. Welnu De arme vrouw is ziek. van het Hof. Nog om een tweede reden echter is de be slissing van het Hof zoo hoogst belangrijk. Het is de revisie-enquête begonnen met liet hooren der vijf oud-ininisters van oorlog, die eenstemmig verzekerden, bij al wat men maar wilde, dat Dreyfus schuldig was en dat zij hel bewijs zouden leveren, als zij maar spreken mochten zonder de hun toevertrouwde laudsge- heimen aan de openbaarheid prijs te geven. Het Hof heelt hun het eerste woord gelaten, blijkbaar om voor alle dingen te weten of deze vijf bij machte zouden zijn ook aan de justitie hun „zekerheid" over te dragen. Zij hebben gesproken en stellig hebben zij, trouwens in hun eigen belang, aan deze eerwaardige magi straten, door ambtseed en bijzundere belofte gebonden, niets van hun geheimen verzwegen. En zie, nauwelijks is het verhoor van den laatste hunner, Chanoine, geëindigd of het Hof' beveelt, „dat de veroordoelde langs tele- grafischeit weg zal worden in kennis gesteld met de ontvankelijk-verklaring van het revisie- verzoek en dat hij zal worden uitgenoodigd zijn middelen van verdediging in te dienen." Dit is dus het antwoord van het Hof aan de oud-ministers, gegeven den dag na dien, waarop hun verhoor is afgeloopen. Immers, de geheele revisie procedure wordt opgezet en duurt voort met liet oog op de mo gelijkheid, de waarschijnlijkheid liever, dat een onschuldige veroordeeld is. Bekomt dus het Hof, wanneer of op welke wijze ook, gedurende den loop dier procedure de zekerheid van de schuld, dan zal het de procedure staken en liet revisie-verzoek definitief' Breng haar een kussen Is zij jong? Het schijnt zoo. Maar zij is zoo mager! Zij heeft liet gebergte verlaten, omdat zij we duwe was geworden, en leeft van aalmoezen. Ik hoop dat zij morgen ochtend in staal zal zijn om verder te gaan. Geef' haar een goe de deken; dat zal haar verwarmen. Wat is dat? riep zij plotseling luisterende uit: Ik hoor schreien. Dat is het kind. O, dat hindert mij. Breng het een glas inelk; ik wil het niet hooren schreien; sluit het venster, Lorenzo. De pendule sloeg langzaam negen uur. Het was in den laten herfst en de nachten waren reeds lang. De portier vertrok en de dauie her vatte haar schrijfwerk. Vrees niet dat ik koude zal vatten in deze regenachtige dagen; ik ga zelden uit en als ik onze aanplantingen aan de rivier bezoek, doe ik een winterdoek om. Hoelang blijft gij nog weg? Wordt uw vriend beter of' wat denkt hij anders te doen? Ik verveel mij. Gij kuilt u niet voorstellen hoeveel fraaie handwerken ik in deze dagen van eenzaamheid afmaak I Weet gij wel dat een galant echtgenoot zijne vrouw hare goede gewoonten doet verliezen? In uw verwerpen. De thans genomen beschikking bewijst alzoo, dat de vijf oud-ministers, volle vrijheid van spreken genietende, het Hof niet van Dreyfus schuld hebben kunnen overtuigen. Men werpe niet tegen, dat met dat al tot Dreyfus' terugkeer nog niet is besloten. Om zulk een besluit ts nemen, zou net Hof wel nu reeds nagenoeg de zekerheid moeten hebben van zijn onschuld. Het ware onmen- scheiijk den veroordeelde naar zijn vaderland te laten inschepen, zoolang naar de meening van het Hof de vraag nog open bleef of men hem mettertijd niet opnieuw naar zijn ellendig verblijf zou moeten terugzenden. Zoolang het Hot die vraag nog niet naar zijn innerlijke overtuiging heeft beantwoord handelt liet vijs door de i veroordeelde een moreelen schok ei 't land de nieuwe agitatie te besparen, Welke van een bevel tol terugkeer de onvermijdelijke ge volgen zouden zijn. lntusschen zal Dreyfus reeds door het thans genomen besluit voor zedelijken ondergang be waard blijven. Hij wéét nu, dat er aan zijn redding gewerkt is en wordt, en de lange uren die lieiu daar ginds nog resten, kan hij vullen met den vertrooslenden arbeid dien de justitie van zijn vaderland hem toezendt; hel bestu- deeren van stukken en bescheiden, het beant woorden van vragen, alle betrekking hebbend op zijn zaak, op het herstel van zijn eer en zijn leven. In een uitvoerig adres heeft de kunstschilder II. Bogaerts te Boxtel zich tot de Tweede Ka- b ij zijn doe ik niet anders dan mij vermaken. Elf dagen I En de vriend neemt nog geen besluit. Denkt gij, als ik een zoontje had, dat ik uren achtereen aan het stramienraam of met naaiwerk zou doorbrengen Of' dat ik tijd zou hebben om naar het blaffen der honden te luis teren, dat ik zoo onaangenaam vind; of naar het gieren van den will 1, waar ik bang voor ben Ach had ik slechts een zoontje, dan zou ik u veel minder aanhalen en u niet zooveel brieven schrijven om niets anders te zeggen dan - kom terug. Heden avond ben ik nog meer dan an ders uit mijn humeur. Het schreien van een kind hindert mij onbeschrijfelijk; een bedelares heeft om een schuilplaats in de schuur gevraagd, en zij heeft een kind bij zich dat voortdurend schreit. Indien ik haar een nachtleger gewei gerd had, zou ik zeker niet met mijzelve te vreden zijn, bij dezen donkeren nacht en het stellige vooruitzicht van regen. Ik heb haar binnen laten komen en toch voel ik mij niet prettig. Ais gij bij mij waart zou liet wel beter zijn. NiemandIk reken natuurlijk mijn ka menier, twee bedienden en den portier niet me de. Moet ik gaan kaart speleu met de keuken-

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1