dat het niet noodig ia, dan wordt art. 128 tot
een doode letter gemaakt, en dat zal geenszins
do bedoeling geweest zijn.
Dhr. Citrpreau. Als de raad daarin niet heelt
voorzien dan blijkt het, dat hij in gebreke is
gebleven om die voorwaarden vast te stellen.
Het gaat toch niet aan om, telkens als een
dergelijke aanvraag bij den burgemeester komt,
de raad samen te roepen en die te laten be
slissen.
Dhr. Heildrikse. Bij het dansen is geen haast.
Bovendien moet het »geljjke monniken, ge
lijke kappen" toegepast worden, en tevens is
het noodzakelijk, dat de genomen besluiten uit
gevoerd en opgevolgd worden.
Daarna werd de zitting gesloten.
Oostburg. Vrijdagnamiddag vergaderde de
Gemeenteraad, waarbij de heeren C. La Nobel
en M. M. Meijer afwezig waren.
Na lezing en goedkeuring der notulen werd
mededeeling gedaan van de navolgende ingeko
men stukken, als eenige Staats- en Prov. bla
den.
Alleen werd de aandacht gevestigd op een
in bet Staatsblad voorkomend koninklijk besluit
waarbij de heer P. A. vau de Velde was toe-
gelateu als lid vau den Baad der gemeente
Terneuzen, in strijd met het advies van den
Raad van State, waarbij de minister van Bin-
nenlandsche Zaken volkomen de letter der wot
had opgevolgd.
b. Proces-verbaal van kasopiieming bij den
Gemeente-Ontvanger waaruit bleek dat in kas
was ƒ4266.81.
e. Missive van Gi*d. Staten, dat de Com
missaris der Koningin de heeren F. Platikeel
en A J. de Smit huil herbenoemd als leden
van het college van zetters bij 's rijks dir. be
lastingen.
Alle aangenomen voor kennisgeving.
Gunstig werd besloten overeenkomstig het
voorstel van Burg. en Weth. de begrootir.g voor
1898 zoodanig te wijzigen dat in de uitgave op
den post (feestvieringen" een bedrag vau ƒ800
werd geplaatst als bijdrage verstrekt aan de
Feestcommissie en dit bedrag te vinden uit het
goed slot der rekening van 1896 en het restant
uit de onvoorziene uitgaven der loopende be
groeting. Mede werd uit deze laatste pos! be
schikbaar gesteld een bedrag van 2.57 ter
voldoening der kwade posten op de personeele
belasting over den dienst 1895/96.
Daarna kwam aan de orde de behandeling
van de gemeente-begrooting voor 1899.
Niemand hierover algeiueene beschouwingen
wenschcnde, werd zij artikelsgewijze voorgelezeu,
en bij eukele posten nader toegelicht.
Bij de ondenvijzors-jaarwodden was door Burg.
en Wetli. voorgesteld oin aan mej. Vroolijk
eene verhooging van ƒ50 toe te staan, over
tuigd dat zij zijn, dat doze onderwijzeres in de
door haar gepresteerde diensten bij het overige
personeel niet ten achter staatde billijkheid
vorderde deze verhooging ten volle.
Dhr. J. H. van Pecneu achtte de verhooging
van ƒ25, ingevolge de voorwaarden van aan
stelling, waarop ze nu recht heeft, voldoende.
Een voorstel door hem in dien geest ingediend
werd verworpen met 3 tegen 2 st. Tegen
stemden de heeren F. J. N. van Dam, A. A.
de Smet en de Voorzitter; vdór de heeren J.
H. van Peenen en A. J. de Smit.
Nopens het verzoe.k van het Bestuur der mu-
ziekvereeniging om even als voorheen een jaar-
lijksch subsidie ad 50 uit de gemeentekas werd
gunstig besloten.
Daarna werd de begrooting in zijn geheel
aangenomen met algeineene stemmen in ontvang
en uitgaaf op ƒ14324.16.
Naardien bij het verstrijken van den verlof
tijd van den heer P. C. de Gelleke, diens on
derhandelingen met de Levensverzekeringmaat
schappij niet tot het gewenschte resultaat hebben
geleid, is deze weder als onderwijzer in functie
getreden.
Voorts werd met algeuieene stemmen goed
gevonden om met ingang van 1 Januari a. s.
weder concessie aan te vragen voor tolheffing
op den grindweg Oostburg-Waterlandkerkje.
Nog werd voorlezing gedaan van een schrij
ven van het Bestuur der afdeeling Oostburg
van de Maatschappij tot bevordering vau Land
bouw en Veeteelt in Zeeland, waarbij, ingsvolge
besluit der algemeene vergadering dier afdeeling
werd gevraagd of de gemeente Oostburg bereid
is om de in 1899 te houden algemeene verga
dering en tentoonstelling dier Maatschappij te
houden.
De voorzitter gaf als zijne meening te ken
nen, dat indertijd, toen bij de eer bad voorzit
ter dezer afdeeling te zijn, besloten was om
voor bedoelde alg. verg. en tentoonstelling het
eerst die gemeenten in aanmerking te doen
komen waar zuiks nog niet plaats vond.
Daar èn IJzendijke èn Breskens nog niet
daartoe in de gelegenheid zijn geweest, stelde
hij voor om als antwoord op dit schrijven te
kennen te geven, dat indien geene der gemeen
ten geneigd mochten zijn om deze alg. verg.
en tentoonstelling te houden het .Bestuur op de
medewerking van de gemeente Oostburg kan
rekenen, doch in het tegenovergestelde geval
het ditmaal wenscht over te laten aan de ge
meenten IJzendijke of Breskens.
Dit voorstel werd met algemeene stemmen
aangenomen en daarna de zitting gesioten.