PETRA, list fissÉiaisje.
No. 369.
Zaterdag 22 October 1898.
8e jaargang.
FEUILLETON.
HET NIEUWSBLAD
voor Zeenwsch-Vlaanderen.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Verhooging van den accijns op wijn
en gedistilleerd.
Hen heeft den voorstanders van verhooging
van wijnaccijns verweten dat zij het desbe
treffend wetsvoorstel met weinig geestdrift
verdedigen. Het .Vaderland" vraagt nu wie
eenige belastingverhooging met geestdrift zou
willen verdedigen, als daar absoluut geen ont
heffing of verlichting tegenover staat. Hoog
stens buigt men zuchtend het hoofd voor het
heilige moeten en beijvert zich aan te toonen
dat de tegenstanders schromelijk overdrijven,
door te beweren, dat de verhooging van den
wjjnprjjs met 4, 5 cent per flesch het verbruik
ontzaglijk zal doen dalen.
Het blad constateert dat niettegenstaande
het onveranderd blijven van den accijns, de
toeneming der bevolking, terwijl de welvaart
toch niet aanhoudend is achteruitgegaantoch
de opbrengst van den wij naccij ns 'gestadig
afneemt, doordat wij matiger worden.
Juist omdat het de drinkgewoonten zijn en
niet de verminderde koopkracht der bevolking,
die de daling in de opbrengst van den accijns
ten gevolge hebben, mag men aannemen, dat
een kleine prjjsverhooging op het verbruik
niet zoo heel veel invloed zal hebben. Niet
zoo heel veeleenigeu invloed natuurlijk.
Er is bij de prijsverhooging van elk arti
kel, welk ook, een zekere zoom der bevolking
die zich genoopt ziet zich in het verbruik te
matigen of het zich te ontzeggen, maar er is
grond voor de ouderstelling, dat wijn behoort
tot die artikelen, waarbij deze zoom van ver
bruikers uitermate klein is.
11. B J O R N S O N.
De dames werden nieuwsgierig naar de oor
zaak van al die drukte. Zij begaven zich in
optocht naar den gang. De deur der studeer
kamer stond open. Oedegaard bemerkte Petra,
en vervolgde een weinig luider dan hij tot
hiertoe gesproken had:
Zou het goede en sclioone, dat
wordt voorgesteld, niet evenzeer, ja, geen groo-
tere macht uitoefenen dan het kwade, waar
aan men uitdrukking geeft?
Er zijn tooneelspelers, die, aangegrepen door
het spel, den louterenden invloed van het goede
en schoone evenzeer ondervinden in den schouw
burg als in de kerk. Zeker, er zijn ook schouw
spelers in slechten zin, spelers, die enkel
schreeuwers zijn, tot niets anders nut, en mis
schien op het tooneel nog de minst schadelijke
rol vervullen.
Voorts betoogen tegenstanders dat verlaging
van accijns het verbruik belangrijk zou doen
stijgen ten bate van de schatkist. Dit ont
kent het Vad. Wijn kan nooit een volksdrank
worden. Het verbruik daalt, niettegenstaande
de wijn reeds goedkooper wordt. De invoer
van goedkoopere soorten uit Algerië, Spanje,
California is immers relatief enorm toegeno
men. De goedkoope soorten vinden steeds
meer aftrek.
In België zag men in tien jaar tijds het
verbruik stijgen met 45 pet., terwijl ook daar
de accijns stationair was. Hier volgt eenvou
dig uit, dat België andere drinkgewoonten
heeft dan wij. Het aanmerkelijk verschil in
accijnsdaar 23 fr. en bij ons ƒ20 per hec
toliter, is niet voldoende om den zoo geheel
uiteenloopenden gang van het verbruik te ver
klaren. Het kan een verschil beteekenen van
7 a 8 cent per flesch zelfs als de wjjn bjj
ons met dien prijs daalde zou in 't licht der
ervaring een belangrijke stijging van verbruik
niet te wachten zijn, zeker niet te wachten
zijn dat bier- of jeneververbruikers tot den
wijn konden overgaan.
Daarentegen zal de rijke man, die gewoon
is wijn te drinken, om 4 of 5 ct. meer per
flesch, geen druppel minder nemen, en ook
de minder gegoede die als lekkernij, ter wille
van gezelligheid of gezondheid met mate zijn
glaasje gebruikt, zal er zijn budget niet merk
baar door bezwaard vinden.
Juist omdat het overgaan tot goedkoopere
soorten in de laatste jaren moeilijk aan ver
mindering van welvaart kan worden toege
schreven, is niet zoozeer te duchten, dat een
Maar gelukkig zijn dezulken eene uitzondering.
De tooneelspeler is in zijn moeilijk beroep
dikwijls een werktuig in Gods hand; hij toont
en wékt in ons het goede, waarvan hij de
drager wil zijn als kunstenaar en meusch. Een
waar kunstenaar gevoelt bij zijn streven naar
het „exelsior" zijne tekortkomingen en onwaar
digheid dikwijls zeer sterk.
Ik geef hem geen vrijbrief voor afdwalingen
en zonde. Hoe verhevener de roeping, hoe
grooter de schuld bij ontrouw en lichtzinnig
heid. Het is een ernstige en moeilijke roeping,
de roeping van tooneelspeler. Sommigen wor
den bedorven door lof er. vleierij; anderen
toonen zich hunne schoone roeping onwaardig.
Maar is dat een reden om de kunst te min
achten, een reden tot verachting van ongeluk-
kigen? Jezus was een vriend van tollenaars en
zondaren. Laat ons bedenken, dat wij wel des
spelers misstappen en gebreken zien, maar dat
wij onkundig zijn omtrent oorzaken en aanlei
ding; en dat we weinig of niets weten van de
omstandigheden, die we moeten kennen om
rechtvaardig te kunnen oordeelen.
Hij zweeg. Allen wilden het woord en be
gonnen zelfs zonder de toestemming van den
president at te wachten, te spreken, maar
kleine prijsverhooging het verbruik zal druk
ken.
Om dezelfde reden acht het blad het gevaar
van toenemende vervalschingen zoo groot niet.
Het is zeker waar, dat elke accijnsverhoo-
ging den prikkel tot fraude vergroot, maai
de eerlijke handelaar gaat om zoo'n kleinig
heid niet knoeien, en of de knoeier nog een
beetje meer knoeit, is zoo heel erg niet. Het
handhaven der oude prijzen, niettegenstaande
accijnsverliooging, moet natuurlijk de achter
docht van het publiek wekken, en kon daarom
wel eens een verkeerde speculatie blijken.
Bovendien is bij dit artikel niet alles wat
men «knoeien" noemt, het aanleggen en ver
snijden, bepaald schadelijk voor de gezondheid.
In dit opzicht is meer aan te voeren tegen
de verhooging van den accijns op gedistilleerd.
Het is waar, deze verhooging is van niet
heel veel .beieckenis, maar een bezwaar is
misschien juist dat zij zoo gering is. Als de
H.L. ƒ3 duurder wordt, gaat het toch niet
aan voor een zoo geringe verhooging den prijs
van den borrel duurder te maken. En als de
verkooper het verlies zelf niet dragen wil, zit
er niet anders op dan öf de glaasjes kleiner
maken öf nog meer vervalschen.
Het eerste treft den minderen man in zijn
zak, het tweede in zijn gezondheid. Een be
langrijke verhooging van accijns, die wel zou
verplichten tot het duurder maken van het
glaasje, zou wel eveneens beide gevolgen kun
nen hebben, maar zou toch ook beperking van
verbruik medebrengen. Een flinkere verhoo
ging ware het blad daarom liever
Ook de schaduwzijde der accijnsverliooging
Fjorton iir tror jag vist, at jög vor
(Veertien jaar meen ik zeker dat ik was)
klonk het uit de woonkamer en ijlings vertie
ten de lieeren het studeervertrek. Signe Zweed-
sche liederen te hooren zingen, was voor de
meesten een onwaardeerbaar genot. Het eene
lied volgde het andere, en toen deze volkslie
deren, die de oudste der wereld en een getrou
we afspiegeling zijn der ziel van een groot volk,
hen in een stemming had gebracht zooals Oe
degaard dit wenschte, stond hij op en verzocht
Petra iets voor te dragen. Zij moest iets van
Oedegaard's plau geweten hebben. Een gloei
ende blos overdekte haar gelaat. Maar een oo-
genblik later deed ze eenige schreden voor
waarts en ofschoon ze zóó beefde, dat ze zich
aan een stoel moest vasthouden, ving ze toch
inct haar voordracht aan.
Bevend, plechtig, zonder een zweem van ge
maaktheid had ze het gedicht voorgedragen.
Niemand sprak, niemand verroerde zich. Maar
eindelijk kon de kapitein het niet langer uit
houden, hij sprong op en riep: Ja, ik weet
niet hoe het met anderen is, maar als ik op
die manier gepakt wordt, dan mag de dui
vel
Kapitein, kapitein, daar vloekt ge al weer,
ontkent het blad niet, vooral niet dezedat
wie het 't minst lijden kunnen, evenredig het
zwaarst worden gedrukt. Om dit bezwaar
eenigermate te ondervangen is gelijktijdige
verhooging van den wijnaccijns zeker noodig,
maar deze werkt hierdoor weer verkeerd, dat
de verbruiker van duurder wijnen evenredig
minder heeft te betalen.
Het denkbeeld om wijn op flesschen zwaar
der te belasten, zou niet geven.
Want sommige fijne wijnen zijn zeer geschikt
om op fust te worden ingevoerd, terwijl in
voer op flesschen bjj sommige eenvoudige
soorten gewoonte is. Men zou tot zeer on
evenredige en ongelijkmatige wijze van heffing
komen, als men van het toeval der verpakking
de verhooging van reeht liet afhangen. Ook
zou zulk een stelsel een bepaald tegen Frank
rijk vijandige strekking hebben, omdat het
meerendeel van den flesscheninvoer den Frau-
schen champagne omvat en voor dezen een
invoer op fust natuurlijk niet mogelijk is.
Billijk alleen zou een stelsel zjjn, dat naar
de waarde belastte, zonder te letten op fustage.
Maar alle deskundigen zeggen, dat dit bjj
dit artikel onmogeljjk is. De moeiljjkheden
der waardeschatting, de versnjjdingsgewoonten,
het stelsel van verlengbaar crediet, dat alles
schjjnen onoverkomeljjke bezwaren te zijn.
Niettegenstaande deze bedenkingen durft
het blad toch niet tot verwerping der betref
fende belasting-ontwerpen te raden, eenvoudig
omdat het geld er zijn moet.
Wie om de fouten, die deze accjjnzen aan
kleven, terstond gereed zjjn elke verhooging
af te wjjzen, maken het zich wat al te ge-
zei het kleine meisje, terwijl ze baar wijsvin
gertje waarschuwend in de hoogte slak, nu
komt de duivel stellig om u te halen.
Dat is goed mijn kind, laat hem maar ko
men, maar nu moet ik, de duivel hale mij t
een vaderlandsch lied hebben. Zonder eenige
andere aansporing zat Signe in het volgend
oogenblik bij de piano, en het vroolijke gezel
schap zong:
Ik min mijn land, mijn Vaderland,
En 't volk, dat vroom en wakker,
Met trouwe hand ploegt, zaait en plaut,
Gehecht aan hof en akker.
Mijn dierbaar land, mijn Vaderland!
Ik min 't als ga' en kind'ren.
'k Leef voor uw eer, maar 'k zoek en leer,
Wat aan uw bloei kan kind'ren.
Mijn vorstelijk land, mijn Vaderland!
Uw zon straalt 's zomers warm.
Uw grond is goed, schenkt overvloed,
En loont den kracht'gen arm.
Mijn Vaderland, mijn heerlijk land!
Wij ploegen ook uw vloeden.