Binnenland.
De commissie besliste dat, bij aldien een
restitutiestelsel wordt aangenomen,, het aan
beveling verdient de volle premiën te restitu-
eeren in de gevallen bedoeld sub a en b in
tegenstelling met het gedane voorstel, waarbij
slechts sprake was van restitutio der halve
premiën. Deze beslissing werd met eene niet
onaanzienlijke meerderheid genomen ten aan
zien van het geval sub a maar ten opzichte
van de beslissing van het geval sub l was de
meerderheid geringer
De commissie heeft met eene niet aanzien
lijke meerderheid zich verklaard tegen het
aannemen van een restitutiestelsel in eene
regeling van de verplichte verzekering tegen
ouderdom alleen. Vervolgens heeft de com
missie met eene niet onaanzienlijke meerderheid
zich verklaard tegen de invoering van de
verplichte verzekering tegen ouderdom alleen.
Na het nemen van deze beslissing heeft de
commissie met eene niet groote meerderheid
zich verklaard tegen het gelijktijdig invoeren
van de verplichte verzekering tegen invalidi
teit en tegen ouderdom.
Desniettemin heeft de commissie met eene
aanzienlijke meerderheid haar reeds vroeger
uitgesproken gevoelen gehandhaafd, dat in
beginsel de verplichte verzekering zoowel tegen
invaliditeit als tegen ouderdom raadzaam is.
De veelheid der stof van de vorige week,
betreffende den atloop der feesten bij gelegen
heid der plechtige inhuldiging van li. M. de
Koningin, noodzaakte ons, ons te beperken tot
onze omgeving. We willen daaro.n met een en
kel woord terugkomen op het groote feit der
vorige week, waardoor Nederland aan Oaanje
en de Koningin aan het vaderland opnieuw zijn
verbonden.
Maandag 5 Sept. begaven Koningin Wilhel-
minaen H.L). Moeder zich met gevolg naar Ams
terdam voor de inhuldigingsplechtigheid. De
intocht in de hoofdstad des Rijks was even
vorstelijk als de ontvangst hartelijk. De geest
drift aldaar was even onbeschrijfelijk als de
menschcninassa ontelbaar.
Dinsdag 6 Sept. was de dag der inhuldiging.
Langzaam vulde zich tegen 11 uur de Nieuwe
Kerk, alwaar de plechtigheid plaats zou heb
ben, met dames in rijke kleedij, hooge ambte
naren, militairen, gezanten in de meest afwis
selende uniformen, schitterend van goud en or-
duteekenen. Toen was de Koningin-Moeder met
een groot gevolg binnen getreden, onder plecli-
tigen orgelklank, die zich mengde met bazuin
geschal. Allen groetten eerbiedig, toen Zij door
het middenpad der Kerk naar Haar zetel werd
geleid, een zetel opgesteld naast den troon. De
Koningin-Moeder, die een kleed droeg in licht
lilakleur der lieliothrope, bleef staan, terwijl Haar
gevolg zich achter haar schaarde.
Nog eenige oogcnblikken, en van buiten drong
troinpetklank, weldra overstemd door het ge
naderen, en toch is dit het juist waaraan gjj
zegt behoefte te hebben, waartoe uw geloof u
heet te brengen.
Maar dichten, verdichten is immers een voor
stelling geven van iets, dat nooit is geweest,
dus is het leugen,sprak Randi bedachtzaam.
.Neen, er zijn groote waarheden, die zich
niet inet de handen laten grijpen,' hernam Oe-
degaard.
Allen zagen vragend tot hem op, en de jon
ge man zei: «Ik heb nog r.ooit geweten, dat
zoo'n sprookje van Asschepoester grooter waar
heden bevatte dan wat ik voor mijn oogen zie.'
Allen glimlachten.
«Zeg me dan of gjj altijd den samenhang
begrijpt v*n de dingen, die ge om u heen
ziet gebeuren?
«Daarvoor ben ik zeker niet geleerd genoeg.'
«Och, ook de geleerden begrijpen dikwijls
zoo weinig. Ik ineen van de dingeu in het
dageljjks leven, die ons zorg en moeite geven,
en waarover zij nooit uitgedacht raken.
Qeschiedl dit niet dikwijls?'
Hij antwoordde niet, maar uit de doeken liet
zich een ernstige stem hooreu:« Ja, zeer dikwijls.'
(Wordt vervolgd.)
juich der menigte, tot de kerk door: teelten,
dal de Koningin in aantocht was.
Nog een paar seconden van spannend wachten
en daar verschenen de herauten, gevolgd door
de commissie van ontvangst uit de Vereenigde
Kamers der Stateti-Gencraal en de Konin
gin, nevens Haar generaal van derIieyden, het
rijkszwaard dragende, en de vicc-admiraal Ten
Bosch, met den standaard van het koninkrijk.
De uiteinden van den hermelijnen mantel van
H. af. werden gedragen door vier adjudanten,
eeu groot gevolg sloot den stoet.
Toen de Koningin tot den troon genaderd
was en zich nederzette, welk voorbeeld door
Hare Moeder werd gevolgd, had de hofhouding
zich om en achter den troon geschaard.
II. M. droeg onder den hermelijnen inatPel
een wit satijnen kleed, met aan de voorzijden
een sluitstuk met groote parels als hangers, en
welk kleed ook verder met parels is opgelegd;
om den hals een collier van diamanten, in het
kapsel eeu fonkelenden diadeem in kroonvorm.
De aanblik, dien het gehtel toen leverde: deze
Koningin als een blanke, reine verschijning, naar
ons heen lichtend uit den schitterenden achter
grond, was betoovereud schoon.
Wat op den dag der inhuldiging van Koning
Willem lil gebeurde en o. a. door mevrouw
Bosboom-Toussaint geboekstaafd is, gese.hi dde
ook thans. De lucht was dezen morgen bewolkt
als gisteren, maar gaf toch alle hoop op een
schoonen dag. Toen de Koningin gezeten was,
brak de zon door en deed de heerlijke, groep
van troon en omgeving schitteren van verhoog
den glans.
Nadat de aangrijpende klanken van het n ca-
pclla koor in een bijna onhoorbaar pianissimo
waren weggestorven, nam de Koningin liet
woord en 9prak:
«Mijne Heeren, leden van de Staten-Gcneraal.
Door het afsterven van Mijn onvergetelijke»
Vader tot den troon geroepen, gesteld onder
de hoede van liet zoo wijze en zegenrijke re
gentschap Mijnea innig geliefde Moeder, heb
Ik na de voleindiging van Mijn achttiende
levensjaar de regeering aanvaard. Mijn procla
matie heeft dit aan Mijn dierbaar Volk bekend
gemaakt. Thans is de ure gekomen, waarin Ik
Mij te midden van Mijn trouwe Staten-Geue-
raal onder aanroeping van God, zal verbinden
aan dat Volk, en den hechten en alouden band
bevestigen, die tusschen Oranje en Nederland
beslaat. Het is een schoone roeping, een sehoo-
ne taak, door God Mij op de schouders gelegd,
inaar Ik 'oen gelukkig en dankbaar om over
eeu volk te mogen regeureu als het Nederland-
sche, dat, hoewel klein in zielental, groot is
in deugden, krachtig in aard en karakter. Ik
acht het een voorrecht dat liet Mijn levenstaak
en Mijn plicht zal zijn, al Mijne krachten te
wijden aan het welzijn en den bloei van het
dierbaar Vaderland. De woorden van Mijn o-
verleden Vader maak ik tot de Mijne: «Oranje
kan nooit, ja nooit genoeg doen voor Neder
land!" Tot de vervulling dier taak heb Ik
Uwe hulp noodig, Heeren leden van de Volks
vertegenwoordiging, die Gij Mij ongetwijfeld ook
in ruime mate zult verleunen. Laat ons samen
arbeiden tot bloei en tot voorspoed van liet
Nederlandsche volk. God zegene Uwen en Mij
nen arbeid. Dat hij strekke tot heil van het
Vaderland."
De indruk, dien deze toespraak op alle aan
wezigen maakte, is niet te beschrijven Het
was een openbaring uit den mond van deze
junge Koningin deze taal te liooren, gesproken
met ceil heerlijke stein, die de woorden droeg
tot aehter in de kerk, waar wij gezeten waren:
eene steui klaar en vast, rijk van nuance, eene
stom, die aan elk woord zijne juiste waarde
gaf, elke periode het haar toekomende gewicht
verleende. Kn in een Hollandsch, zóó edel vuil
timbre, dat liet klonk als muziek, en zóó zui
ver en kernig van uitspraak, dat de woorden
als neerparelden iu de groote ruimte.
Langzaam, met volkomen beheersching van
den zin, zegde II. M. hetgeen zij te zeggen
had, en als wij op een enkel detail mogen wij
zen: toen de Koningin de woorden herhaalde,
eenmaal op deze zelfde plaats gesproken door
Haar vader: «Oranje kan voor Nederland nooit
te veel doen, neen nooit te veel Itoen werd
dit gezegd met eene bezieling, die de aanwezi
gen tot in het diepst van het hart trof.
En nog was de climax niet bereikt. Met een
kracht en wijding werd ten besluite de eed
uitgesproken en aan de forinu)e een beteekenis
gegeven, die de woorden deed leven en ze als
uit het hart deed opwellen inet niet te weer-
stanen drang.
H. M. stak de beide voorvingers der rech
terband omhoog en sprak met pleehtigen nadruk
den eed uil:
«Ik zweer, dat Ik de onalhaiikelijkheid en
liet grondgebied des'Rijks metal Mijn vermo
gen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de al-
gemeene en bijzondere vrijheid en de regten van
al Mijn undcrdaiien zal beschermen, en tol in
standhouding en bevordering van de algcmeene
en bijzondere welvaart alle middelen zal aanwen
den, welke de wetten te Mijner beschikking
stellen, zooals een goed Koning schuldig is te
doen.
«Zoo waarlijk lielpo Mij God almagtig I"
Het was een gruotscli oogenblik, dit allen
onder den indruk bracht, dat hier gesproken
had eene Vorstin, aan wie wij mogen deuken
als aan eene teedere jonkvrouw, maar die in
wezenlijkheid toch is De Koningin, de
Koningin die inderdaad de kracht heeft gekre
gen om de zware taak, Haar opgelegd door
Haar geboorte, met een hoog besef Harer ver
antwoordelijkheid te vervullen I
Nog onder den indruk van de zoo krachtig
door den eed bezegelde Koninklijke toespraak,
trad de Voorzitter der Eerste Katncr naar \o-
ren en sprak voor het aangezicht der Konin-
g»n;
«Wij ontvangen en huldigen, in naam van
het Nederlandsche volk en krachtens de Grond
wet, U als Koningin wij zweren, dat wij Uwe
onschendbaarheid en de regten Uwer kroon
zullen handhavenwij zweren alles te zullen
doen wat goede en getrouwe Staten-Generaal
schuldig zijn te doen.
«Zoo waarlijk helpe ons God almachtig I"
De griflier der Eerste Kamer las nu de na—
ineu der Eerste- en Tweede-Kamerleden van de
presentielijst voor en ieder stond even op en
zeide de woorden «Zoo waarlijk helpe mij
God almachtig", of «Dat beloof ik".
Vijf-en-derlig minuten bleef de Koningin in
de kerk, vijf-en-dertig minuten van eerbiedige
stilte. Toen traden de wapenherauten naar
buiten, staken de bazuinen en riepen niet lui
der stemme «Koningin Wilhcliniua is inge
huldigd, leve de Koningin I"
Die kreet«Leve de Koningin werd door
hen die dichtbij stonden overgenomen eu galm
de verder van rij op rij over het gatische plein,
tot een jubelkreet aanzwellend, en door de
straten in den ganschen omtrek voortgedragen.
De Koningin kwam terug gelijk Zij ter kerk
was opgegaan.
Na aankomst ten paleize verscheen II. M.
tweemalen op liet baikon en werd, in vollen
zonneschijn, met geestdriftig gejuich verheerlijkt
door het volk. Van liet balkon staken de wa
penherauten opnieuw de bazuin en al wie daar
waren stemden met de militaire muziek het
Wilhelmuslied in.
Dit was eene grootsche hulde, maar tevens
als een getuigenis, als een krachtige eed van
houw en trouw
De plechtige inhuldiging is bijgewoond door
50 personen uit het publiek. Reeds in den
nacht hadden zich mannen en vrouwen in de
Eggerstraat geposteerd oin tor die 50 te kun
nen bchooren. Men begrijpt dat velen teleur
gesteld moesten worden.
Het publiek, dat door het cordon werd ge
laten en binnen de kerk geraakte, was zeer ge
mengd. Er waten zelfs buitenlanders, ook da
mes, onder hen.
Het terugtrekken der militaire macht nam
weder geruimen tijd in beslag.
De verdere dagen waren gewijd aan het af
leggen van verschillende bezoeken.
De geestdrift der bevolking en der bezoekers
was schier ontembaar en toch ordelijk.
Vrijdag zijn de Koninginnen naar den Haag
teruggekeerd, en het heugelijk feit, dat het
Vorstelijk 's Gravenhage de ingehuldigde Ko
ningin als zoodanig mocht ontvangen was zóu
groolsoh, dat ze zich in een beperkt bestek
moeilijk laat beschrijven.
BltESKE.YS, 10 September 1898.
Op het door den Burgemeester dezer ge
meente verzonden telegram van gelukwensching
bij gelegenheid van Hr. Ms. troonsbekliiuuii
is iiet navolgende antwoord ontvangen
«Burgemeester Breskens.
De Koningin draagt inij op uwe ge
meente hartelijk dank te zeggen voor aan
geboden gelukwenscli.
De Adjudant van Dienst,
Gkovkstins.
De raadszitting van II. Vrijdag werd door
slechts -l leden bijgewoond. De heeren J. de
Hulster, P. Monje eu H. Weijkman waren af
wezig.
Na lezing en goedkeuring der notulen, bracht
de voorzitter den dank aan de burgerij voor de
gewaardeerde houding bij het inhul<ligingsteest
aangenomen.
Voor deze gemeente was ook een portret van
H. M. ontvangen met 11. D. handteekening,
hetwelk, van een lijst voorzien, in de raadzaal
zal worden opgehangen.
Dat der scholen is reeds van een lijst voor
zien.
Nog was door den voorzitter ontvangen een
twaalftal gedenkpenningen ter uitreiking onder
het volk.
Het kwam liet incest geschikt voor om aan
ieder der raadsleden, als de vertegenwoordigers
van liet volk, een penning te geven, oin daar
mede naar eigen goeddunken te handelen.
Van Ged. Staten was goedgekeurd terugont
vangen de gemeente-rekening over 1897, slui
tende met een batig saldo van /761.(541/2.
Blijkens de begrooting voor het Burgerlijk
Armbestuur zal het benoodigd gemeentelijk sub
sidie dit jaar slechts ƒ120 bedragen.
Hij de aanbieding van de gemcente-begrooting
voor 1899 gaf de voorzitter een enkele schets
van de geraamde cijfers.
De begrooting voor het volgend jaar staat
er zeer gunstig voor.
Er is een ruiine post voor onvoorziene uit
gaven, waaruit, zoo het noodig blijkt, het sa
laris voor een zich te vestigen dokter kan be
streden worden.
Op eene vraag van den heer A. du Burek
of van den heer De Koning niets naders ver
nomen was, antwoordde de voorzitter ontken
nend alleen was hem blijkens aankondiging
in de courant bekend, dat genoemde arts zich
te Vlissingen had gevestigd.
Op de begrooting is tevens gebracht een ver
hoogde post ad ƒ190 voor de jaarwedde van
den gemeente-ontvanger, wiens traktemeut, te
laag is naar den door Ged. Staten vastgestelden
grondslag. Zijne jaarwedde staat in de 2c kl.
berekend naar eene ontvangst van de gem.-
inkomsten lot ƒ3000.
Die van deze gemeente loopen nu al over
de ƒ10.000, zoodat Burg. en Wetli. zullen
voorstellen aan die betrekking het minimum
der jaarwedde, voor de vierde klasse bepaald,
toe te kennen.
Het is een maatregel waartoe Ged. Stalen,
indien de raad mocht weigeren, zeer zeker zou
den overgaan.
Op de post «straten enz." is ƒ100 meer
geraamd, ter bestrating van hel plein, vóór de
te bouwen bewaarschool.
Na de gebruikelijke plichtplegingen werd de
zitting gesloten.
De weleerw. heer ds. W. ÏI. II. Dijk
man, predikant bij de Ned. Herv. gein. alhier,
heeft liet be.roep naar die gemeente te Rozen
burg (Z.-H.) aangenomen.
Voor de le klasse der Rijks Hoogcre
Burgerschool te Middelburg is geslaagd H. H.
Ehreiiburg, leerling van den heer A. F. NVisse,
Hoofd der Openbare School alhier.
De heer J. F. Zinnevijllc, kommies bij
's rijks dir. belastingen, te Sluis, is bevorderd
van de dde naar de 3de klasse.
Eede, 13 September. De inhuldigings-plech-
tigheid van H. M. Koningin Wilhelmina is al
hier lieden gevierd op eene wijze die aller ver
wachting overtrof.
In den vroogen morgen werd het feest aan
gekondigd door kanongebulder en het luiden
der kerkklok.
Des voormiddags werd in de Roomsch Kath.
kerk eene godsdienstoefening gehouden, eu aan
het einde daarvan een plechtig Te Deum ge
zongen.