PETRA, liet ïlsscliersieisie.
No. 356.
Zaterdag 23 Juli 1898.
T jaargang.
IreemdG Eigenaren.
FEUILLETON.
HET NIEUWSBLAD
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Advertentieprifs:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
—0—
In de jongste zitting der Provinciale Staten
is op voorstel van den heer Ileijse besloten
om de opcenten op de ongebouwde eigendom
men te brengen van 32 op 36.
Hoofdzakelijk verheugt men zich over dit
besluit, omdat daardoor de buitenlandsche ei
genaren van Zeeuwsche gronden getroffen
worden.
De verhooging der opcenten heeft eene stij
ging van belasting tengevolge, voor een be
paalde categorie van aangesiagenen, en in de
zen zijn het de eigenaars, wier gronden op
Zeeuwschen bodem liggen.
We hebben immer met voldoening gezien,
dat de belasting-heffing geregeld is naar de
draagkracht, maar overdrijving werkt ook hier
onregelmatig.
Wat toch is het geval.
We hebben indertijd aangetoond, dat de
grondwet van ons Koningrijk bescherming van
persoon en goederen waarborgt voor allen, die
zich op het grondgebied van het rijk bevinden.
Daaruit vloeit voort, dat ook vreemdelingen,
gedurende hunne aanwezigheid in het Rijk
die aanspraak kunnen doen gelden.
Des ondanks dragen ze niet bij in de kosten
die deze bescherming tengevolge heeft.
Voor de uitoefening der voortdurende be
scherming van persoon en goederen wordt door
de ingezetenen des Rijks behoorlijk bijgedra
gen door middel van belastingen.
Zoo helpt elkeen de kosten van de Staats-
DOOR
B. BJORNSON.
Iemand deelgenoot te maken van haar hopen
en wcnschen neen, dat zou haar na die
mislukte poging in Bergen, niet mogelijk zijn
geweest. Zells aan Ocdegaard zou ze het niet
hebbeu kunnen zeggen. Zij moest haar geheim
bewaren haar talent mocht door niemand wor
den bevroed, voor zij zoo kon spreken, dat nie
mand het betwijfelen kon.
Nu, was alles anders geworden.
Zij zag steeds het vuurroode gelaat van den
predikant vóór zichhaar zoet vertrouwen op
haar geheim was wreed verstoord.
Wederom trachtte ze Signe te vinden, maar
't was haar nog niet gelukt ze te spreken, toen
de avond reeds was gevallen.
Hoe langer de menschen ons ontwijken, als
wij ze zoeken, hoe meer wij nadenken over de
oorzaak die hen tot ontwijken noopt. Petra
huishouding naar zijn vermogen dragen.
De rijksbelastingen, directe genoemd, vinden
in de gemeente weder hare afspiegeling. Ook
hier worden belastingen geheven, zooals de
hoofdelijke omslag.-
Komt het nu voor, dat de belastingen in
de gemeente niet voldoende zijn om jin hare
behoeften te voorzien, en als de hoofdelijke
omslag zoo hoog is opgevoerd, dat zulks om
verschillende redenen niet meer kan, dan wor
den opeenten geheven, op de rijksbelastingen,
nl. de persoueele en de grondbelasting.
We zullen hierbij nu niet uitvoerig stilstaan,
omdat het meer onze bedoeling is om te ko
men tot de indirecte belasting ten bate der
provinciale kas.
De provincie eischt geene directe doch in
directe belastingen door middel van opcenten.
In Zeeland worden aan de provincie geof
ferd 18 opcenten op de personeele- en 60 op
de grondbelasting, als 28 voor gebouwde en
32 voor ongebouwde eigendommen.
Elk die een huis of een tuin of landerijen
bezit van een zekere afmeting, wordt aange
slagen in de belasting op den grondeigendom,
zoo voor den bebouwden als den onbebouw-
den grond.
Daar de gewone inkomsten der provincie
niet voldoende zijn voor hare huishouding,
heft zij opcenten op de meergenoemde belas
tingen.
Het is bekend, dat de ongebouwde eigen
dommen, vooral in Zeenwsch-VIaanderen, voor
een groot deel in handen zijn van buitenlanders.
Door het besluit der Staten tot meerdere
heffing van opcenten op de ongebouwde eigen-
zag eindelijk in, dat zij verraad had gepleegd
aan Signe's vriendschap, door van hare lessen
te profiteeren voor een doel, dat Signe als zon
dig beschouwde.
De alwetende God kon getuigen, dat zij hare
wederzijdsche verhouding nooit uit dit oogpunt
had beschouwd, toch gevoelde zij zich een groote
zondares. Even als vroeger tehuis, overwel
digde haar plotseling ecu gevoel van slechtheid
en verdorvenheid. Zij was dus in al dien tijd
niet beter, niet sterker geworden Dit denk
beeld beangslte haar en ze zag in de toekomst
enkel ongeluk en ellende.
Nanrmatc haar schuldbesef toenam, verkreeg
Signe's reinheid van ziel en grootmoedige toe
genegenheid in Petra's oog hooger waarde.
De gedachte aan Signe's hartelijkheid en liefde,
hoopten kolen vuurs op haar hoofd. Zij wilde
zich aan de voeten barer vriendin werpen, zij
wilde roepen, bidden, hemel en aarde bewegen,
totdat Signe haar weer met vriendelijken blik
zou aanzien.
Het was inmiddels donker geworden. Zij
moest nu toch thuisgekomen zijn. Petra begaf
zich naar de kamer van Signe. Deze was ge
sloten geen enkel geluid verried, dal er
iemand in de kamer was. Petra's hart klopto
domuien, worden deze. buitenlanders voorna
melijk getroffen.
Maar meteen treft men ook de landgenoo-
ten, die eigenaar zijn van Zeeuwsche gronden,
want deze zijn toch niet allen in vreemde
handen.
We willen hoegenaamd geen pleidooi hou
den ten gunste van vreemde eigenaren, maar
we kunnen evenmin ontveinzen, dat eene be
lasting als deze onrechtmatig is, als zij ten
minste dienen moet om die eigenaren te willen
weren.
Ons dunkt dat eene belasting daartoe aller
minst in het leven wordt geroepen.
Indien het eigen kapitaal zich om welke
redenen dan ook niet waagt aan den aankoop
van landerijen in hare landpalen gelegen, en
die eigendommen zoodoende in handen komen
van vreemden, dan mag dat geen reden zijn,
oiu deze door middel van hooger belasting te
bemoeilijken, vooral niet als men eigen inge
zetenen ook tegelijk daarmede treft.
Als de belasting op den grondeigendom,
waarvoor elk eigenaar bescherming van den
Staat geniet, noodwendig moet verhoogd wor
den, dan kan daartegen weinig bezwaar be
staan, en is het tevens voor den Staat vrijwel
het zelfde, of zij die belasting van eigen of
van vreemde eigenaars ontvangt.
Dergelijke middelen missen ten eeneumalc
hun doel, want door een hoogere heffiug be
lemmert men ook weer de lust tot aankoop
door liet eigen kapitaal.
Dient het equivalent der verhooging ten
algemecnen nutte, dan kan er geen overwegend
bezwaar zijn, dat elkeen daarin bijdraagt, en
hoorbaar, toen zij de kruk omdraaide en sraee-
kend riep Signe, laat me toch met u spre
ken Signe, ik kan het niet langer uithouden!
Geen geluid weid vernomen. Petra drukte
haar oor tegen de deur, en klopte opnieuw.
„O, Signe, Signegij weet niet, hoe onge
lukkig ik ben 1"
Geen antwoord. Als men geen antwoord
krijgt, begint men ten slotto te twijfelen, of er
iemand binnen is, zelfs al weet inen het tegen
deel.
Signe, Signezijt ge daar Wees
toch barmhartig antwoord mij, Signe
Het was en bleef stil. Petra begon te schreien
en te snikken.
Op dat oogenblik werd de keukendeur geo
pend, een breede lichtstroom viel in de gang,
zij hoorde lichte schreden in den hof.
Als een bliksemstraal schoot haar de gedachte
door liet hoofd, dat ook zij in den hof kou gaan,
en langs de lijst aan de steencn muur der bij
gebouwen zou kunnen omloopeu tot aan de
andere zijde, waar de muur veel hooger was.
Op die wijze, zou ze in Signe's kamer kunneu
zien. Het was een stcrheldere winternacht,
bergen en huizen teekenden zich scherp af te
gen de lucht.
eene gelijkelijke verhooging op de personeele
belasting ware een juister middel geweest om
de belasting rechtmatig te doen zijn.
Immers waartoe behoort eene speciale bij
drage gestort te worden, waarvan het resul
taat niet tot het algemeen belang strekt. Hoe
is 't te verstaan, dat slechts een enkele ca
tegorie van aangesiagenen de lasten draagt,
terwijl de lusten algemeen gedeeld worden.
Omdat die bepaalde categorie van menschen
meer geld heeft Maar dat is tot op zekere
hoogte al te dwaas. Wie kan met zoo'n bre
vet vuil onmondigheid vrede hebben Als het
algemeen belang een offer vraagt, waarom
zou dan het algemeen daaraan niet kunnen
meehelpen
We zouden het eerder tot onze eer moeten
rekenen om de vreemde belastingpenningen,
die meer geïnd worden af te slaan, door er
op te wijzen, dat we ons zeiven nog wel be
druipen kunnen, zonder de hulp van vreemden,
waartegen we met ons belastingstelsel zouden
willen ageeren.
Of we dan zoo bepaalde voorstanders zgn
van de buitenlandsche exploitatie onzer gron
den? Verre van daar; we zouden liever zien,
dat eigen landgenooten de vreemde inmenging
tegengegaan had, toen zulks nog mogelijk
was.
Maar aan den anderen kant gaat het toch
niet aan om allen over één kam te scheren.
Als men eens een omwandeling deed, zou
dan op de landheeren die we tot de Neder-
luudsche grondeigenaars rekenen, ook niets
aan te merken zijn
Wel zeker immerswant anders zou tegen
De sneeuw schitterde de bezoedelde voetpa
den deden het vlekkeloos wit der ongerepte
sneeuw nog helderder uitkomen. Van den weg
klonken doffe geluiden. Zij nam een aanloop
om op de lijst te springen, en dacht zich aan
den vooruitstekenden rand van het houtwerk
vast te houden, maar zij verloor het evenwicht
en viel.
Zij nam nu een lodig vat en rolde het naar
den muur, klom er op, en bereikte zoo de lijst.
Behoedzaam kroop zij op handen en voeten
verder, in grooten angst, dat iemand haar zou
zien, want men zou niet aarzelen dezen tocht
in verband te brengen met de touwladder.
Zoodra ze maar aan de andere zijde was,
zou alles beter gaan. Maar ook ddar dreigde
haar het gevaar, ontdekt te worden de blinden
waren van dien kant niet gesloten, en telkens,
wanneer zij een venster passeerde, beefde ze van
angst. De muur was hier zeer hoog en bij een
mogelijken val, zou ze in een dooruheg terecht
komen maar daaraan dacht ze niet. Haar
handen gloeiden, ze beefde over haar geheele
lichaam, toch volhardde zij. Nog slechts
cenige schreden en zij was het doel van haren
tocht genaderd. In de kamer van Signe brand
de geen licht, maar de maan verlichte het ver-