it recll m Wjatirlil Kiifl.
PETRA, let fissctosueisie.
No. 355.
Zaterdag 16 Juli 1898.
T jaargang.
Abonnementsprijs:
FEUILLETON.
HET NIEUWSBLAD
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Advertentieprijs:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
B(j de Tweede Kamer is een nieuw wets
ontwerp door den minister van justitie inge
diend, tot wijziging en aanvulling van de
bepalingen in het Burgerlijk Wetboek be
treffende de erkenning en wettiging van na
tuurlijke kinderen en daarmede samenhangen
de artikelen, alsmede van eenige bepalingen
betreffende het vaderschap en de afstamming
van wettige kinderen.
In de memorie van toelichting tot dit ont
werp, lezen we het volgende leidend begin
sel der regeering.
Het doel van het wetsontwerp is voldoe
ning te geven aan de openbare meening die
krachtig opgekomen is tegen het bestaande
verbod van het onderzoek naar het vaderschap
aan het volksgeweten dat verzet aangeteekend
heeft tegen eene wettelijke regeling die het
ongelukkige kind verongelijkt. Aan het uit
naam der gerechtigheid en uit naam der ze
delijkheid gevraagde recht, ook voor het on
echte kind wordt door het wetsontwerp vol
daan. Het strekt uitsluitend om het onwettig
kind de rechtspositie te verschaffen, die in
overeenstemming is met ons zedelijk bewust
zijn, dat eenerzijds de ouders als de natuur
lijke verzorgers hunner kinderen aanwijst,
anderzijds verlangt dat iedereen verantwoor
delijk zij voor zijne daden en hare gevolgen.
Om het recht van het kind is het te doen,
niet om de vrouw aanspraken te geven tegen
hem, die met haar gemeenschap heeft gehad,
of die de oorzaak is van haar moederschap.
Stemt zij toe, geeft zij zich uit eigen be
weging, dan is er geen enkele reden haar
een geldelijke aanspraak tegen den man te
geven, ook niet als het natuurlijk gevolg der
gemeenschap, het moederschap, niet uitblijft.
Geeft de vrouw zich daarentegen niet uit
vrijen wil. wordt zij door eenig misdrijf ge
dwongen oi verleid, d. w. z. met gebruikma
king van valsche voorgevens of valsche be
logen, door middel van misbruik van macht
of positie of door andere bedriegelijke midde
len tot het dulden der gemeenschap overge
haald, dan is ongetwijfeld eene onrechtmatige
daad gepleegd, welke haar volgens art. 1401
burgerlijk wetboek recht geeft op schadever
goeding jegens den dader.
Het hier aangeduide standpunt maakt het
noodzakelijk er voor te waken, dat niet, in
strijd met de bedoeling der wet, de moeder
zich het feitelijk genot verschaffe van de
rechten aan het kind toegekend. Verschillende
bepalingen trachten dit te voorkomen. Het
bezwaar, dat men, onder den naam van de
kffideren te helpen, feitelijk de moeders op
eene door de omstandigheden vaak niet ge
rechtvaardigde wijze zou bevoordeelen, mag
daardoor geacht worden geheel te worden
ondervangen.
In de tweede plaats staat het ontwerp ge
heel op den grondslag van het geldende fa
milierecht. Het is geenszins de bedoeling
daarin verandering te brengen. Het ontwerp
kent aan het onechte kind alleen rechten toe,
welke passen in het kader van het bestaande
familierecht.
De invloed, dien het huwelijk der ouders
heeft op hunne verhouding tot hunne kinde
ren, is intact gelaten. Het gehuwd zijn der
ouders heeft ten gevolge, dat de kinderen
niet alleen den naam dragen van den vader,
maar dat zij komen te staan onder de ouder
lijke macht, die door den vader, als het hoofd
der echtvereeniging en van het gezin, wordt
uitgeoefend. Bij onechte kinderen kan, tenzij
erkenning hebbe plaats gehad, noch van het
een, noch van het andere sprake zijn. Vol
gens het ontwerp dragen dan ook alleen de
onechte door den vader wettiglijk erkende
kinderen diens naam de door den vader niet
erkende kinderen voeren den geslachtsnaam
der moeder en alle staan zij onder voogdij.
Met betrekking tot het erfrecht der onwet
tige kinderen worden geen principieele wijzi
gingen voorgesteld. Het ontwerp stelt zich
op hetzelfde standpunt als de geldende wet.
Alleen dan wanneer het kind gerekend kan
worden in het familieverband te zijn opgeno
men, kunnen hem familierechten worden toe
gekend.
Evenals thans zal bij onwettige afstamming
alleen erfopvolging plaats kunnen vinden wan
neer erkenning aan de betrekking tusschen
ouders en kinderen ten grondslag ligt. Haai
de wettelijke erfopvolging ook in andere op
zichten herziening behoeft, scheen het niet
gewenscht, thans eene op zieh zelf staande
regeling van het erfrecht der onechte kinderen
voor te stellen. Het verdient de voorkeur de
vraag in hoeverre daarvan wijziging noodig
is, aan te houden totdat eene algemeene her
ziening van den elfden titel van het tweede
boek van het Burgerlijk Wetboek wordt ter
hand genomen.
Tot juist begrip van het in het ontwerp
aangenomen stelsel, gaat eene korte herinne
ring aan het gehhnde recht vooraf.
Den toestand acht de minister van justitie
in vele opzichten onbevredigend.
Hij verwacht verbetering door aan het on
echte kind recht te verschaffen, door den on-
wettigen vader voor de gevolgen van zijne
daad aansprakelijk te stellen
De grondslag eener nieuwe regeling is, dat
de afstamming zelve rechtsbetrekkingen tus
schen de ouders en het onwettige kind in het
leven roept, omdat zij is de natuurlijke bron
dier betrekkingen.
Volgens het ontwerp is de afstamming zelve
bron van rechten en geeft de erkenning aan
het feit der filiatie wijding en eene gewilde
aansluiting aan het familieverband, welke het
toekennen van nieuwe rechten wettigt.
Eene gelijkstelling van het onechte kind
met het wettige in zijne betrekking tot de
moeder, ligt echter geenszins in de bedoeling
van het ontwerp.
Daarop grondt ook het ontwerp zich, door
aan de erkenning in dien zin eene plaats te
geven, dat slechts een erkend onecht kind, be
halve zijne reeds door de geboorte ontstane
rechten, een veel meer omvattende rechtspo
sitie inneemt, doch daarbij tevens als wet
telijk vermoeden te stellen dat de moeder het
uit haar geboren onecht kind als het hare
heeft erkend.
Het ontwerp ontwikkelt het stelsel dat
door het feit der onechte geboorte rechten en
verplichtingen ontstaan zoowel voor den vader
DOOK
B. BJORNSON.
Een nietig, onwaardig leven, een leven
vol hartstocht, jaloezie, zinnelijkheid, leugen en
karakterloosheid, dat was het dus waarnaar zij
verlangde, en waarover ze den zegen van God
afsmeekte 1
En tot het kiezen van zulk een leven, zou
den de predikant en zijn dochter, in de afge
legen pastorie hebben meegewerkt 1 't was ver
schrikkelijk
Toen Signe, een beeld der heerlijke frissche
morgen gelijk, binnenkwam oin haar vader te
begroeten, kostte het haar eenige moeite hem
te zien door de dikke rookwolken waarin hij
zich had gehuld. Was dit veelal een bewijs
van heftige gemoedsbeweging, dit gold vooral
wanneer het zoo vroeg in den morgen ge
schiedde.
Hij gaf haar zonder een woord te zeggen
liet boek. Zij herkende dadelijk Petra's schrift.
De herinnering aan het wantrouwen en de
smart die ze gisteravond had ondervonden, vloog
haar door de zielzij waagde het bijna niet
het boek in te zienhaar hart klopte zoo he
vig, dat zij moest gaan zitten.
Hetzelfde woord dat het eerst de aandacht
van de predikant had gelrokken, trof ook haar
blik. Nu las ze verder. Signe schaamde zich
niet over Petra maar omdat haar vader
dat alles gelezen had.
Spoedig evenwel maakte een gevoel van smart
en vernedering zich van baar meester, een ge
voel als slechts de edelsten onzer ondervinden,
wanneer zij zich bedrogen wanen in lien die
zij beminnen.
Een oogenblik schijnt het ons, dat hij die
zóó heeft kunnen handelen, grooter, flinker,
verstandiger is dan wij, ja, hij wordt omgeven
door den aantrekkelijken aureool der geheim
zinnigheid.
Dit duurt evenwel kort, en toorn verdringt
alle andere gevoelens. De waarheid herneemt
hare macht over ons. Men gevoelt de kracht
in zich om in één slag, duizend voorgewende
verontschuldigingen te niet te doen men ver
dacht, door wie men zich een oogenblik verne
derd gevoelde.
Petra had zich intusschen in de woonkamer
voor de piano gezet, en nu hoorden ze haar
zingen
»De dag verrijst, de vreugde-toorts ontvlamt 1
De nevelen wijken, en in hellen gloed,
Baadt berg en bosch en velden 1
Bazuingeschal weerklinkt
En de echo's schateren luid
Op, op, o vogelen heir
Op, menschenkind I
Op, op, ten hoop en leven 1"
En na een stormachtig gebruis der tonen,
klonk op eens Petra's schoone, volle stem
„Voor uw raad zeg ik dank 1
Maar ik stuur toch mijn boot,
Over klippen en bank,
Zonder vrees voor den Jood,
Naar het branding's gebruis.
Naar 't verleidelijk geruisch.
En, al mocht ik op reis ook vergaan
Ik wil toch het waagstuk bestaan
Niet enkel uit iust
Verlaat ik de kust,
Ik moet gindschen stormvloed bekampen
De boot tnoog' te bersten zich stampen,
'k Wil 't waagstuk bestaan,
Al zal ik vergaan 1"
Het werd den predikant te krashij rukte
in het voorbijgaan Signe het cahier uit de hand
en stormde er mede naar de woonkamer. Dit
maal hield zij hem niet terug. Hij liep recht
op Petra toe, wierp het boek voor hnar opde
piano, draaide zich om, en liep de kamer op
en neder. Toen hij weer voor haar stond, zat
zij met het boek tegen haar hart gedrukt, met
verwilderden blik in 't rond ziende. Eindelijk
barstte hij vol verontwaardiging los. De ge
dachte, dat hij twee jaar la:ig door haar was
misleidmaar vooral dat zij zijne edelaardige
Signe voor den gek had gehouden, maakte hem
woedend en bitter. Hij'vond in 't eerst nau
welijks woorden oin zijn woede te luchten
toen hij ze vond, gevoelde.hij dat ze te hard
waren.
Na nog eens de kamer te zijn doorgeloopen
ging hij met bloedrood gelaat weder voor haar
staan, maar eensklaps keerde hij zonder nog
iets gezegd te hebben, haar den rug en, verliet
het vertrek.
Dien dag bleef ieder op zijn eigen Kamer»
De predikant dineerde alleen geen der beide
meisjes kwam beneden. Petra bewoonde na