voor Zeeuwscli-Vlaanderen,
PETRA, 1st fissclsrsisisis.
Ie iiaat en de iamenleving.
tfo. 340.
Zaterdag 2 April 1808.
T jaargang.
Abonnementsprijs:
Advertentieprijs:
FEUILLETON.
HET NIEH
SBLAD
Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika ƒ2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
O—
I.
Als we zoo nu en dan hooren spreken ran
inienging Tan den Staat in deze of gene zaak,
t of dat vraagstuk, dan vragen wij ons dik—
ijls af, of velen dat wel juist begrijpen.
We hebben daarom gemeend sommigen onzer
sers geen ondienst te doen door enkele be—
houwingen te leveren, aangaande de Staat en
Samenleving in haar onderling verband.
De Samenleving omvat de ingezetenen des
ks in al zijn rangen en standen, gewoonten
i zeden, behoeften en werken op verschillend
ibied en in alle mogelijke sohakeeringen.
Tegenover de rechten die elk persoonlijk heeft,
»an wedetkeerig verplichtingen, ter bestendi-
ng van die rechten.
De regeling van die rechten en verplichtiu-
in, geschiedt door en bij de wet.
Deze wet, waarop onze Samenleving is ge
lieerd, noèmt men de Grondwet.
Dat woord duidt terstond de beteekeuis aan.
Het is de grondslag voor het gebouw der
imenleving.
Het enge begrip van samenleving in het
lisgezin spiegelt zich ook af in het algemeene
tlksleven.
Dit is, als het ware, het leven van een groot
lisgezin.
De verschillende elementen, waaruit een huis-
Kin bestaat vindt ook haar wederga in dat
note huisgezin.
Evengoed nu als in een huisgezin ode en
DOOR
B. BJÖRNSON.
Gij zijt zeker nooit te voren in de ko
edie geweest
Neen.
Ach, er zijn niet veel plaatsen waar men
houwburgen heeft. Zij kosten zooveel geld.
Maar wat beduidt dit alles toch, vroeg
etra in spanning, terwijl zij de oude vrouw
iet een ongeduldigen blik aanzag, al kon ze
iet op antwoord wachten. Wat zijn dat voor
easchen
Het is een gezelschap onder directie van
en heer Naso, een beste troep hij is zoo
ink.
Is:hij het die alles uitvindt, of, hoe
ut het o God, antwoord toch I
Lief kind, weet gij niet eens wat een
tlouwspel is "Vanwaar komt ge
Deze herinnering aan haar geboorteplaats,
regelmaat moet heerschen, evenzoo ook behoort
de algemeene samenleving zoodanige vormen in
acht te nemen, dat orde, rust en regelmaat ge
waarborgd zijn.
Worden de perkeu van de gestelde eischen
te buiten gegaan, dan treedt de vader, het
hoofd van het huisgezin zoodanig op, dat het
buitensporige of onwillige kind, tot zijn plicht
geroepen wordt, ter voorkoming van verstoring
van de noodige orde in het huiselijk leven.
Dezelfde verschijnselen treft men aan in de
algemeene samenleving, met dat ouderscheid,
dat de wet de noodige bepalingen bevat, waar
door maatregelen getroffen worden ter beveili
ging van de algemeene orde.
Zooals we bereids aanstipten is de wet de
toetssteen voor de rechten en de verplichtingen
van de leden der algemeene samenleving.
Deze algemeene samenleving, door de wet,
de Grondwetop hechte grondslagen opge
richt, noemt men de Staat.
Tegenover die Staat zijn we allen, als leden
daarvan, evenveel verplicht, maar we hebben
ook allen de zelfde rechten.
Immers, de Grondwet van ons Koningrijk
zegt dat allen die zich op het grondgebied van
het Rijk bevinden, gelijke aanspraak op bescher
ming van persoon en goederen hebben.
Kr wordt dus niet gevraagd van welke rang
of stand, noch van welke godsdienstige of staat
kundige richting men is, ook niet welke posi
tie men in de samenleving bekleedt, en even
min of men arm of rijk is.
De wet is voor allen gelijk zonder onder
scheid, en ze staat ook boven allen.
Daardoor is ze onafhankelijk en ook oupar-
riep Petra haar schande, haar vlucht voor den
geestze werd verlegen en waagde het niet
nog iets te zeggen.
De tweede akte begon en wel met het op
treden van den koning.
Ja, dat was de koning. Nu zag ze dan
eens een echten koningZij hoorde niet
wat hij sprak, zij zag niet, met wien hij zich
onderhield, zij had alleen oogen voor zijn klee-
diug, zijn sabel, zijn gelaat Het verschijnen
van den jongen man, maakte een eind aan hare
beschouwingen. Nu gingen ze samen heen om
de bruid te halen Petra moest wachten.
In de pauze vroeg de oude vrouw haar
Vindt ge niet dat ze goed spelen
Petra zag haar verbaasd aan. Spelen wat
beteekeut dat
Zij merkte niet, dat allen in hare nabijheid
haar aanzagen. Men had de oude vrouw afge
vaardigd, om haar uit te vragen. Petra be
greep niet, dat men om haar lachte.
Spreken zij niet zooals wij hernam ze,
toen ze geen antwoord ontving.
Zij spreken Deensch, was het lachend
antwoord.
Nu begreep zij, dat de. oude vrouw lachte
om haar vragen, en zij zweeg. Zij hield haar
tijdig.
Men begrijpt wel, dat we ons niet afvragen
of de toepassing en uitvoering vlekkeloos is, en
of soms de grooten bij handelingen in strijd
met de wet niet eenigszins bevoorrecht worden
boven de lagergeplaatste!).
Dat is het niet wat ons voor het oogenblik
bezig houdt.
Door de wet heeft zooals hooger gezegd, elk
bescherming voor zijn persoon en goederen.
Deze bescherming wordt in het Burgerlijk
Wetboek zeer nauwkeurig omschreven.
Laat ons echter volstaan met een enkelen
algemeenen trek om dit nader aan te duiden.
De bescherming van onzen persoon is de
waarborging van onze persoonlijke vrijheid.
Voor onze beweging in de samenleving heb
ben we geen kwaad of onrecht te dulden, van
wie ook. Indien onze persoonlijke vrijheid
wordt aangerand zonder dat daartoe noodzaak
bestaat, of dat we daartoe aanleiding gaven,
kunnen we daarvoor vergoeding vragen, in den
vorm van een op te leggen straf voor hem, die
zich misgrijpt of op eene wijze tegen ons op
treedt, in strijd met de wet.
We zjen daaruit, dat de persoonlijke vrijheid
nogtans niet ecu handelen naar willekeur met
zich brengt, integendeel, want daaruit zou reeds
een wanorde voortspruiten en een bedreiging
van de vrijheid ontstaan, die gevaarlijk voor
den Staat en de samenleving zoude worden.
Door de vrijheid te houden binnen afgeba
kende perken en door de persoonlijke bescher
ming zoover mogelijk uit te strekken, wordt
eene zekere mate van rust en orde geboren, als
bevorderlijk kan zijn en is voor de samenleving.
blik onafgebroken op het gordijn gevestigd.
Toen het opging, was ze niet weinig ver
heugd op het zien van een aartsbisschop. Het
ging haar weer als zoo even met den koning.
Zij verdiepte zich zoodanig in de beschou
wing vaii dien eerwaarden heer, dat ze geen
woord hoorde van hetgeen er gesproken werd.
Eensklaps liet zich de muziek hooren, eerst
o, zoo zacht, zoo geheel in de verte, maar zij
kwam nader, steeds nader. Eu nu vernam ze
zang, het waren vrouwenstemmen. Onderwijl
klonken uuiten, violen en iets, dat geen guitar
kon zijn maar een toon gat, als vele guitars te
gelijk, en toch zachter, voller, smeltender en
als zwellende en golvende een en al harmonie.
En zie, daar kwam een optocht van soldaten,
hellebaardiers, koorknapen met wierookvaten,
monniken met brandende kaarsenvervolgens
de koning met zijn kroon en aan diens zij, de
bruidegom in 't wit gekleed. Toen vrouwen
eveneens in 't wit, rozen strooiende voor de
voeten der bruid, die in witte zijde was ge
kleed en een krans van roode bloemen om het
hoofd droeg. Naast haar ging een slanke hooge
gestalte gehuld in een purperen mantel, t.zaaid
met gouden sterrendat moest de koningin
zijn. De kerk scheen nu vol bloemen en ver-
De persoonlijke bescherming sluit ook in zich
eene vrije uiting van gedachte, het zij door het
geschreven of door het gesproken woord. Ie
der is tot op zekere hoogte vrij wat hij zeggen
of spreken wil, met inachtneming van de be
scherming van den persoon, zoodat ook ten
dezen opzichte weer een ander beschermd wordt
tegen te grove uitvallen of beleedigingen als
anderzints.
Natuurlijk blijft in elc geval elk gesproken
of geschreven woord voor de verantwoordelijk
heid van hem, die daarvan gebruik maakt.
Acht een ander daardoor zich beleedigd of
in zijn eer aangeraud, dan roept hij daartegen
de bescherming van de wet in.
Werd de bescherming te breed uitgemeten,
dan zou willekeur kunnen ontstaan bij de in
roeping van de wet en de persoonlijke vrijheid
zou te veel aan banden worden gelegd. Door
de bescherming eenerzijds gelijkmatig toe te
passen, wordt een ander rechtmatig beschermd
tegen overdrijving.
Met andere woorden, als elk kleinzielige, die
meent bij de minste zinspeling in zijn eer aan
gerand of beleedigd te zijn, de wet moest in
roepen en daarbij bescherming zoude vragen,
en erlangen, zou tengevolge kunnen hebben,
dat de vrijheid van spreken en schrijven zeer
beperkt werd.
Ter bewaring van het evenwicht, mag dus
de een door geschrift of hoe ook geen misbruik
maken van de persoonlijke bescherming ten na-
deele van een ander, maar evenmin bestaat
weder het recht om die vrijheid le beperken,
zoo daarvan geen misbruik wordt gemaakt.
vuld van geuren en gezang.
En onder dit alles, leidde de bruidegom de
bruid naar den bruidstoel. Zij knielden. Ook
hun gevolg knielde, tot opeens de aartsbisschop
verscheen, aan 't hoofd van een geestelijken
stoet.
Juist, toen het trouwen een aanvang zou
nemen, hief de aartsbisschop zijn staf op en
verbood den voortgang der plechtigheid. Dit
huwelijk was tegen de heilige voorschriften
zij mochten elkander in dit leven niet toebc-
hooren o, hernelsche Vader, erbarm UDe
bruid viel in onmacht en Pefra, na een door
dringenden gil, eveneens.
Water, water 1 riep men van van alle
Kanten.
't Is niet noodigzij komt al weer bij,
zeide de oude vrouw.
Is 't niet noodig herhaalde men. Stilte,
stilte klonk het uit het parterre. Stilte, ant
woordde men in de balconloges.
Gij moet u dat niet zoo aantrekken, het
is niets dan verdichting, fluisterde de oude
vrouw. Maar madame Naso speelt uitste
kend.
(Wordt vervolgd.)