voor Zeeuwsch-Vlaanderen* PETRA, 1st Mn». No. 336. Zaterdag 5 Maart 1898. 7e jaargang. Buitenland. FEUILLETON. HET NIEUWSBLAD Abonnementsprijs: Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents. Voor Amerika /2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen Boekhandelaren worden aangenomen Brievengaarders en bij alle den Uitgever. Advertentieprifs: Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskem. Nu het proces-Zola is afgespeeld, nu de tran che Republiek getoond heeft, in strijd te han delen met haar buiten de perken van haar ge bied beroemde, nu beruchte vrijheid, nu kunnen we de zaak gevoegelijk laten rusten, echter niet zonder nog eens te wijzen op de verregaande tyrannie van de huidige regeering der berde Republiek. beblois, de advocaat van overste Picquart, is bij besluit van den President der Republiek ontheven van zijne werkzaamheden als adjoint (wij zouden vrij vertalende kunnen zeggen wethouder) bij den maire van het Vilde ar rondissement van Parijs. Verder zijn de be sluiten gevolgd, welke Picquart, Chaplain en Grimaux hebben getroffen. Van Qrimaux zal de lezer zich misschien het getuigenis herinne ren voor de gezworenenzijn theatrale maar, in den mond van dezen nobelen grijsaard, in drukwekkende verklaringenzijn openbaringen omtrent de pressie op hem uitgeoefend door den minister van oorlog en don generaal-com- mandant der Polytochnische School om hem zijn handleekening onder de revisie-adressanten terug te doen nemen. Labori heelt hem Maandag bij het begin van zijn pleidooi het epitheon deze bewonderens waardige aangehangen. De regeering heeft dien bijna zeventigjarigen grijsaard, een van de glo ries onder de docenten der Polytechnische School, op verlofstraktcment gesteld in afwachting van de regeling van zijn pensioen. Men kan uit dit voorbeeld eens zien wat er DOOR B. BJÖRNSON. VII. Tegen den avond wierp het schip in de ha ven van Bergen het anker uit. Nog duizelig van de zeeziekte, werd Petra in een boot aan wal gebracht. Als in een droom hoorde zij het vroolijk gebabbel der zeelieden op de brug, en volgde ze haren geleider door een smalle steeg, waarin tal van kinderen zich spelend vermaak ten. Zij hielden slaand voor een net, klein buis. Op verzoek van den kapitein, beloofde de bewoonster op hartelijke wijze, voor Petra te zullen zorgen. Petra had groote behoefte aan voedsel en slaap. Spoedig ging zij ter ruste. Zij ontwaakte eerst tegen den middag, gezond en vroolijk, tot het nieuwe leven dat haar wacht te. Vreemde haar onbekende liederen en klan ken drongen tot haar door, en toen zij de gor- aan vrijheid overblijft voor een ambtenaar on der de derde Pransche republiek, en hoe zwaar de druk is geweest welke door de regeering op haar ambtenaren is uitgeoefend. Zij hebben te zwijgen 1 Chaplain, zoon van den beroemden stempel snijder, die, artillerie-luitenant, een brief van hulde aan Zola had geschreven, is op non-acti viteit gesteld. Hier was een vergrijp gepleegd, inaar was het r.oodig, waar officieren in uniform in de gerechtszaal zelve met hun schreeuwen en hun opmerkingen hebben geprotesteerd, in tegenovergestelden zin, het is waar maar in de rol van toehoorders en dus dubbel tot een zwijgend luisteren verplicht was het noodig dat vergrijp te straffen met de vernietiging van een pas begonnen loopbaan P De majoor Paut- fin de St. Morel die Rochefort was gaan be zoeken, is er met dertig dagen streng arrest afgekomen. Natuurlijk dat, waar een luitenant zoo zwaar reeds wordt gestraft, de militaire fouten, welke Picquart heeft begaan, hem als een onwaardige uit het leger hebben doen jagen. »Oliassé de l'armée" is de jubelkreet, waar mede de Jour, het orgaan van Esterhazy, het nieuws aan haar lezers verkondigt. Verlies van recht op pensioen en van het recht om de uniform te mogen blijven dragen! Het leger heeft opgehouden Picquart te ken nen hij staat er tegenover weinig beter dan een gedegradeerde Zoo wordt een der, blij kens zijn dienststaat, een der schitterendste of ficieren van Erankrijk's armee behandrld. Eu Esterhazy die dan toch altijd, om van de an dere dingen niet te spreken welke hem, volgens dijnen opgetrokken had, was het een andere natuur, waren het andere menschen, een andere stad, die haar oog ontwaarde. Ook zelve was ze als hernieuwd, ineende zij, toen ze een blik in den spiegel wierp dat gelaat was niet haar gewoon gelaat. Zij kon het verschil dat zij meende op te merken, even wel niet onder woorden brengen. Zij wist niet, dat zorg en verdriet op iemand van haren leef tijd, een eigenaardigen stempel drukken. Onwillekeurig dacht zij bij het beschouwen van haar gelaal, aan de laatste bange nachten, en zij beefde bij die herinnering. Petra haast te zich om naar beneden te komenzij wilde vergeten. Zij vond hare gastvrouw in gezel schap vau vele dames, die haar allen nauwkeu rig opnamen en haar bescherming beloofden. Om te beginnen, wilden zij haar de stad laten zien. Petra nain zich voor, verschillende dingen te knopen, en 'sprong naar boven om de zakportefeuille van Pedro te halen. Zij schaamde zich evenwel het dikke, lederen boek te toonen en nam dus het geld er uil. Zij vond echter geen honderd, maar drie honderd rijksdaalders. Nog eens had Pedro Ohlsen het dus gewaagd, haar tegen den zin harer moeder, geld Ie geven. Zij had evenwel majoor Ra vary, niet geschikt maken om aan jonge officieren ten voorbeeld te worden ge steld, Esterhazy die toch altijd de brieven van mme. de Boulancy op zijn geweten heelt, Es terhazy kan in uniform blijven rondloopcn en naast de toejuichingen der antisemieten en van prins Henri van Orldans, het militair saluut blijven ontvangen van minderen en officieren tot den hoofdofficiersrang. Begrijpe, wie het begrijpen kan 1 Zaterdagavond om vijl uur, is op den Ko ning van Griekenland, toen hij met zijn doch ter, prinses Marie, in een open landauwer, een wandelrit had gemaakt, een moordaanslag ge pleegd. Opeens loste een tweetal personen, die in een gracht langs den weg waren verborgen, ce- nige geweerschoten op het Koninklijk rijtuig, doch gelukkig zonder den Koning te raken. Alleen de piqueur, die naast den voerman op den bok zat, werd licht aan het been ge wond. Toen een der twee aanvallers den Koning toeriep „Houd stil, Majesteitging de Ko ning daarop recht in het rijtuig staan, en ver ontwaardigd zwaaiende met zijn stok riep hij vGaat heen". Met een gevoel van afschuw is de tijding van dezen laaghartigen aanslag in alle kringen ontvangen. De eerste mannen op staatkundig gebied verdrongen zich aan de poort van het Paleis om uiting te geven aan hun verontwaar diging en sympathie. De beweging van den Koning die, gevaar loopende gedood te worden, opstond om de prinses te beschutten, wekte een gevoel van algemeene ontroering. zoo weinig verstand van geldzaken, dat zij zich over de groote der som niet verwonderde, en het viel haar niet in, oin over de mogelijke oorzaken dier groote vrijgevigheid, na te den ken. In plaats van een vreugde en dankbaarheid ademend schrijven, ontving Pedro Ohlsen, een aan Gunlaug geschreven brief, waarin Petra on verholen hare boosheid te kennen gaf en hare moeder vroeg ,t zij met dat ingesmokkelde geld moest doen. De eerste indruk, die Petra op hare wande ling door de stad ontving, was vreemd genoeg, meer een indruk der omgevende natuur dan van de gebouwen, straten en pleinen, vanwaar zij nu en dan, een blik kon werpen op de ber gen. Zij gevoelde iets als beklemdheid en vrees bij het opzien tot die nn zoo nabijzijnde hoog ten. Zij had grooten lust de handen uit te strekken als om ze terug te dringen naar den achtergrond, 't Scheen, of er geen uitgang meer was. Somber en dreigend stonden ze daar zware wolkgevaarten joegen er over heen, maar de bergen stonden pal in den storm en kaatsten de verpletterende regenwolken neer op de stad aan hunne voet. Doch de menschen om haar heen schenen Onder de eersten die aan het Paleis kwamen gelukwenschcn, waren Deliannis en Rallis. Oin hall tien hield de metropoliet in de ka pel van het Paleis een plechtige dankzegging voor de wonderbaarlijke redding. De Koningin lag gedurende het Te Deuin neer geknield cn weende. Een buitengewone vergadering van den mi nisterraad werd tegen tien uur 's avonds bij eengeroepen. Het ministerie besloot nog den zelfden avond in de staatscourant het relaas van den aanslag openbaar te maken. De ontroering in de stad neemt toeieder verfoeit luide de afschuwelijke daad. Er zijn ooggetuigen die in den namiddag verdachte personen zagen in het veld, langs den weg van Phalera, waar de aanslag plaats had. De Ko ning zelf heeft behalve de twee mannen die vuur gaven, een eind verder een ander gezien. Op het oogenblik van den aanslag was er behalve 's Rollings gevolg niemand op den weg slechts kwain een leerling van de Cadet tenschool die het rijtuig op een afstand te paard volgde, op het hooren der schoten naderbij en zag toen juist de twee aanranders vluchten in de richting van den Hymcltos. De politie te Athene heeft als verdacht de hoofddader te zijn aangehouden een zekere Kar- ditsi. Karditsi is, als ambtenaar ter secretarie te Athene, tegenwoordig geweest bij het tedeum, in de hoofdkerk gezongen toen het bekend was geworden dat de koning aan den aanslag ont snapt washij moet toen zelfs da aandacht op zioh gevestigd hebben door de geestdrift die hij tentoonspreidde bij het binnenkomen vau den onbevreesd en welgemoed, en Petra werd spoe dig vroolijk met de vroolijken. Er heerschte in dat woelen en werken om haar heen een ijver, een luidhartigheid, die Petra tot nog toe onbezend was, en haar, na alles wat zij had doorgestaan, weldadig aandeed. Toen zij den volgenden dag aan tafel te kennen gaf, dat zij het een genot vond met veel menschen sakm te zijn, ried men haar eens naar de schouw burg te gaan daar vergaderden honderden in een huis. Ja, dat wilde ze. Het billet werd gekocht, de schouwburg was dicht in de buurt, en op den bepaalden tijd bracht men haar er heen, en wees haar op een der voorste reien van het parterre een plaats aan. Welk een genot in die heerlijk verlichte zaal te zitten, tusschen honderden vroolijke menschen. 't Was alles licht en vroolijkheid en het geluid van tallooze stemmen bruiste als een stortzee over haar heen. Petra had er geen flauw begrip van, wat zij hier zon zien. Zij kende slechts de wereld door Oedegaard, en door de verhalen van de dames met wie ze tegenwoordig omging. En Oedegaard had nooit over het tooneel gesproken. Wel had zij soms de zeelieden hooren gewagen van tenten, waarin wilde beesten waren te zien. (Wordt vervolgd.')

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1