voor Zeeuwsch-Vlaandereii.
PETRA, lel IMsraiie.
Leerplicht.
No. 319.
Zaterdag 6 November 1897
7e jaargang.
FEUILLETON.
Buitenland.
HET NIEUWSBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika /2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 4 regels '25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Bres/eens.
Het vraagstuk van den Leerplicht is reeds
zno vaak besproken en beschreven, dat de aan
dacht er niet meer zoo op gevestigd werd, doch
is nu eensklaps weer op den voorgrond getre
den, nu de regeering voornemens is de leerplicht
ill eenc wet te belichamen.
Wat leerplicht is, duidt het woord op zich
zelve reeds aan.
Het is eene verplichting, die wordt opgelegd
om de kinderen tot op een' zekeren leeftijd on
derwijs te doen genieten.
Men acht dat een ongeoorloofd ingrijpen in
de individuëele rechten en vrijheden.
Maar waar zachte middelen niet helpen, moe
ten krassere maatregelen te baat genomen wor
den..
Immers 'blijkt het, dat op vele plaatsen ver-
eenigingen ot comités tot bevordering van school
bezoek, bestaan, die door uitreiking van prijzen
als anderzints al liet mogelijke doen om het
schoolverzuim te weren.
Niet zelden missen deze middelen hun doel,
om dat de prijzen, uil den aard der zaak, be
schikbaar voor de trouwst bezoekenden, komen
in handen van hell, die deze opwekkingsmid
delen niet van noode hebben.
Daarenboven is voor tal van anderen de uit
reiking van prijzen geen prikkel genoeg om
toch ter school ie komen.
Dat velen niet of slecht het onderwijs vol
gen heeft verschillende oorzaken.
Dat het platteland met schoolverzuim de kroon
B. BJORNSON.
Waarom
Ik wil zien of gij het meent.
Denkt ge, dat ik gekheid maak Gunnar P Zij
liet den doek van haar hoofdje glijden.
Neen, Petra, maar als het wezentlijk ernst
is, dan moet ge er mij een kus op geven.
Zijt ge inal Zij haalde ijlings den doek
weer over 't hoofd, en vervolgde hare weg.
Wacht Petra, gij begrijpt dat niet. Als
we verloofden zijn
Och, loop
Nu, ik weet toch wel hoe 't hoort. Wat
levenservaring aangaat, ben ik je de baas. Bn
na alles wat ik gtzien heb....!
Och, gij hebt alles gezien, als een dwaas,
«n gij babbolt er over zóéuls gij 't gezien hebt.
Wat verstaat gij dan onder verloofd zijn,
Petra Dat moet ik toch weten. Elkander
spant boven de steden, ligt voor de hand.
Des zomers moet door zeer veel kleinen veld
arbeid verricht worden, en niet zelden is dat
een arbeid die heel wat krachtsinspanning vor
dert. Waar dikwijls de vereisehte kracht niet
aanwezig is, behoeft het geen beloog, dat over
spanning en deszelfs gevolgen op den duur niet
uitblijft. Uit geneeskundig oogpunt is dit aller
eerst af te keuren.
Gemakkelijker taak, maar in den regel nog
veel onverantwoordelijker is die van andere
kleinen, die op kleinere broertjes of zusjes moe
ten passen, terwijl vader en moeder naar het
veld zijn.
Dat wordt alles noodzakelijk beschouwd om
voldoende aan den kost te komen, wordt er
gezegd.
Eenerzijds moeten de kleinen meehelpen ver
dienen, anderzijds moeten zij, door op de klein
tjes te passen, moeder in de gelegenheid stel
len mee naar het veld te gaan.
We willen wel aannemen, dat tal van arbei
ders, die het hard te verantwoorden hebben,
alle zeilen moeten bijzetten om het dagelijksch
brood te verdienen, maar ze dienen toch te
bedenken, dat zij door hunne kinderen zoo jong
en zoo vroeg ten eige bate te exploiteeren, die
kinderen ongetwijfeld denzeltden weg doen op
gaan dien zij nu zelve bewandelen. Dat werkt
verkeerd van geslacht op geslacht.
Het meehelpen verdienen is eene der eerste
oorzaken, waarop kinderen van het onderwijs
verstoken zijn.
Maar daar komt nog bij, dat zeer velen, die,
wanneer hunne kinderen ter school kunnen gaan,
en wanneer van overheidswege de gelegenheid
altijd naloopen, heeft dht er niets van
Ja, dat dunkt me wèl, lachte zij, en
bleef staan.
Maar luister nu Gunnar. Terwijl we hier
tegenover elkaar staan te (ipaffen" oef!
zal ik u zeggen, hoe verliefden zich tegen el
kander moeten gedragen. Zoolang gij nog iu
de slad zijt, moet gij eiken avond voor de
naaischool wachten, en mij naar huis brengen.
Ben ik ergens anders, dan moet ge op straat
wachten tot ik kom. Als ge op reis zijt, moet
ge mij schrijven, en geschenken voor mij koo-
pen, en ze mij zenden.
O ja, dat is waar ook. Wij moeten elkaar
een ring geven, met uw naam op den een, en
mijn naam op den anderen, en inet het jaartal
en den dag, maar, ik heb geen geld, dus moet
gij ze beiden koopen.
Dat wil ik wel doen, maar
Wat is dat nu weer voor maar
Heere God, ik meende slechts, dat ik dan
de maat van uw vinger moet hebben.
Zoo, nu die kunt gij dadelijk krijgen.
Zij plukte een halm, wond hem om haar
vinger en beet hem toen af. Verlies de maat
nu niet I
Hij legde het strootje iu eeu stukje papier,
geopend wordt om dien kinderen onderwijs te
verschaffen, er nog niet toe meeweikeu om die
kinderen ter school te zenden.
Het koint voor, dat kinderen ook in de win
termaanden niet naar school gaan, noch van
het herhalingsonderwijs gebruik maken.
Men ziet het immers zeer dikwijls, dat geen
of zeer weinig gebruik van dat onderwijs wordt
gemaakt.
Acht men dan het onderwijs niet noodzake
lijk
We gelooven het niet. Want hoe vaak hoort
men niet van inenschen uit de arbeidende klas
se, die, o zoo gaarne wat meer geleerd zouden
willen hebben, hoevelen onder hen lezen niet
met plezier hunne courant, als een steekhou
dend bewijs, dat zij het genoten onderwijs in
praktijk kunnen brengen. jWaar vroeger tal van
„ongeleerden" geen letter kenden zoo groot als
een huis, behoort deze uitdrukking thans on
der de zeldzaamheden van het tegenwoordig
geslacht.
Niettemin mag dat geen reden zijn, om hun
ne kinderen aan voldoend onderwijs te onttrek
ken.
Integendeel, als inen het over de waarde en
de onmisbaarheid van onderwijs eens is, is het
eer, eerste plicht om de kinderen, straks geroe
pen in de maatschappij hun plaats in te neinon,
onderwijs te laten genieten als eene onmisbare
levensvoorwaarde.
Men voelt het, dat een zware plicht op de
ouders rust, een plicht die helaas, te veel ver
zaakt wordt.
Het kind, zoo lazen we laatst, heeft evenveel
aanspraak op onderwijs als op brood.
en het papier iu zijn notitieboekje. Zij on
derzocht of het in het boekje wel veilig zat.
Laat ons nu gaan, het verveelt me hier
langer te staan.
-Maar, ik vind het toeh wel een beetje
erg, Petra.
Nu, wilt ge niet, mij is 't best.
Zeker, wil ik dat meen ik niet
maar mag ik geen oogenblikje zelfs, uwe hand
hebben
Waarom
Als een bewijs dat wij nu werkelijk ver
loofd zijn.
Wat een gemaal geeft dat elkander
bij de handen pakken, meer zekerheid? Voor
't overige moogt ge mijn hand wel hebben, hier
is ze I Neen dankje, geen gedruk, baas.
Zij trok snel haar hand weer onder den doek;
maar nu liet ze dien plotseling vallen, zoodat
haar geheele gelaat zichtbaar werd.
Als gij het aan iemand vertelt, Gunnar,
dan zog ik dat het niet waar is. Zij lachte en
ging verder. Een oogenblik later, bleef zij weer
staan.
Morgen komt de naaischool eerst om ne
gen uur uit, wacht mij maar bij de haven.
Goed.
Het is maar niet het idéé, dat een kind,
door onderwijs te ontvangen, slecht» een vaar
digheid krijgt in het lezen, schrijven en reke
nen, inaar daar komt ook ontwikkeling vau den
geest bij, die hem in dit leven zoo zeer te sta
de komt.
Hoevele onbeholpen wezens dolen er al niet
rond, die meer last- dan lustposten zijn.
Waar dus velen hun zedelijke plicht tegeno
ver het kind verwaarloozen, daar zal de Staat
tusschenbeide treden, en hen tot hunnen plicht
noodzaken.
Bezwaren zullen er zijn, maar waar zijn die
niet, en wat is op deze aarde onfeilbaar ingericht?
We bedoelen dat er ook wel bezwaren tegen
het stelsel zullen zijn, want tegen de invoering
bestaan ze reeds lang en worden ze nog dage
lijks geopperd.
Dat leerplicht met vaccinedwang ééne lijn
zal trekken, wordt door sommigen als eene der
eerste grieven gemerkt, al is het ook dat men
zich achter bijkomende bezwaren verschuilt.
Eindelijk dan toeh zal binnenkort een begin
kunnen gemaakt worden met de horvorming
van het Duitsche militaire strafrecht.
Althans, naar uit Berlijn gemeld wordt, kan
binner. een niet te langen tijd de indiening van
het ontwerp dienaangaande bij deu Rijksdag
verwacht worden.
Achtte men het verzet tegen deze hervor
ming te komen van de zijde van Beieren, thans
Ja, maar, nd moet gij gaan.
Krijg ik geen hand tot afscheid
Ik begrijp niet, wat gij altijd met dio
hand wilt I neen ge krijgt haar nu niet.
Adieu I riep ze en sprong heen.
Den volgenden avond wist zij het zoo te
schikken, dat zij de laatste was, die de naai
school verliet. Het was op slag van tienen,
toen ze eindelijk gereed was, maar buiten ge
komen bij de haven, was hij dien ze verwachtte,
nergens te zien. Zij had aan allerlei gedacht,
maar de mogelijkheid dat hij er niet zou zijn,
was niet bij haar opgekomen. Zij was hierdoor
zoo onaangenaam verrast, dat zij besloot, hem
eens goed de les te lezen, als hij eindelijk zou
opdagen. Zij had evenwel goed gezelschap.
Langs het strand loopend, luisterde ze in
verrukking naar de liederen, die door eene zang-
vereeniging in een lokaal, waarvan de ramen
geopend waren, gezongen werden. Het was
vooral een spaansch lied, dat in den zoclen zo
mernacht, zijn bekorenden invloed op haar deed
gelden. Hare verbeelding ontgloeide. Zij was
iu Spanjeodele ridders zongen van een bal-
con haren lof I
(Wordt varvolgd.)