v oor Zeeuwsck - V laanderen. JaamfliMrloopi. No. 314. Zaterdag 2 October 1897. 7e jaargai ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents Voor Amerika /2.H0 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. Peze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Bres/eens. II. I'!r zijn echter streken, (lie van bijzonder ron de kleur zijn. Dat zijn veenstreken in het oosten der gemeente Sohoterland en in de ge heide gemeente Opsterland. flet zijn eenzame jroestenijen, ontgonnen heidevelden, afgewisseld duor bosschen, overdekt met een talrijke be volking van arbeiders. Deze leven als in ko loniën, van de buitenwereld afgezonderdzij werken op hun eigen land, of bij den boer, of bij groote ploegen in de venen, of bij de ka- naaiwerken als polderjongens. Schrift ol lectuur bereikt hen niet; wat hun onder de oogen komt is een plaatselijk blad van Heerenveen en lfnornamelijk Recht voor Allen, Morgenrood of de Roode Duivel. De opwindende invloed van die bladen hebben een machlige uitwerking op die onwetende zielen, die van godsdienst en wetenschap geheel verstoken zijn en daarom nog in hooge mate bijgeloovig zijn. (Het heksen- en spokengeloof tiert hier nog even weligals inde middeleeuwen!) Hunne verbittering tegen de wereld wordt iederen dag sterker, aangevuurd nog door den invloed der werkstakingen, die ieder jaar in de venen uitbreken. Zoo is het geen wonder, dat zij zich met alle vuur en ij ver openlijk verklaren voor de sociaal-democra tie, wait echter meer uitdrukt cene algehecle verbittering legen alles wat niet arbeider is, lin wel bepaalde politieke gezindheid. Ilier schuilt de kern of laat ons liever zeggen de kanonnenspijs van de partij. Vóór de kieswet Van Houten b. v. was in Opsterland reeds de verhouding tusschen de socialisten in de andere partijen in den gemcen- raad vrijwel op en neer dobberend. Thans heeft baron van Harinxma als lid van den raad zijn zetel moeten afstaan aan een ar beider, die volgens sommige berichten in de couranten in de kunst van wildstroopen niet vreemd is. De politieke kaart van het district Schoterland iv deze dat het oostelijke gedeelte van de ge meente Schoterland vrij rood is gekleurd, der j gemeente Opsterland over 't algemeen vrij sterk naar die zijde overhelt, en dat het overige ge deelte van het district, het grootste, hetzij or thodox, hetzij chr. historisch, gemengd met een weinig socialisme, doch grootendeels liberaal is. De kracht van de partij bestaat dus niet in hare getalsterkte. Overtuigde socialisten zijn alleen de bewoners van bovengenoemde afgele gen streken en de kleine groep mannen en vrouwen in de meer bewoonde buurten. Dat groep niet aangroeit, ligt aan haar optreden, w haar onbeschaamden spot met alles wat nwar godsdienst gelijkt, aan haar brutale, tegen werking der kerkelijke inrichtingen. Dat stuit de meeste arbeiders, die anders wel onren heb ben naar bunne stellingen, tegen dn borstzij Wt in haren jjver aangegrepen, wat velen heilig was en ben daardour van zich vervreemd. De partij heeft nu wel de overwinning be haald, maar lang niet door eigen kracht. In nerlijke kracht bezit ze niet; zij steunt voor namelijk op een onwetende massa, die gevleid en gepaaid wordt met de hoop op een aanstaan de revolutie die de betcckenis Van haar eigen daden zelfs niet begrijpt (de le Meidag wordt hier algemeen beschouwd als de lierinuerings- dag van de drie martelaren van Chicago.) Het spreekt van zelf, dat dit geen hechte steun is, en voor wie de teekenen gadeslaat is het duidelijk merkbaar dat het getij reeds ver loopt. Het verschil tusschen den winter van 189391 en dezen tijd is groot. Toen storm, thans stilte. Toen gedurige opstootjes, groote manifestaties, thans klaarblijkelijk ontmoediging, die in den laatsten tijd wat opgevroolijkt is door de verkiezing van Van der Zwaag. Het werken van evangelisten onder de bevolking van het oosten en vooral ook de werkverschaf fing, de" ontginning van heidegronden door den heer Janssen eu anderen hebben reeds velen doen inzien, dat hot beter is te rekenen up de zekere beloften van werkelijke staatslieden en economen, dan op de onzekere beloften van een heerlijke toekomst door de revolutiemannen. De partij beteokent door eigen kracht weinig meer. Zij is verzekerd van de hulp der anti revolutionairen, die in bun doodelijken baat te gen alles wat liberaal is zelfs een revolutieman kunnen steunen en zich nooit ook maar zullen onthouden van hel uitbrengen hunner stem, als zij slechts afbreuk kunnen doen aao de li berale partij. Maar zij is niet veizekerd van de hulp dier groute massa van karakterlooze liberalen en van arbeiders die zich nog niet bij een partij hebben aangesloten. De zetel van Van der Zwaag is bij lange na niet vast! Ik heb Schoterland willen zuiveren van een blaam, die er op ligt m de oogen van vreem den, welke spraken van het beruchte, het ru we Schoterland. Wij zijn niet van alle kanten omringd van ruw materialisme en ongeloof. In tegendeel de Umsturzpartei, de mannen van ge weld zijn weinigen. Doch moet ik nu op Scho terland werpen de blaam van politieke karak terloosheid en gewetenloosheid, van wuftheid en lichtzinnigheid De tijd zal het leeren. Maar inen bedenke later, dat dé staat niet gebaat is met overwe gingen als zoo'n man inoct er ouk eens in (in de Tweede Kamer lil.), maar wel met vaste beginselen, waarmee inen staat of valt. Als we staan bij een vijver, die stil, door geen rimpeling bewogen ligt tusschfen bet ge boomte, dan zien we niets dan een kalme op pervlakte zonder leven en beweging; maar bui gen we ons eenigszius voorover, boren we onze blikken naar beneden in de diepte, dan zullen we daar een wereld vol leven ontdekken. Zoo gaat het ook in de mensehenwereld. Op pervlakkig gaat ieder kalm zijns weegs en doet zijn werk. De natuur ademt stille rust en vrede. Het is de eentonige sleur der dagelijk- scbe bezigheden, die we zien en die zalts in de brandpunten des levens slechts uu en dan ver stoord wordt eu afgewisseld door een buitenge wone gebeurtenis. Doch ais we eens wal die per iu het wezen der dingen doordringen als we met onzen blik eens onder die oppervlakte konden schouwen, dan zouden we misschien ontstellen van zooveel vuur en vau zooveel harts tocht. als daar woelt en bruist. Dat is bet duidelijkst op het platteland. Oeeu volstrekter rust dan daar 1 Alles is rust. De aangezichten der menschcn hebben zich volgens de evolutieleer naar die rust ge accommodeerd zij drukken niets uit dan kalme, vreedzame, rustige rust. Dat is de Durchnilt- meiisch. Maar wie goed toeziet, merkt daar ook gezichten op met harde trekken, met zwa re stroove groeven, met nijdige sombere oogen, waarachter het kookt en brandt. Men gevoelt zich niet op zijn gemak in de nabijheid dier icnscheflmen gevoelt, men weet niet wat, maar een onbestemden angst voor een onbekend dreigend gevaar. Wat in het binnenste is, teekent zich ge woonlijk af op het gelaat van den mcnsch. „liet gelaat is de spiegel der ziel" is gezegd, en al is dit dikwijls niet waar bij de zooge naamde beschaafden, bij de onbesckaafden, de natuurménschen gaat het zeker op. Men herkent ze ougenblikkelijk, de socialisten ten plalte lande. En dat is geen wonderHet eenvormige leven, dat niet aanleiding geeft tot andere gedachtenwisseliug dan over het wêor, de vruchten des velds en de gewone dagelijk- sche nieuwtjes; dat eenvormige leven, dat reeds de komst van een liedjeszanger als een belang rijke gebeurtenis beschouwt, dat leven is oor zaak, dat, wanneer er ook maar cén enkel denk beeld zich vast wortelt, deze idee ook de gcheele ziel, de gehcele belangstelling, het gehcele zicle- leveu in beslag neemt. Uren aan uren bij den t'entouigen veldarbeid, bij het eentonig getik der huisklok, bij het gelijkmatige, werktuigelij ke spittenuren aan uren kwelt den mensch die gedachtezij verlaat hem nooit, wordt aan alle kanten door hem bekeken, schroeit zich in hem vast, openbaart zich in de weinige woorden die hij spreekt tot zichzelf. Het is dan ook volstrekt geen wonder, wanneer ten slotle op zijn gelaat slaat te lezen waaraan hij denkt al- te uren des daags zonder ophouden, zonder verpoozing. Het is geen toeval, dat de tradi- tioueele trekken van een gierigaard in de kunst steeds dezelfde zijn. Shylock wordt oogenblik- kelijk onder duizenden inenschen herkend Zoo is het ook volstrekt geen toeval, dat de scherpe, grimmige, harde gelaatstrekken, die men ontmoet op een dorp, meestal tocbchooren aan een sociaal-democraat. (Wordt vervolgd.) O De missive van Ged. Staten onzer prov betrekkelijk de ïerhooging der jaarweddon de burgemeesters en secretarissen in de on scheidene gemeenten, heeft als bij toove de gemeenteraden iu eene openbare zitting samenkomen, teneinde hun gevoelen dien gaande aan Ged. Staten kenbaar te maken Waarom nu toch zoo op eens tot die y ging over te gaan vraagt wellicht deze of oningewijde. Eenvoudig daarom dat de w zaatnheden èn van den burgemeester èu den secretaris zoo zeer zijn uitgebreid, direct van wege de gemeente, maar groo deels voortvloeiende uit de toepassing deri wetten, is die vermeerdering ontstaan. Nu het Rijk die titularissen niet bezoldigen 01 zij geen rijks- maar gemeente-ambtenaren maar om toch voor zijn deel in de kosteu bezoldiging tegemoet te komen, is in art. der wet van 21 Mei 1897, regelende de fii cieele verhouding tusschen het rijk en de meenten bepaald, dat de gemeenten vau rijk ontvangen over elk jaar eene uitkeering bedrage van een vierde van de som der j wedden voor den burgemeester en den secre bepaald. Ged. Staten zijn van meening, dat, reeds lang, en niet zonder reden over de zuiden schaarsche bezoldiging van do buj meesters en de secretarissen, is gewezen, eene billijke zaak is, de jaarwedden dier t larissen te verhoogen, naar den maatstaf i/j vau het huidige salaris. Als we uu de couranten van de laatste gen doorloopen, dan treffen ons tal van ber teil, die verslagen bevatten van raadszittin; waar die zaak besproken is. Een lalgeini indruk van dat overzicht samenvattende, ko we tot de conclusie, dat lal van gemeenten door Ged. Staten gestelde regeling goedkeu de, een goede slap in de goede richting h ben gedaan. Slechts in enkele gemeenten vond de mi ve een minder gunstig onthaal. De houding van den Gemeenteraad van zendijke in dezen nader uit een te zetten, a ten we geheel overbodig, daar de lezer in uitvoerig verslag van de zitting van dien in dit nummer voorkomende, daarvan voldo de op de hoogte kan komen. Te Groede verklaarden de heeren Ham ober en De Roo zich tegen de verhoogd eerstgenoemde omdat door het */4 geheel te wijzen aan den burgemeester en de sccr ris de bedoeling van den wetgever in gevi art. 19 wordt voorbij gestreefd eu geen rel ning werd gehouden met de uitgaven der meoute voor rijks-werkzaamheden, terwijl bij heer De Roo naast de onverantwoordelijk!; om de traktementen op te drijven, nog het zwaar gold, dat de werkzaamheden voor da ineente niet zoo gewichtig zijn, waar de be titularissen nog gelegenheid vonden tot wat

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1