voor
scli - Vlaanderen.
No. 276.
Zaterdag 9 Januari 1897.
6e jaargang.
Sc nicuwo iuikcrwct.
I E
VSBIAD
A B O N N E M E N T S P II IJ S
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 40 cents
Voor Amerika /2.00 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden .aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
A 1) V E 1!T E N T I E P H IJ S
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht, tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskt
I Zooals onzen lezers bekend is, bestaat in
land een belasting op de suiker, die tot
cr zoodanig berekend werd, dat de Hol-
sclie beetwortelsuikerfabrikanten in den
riu van accijnsvrije overponden een premie,
bescherming, genoten, die allengs I100-
r geworden is.
Dat premiestelsel kan naar onze meening
best aldus worden verklaard. De hoe-
"lheid suiker, die in Nederland verbruikt
't, is bekend. Nu betalen dc verbrui-
rs de belasting in den vorm van verhoog-
prij^ en aangezien de wet bepaalt hoe-
el de belasting bedraagt(ƒ27 per lüOKG.
"iker), is ook bekend het bedrag, dat
icrbelasting wordt opgebracht. Stel
belasting beloopt IS millloen, dan
de Staat daarvan 9 millioen en
de suikerfabrieken gezamenlijk de
3 millioen als premie. Dat bedrag
m zij niet uit 's Rijks kas door tus-
iiKomst van betaalmeesters of ontvangers,
n zij maken dat als prijs van de suiker,
zij als accijnsvrije overponden hebben ge
nen, waarvan zij dus geen belasting be-
ii.
u is die premie voor de suikerindustrie
igs zoodanig toegenomen, dat de regee-
daarin groot nadeel zag voor de sch&t-
cn het wenschelijk werd geacht een nieu-
suiüerwet aan de Staten-Generaal voor
dragen. Bovendien was die premie niet
Ier vastgesteld dan voor de tegenwoordi-
smpagne, zoodat een voorziening voor
toekomst noodzakelijk was en de behan-
van het regeeringsvoorstel met het
op het contracteeren der boeren met de
erfabrieken geen langer uitstel gedoogde.
is dan op 28 December jl. door onze
"de Kamer aangenomen het wetsontwerp,
r:nde bepalingen omtrent de accijns op
'itiiker.
is te voorzien dat ook de Eerste Ka-
i dit ontwerp eerlang zal aannemen, waar-
1 sleehls de Koninklijks bekrachtiging
1 om als wet in het Staatsblad te ver-
Jen.
I wij nu over dat door de Tweede Ka-
Ktngenotneii ontwerp van wet onzen le-
teiijne beschouwingen willen leveren, dan
II «ij het. weinig doelmatig de verschil-
daarin voortkomende bepalingen op te
en uiteen te zetten, maar treden
Jel liever in een behandeling van de
die bij ieder in deze streek zich wel
zal opdringen, de vraag namelijk,
-Vfcr de landbouwbelangen door die nieu-
Jerwet zullen worden gebaat of ge-
y-uurlijk is deze vraag in ons parlement
bree<l besproken, wel niet door onzen
aardigde Mr. Hennequin hij heeft
schijnt het beter geacht te zwijgen
inaar door andere mannen, wier woorden
ook onze lezers genoeg belang zullen inboe
zemen om ze te bespreken of aan te halen.
De premie, die aan de suikerfabricage wordt
toegekend, is niet anders dan een bescher
ming van die industrie, een protectie zooals
men die voor den landbouwers verlangt in
den vorm van graanrechten. In een land
als het onze, waar het vrijhandelstelsel zoo
veel aanhangers telt, vindt die protectie nog
al tegenstand en ware bet niet dat men
meent als zou de landbouw door de be
scherming der suikerindustrie ook gebaat
zijn, dan zouden de premien waarschijnlijk
zoo al niet afgeschaft, dan toch vrij spoedig
ten doode opgeschreven zijn.
Men meent dat door de premien de fa
brieken voor de grondstof, de beetwortelen,
beter prijzen kunnen besteileu en sommigen
gaan zelfs zoo ver, dat naar hunne luèeiung
met de al ot niet instandhouding (lier pre
mien de. beetwortelcultunr staat of valt.
Nu heeft de Minister van Financiën, van
wien het voorstel der suikerwet is uitgegaan,
de premien in stand gehouden tot een totaal
bedrag van hoogstens 2.800.000 gulden, be
rekend tegen -3.50 de 100 kilogram suiker
inet een productie van hoogstens milli
oen kilogram. Die premie wordt evenwel
jaarlijks met 100.000 gulden ingekort, tot
dat het totaal bedrag zal bedragen l1^ mil
lioen. In een tijdsverloop van 8 jaar wordt
dus de premie steeds wat minder en daarna
blijft zij vast.
Zooals gezegd, zijn in de laatste jaren die
premien bijzonder gestegen, zoodanig dat de
suikerfabrieken veel geld hebben verdiend
en waar de Minister die premien wil inkor
ten, vinden wij daarvoor deze goede reden,
dat liet niet aangaat door de bescherming
aan deze industrie groote winsten te bezor
gen ten koste van 's ltijks schatkist. De
opbrengst van 00 millioen KG. suiker heelt
de minister ontleend aan de opbrengst van
vorige jaren, naar wij meenen van 1803 en
189t met de bijzonder gunstige oogst van
1890 wordt de opbrengst voor de laopende
campagne geschat op 112 millioen KG. Wij
komen straks hierop terug.
Over het algemeen is des Ministers voor
stel door de suikerfabrikanten gunstig ont
vangen. Dit is evenwel niet genoeg om te
veronderstellen dat de prijs der bieten niet
noemenswaard verminderd zal worden. Men
stelt de fabrikanten dikwijls voor als men-
scken, die den landbouw voor het product
geven, wat zij kwijt willen zijn, maar deze
voorstelling is alleszins onjuist. Ware dit
zoo, dan zouden zij geen ƒ10.uitloven,
want het eigen belang drijft bij hen even
als bij ieder ander boven.
Fr zijn andere omstandigheden, welke op
de bepaling van dien prijs van invloed zijn,
andere factoren waarine.de rekening is te hou
den. In acne uitnemende, zeer toegejuichte
rede is dat door den Heer de Boer, afge
vaardigde voor Zaandam en als landbouw—
specialiteit, genoeg bekend, in de Kamer uit
eengezet. Naar onze meening zijn zijne be
weringen zeer juist, waarom wij niet kun
nen nalaten het een en ander uit die rede
mede te deeleu. In denzelfden geest is ge
sproken door de Hceren Rutgers van Rozen
burg, afgevaardigde voor Amsterdam en Mees
voor Rotterdam, terwijl de daartegen geop
perde bezwaren naar het ons voorkomt van
weinig beteekenis zijn tc achten.
De vraag, zoo redeneert de Heer de Hoer,
ol wij bij het beschermen van deze industrie
invloed kunnen uitoefenen op den prijs, dien
de landbouwer voor zijne bieten ontvangt,
schijnt bij het bespreken van deze kwestie
in veler oogen reeds in bevestigenden zin
opgelost. Ik aarzel niet ze ontkennend te
beantwoorden. Wanneer de omvang der in
dustrie zooals hu het geval is, zich niet of
langzaam wijzigt, dan zal de prijs der bie
ten geheel onafhankelijk van de protectie
zich regelen naar den piijs van andere land
bouwproducten als tarwe, haver enz. Is die
prijs laag, dan zal de boer bereid zijn voor
Jager, prijs bieten te telen: rijst de prijs der
granen, dan zal de fabrikant meer moeten
geven om den boer tot het afstaan van zijn
land voor die cultuur te bewegen. Wan
neer doar maatregelen van wetgevenden aard
een groot blijvend verschil in opbrengst ont
staat tusschen de teelt van het eene of an
dere landbouwproduct, dan ligt het in den
aard der zaak, dat elke boer, die daarvoor
gelegenheid heeft zich op c'.e teelt van het
meest voordeelige gewas zal toeleggen en dit
toegepast op ons geval, zal niet de fabrikant
den boer, maar de boer den fabrikant na—
loopen en dit zoolang doen tot het groote
verschil in dei» prijs der verschillende land
bouwproducten is verdwenen.
De Heer de Boer voorziet dus blijkbaar
eu naar onze meening terecht, dat de bieten
teelt zich hoe langer hoe meer zal uitbrei
den.
Hiervan zal het gevolg zijn, dat de boe
ren hun bieten geedkooper gaan presentee
ren uit vrees ze niet kwijt te raken en in
dat geval is het den fabrikant niet kwalijk
te nemen als hij in plaats van b. v. ƒ10
maar ƒ9 vóór de 1000 kilo biedt.
Het is waar, zoo zegt genoemde afgevaar
digde verder, dat tegenwoordig de bietenprijs
nog niet staat in een juiste verhouding tot
den graanprijs, hoewel het verschil niet zoo
groot is als men wel eens doet voorkomen,
maar dit is nog het gevolg van de snelle
uitbreiding der cultuur. Heeft de bietenteelt
lang genoeg geduurd, zijn de boeren er een
maal aan gewoon en er op ih gericht, dan
zal aan aanbod van land geen gebrek zijn,
nog te minder bij den onzaligcn invloed van
het voorschollenstclscl.
Naar de meening van den Heer de Boer
komt dus de premie ten slotte te recht uit
sluitend in de zakken der suikerfabrikanten.
Nog nadrr staaft hij dat door de volgende
redeneering
Het schijnbaar meest afdoende middel oin
het doel te bereiken, dat sommigen zich voor
stellen (namelijk het doel om den landbouw
een gedeelte van de. premie te verzekeren)
zou zijn om voor elke 1ÜU0 kilo suikerbieten
een bijslag uit de schatkist, te geven. Dat
zou in ieder geval redelijker zijn dan dat
het aan de suikerfabrikanten wordt gegeven
in de naieve verwachting dat zij het wl-1 aan
de boeren zullen overbrengen. Maar zelfs
met dit systeem, met die rechtstreeksehe uit-
keering zou de boer het geld nog niet in
den zak houden en kwam hel nog aan de
fabrikanten t« n goede, want de boer zou die
uitkeering optelien bij de som, die de fabri
kant bood en voor precies zooveel minder
zijn grond voor de bieteiicultuür geven.
W ij herhalen het de redeneering van
den Heer de Boer komt ons juist voor. De
bietenteelt zal naar het ook ons wil voorko
men, zich nog zoodanig uitbreiden, dat de
prijs zich regelrn zal naar den prijs der ove
rige landbouwproducten. Mn stellen we dat
voorop, dan is de vraag, die we hierboven
stelden, ot de nieuwe suikerwet den land
bouw zal steunen of niet, gemakkelijk te be
antwoorden. Dan kunnen we er van zeg
gen, dat bij een uitbreiding der bietencul
tuur zooals die tot lieden is geschied, de
premie aan den landbouw weinig of niet zal
ten goede komen.
Ot dan de bietenprijs spoedig zal dalen
Dit is een vraag, waarvan de beantwoor
ding niet gemakkelijk is. Geschiedt het
vroeger of later, dan doet men naar onze
meening verkeerd het aan de nieuwe wet
toe te schrijven.
Bekijkt men de zaak uit dit oogpunt, dan
is het amendement van K ar nebeek-Hei me~
quiti, oin dt premie te stellen op ƒ2,50 per
100 K.G suiker met een maximum van 25
ton berekend over 100 miMioen K.G. van
luttel beteeke.nis. De Ministci had dc pre
mie berekend over een opbrengst van 06
millioen K.G. en nu wordt het amendement
aldus verdedigd door t« zeggen, dat bij een
berekening der premie van een groote hoe
veelheid de cultuur zich nog kan uitbreiden.
Dit amendement heeft de iroedkeuring der
Kamer kunnen wegdragen zoodat de premie
voor het volgend seizoen zal bedragen 25
ton 0111 in dc volgende 8 jaren telkens met
100.000 gulden te dalen tot 17 ton
Daarna blijft zij staan op dat bedrag tot
tijd en wijle de premie bij een nadere her
ziening der suikerwetgeving weer wordt ver
anderd.
Welk deel onze afgevaardigde mr. Henne
quin aan dit Amendement heeft gehad, is
ons onbekend.
Ons is slechts kunnen blijken dat de Heer
van Karnebeek alleen het heelt voorgedra
gen en verdedigd. Liever hadden wij ge
zien dat de Heer Hennequin zich nu eens