11
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
No. 275.
Vrijdag 1 Januari 1897.
jaargang.
IIEDWSB
I
A B O N N K M E N T S P K IJ S
Per 3 maanden 4-0 cents; franco per post 4."> cents
Voor Amerika /2.B0 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADV EBT EN TI EP BUS:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Oroote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Yrijdognani. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zulctilut/ bij den l itgever C, DIEEEMAN, te Hreskems.
"0
Als onze lezers dit nummer van óns blad
Ier hand nemen, behoort het ja.tr 1896 tot
het verleden. Voor ons behoort dat jaar niet
tot de minst gewichtige in zoover we van
bnze houding tot de maatschappelijke en
staatkundige gebeurtenissen in plaats van ren
passieve, een actieve hebben gemaakt. Ge
rugsteund door ons zelfvertrouwen hebben
we de. taak aanvaard het publiek* ietwat
anders voor te leggen dan hei tut dus
ver gewoon was wekelijks te lezen en we
bopeu ons van die taak te kwijten allengs
beter hoe ineer wij beseffen, dat ons woord
ingang vindt in de hooiden en harten onzer
omgeving.
De aanleiding tot dit ons optreden is be
kend.
Dc Aardenburgsche gasthuiskwestie kwam
ons zoo onrechtvaardig voor, dat we behoef
te gevoelden ons te uiten in laai, die, 't is
waar, geen zoetsappigheid verraadde, van d«n
anderen kant zelfs hooghartig werd genoemd.
Deze kwalificatie hebben wij met eenig ge—
boegen aanvaard wij hopen steeds den moed
en dc kracht te hebben 0111 schreeuwende
onrechtvaardigheid aan te val'en gelijk we
toen hebben gedaan,
fin eenmaal over zaken van publiek b«-
lang ren oordeel hebbende, uitgesproken,
meenden we op den ingeslagen weg te moe
ten voortgaan noodig als we 't vonden onze
omgeving in te lichten over zaken, die de
gehrele maatschappij ii) al hare lagen belang
inboezemen, noodig als we t vonden den
kleinen man belang te doen stellen in de
hoofdlijnen der democratische beweging, die
•aarsehij u lijk in de toekomst zulk een voor
name rol zal spelen in het maatschappelijk
en staatkundig leven.
Zij 1897 in dat opzicht ons ten voorspoed.
Geve het nieuwe jaar ons de noodige
werkkracht om het publick belang te dienen
eerlijk en tot behoorlijke vervulling van een
plicht, die we ons voelen opgelegd.
-x-
Als we door 't eerst over ons zei ven te
spreken, den vorm hebben voorbijgezien, dan
vragen we onze lezers daarvoor verontschul
diging. Niet minder dan ons wachte ook
hun een jaar van geluk in den besten zin
des woords.
Het nieuwe jaar staat voor de bevolking
van Nederland een gewichtig tijdvak te wor
den, al is het alleen dat met ingang van
heden de nieuwe kieswet in werking treedt,
die naar we ernstig hopen met al haar ge
breken on* land ten zegen zal zijn.
Met ingang van heden wordt aan een
breede schare uit den zoógenaamden wer
kenden stand de bevoegdheid verleend een
werkzaam deel te nemen aan het [staatkun
dig leven en daarmee den plicht opgelegd
met hare stem mede te werken tot een goe
de landsregeering in het belang der inaat-
sc hap pel ij k e wel v aa rt
Ligt in de leuze 11 et kiesrecht is de
sleutel lot de broodkast" naar onze uieening
dwaze overdrijving, aan een opwekking om
van het verkregen recht gebruik te maken,
mag het toch evenmin ontbreken. Want de
llollandsche aard brengt lankmoedigheid mee,
d:e soms nan 't onverschillige raakt en voor
al is dit het geval, waar het zaken van :il-
gemeeneii aard betreft. Men maakt zich
niet warm voor wat ze U's met kracht naar
voren dringt.
(ieven straks de nieuwe kiezers blijk van
den invloed te verdienen, die met de nieu
we wet. in hunne handen is gelegd. Geen
onverschilligheid ga van hen uit. Zij heb
ben te bedenken, dat. dc beweging, welke
aan deze einduitkomst is voorafgegaan, ja
renlang geduurd heeft om hunnentwil en
dat de krachtsinspanning, die dat werk van
voorbereiding heeft gevorderd, is ontwikkeld
uitsluitend in hel belang van den kleinen
man. Men heeft gewild, dat de volksver
tegenwoordiger met recht een vertegenwoor
diger van het *'0lk ig> welnu men sta daar
tegenover dan ook niet lauw, maar behan—
dele de zaak met den ernst, dien zij ver
dient. Men spreke bierbij niet van afhan
kelijkheid gelukkig waarborgt de wet ie
ders onafhankelijkheid door zelfs te laten
stemmen zonder te schrijven, Aan niemand
is men rekenschap verschuldigd clan aan
zichzelven, dan aan zijn eigen geweten en
juist daarom nvme men de zaak ernstig op
en vrage zoo noodig inlichtingen a»n hen,
wien uien zijn vertrouwen schenkt.
Ook voor de zoogenaamde oude kiezers is
het nieuwe jaar van niet minder gewicht.
Weikeu steun zullen zij van hunne mede
burgers bij de stembus ondervinden. Zullen
zij beseffen dat het meer dan vroeger gaat
om het belang der gehcele maatschappij. Zal
men, waar men zich vereenigt minder ex
clusief, minder doctrinair zijn zal men in
zien, dat men van het nieuwe jaar op staat
kundig terrein een nieuw frisch leven wacht,
hetwelk onze politiek leidt in een gezonde
bedding en wetten schept tot heil van heel
het volk. En eindelijk, zal men den klei
nen man lot zich trekken, hein opbeuren en
hem leiden tol een hooger zedelijk peil
Dit alles zal de naaste toekomst, het nieu
we jaar uitwijzen.
Al wenschen we veel, onze verwachtingen
spannen we niet hoog. Al wenschen we
met de intrede van de nieuwe Kieswet in
het nieuwe jaar nieuw leren op staatkundig
cn maatschappelijk gebied, de uitslag kan
ons moe.ielijk tegenvallen.
Maar nogthans desespereeren wij niet, om
dat we gelooven in de kracht der moraliteit,
gevolg van de strikte toepassing der goede
beginselen, die aan den eenvoudigen inenseh
niet vreemd zijn. Voor dc toepassiug ech
ter is opwekking noodig.
Waarom niet rechtmatig gehandeldals
men van rechtvaardigheid spreekt
Waarom niet eerlijk bekend, als men over
tuigd is van zijn toutmen stelle zich toch
met op een voetstuk, want welke mensch
Ueeit recht zich voor een grootheid aan te
zien
W aaroiu en wij spreken hier naar un~
ze meeniug tot een publiek, dat 't wel mag
hooien waarom waar men uitsluitend za
ken heeft te behandelen, in twist zijn kracht
gezocht en niet liet goede in elkander ge—
eerbiedig:! en bevorderd. Men kan toch niet
meeiicn, dat waar samenwerking in dc aller
eerste plaats voor de bevordering van alge-
meene belangen een vereischte is, deze wor
den bevorderd door zich vuni elkander af te
stouten.
Is het niet beter wat van zijn individua
liteit prijs te geven ter verkrijging van het
beoogde doel dan hardnekkig zich vast te
houden aan eenmaal gestelde eischen. Is
het niet beter de handen in één te slaan tot
bevordering van bet welzijn der gemeenschap,
dan ..f te breken liet goede, dat bestond en
eiken band onwillekeurig te verscheuren.
Bevordering van het welzijn der gemeen
schap zij ons doel. Om dat te verkrijgen is
noodig verheffing van den individueelen geest,
noodig in het bijzonder voor hen, die geroe
pen zijn tot voorgaan. Zij behooren te be
denken, dat het bestaan, hetwelk iemand
met zijn handen heeft te veroveren, onrustig,
ruw en vaak wreed is, dat zij door het toe
val hunner geboorte daaraan zijn ontsnapt,
dat zij daardoor bevoorrecht zijn en dit voor
recht hebben te betalen door met nauwge
zette plichtsbetrachting te getuigen van hun
beter ontwikkelden geest.
De wetenschappelijk gevormde man ge-
voele zich groot* verplichtingen jegens dc
maatschappij opgelegd van hem ga uit een
adel van geest en gemoed en een grootheid
van karakter, dat storm en drang weerstaat.
Die man tnako zich de door hem ingenomen
plaats waardig door geestelijk hoog te staan.
Noblesse oblige.
Van boven naar beneden, niet van bene
den naar boven moet de weg der sociale ver
betering leiden.
Al zijn we eenigszins afgedwaald, die af
dwaling zal men ons wel ten goede willen
houden, waar we ditmaal hoofdzakelijk wil
den spreken tot *de grooten" uit onze om
geving.
Mogen we onze wenschen, al is het maar
voorbeen klein deel, in vervulling zien gaan.
In het nieuwe jaar, in het eerste jaar van
de nieuwe kieswet zal daartoe meer dan vol
doende gelegenheid wezen. Het zij zoo.
De lieer Vun Oyen in liet Weekblad,
liet schijnt, dat de h'*er Van Oyen ein
delijk uitgepraat is over de gaxthuis-kwestie.
Het was eigenlijk wel niet de. gasthuis-kwes
tie meer, welke hij behandelde maar, enfin!
zijn geschrijf vloeide er toch uit voort. We
hadden eens afgewacht, wat het worden zou;
sints 7 November II. was onzerzijds niet meer
over de zaak gesproken, hoewel dat volstrekt
niet inhad, dat wij voornemens waren het
bijltje er bij néér te leggen.
Als het noodig is, zullen wc hem nog van
repliek dienen. Maar alleen dan, als hij
met nieuwe argumenten voor den dag komt,
die door ons nog niet zijn weerlegd.
Wal heeft hij ze< weken lang geleverd
In plaats van de zaak kort en bondig
au fond te behandelen, heeft hij aijn Werk
blad gevuld met ellenlange causerieën, belo
vende nog eene reeks van feuilletons, aan
welk voornemen hij echter geene uitvoering
schijnt te geven, /eer wijs, want hij dien
de toch te begrijpen, dat hij het publiek er
moe begon te# vervelen en z'n tegenstanders
weer in het harnas joeg, zoodat hij zich er
steeds dieper inwerkte om eindelijk er niet
meer uit te komen.
En wat had zijn geschrijf nu in
Het was de moeite niet waard er op in
te gaan hij herhaalde z'n eerste beweringen
en deed net, of er niets tegen ingebracht
washij verviel weer in z'n oude manier
var. buiten de zaak om te gaan en met al
lerlei misselijke persoonlijkheden aan te ko
men, waarmee hij probeert z'n tegenstanden
bij het publiek verdacht te maken om zóó
eigen zaak te redden.
En oin het aantrekkelijk te maker, voor
de lezers, werkte hij nu eens met versjes en
dan weer met brieven van zoogenaamde vrien
den, waarmét hij ook al niet veel verder
koiut, want uit onze voorlaatste nummers
blijkt, dat er nog meer mensohen aijn be
halve de hoor Van Oven die de kunst van
rijmen verstaan.
Kolommen schreef hij vol on, als men
zich ten slotte vroeg: wat heeft hij nu gr.
zegd dan moest men antwoorden niets,
totaal niets.
We kunnen er dan ook gerust het zwij
gen toe doen,
Eón staaltjeN van de vuile manier, waarop
hij v/r. tegenstanders een beentje zoekt te
lichten, kunnen we echter niet nalaten te
vermelden.
Als argument tegen den heer Van den
Berg heeft hij aangevoerd dal deze vrijmet
selaar moet zijn.
Begrijpen de lezers de gemeenc taktiek
van dezen aanval
Mijnheer Van Oyen kent de antipathie der
Katholieken tegen dc vrijmetselarijen oin
het nu bij dezen te winnen <»n in hunne
oogen den httr v. d. Berg en het Nieuws»