voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
No. 274.
Yrijdag 25 December 1896.
6' jaargang
De Boerenstand.
NIEUWSBLAD
ABONNE M E N T S P R IJ S
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents
Voor Amerika /2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uittrever.
c-> o
A 1) V E R T E N T I E P li IJ S
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnain. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Zaterdag bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
BERICHT.
Uit hoofde van hrt a.s. Nieuwjaarsfeest
zal op.» blad in plaats van op Zaterdagmor
gen, Vrijdagmorgen 1 Jan. verschijnen.
li. .lit no. wordt andermaal gelegenheid
grgeven tot het plaatsen van
SieuwjaarsadYBrtentiën,
ft 25 cents van 17 regels.
DB UITGEVER.
Blijkens .ins nummer ran 28 November
jl. is door de Liberale Unie in haar pro
gram als urgente maatregel opgenomen de
.behartiging ran de ontwikkeling ran land
bouw, veeteelt, handel en nijverheid, niet
iluor beschermende rechten, maar door ande
re maatregelen o. a. door verbetering van
rrrkeers- en gemeenschapsmiddelen, ook tus-
schrn afgelegen streken en <le centra van be
volking; en wat den landbouw aangaat o. a.
door verbreiding van landbouwonderwijs, door
samentrek Icing van de bestuurstaak ten aan
zien der landbouwbelangen bij één der de
partementen van algemeen bestnur, door her-
rieuing van de bepalingen op bet stuk van
da jacht."
Wij tcekenden daarbij aan, dat het ons
genoegen deed deze belangen in liet program
tan urgentie te zien opgenomen, omdat naar
onze meaning door de aandacht die de maat
schappij in de groote steden tot zich trekt,
de belangen van het platteland op den ach
tergrond worden geschoven
Als we naar aanleiding hiarvan over den
landbouw in nadere beschouwingen treden,
daar «tellen we voorop het feit, dat de boe
renstand in de laalste 20 jaar geen welvaart
krnt.
Natuurlijk is die Staat van zaken druk
kend voor hem, die in de kracht zijns 1e-
v.ni een dergelijke periode meemaakt. Maar
uit e.n algemeen oogpunt bezien, heelt de
ilechte tijd deze lichtzijde, dat allerwege naar
middelen wordt gezocht om den ontmoedi-
gsnden toestand te verbeteren.
Evenals teleurstellingen voor de karakter
vorming van eiken iudividu noodzakelijkhe
den zijn, is een teruggang in ieder bedrijf
uit een maatschappelijk oogpunt niet anders
dan gewenseht.
Want voortdurende voorspoed, hoe aan
genaam het wezen mag het deelachtig te
worden, werkt verslappend op eiken mensch,
op de gehcele maatschappij.
Een treffend voorbeeld van deze waarheid
vinden w» in onze vaderlandsehe geschiede
nis.
De zeventiende eeuw heeft zich vooral in
dt laatste helft gekenmerkt door een onge-
kenden bloei. Onze handel op de ovrrzee-
sche bezittingen nam een hooge vlucht als
gevolg van de energie, dio, opgewekt in
uioeielijke dagen, door ons volk werd aan
drn dag gelegd, liet geld stroomde Neder
land binnen en »lke stand trok daaruit voor
deel. En wat zien we in de |8e renw ga-
beuren Een weelderig leven, een teren op
de verkregen rijkdom en als gevolc daarvan
een verslapping .an kracht en een achter
uitgang, die ten slotte ons land een neder
laag heeft bezorgd, welke het eigenlijk nooit
te boven is gekomen.
Zoo is hrt in deze eeuw ook in zeker op
zicht mei den landbouw gegaan. De wei
vaart van voor een KJ, 50 jaren maakte
het toen en later onnoodig, veel energie te
ontwikkelen, omdat men met een bebouwing,
die zelfs ietwat le wrnschen overliet, er toch
wel kwam. Dit was een verslapping, wel
ke in den tegenwoordigen tijd niet meer
straffeloos blijft.
De teruggang is evenwel niet hieraan te
wijten. Zoo goed als de druk, waaronder d.
boerenstand verkeert, een feit is, zoozeer is
het ook een feit, dat de daling ill de graan
prijzen daarvan uitsluitend de oorzaak is.
Bij omstandigheden als misgewas, belemme
ring in den uitroer van vee mogen er toe
hebben bijgedragen den druk te verergeren,
bij een markt van /I2 s y"15 de Hectoli
ter tarwe zou tnen die tegenspoeden als van
weinig beteekenis aanvaarden.
Omtrent de oorzaak van de daling der
prijzen voor de landbouwproducten hebben
we hier weinig te zeggen. Van algemeene
bekendheid is het, dat zij in het wereldver
keer moet worden gezocht, en alzoo niet weg
te nemen is. Wellicht en waarschijnlijk
zelfs zal de markt vroeg of laat rijzen mis
schien voor langcrcn duur, maar dan is de
tegenwoordige tijd als verleden daar om te
getuigen dat met de mogelijkheid van daling
rekening moet worden gehouden.
Met andere woorden een prijs van 8 ot
10 gulden per hectoliter voor de tarwe zal
men in de toekomst, wat er ook gebeure,
niet meer als een middelrantigen prijs mo
gen beschouwen, men zal veel lager moeten
gaan en als gevolg daarvan tegenover een
begrooting van mindere inkomsten uok een
begrooting van mindere uitgaven moeten
stellen. Alzoo ook minder paeht en minder
kosten, verbonden aan de uitoefening van
het bedrijf. En het natnurlijk gevolg zal
dan zijn, dat bij ietwat williger markt en
bescheiden welvaart in der. boerenstand te
rugkeert.
Zooals wij reeds zeiden, wordt in den te
genwoordigen tijd allerwege naar middelen
omgezien om den landbouw wal uit zijn ver
val op te beuren. Naar de Staatsregeering
richt men vooral het oog out van haar maat
regelen in dezen geest te verkrijgen. Onder
jieer vraagt men van haar den invoer van
vreemd graan tc belasten, het verkeer ell het
onderwijs op het platteland te bevorderen en
in hel bijzonder bare aandacht aan de land
bouwbelangen ie wijden door het instellen
van een ufzonderlijk ministerie van land
bouw, zouals in andere landen wordt aange
troffen.
Inderdaad is er veel ten nutte van den
boerenstand te doen. Verbetering van ge-
mrcnsehapsiniddrlrn, uitbreiding van alge
meen- en vakonderwijs ten einde den strijd
om het bestaan voor de plattelandsbevolking
niet onevenredig zwaar te maken, zie daar
met nog verschillende andere zaken even zoo
veel verbeteringen teil nutte van den land
bouw, op welker totstandkoming niet genoeg
kan worden aangedrongen.
Maar wrie beseft niet, dat al deze dingen,
dat elk- verbetering van wrtgevenden aard,
hulpmiddelen zijn, die op zichzelf hoe nut
tig ook, de welvaart aan bet bedrijf niet
kunnen teruggeven.
Gesteld al, dat tegen beschermende rech
ten voor ons land geen overwegende bezwa
ren waren aan te voeren, dan zou de heffing
er'van niet kunnen beletten, dat de rijzing
en daling van de graanprijzen in het buiten
land oo onze markt haar invloed deed gel
den. Want men zou niet anders verkrijgen
dan een prijsverhooging voor het binnen-
landsch graan, met een min of meer vast
bedrag, dat noodwendig onder de belasting
moet blijven.
Zoo verlangt men tegenwoordig ook ver
betering van ons pachtwezen duor den grond
eigenaar een gedeelte van de risico te doen
dragen, waaraan de bebouwing uit haren
aard bloot staat iu tegenstelling van den
thans beslaanden regel, volgens welken de
pachter alle gevaar voor zijne rekening neemt.
Of wel, door pachtcommissies in te stellen,
die bij eigenaar en pachter als tusschenper-
soon optreden en waar men ze inroept, ad
viezen verstrekken of geschillen beslechten.
Naar het ons toeschijnt, zijn al deze maat
regelen niet anders dan lapmiddelen, tege
moetkomingen, die op zichzelf wellicht van
zeer veel belaag, in den algeinoetien toestand
echter weinig verbetering kunnen brengen.
Men verwachte van maatregelen op wet
gevend gebied niet te veel. Want dc druk
der zaken is niet het gevolg van staatsbe
leid, maar vindt, wij herhalen het, haar oor
zaak in het maatschappelijk raderwerk. De
sta.it kan hierin niet te veel ingrijpen, alleen
de maatschappij, zooals zij zich over de ge-
heele wereld vertoont, vermag dat te var-
zetten. Het moge waar zijn, dat het biuie-
tallisme, bcoogend een standvastiger en guns
tiger verhouding van het zilver tot het goud,
in staat is den wereldhandel, cn als onder
deel daarvan den landbouw, eenigerniate op
te heffen. Wij voor ons verwachten er
ook geen radicale verbetering van die
maatregel zou dan over de geheide wereld
moeten worden ingevoerd, iets waaraan voor
alsnog niet behoeft te worden gedacht.
Out tc verkrijgen dat de landbouw zich
in zijn ouden bloei weer verheugen kan, zijn
naar onze meriting andere dingrn uoodig
gewoonten en maatschappelijke toestanden die
nen zelfs wijziging te ondergaan.
Op eigen grond moet gewerkt wor
den.
Zal hal boerenvak luonende vruchten af
werpen, dan behoort otizes inziens de grond
uitsluitend eigendom van den landbouwer le
zijn.
De bestaande toestanden stellen duidelijk
aan het lioht, dat over het algemeen de
grond geen pacht plus inkomen van den
pachter opbrengen kan. Alleen in de gou
den jaren zijn de huurboeren vooruitgegaan,
maar nauwelijks kwam er daling in de prij-
sen of uit was het met hun welvaart en als
zij thans nog kunnen bestaan dan is h* t
ltièr ten koste van den grond, dilitr ten kos
te van wat zij nog aan kapitaal bezitten,
ginds omdat zij hunne uiterste krachteu in
spannen en broodzuinig leven.
Hun bedri.fskapitaal wsrpt in vele geval
len bij regelmatige puchtbetaling weinig of
geen rente af en langzamerhand neemt het
af, zij het ten slotte it den vorm van ver
mindering of slijtage van den inspan, want
van de inkomsten een gedeelte te bestem
men voor verlies of vernieuwing, daaraan
kak niet worden gedsoht.
Hoe is het met de kapitaalswaarde van
den grond
Waren er niet zoo velen, die het beroep
van pachtboer durven aanvaarden, dan zou
die waarde voortdurend dalen, want voor den
eigen geërfden boer heeft het land naar een
zuivere berekening onmogelijk de waarde,
die er thans nog aan wordt toegekend. Een
algemeen bekond feit is het immers dat de
graanboer, die zijn eigen gronden bebouwt
na aftrek van exploitatiekosten weinig an
ders overhoudt dan een kleine rente van zijn
kapitaal en dikwijls nog zelfs dat niet. Een
behoorlijk loon voor de arbeid, die de be
bouwing vereischt benevens matige rente van
het kapitaal, dat de grond vertegenwoordigt,
kan er gemiddeld niet uit getrokken -vor-
den. Het koopen van hofsteden door kapi
talisten vindt dan ook enkel sijn oorzaak in
de concurrentie der pachters, gevolg van ze
den en gewoonten.
De grond in eigendom bij de gebruikers,
dat is het ideaal in onze oogen. De pacht
boer kan onmogelijk beginnen zonder eigen
bedrijfskapitaalwelnu, hij koopt daarvoor
hoofdzakelijk grond en beginne daatop zelf
te bouwen met eigen kracht, met eigeu han
den. Zijn zaak is dan uitteraard veel klei
ner, maar hij loopt uuk minder risico zijn