Feitelijk is de grief van F)r. de Glopper
tweeledig
1°. de Voorzitter van Regenten heeft mis
bruik gemaakt van hét archief
2Ü< hij heeft in publieke geschrifte getracht
den dokter en zijn vrouw te discrediteeren.
Zijn deze grieven juist?
i. Het misbruik maken van bet t/asthuis
archief.
Niets gemakkelijker dan dit te bewijzen.
De. In*. Van Oven probeert wel uit. deze
klem zich te redden door heel handig te
goochelen met de woorden officiéél en off ie i-
'cuswie echter er een logischèri gedachten-
gang op na weet te houden, laat zich hier
door niet van de wijs brengfen.
Waartoe uienen archieven vraagt de hr.
v. O. Wel, luidt het antwoord, waartoe an
ders dan om daaruit de waarheid aan te
toonen. Zekei, zekermaar aan wie. en
door wie? Daar zit 'm dt* kneep.
Daar is onderscheid tusschen archieven en
archieven. Er zijn archieven, welke ten al
ler. tijde open staan voor het groote publiek,
en welker inhoud gepubliceerd wordt, hoewel
dan nog met toestemming der eigenaren. En
er zijn archieven, waar dagelijks stukken in-
en uitgaan, welker inhoud niet maai z66 ter
stond voor liet krantenlezend publiek is be
stemd Ons dunkt tenminste, dat menig
college geen //amen" zal zeggen op deze be
wering van den Voorzitter van het Regenten-
college te A arden burg.
En dan nog maakt het een groot onder
scheid, wie publiceert. Wie heeft het recht
uit een archief aiukken openbaar te maken
Eén lid van het college, dat eigenaar is van
het archief, of geheel het college Indien
er gepubliceerd zal worden, dar. moet dit
geschieden door ot namens liet college niet
door den Voorzitter op zijn effien houtje
zonder daartoe permissie te vragen van zijne
medebestuurders.
Dit nu heeft de heer V. O. herhaaldelijk
gedaan, met volkomen terzijdestelling zijner
mederegenten. Eén sterk sprekend staaltje
In de voorrede der //Open Brieven" wordt
erkend
De uitgave dezer brochuri geschiedt zonder
voorkennis van mijne Mederegenten. Ik vrees
hun oordeel niet.
Zonder voorkennis zelfs dei mederegenten
Wat moeten die regenten weinig begrip
hebben van hunne waardigheid, dat zij zoo
iets over zich hebben laten heengaanwij
zouden tenminste na zoo'n handelwijze den
man op z'n plaats hebben gezet, en, zoo hij
voortgegaan ware met z'n machtsoverschrij-
ding, hadden wij recht gezocht bij een hoo-
gsr college.
Mocht Martina uit eigene beweging
zeggen dat Fabris kome antwoord dan
ja dan zal ik naar haar toe vliegen
Ach zoo ging hij voort, met de witte, ver
magerde handen naar zijn hoofd grijpende
en het als een bal heen en weer schudden
de. //Ach! maar Martina zal het nooit zeg
gen, en ik zal hier aan mijn eind komen,
hier, op erbarmelijke wijze, hiei
Myart voelde zich diep getroffen door die
wanhoop, die een hevig karakter begon aan
te nemen en tot e n u'en hartstocht over
sloeg, die met ras.- In schreden het gehcele
moreele en physickc zijn van een deugdzaam
mensch dreigde te over meesteren. Waar zou
dit eindigen
Fabris, wees bedaard. Gij stelt immers
vertrouwen in mij als een vriend? Arme
Fabris, verlaat u op mij. Maai wees op
recht meer dan oprechtwees stipt eer
lijk Uil welke oorzaak ontstonden de 011-
eeuigheden met juffrouw Martignanie, die
op het punt stond binnen een paar maan
den uwe vrouw te worden Heilige lieer
des Hemels, zooals mijn moeder pleegt te
zoggen indien gijlieden elkander vurig hebt
liefgehad, indi n gij elkander heden nog lief-
hebt, ondaii - dien bitteren si rijd, die ach
terhoudendheid. die wederzijdsclie tegenkan
tingen, dan zeg ik wat kan er voorgeval
len zijn om u'lieden zoodanig in verdeeldheid
te houden Wat hebt gij gedaan
Wat heeft zij gedaan
(Wordt vervolgd.)
Ik vrees hun oordcel nietZij inoefen
zich dus nog een oordeel vormer.. Zonne
klaar dóet de lieer V. v. O. hitr uitkomen,
dat. het heele zaakje was een geschil tusschen
den dokter en hem, terwijl de andere regen
ten er buiten stonden.
De foor zit ter van Heg enten is zijn boekje
te buiten gegaan.
Wij herhalen deze beschuldiging, thans
met het oog op hetgeen hij schreef in zijn
Weekblad. Uit de vele voorbeelden, welke
wij konden b.i brengen, zullen wij nemen dat,
wat de heer Van Oven zelf bespreekt nl
de schrijverij in het Weekblad naar aanlei
ding van het per-order onderteekencn van
mevr. De Glopper. Straks komen wij op dit
zaakje uitvoeriger terug; nu willen wij al
leen aantoonen, dat de hr. v. O. zijne be
voegdheid in deze weer is te buiten gegaan.
z/Dit. geschrijf", zegt hij, //was naar aan
leiding van oene gewone correspondentie en
heeft met het archief niets te maken".
Wel zoo, nu nog mooier De, hr. v. O.
verzoekt in z'n kwaliteit van Voorzitter van
Regenten den gestichts-geneesheer in het ver
volg verschoond te mogen blijven van ver
klaringen per order maar dat is niet offici
eel hooreen heel gewone particuliere cor
respondentie slechts.
Wij zouden zód zeggen de hr. v. O. schrijft
of als belangstellende vriend, die den dokter
een goeden raad wil geven, en dan is de
toon, welke hij aanslaat een weinig te hoog;
óf als Voorzitter en dan is het eene gast
huiszaak, die in het gasthuis behoort afge
speeld te worden.
Dhr v. O. schermt iriet de woorden offi
cieel en officieusmaar., officieel en officieus,
als hij in z'n kwaliteit van Voorzitter van
het Gasthuis een schrijven ontvangt van den
gasthuisdokter, dan is dat een stuk, hetwelk
in het. gasthuis thuis behoort en niet in des
Voorzitters persoonlijk huis-archief.
Zeifs dat per order briefje was een stuk,
behoorende tot het gasshuis-archiet, waarover
niet dhr v. O. de vrije persoonlijke vrije be
schikking had.
Het fraaiste in deze geschiedenis is echter
dit; de Voorzitter verzoekt, niet officieel, naar
hij zelf beweert, dus zonder nog de andere
regenten er in gekend te hebben, den ge
neesheer verschoond te mogen blijven van
per order brietjes (of de andere heeren met
zulke briefjes genoegen nemen, wordt niet
gevraagd hij, de oppermachtige Van Qyen,
verkiest het niet en daarmee is hel uit)
de geneesheer geeft een antwoord, dat nog
niet tot genoegen van den Voorzitter is; en
wat doet deze nu? hij wendt zich tot z'n
mederegenten meent ge mis man tot den
redacteur van het Weekblad voor Zeeuwsch-
Vlaanderen's Westelijk deel Die andere
regenten, aan wien toch de behartiging der
gasthuis-belangen is opgedragen, gewoon weg
gepasseerd; die redacteur, dat is de man, die
raad moet schaffen.
Schitterend compliment, hiermede gebracht
aan hh. regenten! '7,66 weinig acht hun voor
zitter hen voor hun taak berekend, dat hij
iu dit nietige zaakje, alvorens hunne hulp in
te roepen of die van eene gecombineerde ver
gadering tegen den wêerspannigen beambte
zich wendt tot den veelvermogenden redac
teur van het Weekblad, die echter, naar het
ons voorkomt, hoe wijs en veelvermogend jook
z'n neus te houden had buiten dit zaak e.
Wij weten, wat dhr v. O., ons zul tegen-
voeren publieke zaken mogen publiek be
handeld worden; het betreft dingen, waarbij
algeineene belangen op het spel staau. Ac
eoord; maar, daar zijn zaken van algemeen
belang, die opgedragen zijn aan een bepaald
college en niet aan het krantenlezend publiek.
Waartoe zitten de heereu op hun kussen, in
dien zij het toch niet alleen af kunnen en de
hulp vau de pers moeten inroepen reiken
zij zich zelf daarmee niet een brevet van on
bekwaamheid uit? Het zou er vreemd gaan
uitzien, wanneer alle bestuurscolleges het voor
beeld navolgden, door den Voorzitter van
het Aardenburgsclie gasthuis gegeven.
De hr. Van Oyen probeert de beschuldi
ging van misbruik maken van het achief te
rug te wentelen op den dokter. De man heeft
het zelf gedaan, roept hij uit. Zeer snedig
I gevondenen we kunnen ons voorstellen, ho
dit argument cp de leden der gecombineer
de vergadering een overweldigenden indruk
heeft gemaakt. Bij nader inzien blijft er
echter niet veel van over.
De beide genecsheeren richten zich tot den
gemeenteraad met een bezwaarschrift over de
handelwijze te hunnen opzichte der regenten,
eit voegen daaraan toe copie van eenige stuk
ken, door hen met regenten gewisseld. „Is
dat geen publiek maken Is de gemeente
raadszitting niet even publiek als de cou
rant.
Pardon, m'nlieer v. Odat is zij niet.
Hebt U gehoord, dat er publieke en ge
heime gemeenteraadszittingen zijn; dat er
zaken zijn, ter welker behandeling overge
gaan wordt door den raad in comité-gene
raal Niet het feit, dat de geneesheeren de
brieven richtten aan den raad, maakte deze
stukken publiek alleen de wijze, waarop de
raad deze stukken behandelde. De beschul
diging, indien zij opgaat, valt dus terug op
den Voorzitter van den gemeenteraad, aan
wiens prudentie het was overgelaten deze
stukken, waren het geheime stukken, te be
handelen ook in geheime zitting.
Bovendien, het komt ons voor, dat de heer
Van-Oyen een weinig in de war is met zij
ne voorstelling van, hetgeen tot het gast
huis-archief behoort, en wat niet. De brie
ven, welke door regenten gericht woeden
aan geneesheeren, zijn geen archiefstukken
meer, zoodra zij aan het adres der genees
heeren zijn bezorgd, maar het bizondere ei
gendom dat der heeren, waarover zij naar
welgevallen kunnen beschikken, tenzij van
deze brieven door het college geheimhouding
is verzocht. Iets anders is het, wanneer
door een ambtenaar of door een particulier
een schrijven, door hein van zeker college
ontvangen, openbaar gemaakt wordtiets
anders, wanneer één lid van dit college naar
welgevallen grasduint in het archief van het
college. Stel u voor een burgemeester of een
secretaris eener gemeente die in deze hoe
danigheid op eigen gezag stukken licht uit
het gemeente-archiefdie een schrijven, door
hem in deze hoedanigheid van eenen ambte
naar ontvangen, terstond plaatst in eene krant
met de noodige /ironische" op- en aanmer
kingen er aan toegevoegd. Wat dunkt U,
lezers zou deze ambtenaar niet in zijn recht
zijn, zoo hij zich over deze handelwijze ern
stig beklaagde
Wat recht! ondergeschikten hebben geen
rechten; zij kennen alleen plichten; te gehoor
zamen hebben zij het boven hen gestelde ge
zag cu daarmee uit. Voor een bepaald loon
hun arbeid verrichten en zich onderwerpen
aan al, wat de superieur hun gelieft voor te
schrijven; onverschillig of zij veldwachter, ont
vanger, kommies, geneesheer, onderwijzer, of
ficier, ingenieur of sloeproeier zijn.
Welzeker, m'nlieer Van Oyen, in dit op
zicht staan allen gelijk; vooral van ons inoct
gc niet verwachten bevoorrechting van enke
len gelijke monniken gelijke kappen.
Welzeker, het gezag moet geëerbiedigd en
wij zouden het niet gaarne opnemen voor den
ontslagen Amsterdamschen onderwijzer.
Maar, èn voor den veldwachter èn voor den
ontvanger èn voor den kommies èn voor den
geneesheer, den onderwijzer, den officier, dan
iugenieur en den sloeproeier, voor allen die
verkperen in eene ondergeschikte positie, wil
len wij handhaven nevens de plichten ook de
rechten, het recht om niet iedere behandeling
van de zijde der superieuren zich te hoeven
laten welgevallen, het recht om niet geheel
af te hangen van de genade en de willekeur
van, wie hoven hen staan, om niet maar ge
noegen te moeten nemen met elke willekeu
rige verandering in de voorwaarden, waarop
de dienst, is aanvaard.
Erg liberaal is het zeker niet een nieuw
reglement te ontwerpen, zonder zelfs de be
leefdheid te hebben den betrokken beambte
er op te hooien, en dan te zeggen: wel, be
valt het u niet, dan staat het u vrij te. ver
trekken
Het gezag heeft ook zijne grenzen, en het
komt ons voor, dat in het onderhavige geval
die grenzen zijn overschreden. Een beambte
heeft het recht te verlangen, dat de corres
pondentie, welke hij noodzakelijk moet voeren
met zijne supeiieuren, niet misbruikt worde
ten einde hem belachelijk te maken of te dis'
crediteeren in de oogen van hel groote pu.
bliek. Dn dat is gedaan door den heer For-
sterman van Ogen ten opzichte van Dr dt
Glopper.
In discrediet heeft de hr. v. O. gepoogd i
den dokter en zijne vrouw te brengen met i
zijne schrijverij.
Als men het Weekblad van Zaterdag j|.
leest, zou men denken, dat dr. de Glopper 1
geen beter vriend heett gehad dan de hr. v.
O. die hem juist zeer vaderlijk zoolang mo-
gelijk de hand boven het hoofd heeft gehouden, j
In discrediet brengen wel, geen sprake van!
juist het tegendeel
Komaan, lezers wij noodigen u uit ken
nis te nemen van de //Open Brieven" en van
alle stukken in het Weekblad, tegen den
dokter verschenen, en dan vragen wij u in
gemoede afwat is het doel dezer pamflet-,
ten anders dan der. hr. De Glopper te hel
pen om ziji. crediet als dokter, zijne be-
kwaamheden in verdenking te brengen Weet i
dan ook, indien gij het nog niet wist, dat i
indertijd de heer Vorsterman van Oyen, de i
man die altijd ridderlijk en met open vizier i
strijdt, in een ongeteekend stuk in het Mndbl i
t/d Kwakzalverij klaarblijkelijk gepoogd heeft 1
den dokter om zijn goeden naam te helpeu I
bij zijne ambtgenooten (wel kwam des schrij- t
vers naam er onder, maar door een leuke ti
vergissing der redactie, tegen de bedoeling
van den hr. v. O; in). i
Hoewel het ons tegen de borst stuit, zien
we ons nu verplicht over te gaan tot ver-
melding van het geval met mevr. de Glop
per. Deze dame is echter eenmaal in het <j
debat gebracht en het is in haar belang, dat i
wij haar naam noemen, waar zij in het Week-
blad wordt beschuldigd van aanmatigende li
bemoeizucht, zoo sterk, dat een man de ge- s
wone dosis courtoisie, welke hij bezit, zou d
mogtn achterwege laten tegenover haar. r
Wat is dan toch het vreese)ijk misdrijf der r
arme vrouw
Hoort, lezers en verschrikt niet vau het
geweldig vergrijp
er komt op zekeren morgen een jongen
bij den dokter om voor rekening van 't J
gasthuis geholpen te worden; de dokter, na j
al eerst eens kennis genomen te hebben van
het ongeval, stuurt hem tiaar den zgn. bui-
tenregent om een briefjedeze is niet thuis; jj
toen naar een ander, tot hij, we weten niet
bij den hoeveelste» regent terecht komt. In
elk geval, er verliepen een paar uurde dok
ter moest uitkon toch ook niet een heelen B
dag op dien jongen zitten wachten. Hij gaat
eindelijk heen en zegt tegen z'n vrouw (de
apotheker was inmiddels ook vertrokken)
//och vrouw! wanneer die jongen terug komt; jj
ik heb hem al onderzocht, toeken dan het
briefje maar per order".
Ziedaar het geheele geval herleid totI
nu ja, tot een bewijs, hoe goed mevr. de d
Gl. een verzoek van haar man opvolgt. Met t
ons zult gij zeggen, lezers! ajakkes, wat een
wissewasje het sop is de kool niet waardv
Er zit onregelmatigheid in, zekermaar
m'nheer v. O. maakt ons niet wijs, dat in I
het gasthuis nooit nog eene dergelijke onre-
gel matigheid was voorgekomen bij vroegere
geneesheeren, terwijl toen niet de heele we- 1
reld daarbij te pas kwam. Maar nu was het J
dadelijk kip ik heb je Een boos briefje i
voor den dokterdeze schrijft terug, dat hij 1
zooveel in zijn vermogen is voortaan derge-
l'jke onregelmatigheden zal voorkomen. 2
De voorzitter, niet tevreden, wendt zich
daarop, gelijk wij zagen, ten einde raad tot
den redacteur van het Weeklad (dat is de
zelfde persoon, nota bene! in eene andere
gedaante) en begaat de onkieschheid met v
mevr. d. Gl. in zijn blad een loopje te ne-
men. Neen, gescholden heeft hij niet; al-
leen maar een weinig ironisch zich uitge-
laten, dat wil in goed hollandsch zeggen:
een loopje nemen met de dame in kwestie, j
haar belachelijk gemaakt. Dhr v. O. ziet
de onkieschheid hiervan niet in; och, sina-
ken verschillen en over verschil van smaak
valt niet te redeneeren; wij zijn echter over-
tuigd, dat allen, die niet zijn gewoon ge
raakt aan den toon en de manieren van het