voor Zeeuwsck-Vlaanderen. M I S LEI D. Uil ie Tieele Kaïör. No. 209. Zaterdag 28 September 1895. 4C jaargang. FEUILLETON. NIEUWSBIA ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents. Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. A D Y E R T ENT1 E P K IJ S Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagtiam, 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. 't Is een gewone stelregel, dat op elke uitgesproken troonrede ter opening der zit ting van de beide Kamers der Staten-Gene- raal, een adres van antwoord wordt verzon den aan het Hoofd van den Staat. Dat adres wordt samengesteld door eene commissie uit elke Kamer. In de zitting van de Tweede Kamer kwam jl. Dinsdag bedoeld adres in behandeling, doch enkele afgevaardigden hebben gepro testeerd, tegen de wijze waarop de regcering der regentes de woorden in den mond lmeft gelegd. De 2e paragraaf van het Ontwerp-adres behelzende dank voor de gedane mcdcderliii- gen omtrent den toestand des lands en der overzeesche bezittingen, besprak de heer Mi- chiels var. Verduijnen de voortdurende slui ting van de Belgische grenzen voor het llol- landsche vee, ondanks de vermindering van de gevallen van mond- en klauwzeer. Hij vroeg den minister van buitenlandsche zaken hoeveel er thans nog in ons land voorkomen ot het aan te nemen is dat de Belgische stallen zijn besmet door ingevoerd Hollandseh vee, en of cr uitzicht bestaat op spoedige heropening van de grens. Ook de heer Pijttersen wees op de hou ding van België ten opzichte der sluiting van de grenzen voor het Hollandseh vee. Hij vroeg naar aanleiding daarvan of men in het buitenland den toestand niet kende en of de regeering het buitenland volledig had ingelicht. Hij hoopte, dat het haar in Maar niet ieder, die naar het goudland trok, had lust in het zweet zijns aanschijns met houwen en spitten den Mammon te zoe ken; zij wilden spoediger en gemakkelijker hun doel bereiken, doordien zij den niets kwaads vermoedenden goudgraver, die naar de stad ging, om de vruchten van zijn arbeid te gelde te maken, oploerden en neerschoten. Gelukte het echter den goudgravers een dezer roovers te grijpen, dan waren naar de mijn wet drie man voldoende om hem te veroor- deelen en dit oordeel luidde steedsden dood door den strop. In eene der meest, algelegen streken der goudvelden hadden zich vier Duitschers neer gezet en werkten daar met inspanning aller krachten, om in den kortst mogelijken tijd een vermogen bijeen te garen en dan als welgestelde lieden naar hun vaderland terug te keereu. Die vier mannen hadden niet dit opzicht aan beleid niet zal hebben ont broken. Nederland stelt zijne grenzen wijd open voor alle naties het verdient dus we derkerig welwillendheid, en bij wenscht daarom dat wij ons tegenover andere regee- ringen zullen doen gelden waar 't betrelt concessiën onzerzijds, en dat niet alleen je gens Relgië. Nederland is een klein volk maar moet zich toch laten hooren waar 't pas geeft Spr. stelde voor, na de 3e alinea de volgende zinsnede in te lasschen „Uithoofde van de vriendschappelijke be trekkingen tot alle buitenlandsche mogend heden, vertrouwen wij dat naburige landen niet langer voor den invoer van ons vee ge sloten zullen blijven, nu het mond- en klauw zeer, dat daartoe aanleiding gaf, nagenoeg 4» gewekent'. - - In antwoord daarop deelde de minister van buitenlandsche zaken mode, dat een be roep op de vriendschappelijke betrekkingen kan niet baten om heropening van de gren zen te verkrijgen voor den veeuitvoer. Op de vragen van den lieer Micliiels van Ver- duynen gaf de minister te kennen, dat hij niet kan verzekeren of met deu Belgiseben minister van landbouw een „intervicuw" heeft plaats gehad, waarover de heer Michiels heeft gesproken. Ilier te lande zijn zulke „in terviews" niet gebruikelijk. In elk geval, de regeering heeft geen oilicieelc mededeeling ontvangen in den zin van liet gevoerd on derhoud. Maar een feit is 't dat op 1 Sep tember de toestaud zoo was dat nog slechts in 3 gemeenten het mond- cti klauwzeer voorkwam, terwijl op dit oogenblik bij één veehouder in ons laud in eene gemeente waar ver van hun arbeidsveld eene tamelijk oor spronkelijke tent opgeslagen, waarin zij dus nachts sliepen en in welker schaduw zij de grootste hitte van den dag lieten voorbij gaan. Eenig ijzer vaatwerk en eenige zak ken met levensbehoeften maakten de inwen dige inrichting der tent uit liet was ongevear twaalf uur en de zon zond hare stralen bijna loodrecht lieer. Een der mannen stoaid op eenigen afstand van de tent bij een vuur er. bereidde liet middagmaal, terwijl een ander nog een wei nig verder bezig was met stecnen te was- schende twee anderen lagen reeds in de schaduw der tent en rookten hunne cigarette. „Fritsriep de man bij het vuur tot dengeen, die nog aan het werk was, „laat het nu eindelijk eens genoeg zijn en kom bij me, anders wordt de bout me nog te bruin". „Ik zou gaarne eerst weten, of bet nog de moeite waard is den ouden gang nog eens te wasscben, want naar het schijnt, zijn hier vroeger Amerikanen geweest, men ziet zulks aan de slordige bewerkingik heb er nog bijna een lialf ons uit gekregen, en ik denk, dat we bet daarom' maar eens moeten be- zij reeds voorkwam, de ziekte nog niet is geweken. Het vee is naar België gezonden en gezond over onze grenzen gegaan men kan echter niet zeggen hoe liet in België is aangekomen en welken invloed de aanwe zigheid van het vee op de. besmetting ginds heeft gehad. Absolute zekerheid kan daar over niet gegeven worden, maar waar uien een onderzoek beeft kunuen instellen, is op twee punten gebleken dat het zg. besmette Hollandsche vee in de Belgische stallen be smet is geworden. Onmogelijk kan echter door den Belgisehen minister in liet beweerde „interview" gezegd zijn, dat de grens 15 maanden achtereen voor bet Belgische vee was gesloten. Dat is toch feitelijk bet ge val niet. De Nederlandsehe regcering harerzijds heelt geenerlei represailles genomen aan hare gren zen zoodra haar gebleken was dat voor de sluiting geen aanleiding meer bestond werden de grenzen heropend. En nu vertrouwt de minister, dat als liet mond- en klauwzeer bij ons te lande werkelijk de aanleiding was voor liet sluiten der Belgische grens, deze wel spoedig heropend zal worden. Bepaalde zekerheid kan echter niet gegeven worden. ^uiDulaHiUcIit l|t01Wlp Ondanks het prachtige zomerweder waar door de maand September zieb kenmerkt, spoeden do vacantiëu voor de diplomatieke en politieke personen ten einde. De stilstand in het politieke leven, als gevolg van de uitstcdigbeid van vele lioogc personages houdt proeven 't Is mij goedkom nu maar gauw hier, 'k heb honger wie weet hoe zeer Terwijl de man bij het vuur in een blik ken vorm eene soort podding gereed zette, en daarna den aan de spies geroosterde» schapebout, kwam de andere van zijn arbeid terug en alle vier gingen nu in de tent, om met den besten eetlust hun ecnvoudigen maaltijd te gebruiken. „Morgen moeten weer twee man naar Santa Clara", begon de kok, „onze mond voorraad loopt op een eind wie weet hoe zeer" „Nu, Karei", zeide bij, die liet laatst aan bet werk geweest was, „ik dacht, dat ge dezen koer zeil meegingt, ge moet reeds eene tamelijke hoeveelheid stofgoud hebben en het is altijd beter, wanneer men het inwisselt en een deel er van in de bank van Santa Clara plaatst ge weet, wat voor soort mensclïen het hier builen zijn". „Ge weet toch even goed als ik, Frits, dat bier slechts het lot beslistwant moet bet niet zijn, dan weet men toch maar niet, waarvoor bet goed is". De vier mannen aten flink van den bout daardoor allengs op en de raderen van da Staatkundige machine komen langzamerhand in beweging, Keizer Wilhelm heeft dezer dagen een zijner talenten dienstbaar gemaakt aan een politieke zet. Zooals men weet is de ver houding tusscben de hoven van Berlijn en St. Petersburg minder vertrouwelijk dan voor been. Ten einde eeliter die banden meer toe te halen beeft Z. M. zieb onledig gehou den met eene zinnebeeldige teekoning, voor stellende de gemeenschappelijke tusschenkomst van Duitseliland en Kuslund in zake do vred' tusscben China en Japan. Het ont werp is van dc band van den Keizer, ter wijl het stuk werd voltooid door den schil der Kuackluss. Of liet geschenk bij Czaar Nieolaas doel zal treffen muet de tijd nog leeren. Op de algemeene vergadering der Duit- sclie landbouwverecnigingen heelt zich do landbouwraad Thiol als vertegenwoordiger van den minister van landbouw krachtig te gen een nieuwe margarinewet verklaard. Daarvan zouden ae inargarinelabrikanten meer nut dan schade hebben, zeide hij. Het eenige middel voor den boer in zijn strijd tegen de margarine was verbetering van het botergehalte. De vergevorderde margarine- industrie leverde tegenwoordig zeer goede fabrikaten. Alleen fijne boter kan daar tegen op. Zeer ongunstige berichten zijn uit den Koisgo gekomen. In dc verschillende stre ken waar het gezag van de ambtenaren van den lvongo-Staat het hechtst gevestigd scheen, zijn de inboorlingen opgestaan en hebben en een geruime» tijd bleof lu t gesprek ste ken. Plotseling hielden alle vier gelijk op niet eten en luisterden met du meest gespannon aandacht. „Wat was dat?" vraagde na eenigen tijd de een den ander, toun men niets metr hoorde. „Ik heb duidelijk stemmen gehoord", ver zekerde Metlilow. „En ik wil gehangen worden, als ge liegt wie weet hoe zeer", bevestigde Karei Beier. Intusschen had eon der twee anderen reeds de buks gegrepen en kroop, voorzichtig rond. loerend, de tent uitook do anderen zetten hunne wapens gereed en volgden hun kame raad, zonder het minste leven te maken. Toen zij den omtrek nauwkeurig doorzocht en niets verdachts ontdekt hadden, keerden zij naar hun maal terug. „Al hebben we niets gevonden", zeide degecn. die hot eerst was heengegaan, „dan is het nog altijd niet gezegd dat we veilig zijn toen ik voor acht dagen in Santa Cla ra was, werd mij de grootste voorzichtigheid en opmerkzaamheid aanbevolen, omdat in deze

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1895 | | pagina 1