voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
I
I
HET PORTRET.
No. 194.
Zaterdag 15 Juni 1895.
4e jaargang-
FEUILLETON.
Binnenland.
NIEUWSBLAD
ai
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
In de Fransche Kamer is de houding van
de regeering tegenover Duitschland ter spra
ke gekomen, in den vorm van interpellaties.
De heer Millerand betoogde dat het samen
gaan van Frankrijk met de vreemde Mo
gendheden in zake het Chineesch-Japansche
vraagstuk tot resultaat heeft gehad dat Frank
rijk zal deelnemen aan de feesten te Kiel
bij de opening van het Nonrd-Oostzeekanaal.
Het nationaal gevoel van enkele leden der
Kamer was daardoor gekrenkt. Hij beweer
de dat de redenen van internationale hoffe
lijkheid alles behalve voldoende zijn om of-
ficiëele deelneming aan dergelijke feesten in
een vijandig land te rechtvaardigen. Hij
achtte het noodig dat Duitechland wete, dat
Frankrijk zijne verloren provinciën nog niet
vergeten is, en dat die gansche kwestie haar
nog volkomen voor den geest staaf.
Jules Roche vroeg de regeering of zij niet
bad durven weigeren op eene uitnoodiging
van Keizer Wilhelm en of zij een bezoek
van dezen aan de Parijsche tentoonstelling
zal weten te verhinderen.
Zooals men ziet zijn velen in Frankrijk al
les behalve vriendelijk gestemd jegens Duitsch
land en werd de regeering in een moedijk
parket gebracht.
De regeering beantwoordde bij monde van
den minister van buitenlandsche zaken, Ha-
nataux, het te ver gaande nationaliteitsge
voel meesterlijk. Hij betoogde dat de re
geering geen wijziging heeft gebracht in ha
re politiek, welke de rerhelfing des lands
NOVELI.E VAN
OTTO fi I R X I» T.
„Is het u ernst, Elvira," mengde zich nu
Iugerinan in het gesprek, „of schrikt Luit-
gard's voorbeeld u af openhartig te zijn
Het beangste meisje zag hem aan, maar
geen geluid kwam er over hare lippen. Gold-
baum verhief zijne stem „Ik vraag u nog
eenmaal, of ge hem wilt of nietDe raads
heer zegt me, dat Reinwald u bemint
Hare oogen begonnen te schitteren. „Hij
bemint me
Ingermann nam hare handen in de zijne.
„En gij Uw lieve papa staat me toe,
mijn collega uwe beslissing over te brengen".
Elvira's voeten wankelden, zij liet zich in
de armen vallen yan den ouden heer, die
nog sterkte genoeg bezat, haar te steunen.
„Mag ik dan wezenlijk „ja" zeggen Huis
de zij.
beoogt, niet zijn isolement, doch dit slechts
doet door zich met de mogendheden te ver
staan op eene wijze die reeds goede vruch
ten heeft afgeleverd. Bij deze verklaring
werd de minister luide toegejuicht. De ge
delegeerden die op de internationale confe
rentie te Berlijn in 1890 Frankrijk hebben
vertegenwoordigd, zonder in een enkel op
zicht aan de belangen of de waardigheid van
Frankrijk afbreuk te hebben gedaan. De
nieuwe uitnoodiging die Frankrijk thans van
Duitschland ontving, getuigt van eene hoffe
lijkheid, die even hoffelijk moet beantwoord
worden.
Ten slotte zeide hij dat Frankrijk zijn
bondgenootschap getrouw moet blijven en dat
geen enkel gewichtig vraagstuk in Europa
kan geregeld worden zonder dat de raad van
Frankrijk wordt ingeroepen
Een tweetal oud-ministers Goblet en Flou-
rens bestreden de regeering in hare gedrags
lijn tegenover Duitschland.
De een beweerde, dat door bet gaan naar
Kiel liet volksgevoel wordt beleedigd, de an
dere, dat de inmenging in de Chineesch-Ja
pansche kwestie aan de belangen van Duitsch
land is ter. goede gekomen.
Bij de stemmingen over de motiën, waar
bij de houding der regeering werd afgekeurd,
bleek ten duidelijkste dat beide punten wa
ren aangegrepen om te dienen als wapen te
gen de regeering. Met een 4-00 tegen een
120 stemmen werden de motiën van zulke
strekking verworpen.
Prins Bismarck heeft een bezoek ontvan
gen van den Duitschen minister van oorlog
en onmiddellijk na dezen ontving hij de cen-
„Ja lachte Ingermann baar toe.
„Jajubelde zij, rukte zich van hein los
en omhelsde haar vader. Zij werd niet als
hare zuster afgewezen.
„Toe dan maar, in 's hemels naam zucht
te Goldbaum onder hare liefkozingen.
Zij keek tot hem op „En de arme Luit
gard
„Moet wachten tot ik terugkomver
klaarde hij, terwijl zijn gelaat plotseling ee
ne opgeruimde uitdrukking aannam.
„Marsch beval hij. „Ik wil nu geen
van u beiden meer zienkleedt u eerst fat
soenlijk aan Ik zal 't ook doen. De raads
heer heeft niets te doen, hij zal me verge
zellen". En ten derden maal liet bij de
schel overgaan en riep, toen de bediende zich
weer vertoonde „Het rijtuig voor
Elvira begaf zich naar hare bedroefde zus
ter, en Ingermann bleef, waar hij was, tot
Goldbaum gereed was om uit te gaan. „Waar
gaat het dan eigenlijk heen vraagde de
raadsheer vergenoegd.
„Ik wil Luitgard's portret eens gaan be
zien, en gij moet «er bij zijn
„Met alle genoegen zeide de raadsheer.
Hij herinnerde zich echter het volgende oo-
trale commissie van den Landbouwersbond,
tot welke hij eene redevoering hield, die zoo
scherp was, als bij zieli nog nimmer bad
uitgelaten jia de verzoening met den Keizer.
Hij keerde zich tot de geheele politiek der
handelstractater. en waarschuwde tegen liet
te verkiezen van ambtenaren tot leden van
den Rijksdag, omdat zooals hij zeide, onze
ambtenaren meestal hunne eigene belangen
dan die van liet vaderland voor oogen heb
ben.
Bismarck eindigde zijne rede met liet. on
vermijdelijk „lioch" oji den Keizer, maar liet
er onderhands invloeien, dat het beter zou
zijn als de Keizer in bet geheel geen geld
uit de schatkist ontving maar voor zijne be
hoeften moest zien rond te komen met de
opbrengst der domeinen. Men krijgt den in
druk, dat er tussclien Friedriclisrnh en Ber-
lijn-Potsdain iets voorgevallen is.
De Italiaansehe Kamer is door den Ko
ning geopend met eene troonrede, waarin
eenige beperkingen van uitgaven werden aan
gekondigd tot herstelling van het financieel
evenwicht.
De Tweede Kamer behandelde Vrijdag een
door den minister van oorlog ingediend wets
ontwerp tot wijziging der wet op de bevor
dering, liet ontslag ci\ het op pensioen stel
len der militaire officieren bij de landmacht,
ten doel hebbende om door wettelijke rege
len waarborgen te krijgen, dat officieren door
langdurigen werkkring buiten liet leger (dus
genblik, dat Reinwald hem meegedeeld had,
boe Asmus eerst dezen morgen aan het werk
zou beginnen, zoodat het bijgevolg nog niet
ver gevorderd kon zijn. Doch bij paste wel
op iets te zeggen en dacht„We zullen eens
zien, hoe de schilder zichzelven uit de val
redtHij vraagde ook met opzet niet, hoe
het gekomen was, dat hij Asmus bij Gold
baum had aangetroffenliet zou hem toch
wel opgehelderd worden, hij liet het gerust
aan de toekomst over.
Het rijtuig bleef slilstaan in de Irmgard-
straat voor het huis nummer twee. De bei
de heeren stegen er uit en klommen de drie
trappen op, doch de werkplaats was ge
sloten, de schilder zelfs niet eens tehuis.
Goldbaum kwam terstond tot liet vermoeden,
dat Asmus zich zeker, zoodia hij zijn huis
verlaten had, naar Reinwald had begeven
hij wilde echter niet onverrichter zake te-
rugkeeren, maar trok aan de bel van de deur
tegenover de werkplaats.
Eene vriendelijke oude dame deed open»
maakte zich bekend als de vrouw des hui
zes en vroeg of zij de werkplaats wilde ope
nen. „Dat zou ik gaarne willen antwoord
de de bankier. De oude vrouw haastte zich
oiik voor leden der Kamer) niet van den
troep vervreemden.
De lieer Schappmar. wilde in dit ontwerp
eene overgangsbepaling zien aangebracht, be
palende dat officieren, die op dit oogenblik
bidiooren tot bet Militaire Huis der Konin
gin, of leden zijnde van eene der Kamers
van bevordering tot den eerstvolgenden hoo-
geren rang niet worden uitgesloten
De minister verklaarde deze bepaling on
aannemelijk, docli de Kamer nam haar aan
met 48 tegen 37 stemmen.
Daarna werd aangevangen de behandeling
van een ontwerp van wet ingediend door den
heer de Savornin Lohman tot wijziging van
art. 54 bis der wet op liet lager onderwijs,
strekkende om vrijstelling van de opgelegd»
voorwaarde voor liet verkrijgen van rijkssub
sidie te verleenen aan die bijzondere scholen,
van welke liet blijkt, dat het bestuur, on
danks hel aanbieden van eene behoorlijke
jaarwedde, niet bij machte is geweest de be
staande onderwijzers-vacatures binnen den
gestelden termijn te doen vervullen, welke
wetsvoordraeht Dinsdag is aangenomen met
41 tegen 34 stemmen.
De heer Lobman werd aangewezen om
dit ontwerp in de Eerste Kamer te verdedi-
gen.
Daarna werd aangenomen met 57 tegen
15 stemmen een motie van de heeren Bee-
laerts van Blokland, Dobbelmaun, Drucker,
Van Gijn, Harte, Plate en Seret, waarbij
de wenseh wordt te kennen gegeven van
eene wettelijke voorziening tot verkrijging
van eenheid van tijdrekening.
den sleutel te balen. Goldbaum gaf zich
uit voor een vreemdeling, die mijnheer As
mus reeds als knaap gekend had, en vroeg
haar of zij met haren huurder tevreden was.
„O, hij is zulk een lief, voortreffelijk
mensch, die mijnbeer Asmus gaf de oude
dame ten antwoord. „En zoo degelijk In
't geheel niet lichtzinnig en buitensporig,
zooals andere kunstenaars Nooit blijft hij
geheele nachten buitenshuis 1 Maar, mijne
lieve hemel, hij heelt geen geluk in de we
reld Als hij maar meer geluk had wensch-
te zij vol deelueming.
Goede vrouw troostte de raadsheer, „bet
geluk wordt soms in eens gevonden
„Ais dat eens gebeurde zuchtte zij, ter
wijl zij de deur der werkplaats opende
Goldbaum ried liaar aan zieli niet in ba
re bezigheden te laten storen, hij en zijn
geleider zouden er wel voor zorgen, dat er
geen letsel kwam aan het werk van den
schilder. De oude dame geloofde dat gaar
ne en verwijderde zich. Daar stond inder
daad het pas begonnen borstbeeld eener vrouw
ongedekt op den schildersezel Goldbaum,
die zich er heen spoedde, verwonderde zich,
dat hij het den vorigen dag over het hoofd