voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
HET PORTRET.
No. 191.
Zaterdag 25 Mei 1895.
4e jaargang.
FEUILLETON.
Binnenland.
IISUVSBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika f 2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
A D V E R T ENTI E P R IJ S
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Van dc talrijke en kostbare geschenken,
die prins Bismarck bij gelegenheid van zijn
8Ustcn jaardag toegezonden zijn, is te Berlijn
ecne tentoonstelling georganiseerd. Van de
circa 20UU cadeaux zijn er 95U in het con
certhuis geëxposeerd, en Maandag is de zaal
voor het publiek toegankelijk gesteld.
In Oostenrijk-Hongarije heerscht sedert
eenigen tijd een moeilijke beweging in de
regeeringskriugeti. De positie van Graaf
Kalnoky, als minister van buitenlandsche za-
k«n was zeer verzwakt tengevolge van het
terng roepen van een afgezant bij den Paus,
waardoor de Katholieken zich belcedigd acht
ten. De minister diende zijn ontslag in,
doch werd door den Koning niet aanvaard.
Daar Kalnoky wel ziet, dat de zaak voor
hein niet veel verbeterd is en de iumenging
van den minister van binnenlandsche zaken
is den val van Kalnoky nog bespoedigd,
althans hij geeft als reden voor zijn ontslag
op „de voorbarige openbaarmaking door Banf-
fy, van het besluit waarbij den pauselijken
nuntius teruggeroepen wordt".
Kalnoky achtte djt een nieuw ongeoorloofd
ingrijpen in hetgeen tol het gebied vau zijn
eigen werkzaamheden behoort. Of dit een
voorwendsel, dan wel de hoofdreden voor zijn
ontslag is, zal wel een onopgelost raadsel
blijven.
Als zijn opvolger is benoemd graaf Golu-
chowski, oud gezant te Boekarest. Met het
oordeel omtrent den nieuwen minister is de
Oostenrijksche pers vooralsnog terughoudend.
Veel verwachtingen koestert men er niet van.
NOVÏU.K VAN
O I' l'O fi I R N 1) T.
„Jawel," zeide de bankier met een vuur
rood gelaat, „juist dokter Reinwald heeft
me den rijkdom uwer ziel geopenbaard. Gij
waagt van de hand mijner dochter te spre
ken, gij, die een caricatuur van me getcekend
hebt
„Ik J" Asmus ging ontsteld een stap ach
teruit. Goldbauin lachte bitter en gedwongen.
In een oogenblik had de jonge man echter
weer zijne bedaardheid herkregen en sprak
langzamer dan tot nu toe „Ja, nu wordt
me veel opgehelderd Dus daarom wil-
det gij in het bezit mijner schilderstukken
komen, nit bezorgdheid voor een caricatuur
En Reinwald heeft u met die vrees ver
vuld Die goede ReinwaldOm mij te
helpen Goldbaum wierp van terzijde een
blik op hem, hij wist niet wat hij uit het
Do omstandigheid dat de buitenlandsche
politiek geheel en al in handen is van keizer
Krans Jozef en de minister van dat departe
ment alleen dat gene moet doen, wat Z. M.
hem voorschrijft, is alzoo die betrekking niet
veel meer dan die van Secretaris. Met het
oog daarop is de benoeming van den nieu
wen minister misschien nog zoo kwaad niet.
Generaal Duchesne, de bevelhebber der
expeditie, die de Eranschen in Madagascar
ondernemen, heeft terstond na zijne aankomst
te Majunga eene inspectie gehouden over het
legercorps van generaal Metzinger, dat den
inarsch tegen de hoofdstad Antananarivo zal
voortzetten.
De Fransche troepen, die nu strijdvaardig
zijn, tellen 8000 man. Generaal Duchesne
acht deze strijdmacht sterk genoeg, om de
krijgsverrichtingen te kunnen voortzetten, in
afwachting van de aankomst der troepen, die
nog onderweg zijn. Volgens de berichten,
dezer dagen te Parijs uit Majunga ontvan
gen, blijft de gezondheidstoestand van het
expeditie-corps zeer bevredigend.
Men blijft daarom te Parijs vertrouwen,
dat generaal Duchesne er wel in zal slagen,
de weerspannige Hova's spoedig tot onder
werping te brengen.
De brand te Rotterdam.
De bewoners van de Feyenoordstraat en
Maaskade O. Z. werden Maandagmorgen om
streeks 4 uren uit hunne nachtrust opge
schrikt door een braud, zóó geweldig als men
zoo even gehoorde moest opmaken. Het
werd hein echter duidelijk, toen de schilder
vervolgde Nu bevind ik me bijna in een
toestand, als die van Schilder's Moros, toen
hij zijn vriend en borg in levensgevaar zag
een van ons beiden wordt gekruisigd, wan
neer gij niet, mijnheer von Goldbaum, de
grootmoedigheid van den tiran Dionysius uit
oefent. Laten we het daarop maar laten aan
komen Ik geef u mijn eerewoord, dat ik
er niet aan gedacht heb, een caricatuur op
u te maken, er niet aan denken kon, om
dat gij me persoonlijk onbekend waart, voor
ik u voor het eerst in mijne werkplaats
zag."
Als door eene onderaardsche kracht opge
heven, stond Goldbaum op zijn voeten
„Die man heeft me bedrogen
„Dat is zeker wel," zeide Asmus op zach-
ten toon, „het eerste bedrog in zijn leven,
en de arme man moet er reeds voor boeten
door eene vertwijfeling, die ik nu eerst be
grijp. Hij ziet al zijne verwachtingen voor
de toekomst in puiu vallen, want hij bemint
uwe dochter Elvira
De bankier bracht zijne hand aan zijn
voorhoofd „Ongehoord 1"
de laatste jaren slechts zelden daar bij
woonde.
G. Kouw, machinist van de fabriek van
de heeren C. L. Sehepp Zoon, had zich
naar de fabriek begeven om een lek in de
perspomp te herstellen, opdat deze in orde
zoude zijn als het werkvolk te uren op
de fabriek kwam. Na licht ontstoken te
hebben, ging hij even terug naar zijne wo
ning, tegenover de fabriek gelegen, om iets
te nuttigengeen vijf minuten later in de
fabriek terugkomende, sloeg hem de rook
daaruit tegemoet.
De fabriek, een drie verdiepingen hoog,
hecht en ruim gebouw, van onderen tot bo
ven door een lift doorsnedeu, komt aan eene
zijde in genoemde straat uit, loopt diep in
achter de huizen van de Maaskade O. Z.,
om vervólgens, met een rechten hoek daarom
heen buigende, aan de Maaskade uit te ko
men in pand no. 70, waar het kantoor der
firma is gevestigd. Dit kantoorgcdeelte is
minder hoog en wordt door woonhuizen in
gesloten
ln de labriek waren op de verschillende
zolders aanwezig groote hoeveelheden veevoe
der voor de fabricage van lijnkoeken, zaden
en vooral een groot aantal kisten, voor de
verpakking bestemd.
Zoodra de machinist Kouw den brand ont
dekte, spoedde hij zich naar den heer J. II
'Porley Ouwel, brandmeester van spuit 24,
die terstond daarop verscheen, weldra met
die spuit voor het brandende gebouw stond,
water deed geven en kort daarop ook aan
de aanrukkende spuiten 25 en 1 gelijk be
vel gaf.
Paul sloeg cr geen acht op Wat mij be
treft, zoo kunt u er nu geen misdaad meer
in vinden, dat ik van de hand uwer dochter
Luitgard gesproken heb."
Goldbaum geraakte geheel buiten zicbzel-
ven „Wilt ge me razend maken?"
„Ik had veel liever," hernam de andere,
„dat ge mijne woorden in ernstige overweging
naamt en dat ge er toe kondt besluiten aan
mejuffrouw Luitgard te vragen, of ze gene
gen is,"
De geadelde bankier sloeg nu met zijn
vuist niet zeer voornaam op de tafel„Ja,
dat zal ik, en ge zult het antwoord mijner
dochter h o o r e n zoodat ge met schaamte
naar huis zult kunnen terugkeeren." Hij
drukte op den knop van de clcctricsche schel
naast de kamerdeur en wees toen naar een
gordijn in den zijmuur „Ga daar binnen
Asmus gehoorzaamde. In den gang hoorde
men voetstappen. De bediende vroeg naar
het bevel van mijnheer en ontving ten ant
woord „Verzoek mejuffrouw Luitgard bij
me te komen." De bediende vertrok. Gold
baum gaf zijne handen hare lievelingsplaats
op zijn rug en liep over het Smirnaasch ta
pijt toornig heen en weer, tot Luitgard's
Luttel weinig vermochten deze spuiten, on
danks den goeden wil der brandweer, uit to
richten. Geen kwartier was er noodig oin
de fabriek van ouder tot boven in volle vlam
te zetten, en niet alleen aan de Jzijde der
Feyenoordstraat, maar ook uit de verdieping
boven het kantoor, aan de Maaskade, zag
men dc vlammen huizen hoog uitslaan. En
ook nadat de handbraudspuit 5, de stoom
spuit no. 3, dc handbraudspuiteii '4, 2, 6,
dc stoomspuiten van liet oostolijk eu weste
lijk stoomgemaal, de stoombootjes van den
Havendienst, Dokwerken en Gemeentewer
ken, met tal van slangen door den inmiddels
verschenen hoofdman den lieer J. Hudig in
dienst gesteld waren en hunne machtige stra
len van alle zijden in de brandende gebou
wen wierpen, was nog van vermindering van
het vuur niets te bespeuren. Telkens en
telkens weder sloegen de vlammen hoog op,
ver boven het dak uit, spottende met de
waterstralen, die grootcndeels door de gewel
dige hitte verdampten voor zij doel troffen.
Een regen van vonken en van stukken
vuur als een vuist zoo groot maakte het ver
keer in de Feyenoordstraat gevaarlijk en
noodzaakte eene korte wijle dc brandweer
mannen hua heil in de vlucht te zoeken.
Zoo woedde de brand voort, een uur lang,
alles vernielende wat in de fabriek aanwe
zig was, voor men zien kon dat de brand
weer veld won. Haar taak moest er zich
hoofdzakelijk toe bepalen de belendende pan
den te beschermen. Vooral voor het verf-
warenpatehuis van den heer A. J. Pontier,
onmiddellijk naast de fabriek in de Feyen
oordstraat gelegen, bestond groote vrees.
liefelijke stem klonk
„Neem ine niet kwalijk, papa, maar ik beu
nog in mijn ochtendgewaad
„Ge kunt ook terstond weder gaan," sprak
hij haar toe, „ik wil alleen maar antwoord
op eene enkele vraag. Ge hebt gisteren den
schilder gezien, wiens stukken ik gekocht heb,
niet waar
„Ja, papa
„Ge hebt hem voor de eerste maal ge
zien
„Ja, papaherhaalde zij een weinig ver-
legener dan te voren.
„Zoudt ge met hem willen huwen
„Papariep het meisje zeer verschrikt
uit, en werd in een seconde rood en
bleek.
„Ja of neen vraagde hij op gebiedenden
toon.
Luitgard scheen inwendig een hevigen
strijd te voeren wat zij tot nu toe nog
niet gewaagd had zichzelve te bekennen, na
melijk den diepen indruk, welken de ver
schijning van den schilder met wicn ha
re verbeelding zich reeds zoo druk had be
ziggehouden op haar gemaakt had, do
stille hoop en het vurig verlangen van haar