voor Zeeuwsch-Ylaanderen. HET PORTRET. So. 181. Zaterdag 16 Maart 1895. 4f jaargang FEUILLETON. NIEUWSBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents. Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle BoekhandelarenBrievengaarders en den Uitgever. A D V E li T E N T I E P li IJ S Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Hreskens. De Nederlandsch-Belgische grensquaestie. Eeu deskundige schrijft aan de JV. R. ICrt. J)oor den heer Vorsterman van Oven, secretaris der Zeenwsc lie Maatschappij van Landbouw, is in een ingezondon sruk in .erschillende dagbladen op de noodlottige 'olgen gewezen voor onze grensbewoners, indien de Ncderlandscli-Relgischc overeen komst in zake weiding ei: bemesting van grenslanderijen door tie Tweede Kamer werd bekrachtigd. Zoolang wij geen overeenkomst met België hebben gesloten, dat rundvee, varkens en schapen uit niet-besmette pro vinciën of deel en daarvan ten allen tijde mo gen worden ingevoerd, inag onze Tweede Kamer in geen geval de overeenkomst met België goedkeuren. Van Xederlaiidsche zij de wordt er ook zeer geklaagd, dat er zoo weinig kantoren voor den invoer worden opengesteld daardoor lijtien sommige koop lieden voel schade en die schade moeten na tuurlijk onze' grensboeren betalen. Uit sa nitair oogpunt beschouwd, is mijns inziens de voorgestelde overeenkomst van dien aard, .dat zij ons geen zekerheid geeft, dat besmet telijke veeziekten niet van België naar Ne derland kunnen worden ingeslcept. Paragraaf 4. Invoer van mest, artikel 1(5, 17 en 18 zegt„Vergunning tot invoer van mest ter bemesting van grenslanderijen in Nederland zal door de Commissarissen der Koningin in de aan België of Duitschlaiid grenzende pro vinciën worden verleend, indien op de hoe ven van herkomst of op die, welke binnen NOVELLE VAN o r t o r. i K x i» t. De pendule wees kwartier voor tweeën. Er werd gescheld en cenige oogenblikken daarna dokter Reinwald aangediend. „Hij komt waarlijk?" kwam er onwillekeurig over Elvira's lippen. Luitgard zette groote oogen op„Ge wist het De oudste zocht hare stilzwijgendheid te rechtvaardigen door te zeggen „Om u heb ik eene filippine, met hem gegeten. Dat brengt hem hief". Luitgard kon er niet meer op aandringen om den samenhang der zaak verder te ont raadselen, want de deur werd geopend cn het bezoek verscheen. Hij verwachtte, dat hij terstond met een „goeden morgen, filip pine 1" zon ontvangen wordenElvira had op een 'dergelijke» groet gerekend, beiden een kring van honderd uieter afstand van eerstgenoemde zijn gelegen, binnen do laat ste dertig dagen geen longziekte en binnen de laatste een en twintig dagen gceu veepest, geen mond- en klauwzeer en geen schaap pokken zijn voorgekomen. „Deze termijnen moeten gerekend worden van het einde van het laatste gtival door den dood, de afmaking of het herstel der dieren, gevolgd door de ontsmetting der localiteiten, waarin de dieren zich hebben bevonden. Bij liet verzoek om vergunning tot invoer van niest moet door de belanghebbenden ee- ne verklaring van den burgemeester der grens gemeente worden overgelegd, waaruit blijkt dat de mest uit zijne gemeente afkomstig is, of, indien de mest van elders is aangevoerd, dat hij gedurende ten minste drie weken in z'jue gemeente beeft gelegen. „3ij bemesting van bouwgrond moet de mest onmiddellijk ondergeplocgd of wel in een mestput of op hoopen, bedekt mot een aardlaag van ten minste tien centimeter, ge plaatst worden. Bij bemesting van weiland inag daarop gedurende veertien dagen geen vee worden toegelaten". Iedereen zal met mij wel overtuigd zijn, dat al de attesten van herkomst van mest enz. tot wering van besmettelijke veeziekten weinig baten. Zulke attesten liggen reeds in voorraad gediukt op het gemeentehuis, en iedereen die er om vraagt, krijgt zulk oen briefje met de noodige aanmerkingen erbij, dat „hij (burgemeester) niet ruiken kan, van waar de mest afkomstig is en hoe lang deze al op het erf ligt". Dat voor „buurman" ook de noodige bewijzen worden medegc- vergisten zich en zagen elkaar glimlachend aan. Luitgard kon noch verklaren, waarom de zuster haar voordeel niet waarnam, noch wat het wederzijdsch glimlachje moest be- teekenen. „De vraag", begon Reinwald, „hoe de dames gerust hebben, behoef ik nauwe lijks te doenmen kan er na een nacht, dien inoti bijna geheel dansende heeft door gebracht, niet beter uitzien, dan gij beiden. Ik heb uwe volharding bewonderd?" „(Je weet", zeide nu Elvira, „dat we bij na tot aan het eind gebleven zijn Ik dacht, dat ge vroeg wildet heengaan „Ik was de laatste gast in huis", ant woordde hij, „ik had mij met toestemming van den staatsraad in zijn bijzonder vertrek teruggetrokken, en las eenige pas uitgeko men vlugschriften over onderwerpen, die mijn vak betreffen". „De avond was tot genot bestemd", zeide Elvira, als wilde zij hem 'een verwijt maken, dat hij zich met iets anders had be zig gehouden, „Vergeef me", hernam hij, „mijn groot ste genot is mijne studie". „Elvira werd ernstig „Hoe gelukkig is uw geslacht! Gij kunt voortdurend aan u- bracht, spreekt vanzelf. En al heeft ook mest, uit een besmetten stal of mestput af komstig, reeds drie weken in eene gemeente gelegen, levert de mest dan geen smetstof meer Is de smetstof na drie weken uit den mest verdwenen Volgens de geleerden nietwant volgens do professoren Frölinen en Eriedoerger kan de smetstof van sommi ge besmettelijke veeziekten na een jaar nog werkzaam zijn. In (ie overeenkomst wordt verder gesproken over liet. desiulecleereu der luealiteilcii, maar, zooals uit liet aangehaal de blijkt, wordt er over liet desiufecteeren van mest en gierputten geen woord gerept. Maar er rijst hier nog ten andere vraag. Hoe worden de stallingen in België gedes infecteerd, en heeft er wel altijd desinfectie plaats Waut men mag hier niet uit het oog verliezen, dat de kosten der desinfectie in België ten laste komen van den eigenaar. Een staaltje, hoe in België de stallingen worden gedesinfecteerd, wil ik ter loops me- dedeelen. Bij een landbouwer bad eene be smettelijke veeziekte gcheerseht. De burge meester kwam de desinfectie nazien, maar er was nog niets gedaan, omdat de man tegen de kosten opzag. Hij kreeg daarop den raad, de deur van den stal en de vallen te witten, dan zouden de voorbijgangers toch deuken, dat do stal gedesinfecteerd was. Dit geval is niet eeaig in zijn soort. Het vervoeren van den mest naar bouwland kan ook niets bijdragen tot wering van besmettelijke ziek ten beschouwen wij vau naderbij hoe zulk eens mestpartjj plaats heeft, dan valt dit didelijk in het oog. Men laat de wagens en de paarden, di den mest moeten vervoe- we, verdere ontwikkeling werkzaam zijn, ter wijl de onze. na enkele lessen in taal en mu ziek gedurende eenige jaren na den school tijd voor voldoende wordt gehouden. Heb ben wij in ons zelvcn nog eene neiging 0111 ons te volmaken, dan wordt deze door de zoogenaamde plichten van het maatschappe lijk leven onderdrukt, en zoo blijven wij, ar men, eeuwig op de oppervlakte drijven". Nu viel de geduldige Luitgard voor de eerste maal in en zeide met een zucht„'t Is zeer waar, wat go daar zegt, Elvira Als ik een man was, zou ik ook mijn hoogst ge not in den arbeid einden". „Mijn heme! f' riep Reinwald vroolijk uit. „En door hoe velen wordt ge ongetwijfeld benijd, omdat ge door uwe omstandigheden boven alle bekommeringen en beslommerin gen iles levens verheven zijt, en uwjbestaan naar eigen goeddunken genieten kunt „Naar eigen goeddunken herhaalde El vira. „We zijn toch niet onafhankelijk in de keuze onzer genoegens. Papa bepaalt, wat w» te zoeken en wat we te mijden heb ben". „Maar", bracht de dokter er tegen in, „mijnheer v. Gohlbaum zal zeker, als zijne reu, niet voor den mestput staan, om daar na den mest met mandjes op den wagen te dragen, muar men rijdt met paarden en wa gen op den mestput en dan wordt de mest geladen. De hoeven der paarden, de wielen der wagens zijn met mest besmeerd, voorna melijk bij regenachtig weder. Wordt de mest vier kilometer vervoerd, dan is de straat, waar langs het vervoer plaats heeft, ook vier kilometer var met mest bedekt. Bevat de mest smetstof van de eene of andere besmet telijke veeziekte, die volgens deskundigen van naam maanden lang werkzaam kan zijn en na drie weken a'zoo niet uil den most is verdwenen, zoo is de' geheelc weg, waar langs het vervoer heeft plaats gehad, met smetstof gedrenkt. Wil de regeering, dat er door de bemesting van landerijen geen besmettelijke veeziekten van België naar Nederland wor den overgebracht, dan make men oenn bepa ling, waarbij het verboden is, dat in e s t en gier afkomstig uit eenen besmetten stal, naar Nederlandsch grondgebied worden over gebracht, en dat Belgisch vee, hetwelk aan eene besmettolijke veeziekte heeft geleden, kooit weiden, voordat de desinfectie der stal len door een Nederlandsehen veearts is na gezien en deze zich heeft overtuigd, dat de mest uit stallingen en mestput en de gier uit den gierput, na gedesinfecteerd te zijn, naar Belgisch bouwland vervoerd co daar dadelijk ondcrgeploegd is. De bepaling, dat bij bemesting van weiland gedurende veertien dagen daarop geen vee mag worden toege laten, is eenvoudig onzin. Bevat de mest smetstof dan kunnen koeien, die op den mestput hebben geloopen, bij het verlaten bepalingen niet ten allen tijde bevallen, ze gaarne naar uw genoegen veranderen". „Papa kent alleen zijn wil!" zuchtte de jongste dame, „Luitgard zeide Elvira haar op terecht wijzende» toon. „Papa is zeer goed „Nu ja", gaf de berispte toe, „maar er is toch zooveel, waarin hij ons niet begrijpt. „Ge weet", verdedigde de vorige den af wezige verder", „hoevael er in zijn hoofd omgaathij heeft bij zijne vele zaken geen tijd om aan onze wensehen te denken, die hem daarenboven niet altijd volkomen dui delijk zijnwant geen meusch doet en wil altijd hot juiste". „Wat zijt gij wijsgeerigschertste Rein wald, wien Elvira nu nog meer beviel dan den vorigen avond. Doch voor Elvira in staat was de opmer king van den dokter to beantwoorden, ver scheen mijnbeer v. Goldbaum in de deur. Hoogst verbaasd, dat hij den dokter bij zijne dochters ontmoette, riep hij uit„Mijn heer De dokter boog zich ongedwongen en zei de „Mijnheer van Goldbaum, neem me niet kwalijk, maar ik heb u een «ogenblik te

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1895 | | pagina 1