voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
HET PORTRET.
[o. 177.
Zaterdag 16 Februari 1895.
4' jaargang
-L
Binnenland.
FEUILLETON.
Irua.
■es/'
Ei.r,
ssel
.00
.00
.00
.00
.10
ran
in-
NIEUWSBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIEPRIJS;
Van I tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
R
^nitenl»ni«l(t IfMtwV
In Duitschland is tegenwoordig de socia-
sten-kwestie de alles overheerschende.
Overal en altijd rijst er de vraag weer,
l»e men de kolossale uitbreiding van het
ocialisme inoet tegengaan. Bijna geen ver-
llag van een vergadering van den Rijksdag
»f van den Pruisischen Landdag, of men
vindt er deze kwestie in aangeroerd.
Een goed inzicht in de moeilijkheid van
dit vraagstuk gaf de behandeling van de
paragraaf over het leger en de vloot in het
ontwerp tegen de omwentelingspartijen. Van
regeeringswege w»s niet onduidelijk te ken
nen gegeven, dat dit ontwerp alleen tegen
de socialistische partij was gericht. Onmid
dellijk wees nu een der leden, die niet tot
die partij behoort, op de moeilijkheid om
socialistische agitatie te voorkomen in een
leger als het Duitsche. Dit leger bestaat
uit een deel van het Duitsche volk door
dat volk zijn bij de laatste verkiezingen een
inillioen stemmen uitgebracht. Hoe is het
dus mogelijk de socialistische agitatie te keer
te gaan in een leger, dat wiskundig voor
een belangrijk gedeelte uit socialisten moet
bestaan 1
Niet alleen echter bij een wetsontwerp als
bet hier bedoelde, komt de socialisten-kwes
tie om den hoek kijken, maar ook bij eene
interpellatie over de sociale politiek der re
geering kwam telkens de bestrijding der so
ciaal-democratische partij ter sprake.
Merkwaardig is hier het standpunt der
conservatieven tegenover dat der meer voor-
NOVELT.K VAN
OTTO GIRNDT.
Bij mijnheer Von Ingermann was een talrijk
avondgezelschap. In de groote zaal zaten
en stonden gasten van beider geslacht, grijs
aards en jongelingen, oude en jonge dames
in groepjes bijeen uit de muziekkamer klonk,
meesterlijk op de vleugelpiano gespeeld, eene
■nachtgedachte ran Chopin, die echter maar
een kleinen kring van opmerkbare toehoor
ders vond 4 in de kleinere vertrekken schud
den oudere heeren en dames aan sierlijke
tafeltjes gezeten, de whist- en omberkaarten,
iedereen vergenoegde zich naar eigen lust.
Mevrouw Von Ingermann was voortdurend
in beweging nu eens was zij in dit vertrek,
•dan weer in -een ander; nu eens ontving zij
nieuwe gasten, dan waer onderhield zij zich
eenige «ogenblikken met jong en oud, stelde
onbekenden aan elkaar voor eu zorgde overal,
uitstreve.ide partijen. Terwijl men van con
servatieve zijde lietst uit alle wetten een
groot politie-reglement tegen de socialisten
zou willen distilleeren, willen de vrijzinnigen
en het centrum voor zoover dat één wil
heelt juist door een uitgebreide sociale
politiek zoozeer de ontevredenheid van het
volk tegenwerken, dat de socialisten daaruit
voor nun agitatie geen munt meer kunnen
slaan.
Hoogst merkwaardig is in dit verband de
uiting va:i den Pruisischen minister Von
Berlepsch. Deze verklaart den eenen dag
eenigszins spijtig, dat de regeering tegen
woordig wat voorzichtig was met den arbei
ders meerdere rechten toe te kennen, aan
gezien al die maatregelen op slot van zaken
toch den socialisten ten goede kwamen. Den
volgenden dag echter verzaeht de minister
den eigenaardigen indruk zijner woorden door
te verklaren, dat hij op den eenmaal door
hem ingeslagen weg denkt voort te gaan.
Bij deze zelfde interpellatie kwam alweer
duidelijk aan 'net licht, dat het Centrum niet
meer een geheel is als in de dagen van
Windthorst. De heer Hitze namelijk stond
in dezen volstrekt niet op hetzelfde stand
punt als zijn collega Lieber.
Eindelijk bleek nog bij de behandeling van
meeibedoelde interpellatie, dat de Centrum
partij, ondanks alle pressie van de gauche
der partij, aan het wetsontwerp tegen de
omwentelingspartijen onder zekere voorwaar
den hare goedkeuring zal hechten.
dat de verveling zich van geen der genoo-
digden kon meester maken. Toch bemerkte
zij er plotseling een, die zich van liet ge
zelschap afgezonderd hield. Hij stond, met
de handen op zijn rug, bij een haard, als
had hij, niettegenstaande den reeds tamelijk
hoogen warmtegraad, nog behoefte aan bij
zondere verwarming. Snel brak de opmerk
zame gastvrouw haar nauwelijks aangeknoopt
gesprek met een paar jonge meisjes af, be
loofde haar nog vriendelijk na het avondmaal
het genot van den dans en begaf zich naar
den eenzame.
„Wat scheelt u, mijnheer Von Goldbaum
sprak zij hein aan. „Neemt ge aan geen
enkel spel deel Ge ziet er r.iet zeer goed
gemutst uit".
„Dat ben ik ook niet, en kan het niet
zijn 1" antwoordde de man met het ernstige
gelaat, bijna scherp.
i/O 1" zeide zij, „dat doet me leed. Uwe
dochters schijnen er geen vermoeden van te
hebben, dat hun papa iets drukt; Elvira en
Luitgard zijn zeer in hun schik. Wat is er
dan, lieve mijnheer Von Goldbaum
Hij verliet nu den haard, zonder de han
den van zijn rug te nemen „Moet ik een
Het minimum der lengte voor de miliciens
der lichting van 1895 is bepaald op: 1,67
M. voor de grenadiers, 1.6 M. voor de ja
gers en cavaleristen, 1.55 M. voor de ove^
rige infanteristen, 1.62 M. voor de veld-en
rijdende, artilleristen, de genie-soldaten en
de torpedisten, en 1.65 M. voor de ponton
niers.
LORBOK.
In het Mail-overzicht van de Java-Bode
van 11 Jan. wordt gemeld:
De expeditie is afgeloopen en heett meer
resultaat gehad, dan er oorspronkelijk meê
werd beoogd, want de weerbarstige vazal is
niet alleen tot rede gebracht, maar gevan
gen genomen en weggevoerd.
Thans koint de vraag, wat met Lombok
en met den radja te doen. De regeering
zal het in hoofdzaak hieromtrent wel met
zich zelf eens zijn, maar wat haar plannen
zijn heeft zij niet bekend gemaakt. Tot den
radja wordt niemand toegelaten dan de re
sident, die voor zijn veilige bewaring verant
woordelijk is, en een schout, die hem metr
onmiddellijk bewaakt en door zijn taalkennis
eenigszins in staat in de gevangenis uit te
hooren en te begrijpen, wat zij onder elkan
der spreken.
En daar, gelijk van Lombok aan het „Bat.
Nbld." is geschreven, een controleur bij het
binnenlandsche bestuur te Tjakra-Negara ach
ter do bijzonderhe len van den overval tracht
te komen, mag men aannemen, dat de re-
geering de schuldigen daaraan wil kennen
oprecht antwoord geven
„Ja zeker
„Waarde mevrouw, ik begrijp u niet!"
Zij zag hem verrast aan. „Mij
„Evenmin", knikte hij stijf, „als uw echt
genoot, den raadsheer, daar ge zooveel bur
gerlijke bestanddeelen bij u ontvangt".
Een kort „ha ontglipte haar, doch op
hetzelfde oogenblik keerde het verdwenen
lachje weder op het gelaat terug en zeide
zij„Hoe zouden we dat burgerlijke be
standdeel uitsluiten Zou dat niet eene
overschatting van ons zeiven zijn Ge weet
toch, dat mijn man slechts door zijne vroe
gere betrekking als professor in de genees
kunde aan de hoogeschool te Dorpat in den
adelstand is verheven geworden, zooals zulks
in Rusland gebruikelijk is, en dat daar elk
hoogleeraar, wanneer hij gepeusionneerd is,
den titel van raadsheer ontvangt".
„Ge zijt toch daardoor", hernam Goldbaum,
zonder van houding te veranderen, „aan de
burgerlijke kringen ontrukt".
„In Rusland", antwoordde zij inet nadruk,
waren we zulks, maar in ons lief Duitsch-
land. We verheugen ons, dat we, sedert we
weer hier zijn, onze vzoegcre vrienden mogeD
weer hier zijn, onze vroegere viipnden mogen
en bij het bepalen van het lot der gevange-
iien met hun al dan niet schuldigheid reke-
ning^wil houden.
Wellicht staat dit in verband met de vree»,
dat men in Nederland ook na de behaalde
overwinning op de ramp wil terugkomen, eu
verzamelt men de gegevens om te bewijzen,
dat aan onze zijde geen schuld is geweest,
maar stellig zal de regeering zekerheid wil
len hebben omtrent het aandeel van Goesti
Djilantjiek aan den overval ten einde zich
daarnaar te richten bij haar houding tegen
over deze.
Want, wanneer het waar is, dat deze wel
niet den overval heeft goedgekeurd of daar
aan heeft deelgenomen, maar er van heeft
geweten, dan kan het toch moeilijk over het
hoofd worden gezien, dat hij, gelijk de Mi
nister van Koloniën in zijn nota te Amster
dam heeft gezegd, aan onze generaals heeft
verklaard, dat er niets gaande was.
De beslissing wat in deze te doen, is voor
de regeer ng zeker niet gemakkelijk, en wan
neer Goesti Djilantiek zich van zijn kant
rustig houdt, wat wel waarschijnlijk is, en
onze souvereiniteit erkent, waar hij wel niet
tegen zal hebben, dan is het zeker het een
voudigste door het verledene een streep te
halen en zich met het behaalde succes te
vreden te stellen.
Karangasem is een bergachtig land en dus
een moeielijk gevechtsterrein eii al heeft
Lombok ondervonden dat ons leger groot
genoeg is, het houdt op het oogenblik nog
twee bataljons vast en de verliezen, welke de
oorlog aan onze troepen heeft doen lijden,
zijn nog niet aan het eindevoortdurend
ontvangen en zie nu eens rond u, mijnheer,
ge vindt heden avond den adel eren sterk
vertegenwoordigd als de burgerij, de jonge
officieren bijvoorbeeld, zijn toevallig allen
zoons van oude families. Maar neem me
niet kwalijk, ik moet u verlaten ik bemerk,
dat daar iemand naar me zoekt 1 Overi
gens zal ik er voor zorgen, dat aan tafel de
niet-adellijken u zoo mogelijk niet onder de
oogen komen 1"
Met deze belofte^spoedde zij zich weg en
Goldbaum zocht wederom zijn troost bij den
kachel. Mevrouw Von Ingermann begaf zich
naar een jongen dokter, die zoo even bin
nengekomen was, en inderdaad rondzag naar
de, vronw des huizes om haar te begroeten.
Zij kwam hem echter voor „Goeden avond,
dokter Reinwald, volg me als 't u belieft
zoo spoedig mogelijk naar dat venster, an
ders moet ik nog hardop lachen
„Om*mij|?" zeide Reinwald verbaasd. „Is
er iets aan me
„Neen, neen, gauw maar, ge zult het lioo>.
ren Hij gehoorzaamde, en half achter de
gordijnen verscholen, deelde zij hem mijn-
lieer^V on Goldbaum's bezwaren mede over
het gemengde gezelschap. „En dat", zeide