voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
E
fo. 172.
Zaterdag 12 Januari 1895.
4" jaargang
)p een valscli spoor.
FEUILLETON.
toon,
Briif
;res.
BEIJ
usse
4.0i
4.01
4.01
3.01
4.11
vai
am-
vai
den
IIEUWSBLAB
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents.
Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
A D V E R T E N T I E P R IJ S
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
AR
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
^ttittulmrijcfit itrotptV
De degradatie van kapitein Dreyfus heelt
ilerdagmorgen om 9 uur plaats gehad.
De binnenplaats der Militaire school, daar-
e aangewezen, is aan drie zijden begrensd
lur de gebouwen dier instelling, terwijl de
erde zijde van den openbaren weg geschei-
in is door een sloot, waarachter een lage
uur met een hek in het midden. Het ter
waarop de militairo school, gelegen ach-
de machine-galerij der tentoonstellingsgc-
juwen opgericht is, loopt zacht omhoog,
lodat men van de place Fontenoy op de
nnenplaats zien kan. liet spreekt vau zelf,
it de geheele omtrek met een groote ine
rte bezet was, die de verschillende bedrij-
m der ontzettende plechtigheid met kreten
n haat en minachting begroette.
De uniform van den veroordeelde was den
ig te voren onder handeu genomen. De
loopen en galons waren losgetornd, opdat
aan dc hand van den uitvoerder van het
innis gocn weerstand zouden bicdende
ibel was doorgezaagd en de stukken aan
kander gesoldeerd. Kalm hulde zich Drey-
is in het kleed der schande, terwijl hij den
24, ipitein der republikeinsohe garde, die hem
N
Al
O
,45
as komen wekken, toevoegde „Kapitein,
ij maakt u tot liet werktuig van hetgroot-
e onrecht van deze eeuw".
Om vijf minuten voor negen kwam de ge-
,09 traal Darras, commandant der executie-pa-
ide, vergezeld van zijn adjudant, een kolo-
el en twee kurassiers en plaatste zich in
ct midden van het carré, met den rug naar
tt hek.
„Osten is nog niet vrij vraagde hij bij-
a bezorgd.
i „Neen", antwoordde Brame onbeschaamd,
de rechter wil nog degelijker bewijzen. Oe
loet uzelven overleggen. Het gaat Ostcn
ocd in de gevangenis. We ontvangen bij-
a dagelijksch bericht".
„Ik durf me hier niet te dikwijls vertoo-
sn", hernam Grote om zich loerend. „Bin-
en veertien dasen is het niet mogelijk".
„Nu, wanneer ge dan een zeker middel
reet om den rechter te overtuigen, dan wil
len we gaarne die veertien dagen er aan
pofferen". Toen scheidden zij. Weer had
Ie man Brame een daalder overhandigd.
Ook die tijd ging voorbij, steeds guusti-
er luidden de berichten uit C. Reeds be-
atte elke brief van den predikant vragen
an Ostcn over de huiselijke omstandigheden,
onderden kleinigheden waren hem nu reeds
dangwekkend wat voor kleertjes zijn Heinz
Do klok slaat en bij den negenden slag,
beveelt de generaal Over 't geweer Op
hetzelfde oogenblik verschijnt aan den Noord-
westelijken hoek van het plein een groep sol
daten, bestaande uit een kapitein der artille
rie, een adjudant der republikeinsche garde
en vier artilleristen met de ontbloote sabel
in de hand, in wier midden de kapitein Drey
fus, het hoofd omhoog, de linkerhand op het
gevest, met vaste schreden tot op twintig
pas van den generaal voortschrijdt.
Dc gri flier leest onder diepe stilte het von
nis voor. Daarna klinkt luid de stem van
den generaal „Alfred Dreyfus, gij zijt on
waardig de wapenen te dragenin naam
der wel dregadeeren wij u
Dan nadert de adjudant-onderofficier, salu
eert en treedt op den veroordeelde toe. Met
beide handen rukt hij hem het galon van
den képi, trekt dc kwasten cn de knoopcu
van de uniform af, scheurt hem de roode
banden van mouwen en broek. Eindelijk
trekt hij hem de sabel uit de scheede, grijpt
die bij punt en gevest, breekt ze op de knie
en werpt de stukken met een smak tegen
den grond. Vervolgens salueert hij voor den
generaal cn treedt terug.
Op dat oogenblik verheft dc veroordeelde,
die al dien tijd onbeweeglijk gestaan heeft,
de met bloed beloopon oogen recht voor zich
uitstarend door het lorgnet, de rechterhand
en roept met rauwe stem zeer luide „I.c
ben onschuldig. Leve FrankrijkIk ben
onschuldig
In zijn gehavende kleeding, den rug ge
bogen en het hoofd vooruit, den mond pijn
lijk saaingetrokken onder don gebogen neus,
staat nu de ex-kapit ir. Dreytus tusschen de
droeg, of hij nog niet begon te loopen, enz.
Nog veertien dagen dan was hot Pinksteren
en dan zou het droevige inaar t«ch vurig
gewensehtc weerzien der beide echtgenooten
en hun kind in het tuchthuis plaats hebben.
Maar hoe meer de rimpels op het blanke
voorhoofd van juffrouw Osten verdwenen en
hoe moediger de gevangene weer zijn hoofd
ophief, des te rusteloozer en onstuimiger woel
de het in Branies borst. Toen hij voor de
derde maal Grote ontmoette, veertien dagen
voor Pinksteren, zeide deze
„Er blijft ine niets over dan den rcehter
om een geheim onderhoud te verzoeken, hier
of in het stadsbosch, voor twee getuigen, van
welke elke partij er een stelt en dan onder
belofte vrijgeleide".
„En wanneer de rechter ook dat niet aan
neemt vraagde Brame.
„Dan ben ik besloten me gevangen te ge
ven", antwoordde Grote somber. „Ik kan
den man niet langer om mijnentwil in het
tuchthuis laten. Op Pinksterzondag kom ik
antwoord halen.".
Deze woorden waren het, welke Brame
dag en nacht folterden. Slechts nog veer
tien dagen; dan kwam de onschuld van Os-
artilleristen, die hein langs het tront der troe
pen zullen voeren. Wanneer hij de Ooste
lijke zijde der binnenplaats met snellen pas
heeft afgelegd, komt hij in het gezicht der
op de Piace Fontenoy samengepakte menigte,
die losbarst in gillende, ijzingwekkende kre
ten „Ter dood met den verraderNaar
Satory Fusilleert den Judas Ter dood
Ter dood Maar hij schudt het hoofd, met
de gescheurde muts gedekt, en slingert het
tierend gepeupel tegen „Ik ben onschuldig
Leve Frankrijk
Weder herhaalt hij dat woord bij dejour-
nalistengroep „Zegt aan heel Frankrijk,
dat ik onschuldig ben En nog eens bijt
hij het eenigo officieren toe wie de discipli
ne niet belet het tot stikkens volle gemoed
lucht te geven in weinig uobele kreten ver
rader ellendige nog eens schreeuwt hij
tot hen „Bcleodigt een onschuldige niet.
Leve Frankrijk Eu tot zijn vroegere wa
penbroeders van het 39ste regiment „lk
ben een martelaargelooft het
Hij is nu hij den gevangenwagen. Al die
oogen, vol haat, zonder een zweem van deer
nis, onverbiddelijk gestreng of hartstochte
lijk flikkerend, staren voor het laatst naar
den man, wien eens do eer toekwam de Fran-
sche uniform te dragen, naar den verrader,
die het laaghartigste bedreef, wat het Fran-
sclie gemoed zich denken kan, naar hem, die
de kapitein Dreyfus was. Nu is hij de ge
degradeerde, de galeiboef zonder eer, de met
een nummer geteekende misdadiger, dien het
leger aan de justitie uitlevert. De brigadiers
doen hem de handboeien aan, en hij treedt
den wagen binnen, die zwaar geëscorteerd in
vliegenden draf naar den kerker terugrijdt
ten aan het lioht, ook al hield Brame het
aanbod van Grote voor den rechter geheim.
En dan bleef zijne liefde voor altoos hope
loos. Langs twee. wegen xon hij zulks ech
ter nog verhinderen. Of, hij moest Grote
dooden en spoorloos laten verdwijnen, of Os-
ten ombrengen. Een derde weg was er niet.
Grote to dooden, was bijna onuitvoerbaar,
daar deze steeds een vuurwapen bij zich droeg
eu wantrouwend op zijne hoede was. Ook
was het spoorloos laten verdwijnen van het
lijk bijna onmogelijk. Osten echter was voor
hem onbereikbaar, zoolang hij in het tucht
huis zat, want hij zou juffrouw Osten en
Heinz met Pinksteren niet vergezellen. Wan
neer en langs welken weg Osten na zijne
vrijlating naar huis zou terugkeeren, kon hij
niet vooruit weten, nog minder zich voort
durend in hinderlaag stellen. Ook bood de
weg uit de bisschopsstad naar het dorp vol
strekt geene schuilplaats aan. En al geluk
te het hem al, zijn „medeminnaar" op den
openbaren weg te dooden, waar zou hij het
lijk laten, zelf onontdekt blijreu Osten in
zijn eigen huis te vermoorden, zou eene daad
van krankzinnigheid wezen. Zulke gedachten
stormden hem door het hoofd, wanneer hij
onder het gehuil van het verbitterde volk
Ter dood Ter dood
Dat alles heeft slechts twaalf minuten ge
duurd. Twaalf minuten, waarin hem met
zijn insigniën de eer stuk bij stuk van het
lijf gescheurd schijnt te zijn, twaalf mi
nuten, waar n hem al de walgende veront
waardiging in het gezicht is geslagen, die
Fraukrijk in zich heelt voelen rijzen over zijn
gemeen bedrijf. Twaalf minuten, die door
geen twaalf jaren van glorie en eerbewijzen,
door geen tonnen gouds, door geen leven
van roem, van rijkdom, van genot zouden
uitgewischt kunnen worden indien net
werkelijk blijken mocht, dat de uitgeworpen
ellendeling, die het hoofd omhoog hield bij
zijn wrecdc terechtstelling, een onschuldige
was.
Maar men heeft geen recht dat te geloo-
ven. Er zijn moordenaars, wier schuld zoo
klaar was als dc heldere dag naar liet scha
vot gevoerd, die op het oogenblik dat de bijl
zou vallen nog met luide stem hun onschuld
betuigden. En men bedenke dit weleen
krijgsraad van zeven hoofdofficieren die een
wapenbroeder te oordeelen hebben bij wier
uitspraak de eer van het Fransche, hun ei-
gen, leger gemoeid isop wier rechtvaardig
heid het gansche land vertrouwtwier vonnis
voor het geheele volk de. waarheid is le
vert niet zonder volledig bewijs van schuld
en volle overtuiging des gemoeds den kame
raad aan zijne beulen over om aan Europa
het weerzinwekkend schouwspel te doen zien
van hoe men handelt met hem, aan wien het
vaderland was toevertrouwd en die het va
derland verraden heeft.
Men zegt, dat dc veroordeelde bekend
bij het aanbeeld stond en zijne krachtige ar
men hem in vuurvonken hulden. Hut zon
hem meer naar zijn zin geweest zijn, wan
neer hij Osten onder zijn vuist had kunnen
verpletteren, evenals het ijzer. Maar dat
ging niet. Hij moest zijn offer dooden zon
der geruisch, zonder dat men iets kwaads
vermoedde, door vergift. Maar welk, wan
neer en hoe Eene duivelsche gedachte
schoot hem plotseling te binnen, nadat hij
zich vele dagen en nachten afgemarteld had,
om eene oplossing te vinden. Van dien tijd
af had hij zijne oude rust wedergevonden.
Boven op den zolder der smederij stond in
eeue lade, waarTan hij den sleutel wel mach
tig kon worden, phosphorus als rattenkruit
toebereid, genoeg om tien ossen te dooden..
Wie het poeder niet kende, hield het voor
suiker. Nu wat Brame overtuigd, dat juf
frouw Osten voor haren man eenige zijner
lievelingskoeken zou meenemen, en nu meen
de hij ook te weten, hoe hij zijn schandelijk
plan moest uitvoeren.
„Vergeet de twee koeken niet", zeide hij
glimlachend tot juffrouw Osten, toen zij met
Heinz in den vroegen morgen van Pinkster
zondag met Carlseu en diens dochter in het