26-tal meisjes met het zingen van een 3 tal
coupletten.
HU. MM. bezochten de oudheidkamer,
rondgeleid door de commissie voor de oud
heidkundige verzameling. De Koningin-re
gentes toonde zeer veel belangstelling in de
oude en zeldzame verzamelingen van de ty
pische oudheden der stad.
Na dit bezoek, waarvan de onvermijdelij
ke formaliteit van het plaatsen der handtee-
keniugeii van de hooge bezoekers in het
Guldenboek het slot was, keerden zij naar
de abdij terug, gevolgd en toegejuicht door
diezelfde in feeststemming en geestdrift ver-
keerende menigte.
Hierop volgde het diner Hunne Majestei
ttin aangeboden door de leden van de Pro
vinciale Staten van Zeeland, waarbij tal van
autoriteiten en hoofden van afdeelingen den
provincialen dienst rakende, waren uitgenoo-
Jigd.
Nadat het dessert was opgedragen vroeg
de Commissaris der Koningin een oogenblik
het woord, eii sprak onder eene plechtige
stilte het volgende
Mevrouwen.
Gebruik makende van het verlof, door ha
re Majesteit de Koningin-Regentes verleend
aan mij als voorzitter der Provinciale staten
van Zeeland om aan dezen feestmaaltijd een
oogenblik bet woord te voeren, zij het mij
allereerst vergund Uwe Majesteiten onzen in-
nigen dank te brengen voor het groote voor
recht, hetwelk dit gewest te beurt, valt door
het hooggewaardeerd bezoek van Uwe Ma-
icsttiten.
iïoogstdezelve kunr.en er zich van over
tuigd houden, dat de geheele provincie met
het bezoek Uwer Majesteiten zeer is ingc-
nomed en dat, de geheele Zeeuwsche bevol
king deze heugelijke gebeurtenis ten eeuwi
gen dage in dankbare herinnering zal hou
den.
Uwe Majesteiten zullen niet vele uren in
dit gewest kunnen vértoeven zonder de die
pe waarneid te erkennen van het vorsteiijk
getuigenis, door wijlen Z, M. den Koning
bij zijn intocht in Middelburg op 21 Mei
1862 uitgesproken „de bevolking der Zeeu
wen heeft van oudsher onder al het lief en
leed des Vaderlands steeds getoond trouwe
aauhangers van het Huis van Oranje te zijn."
Die trouw en gehechtheid zijn in het hart
der Zeeuwen geplant door de geschiedenis
der eeuwen. Trouwens geheel Nederland
gevoelt dat ons Koninklijk Huis nog iets
ineer is dan de uitdrukking van het Mo
narchale beginsel hier te lande. Ieder ge
voelt dat het Huis van Oranje steeds is ge
weest het symbool van Neerlands onafhan
kelijkheid en de waarborg der volksvrijheid.
Mevrouw de Koningin-Regentes
Het is ons bekend dat het Hr. Ms. hoog-
gle doel is om aan Uwe Koninklijke dochter
de Regeering over te dragen over een voor
spoedig en gelukkig volk. Wij weten dat
Uw voornaamste zorg is onze Koningin op te
leiden voor de zware taak, die H. D. later
zal worden opgelegd. Wij wensehen U. M.
daarvoor dank te brengen en de verzekering
te geven dat U. M. de liefde der Zeeuwen
heeft veroverd en steeds bij hen hooge waar
deering zal vinden. Aan Uwe Majesteit de
Koningin zij het mij veroorloofd de toezeg
ging te geven dat de moeielijke taak die H.
M. wacht door de liefde van Haar volk zal
worden verlicht, en dat H. M., waar zij hulp
en steun wacht bij de Zeeuwen van eiken
rang en stand, de getrouwste lijfwacht zal
vinden die ergens ter wereld te vinden is.
In het bezoek, door Uwe Majesteiten ons
gebracht, vinden wij eene schaduwzijde.
Dit mag ik Uwe Majesteiten niet verbergen.
Geen stad, geen dorp of gehucht zou Uwe
Majesteiten niet gaarne in zijn midden heb
ben gezien. Do bevolking buiten Walcheren
troost zich echter met het besef dat van Uwe
Majesteiten niet het onmogelijke mag wor
den gevergd en met de hoop dat een later
bezoek haar in staat stellen zal ook van Ha
re genegenheid te doen blijken.
Echter heelt het Uwe Majesteiten reeds
behaagd in deze oude zaal vol historische
herinneringen aan de vertegenwoordigers van
alle Zeeuwsche sprekers de gelegenheid te ge
ven Uwe Majesteiten te aanschouwen en- te
leere.n kennen.
Wij betuigen U voor dit hooge voorrecht
onzen hartelijken dank en verzoeken van de
ze gelegenheid te mogen gebruik maken om
een drouk te wijden op het welzijn van on
ze hooge gasten.
Lang leve onze Koningin Wilhelmina.
Lang leve Hare Koninklijke moeder, onze
koningin-regentes.
Hierop volgde een daverend applaus, waar
na Koningin Emma het woord nam als volgt
Mijne Heeren.
De woorden, de koningin en mij in uw
naam toegesproken door het hootd dezer pro
vincie, wensclrhk dadelijk te beantwoorden
en u allen in de eerste plaats oprecht dank
te zeggen voor u;ve hartelijke ontvangst bij
het binnentreden in Zeeland, en voor het
feestmaal ter onzer eere aangericht ia deze
historische zaal.
Te midden van u, mijne heeren, vertegen
woordigers van de provincie, welke ons op
zoo ondubbelzinnige en schitterende .wijze het
welkom toeriep, gevoel ik behoefte te ver
zekeren dat het mij innig leed doet het be
zoek aan Zeeland niet tot buiten dit eiland
ie kunnen uitstrekken.
Ik weet hoezeer de gevoelens van trouw
en gehechtheid der Zeeuwen aan het huis
van Oranje, gevoelens welke ook de overle
den koning zoo hoog waardeerde, in geheel
Zeeland van oudsher bestaan en indien de
ontvangst, ons heden ten deel gevallen, mij
met groote dankbaarheid vervult, dau is het
vooral daarom omdat het mij ceu bewijs is
dat de koningin, bij de moeilijke taak die
haar wacht, zal kunnen rekenen op de trouw,
den steun ook van de bewoners dezer schoo-
nc provincie.
Ik ben u erkentelijk, mijnheer de commis
saris, voor de vriendelijke woorden, mij per
soonlijk toegesproken.
Bij de gewichtige taak, welke mij werd
opgelegd, is het mij een gevoel van groote
voldoening te weten dat de getrouwe aan
hangers van het huis van Oranje ook mij
hunne genegenheid niet onthouden.
Deze overtuiging geeft mij moed voort te
gaan op den weg, mij door het vertrouwen
van liet Nederlandselie volk aangewezen, en
geeft mij de zekerheid dat ook het Zeeuw
sche volk van geheeler harte zal bijdragen
om de zware taak, die mijne dochter wacht,
door liefde en stenn te verlichten, dat het
de oude trouw aan Oranje nooit zal verloo
chenen.
Ik hoop van harte dat het deze provincie
moge welgaan en ik verzoek U alleen te ge-
looveti dat de gevoelens van erkentelijkheid,
door de ontvangst in uw midden bij ons op
gewekt, niet alleen gelden de bewoners van
dit eiland, maar die van geheel Zeeland.
God zegen uwe provincie en de Zeeuwen
in ruime inate.
Ik stel u voor met mij een dronk te wij
den aan den bloei en den voorspoed van Zee
land en aan het welzijn van alle Zeeuwen."
Hierop volgden langdurige toejuichingen.
Na afloop hiervan zou weder een rijtoer
door de stad worden ondernomen, doch we
gens een klein mankement aan het konink
lijk rijtuig, keerde de stoet naar de Abdij
terug en werd de tocht ter bezichtiging van
de verlichting uitgesteld tot heden. Alhoe
wel de weergesteldheid des vonds minder
gunstig was, was de illumanatie in één woord
prachtig. De gansche stad baadde in een
zee van licht.
Woensdagmorgen te half tien reden de
hofrijtuigeu het binnenplein van de Abdij op,
teneinde te 10 ure HH. MM. de voorge
schreven tocht door het eiland te doen ma
ken, onder begunstiging van prachtig weder.
Het gansche gevolg alsmede de cavallerie
maakten de route mede, terwijl de Middel-
burgsche eerewacht hen tot aan de grens
van St. Laurens, begeleidde, alwaar zij te
Brigdamme door den burgemeester werden
begroet. Het dorp was heel net versierd.
IIH. MM. werden door een tweetal meisjes
bouquetten aangeboden.
Vandaar werd Serooskerke bezocht, waar
de Koninginnen eveneens door den burge
meester verwelkomd werden. Een dochter
tje van den predikant bestrooide HH. MM.
n.et levende bloemen.
Alsnu werd de tocht genomen naar Veere
over Gapinge. Aan de grens der gemeente
werden de Koninginnen ontvangen door den
burgemeester jhr. Van Doorn en naar de.
kom begeleid door eene eerewacht van 21
ruiters.
Verschillende bezienswaardigheden werden
in oogenschouw genomen.
Nadat nog de dorpen Gapinge en Vrou
wepolder, even bezocht waren, werd er te
Oostkapelle op het herstellingsoord „West-
hove" geruimen tijd vertoefd en dit kasteel
tot in de kleinste bijzonderheden met be
langstelling bezichtigd. II.II. M.M. plaats
ten hunne namen in het Guldenboek.
Te Domburg werd in het „Badhotel" ge
luncht. De tafel was met het fijnste da
mast gedekt. Dit laken avena's de servetten
waren expresselijk voor deze gelegenheid ver
vaardigd.
Hierna werd koers gericht naar West-
kapetle, waai de Koninginnen eveneens door
den burgemeester eu eeue eerewacht werden
verwelkomd. Door mej. P. Overduiju werd
de Koniugin een bouquet overhandigd.
Van hier ging het weder in draf naar het
net versierde Zoutelande. De kinderen zongen
een welkomstlied. De hooge gasten werden
na een vluchtig bezoek aan het raadhuis, tot
aan de grens der gemeente uitgeleide ge
daan, waar zij door de Middelburgsche rui
terij werden opgewacht.
Des avonds te 8 ure had ten raadhuize
door de daartoe benoemde commissie, de aan
bieding plaats van het huldeblijk van Mid
delburgs ingezetenen, bestaande in een schil
derij, voorstellende het stadhuis. Et-n prach
tig album, bevattende 6480 namen van in-
teekenaars. vergezelde dit dankbaar aanvaarde
kunststuk. In de stad heerschte bovendien
des avonds eene aangename drukte.
De dag van gisteren, bestemd tot de aan
leiding van het koninklijk bezoek, kenmerk
te zich grootendeels door zeer ongunstig we
der. l)e regen viel des middags in stroomen
neder cn heeft daardoor veel van het feest
bedorven. De versieringen, die inderdaad
prachtig waren, hadden er zeer veel van tc
lijden. Blijkbaar was dit ook zeer van in
vloed op de onafzienbare mensclienmassa, die
van heinde en ver door allerlei vervoermid
delen was aangebracht.
Te 10.38 stoomde de koninklijke trein het
ni«uwe station binnen, waar Hunne Majes
teiten door den burhemeester werden verwel
komd, eu door de eerewacht der d.d. schut
terij en de stafmuziek van het 3e reg. inf.
met het „Wilhelmus" begroet werd.
Door de echtgenoote en de dochter van
den burgemeester werden de hooge bezoekers
bouquejten aangeboden.
In de wachtkamer der le klasse, die als
ontvangzaal was ingerichthadden eenige
voorstellingen van autoriteiten plaats.
Te 11 ure kwamen de hooge gasten on
der donderend gtjubel aan boord van het
vorstelijk ingericht stoomschip „Nederland"
van de maatschappij „Zeeland", ten einde
een watertochtje op de Schelde te onder
nemen en de op de reede liggende oorlogs
schepen te inspectecren. Zoodra het statige
schip de buitenhaven uitstoornde, brachten
de fregat- en panterschepen het eeresalnut
door het losbranden van het geschut. De
kranige janmaots salueerden in het want
De mariniers presenteerden het geweer en
op eommanda juichte over alle dekken een
daverend hoera.
De tocht werd voortgezet tot aan do Wiel
ingen en daarop naar de wal teruggekeerd.
In de ontvangzaal van het station werd
geluncht, waarbij de heer Tuteijn Nolthenius
eene hartelijke toespraak hield, die door de
Koningin regentes even hartelijk werd beant
woord.
Na het dejeuner begaven de Koninginnen
zich aan boord van't stoomschip Walcheren
van den prov. stoombootdienst, die H.H.
M.M. naar het stadhuis voerde waar Zij on
geveer 2 uur ariveerden. Aldaar stond de
schutterij en eene eerewachr te paard onder
commande van heer Gewin opgesteld.
Ten raadhuize werden de leden van den
Gemeenteraad voorgesteld, en daarna de
tentoonstelling van voorwerpen, betrekking
hebbende op M. Az. de Ruijter bezichtigd
waarin HH. MM. veel belangstelling betoon
den. Van hier ging het naar de rotonde
op de Noordzee-boulevard, alwaar het stand
beeld van den grooten De Ruijter geplaatst
is. ten einde hetzelve opnieuw te onthullen.
Een 800-tal kinderen hieven een koraal
aan, waarop de heer Tutein Nolthenius in
krachtige bewoordingen Hare Majesteiten
een overzicht van de geschiedenis van het
beeld en verzocht daarop de Koningin tot
de heronthulling te willen overgaau.
Op hetzelfde oogenblik drukte H. M. op
een knop, waardoor het doek viel en De
Ruijter weer aan het publiek werd ten toon
gespreid. Het koraal der kinderen deed
zich weer hooren en de burgemeester zette
zijne rede voort met een woord van dank
aan de Koninginnen, aan maritieme en an
dere autoriteiten, kortom aan allen, die door
hunne tegenwoordigheid blijken van belang
stelling hadden gegeven.
Na deze plechtigheid ging een oorverdoo-
vend hoera op, waarna de menigte zich
meer aan eigen feestviering overgaf,' en
die zich nog meer openbaarde toen de Ko
ninginnen weder naar Middelburg vertrok
ken.
Inmiddels trok, ondanks den hevigen re
gen regen de stoet door de stad, die meer
tot haar recht zcu zijn gekomen, indien
moeder natuur zich meer had ontfermd.
De officiëele faesten werden besloten met
een prachtig schitterend vuurwerk en eene
kolossale verlichting in de stad.
Duizende bezoekers zetten de feestvreugde
nog tot ver in de kltinu uurtjes voort.
lieden werden verschillende inrichtingen
bezocht.
BRESKENS, 24 Augustus 1S94.
De raad dezer gemeente vergaderde jl. Za
terdagvoormiddag tot het afdoen van enkele
noodzakelijke werkzaamheden. Dat er niet
veel belangrijks aan de orde was, kon men
reeds opmaken uit de weinige belangstel-.
ling die er aan den dag was gelegd. Slechts,
4 ieden, de heeren Monjé, Du Burck, Van.
Houte en Weijkman waren tegenwoordig.
Na de resumtie der notulen van de vori-
ge zitting, deelde de voorzitter mede dat
van Ged. Staten missives waren ontvangen,
houdende, goedkeuring van de raadsbeslui
ten, tot verhooging der jaarwedden van het
hulppersoneel aan de openbare scholen, eu
dat tot verkoop van gemeente-grond aan A,
F. Monjé, en dat de burgemeester de ge
meente zal vertegenwoordigen op de audiën
tie bij H. M. de Koningin-regentes.
De gemeente-rekening werd met algexneene
stemmen roorlonpig vastgesteld, evenals de
begrooting voor het alg. burgerl. armbestuur,
aan welk bestuur een subsidie k f 250
werd toegestaan.
De gemeente-begrooting voor 1895 werd
aangeboden; de cijfers komen in hoofdzaak
met die van het vorige dieirstjaar overeen.
Voor onvoorziene uitgaan is een port van
f 160 uitgetrokken dit bedrag is wel niet
zeer groot, doch daar alle geraamde sommen
vrij wel aan hunne bestemming zullen ko
men, is deze post hoog genoeg. De begroo
ting zal voor de leden ter visie worden ge
legd en ophelderingen zullen hen desverlangd
gegeven worden.
De heer Monjé vroeg nog of de verhoogiiig;
der opcenten op de personeele belasting kon
worden overgebracht op deu Hoofdelijken Om
slag, waarvoor dan de druk meer geëvenre-
digd zoude wezen.
De voorzitter moest om administrative re
denen zulks den raad ontraden.
De heer Monjé had nogthans geen vrede
met de verhooing der opeenteu, geheven ter
bestrijding van de jaarwedde van een dok
ier en er dan geen hebben.
De heer Du Burck beaamde zulks even
zeer hij zou er voor zijn, dat er nog eens
.werd geadverteerd.
De voorzitter zeide dat er binnenkort we
der zou worden begonnen.
Na nog enkele besprekingen van zeer on
dergeschikten aard over dit onderwerp, werl
,de zitting gesloten.
De Vrijdag te Groede gehouden zitting