voor Zeeuwsch'-Vlaanderen. No. 149. Zaterdag 4 Augustus 1894 3e jaargang - Op een valscli spoor. 1IEUWSBLAD A B O N N E AI E N T S P R IJ S Per 3 maanden 40 cents franco per post 45 cents. Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. A D V E R T E N TIE P R IJ S Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. De Provinciale Stoombootdienst op de Wester-Schelde. II. De heer Ileijse zoude wel vrenschen dat de exploitatie van den stoombootdienst op de I\ ester-Sehelde met provinciaal subsidie aan particulieren kon worden overgedragen, maar vreesde dat zulks een onbereikbaar ideaal is. De dienst Walsoorden-Vlake en de Zeeuw- sche spoorbootinaatscliappij zouden, opper vlakkig gezien, kunnen aantoonen, dat zijn vrees ongegrond is, maar wanneer nader is uiteengezet waarop deze steunt, zal men, denkt hij, in elk geval toegeven, dat op dit .lugp.nblik de keus niet meer vrij is, nu men zoovele jaren van eigen exploitatie achter aich heelt. Reeds straks is er op gewezen, dat de klachten over onzen dienst veel talrijker zijn dan die over de particuliere ondernemingen, welke door ons met subsidie gesteund wor- den. Niemand zal in gemoede beweren, dat zulks een gevolg is van betere exploitatie door particulieren dan door de provincie, maar wel daarvan, dat klachten aan ons adres veel vruchtbaarder zijn, omdat liet pro vineiaal bestuur deze zaak niet uit winstbe jag drijft. In verband daarmede worden natuurlijk aan onze onderneming veel hooger eiscben gesteld. Daardoor is, als hij het zoo zeggen mag, het publiek verwend, Van die gewoonte om te klagen en de eiscben hoog op te voeren zal men niet willen afzien, wan neer de zaak in particuliere banden over- FEUILLETON. „Hoor eens, vadertje," zeide Carlseu ern stig, „ge doet me een genoegen als ge dat voor u houdt. Ik houd er niet van, dat cr ■over mijn doen en laten gesproken wordt. Als ik van nacht gold geteld heb, zoo bad dat zijne reden ik moesl van morgen vroeg naar de marktmaar de handelaar heeft me laten afzeggen. Dus, mondje toe, vadertje ge kent Tom Carlsen." De maunen schudden elkaar de hand en Mertens ging zijns weegs. „Dat stemt goed overeen," zeide Carlscn in zichzel.ven. „Na twaalyen was de kerel in den stal, toen weer er uit en na half een reeds in het bezit van den roof. Wat heeft hem tot één uur in huis opgehouden? Mis schien kon hij de sloten niet zoo snel slui ten als openen Eu hoe kwam hij in huis Met deze woorden was Carlseu eenige stap pen verder rechts gegaan in tie richting, welke de nachtwacht had ingeslagen. Hij gaat. Dit nu zal liet subsidie bijzonder hoog doen zijn, en, wat erger is, voortdurend stof tot klachten geven, of noodig maken, dat het subsidie steeds hooger opgevoerd worde. Wannecr men zich niet tevreden stelt met zeer matige eisohen, en bij die eiscben zich voor een zeker aantal jaren nederlegt iets wat na de eigen exploitatie en de daaruit voortgevloeide gevolgen in zijn oog niet denkbaar is dan zal het moeilijk, zoo niet onmogelijk zijn, dezen dienst aan particulie ren uit te besteden. Naar aanleiding van de discussies bracht de heer Van Woelderen op verzoek van den voorzitter eene zoodanige redactie-wijziging in zijn voorstel, dat in plaats van Ged. Sta ten uit te noodigen tot het aanwenden van pogingen, thans zouden uitgenoodigd wor den oin een onderzoek in te stellen of de provinciale stoombootdienst voor particulieren zal kunnen worden geëxploiteerd. Tegen dit onderzoek verklaarden zich 16 leden, terwijl 23 afgevaardigden er hunne goedkeuring aan hechtten. liet debat over de stoombootdienst trad nog een ander stadium in en wel naar aan leiding van eene vroeger door den heer Hcnnequin gedane vraag betreffende bevor dering van den Zondagsrust. Het was de heer Van der Beke Callenfels, die de vraag aan Ged. Staten voorlegde of het niet mo gelijk zoude zijn om in de regeling van den dienst zoodanige wijziging te brengen, dat op Zondag 2 of 3 reizen op liet midden van den dag van liet traject Vlissingen-Brcskens zoude kunnen worden opgeheven. Wanneer des morgens tweemaal en des bekeek van uit het midden der straat de zeer liooge achtermuren van zijn huis en de naburige gebouwen. Twee manshoogten juist iiovcn hem was een open venster, dat toe gang gaf tot den hooizolder. Dat een uicnssh zoudcr ladder daar kon binnenkomen, was onmogelijk. „Daar zal de kerel zich bij zijn vertrek hebben laten afzakken," bromde Carl- sen. Hij ging dicht naar don muur. Juist onder het venster was, vermoedelijk omdat daar het hooi voor den hooizolder gebracht werd, een kleine plek gras. Hij onderzocht het zorgvuldig. Duidelijk vertoonde zich het afdruksel van twee hielen. „En hierriep hij opgewonden uit, terwijl hij zich naar een schitterend voorwerp in het gras bukte. Hot was een zijner zeldzame zilveren munten, die hij opraapte. „Zie zoo," zei hij „nu weten we waar de dief in- en uitgegaan is. Het voetspoor in het gras was echter het eenige, dat hij kon ontdekken. Aan de overzijde van den weg zag hij weer twee voetsporen, in de richting van de met vruchtboomen begroeide weide. Slechts een huis van het dorp, afgezonderd van alle ove rige, lag iu deze richtingdikke rook ver hief zich uit den schoorsteen. Het was de avonds eenmaal gelegenheid om naar Brcs- kens terug te keertn bestaat, dan bleef cr z. i. nog gelegenheid genoeg over voor het verkeer. Zoodoende zou men aan het per soneel eenige Zondagsrusl kunnen geven. In den dienst op Ter Neuzen zijn des Zondags beperkingen gemaaktkan dat met dien op Breskens ook niet gebeuren Naar oordeel van den heer Callenfels zou vail half 10 vóór tot half 5 nh den middag de dienst wel kunnen rusten en dan kon het personeel dien tijd naar eigen meening besteden. De heer Hammacher geloofde dat er geen enkele reden was oiu verandering in den dienst op Zondag te brengen. De beman ning der booten zal toch ook wel op tijd haar vrijen Zondag hebben. Hij meende er tegen te moeten opkomen Jat in het belang van hen, die in dienst der exploitatie zijn, de belangen van hen, die reizen, worden ge schaad. Deze leven ook in een vrij land en ook zij kunnen hunne eisohen doen gelden. Er zijn werklieden te over, die hun rust op andere wijze zoeken dan op de manier door den vorigen spreker bedoehl zij willen bijv. Zondags hunne familie eens bezoeken en hem is het bekend dat in het de district velen den Zondag benuttigen om hunne familie op IValchwen te bezoeken. Mon wijst altijd op menseden, die in dienst der exploitatie zijn, om daarmede de belan gen van anderen te verkorten. Laat men als men een vrijen Zondag wil geven doen als sommige ondernemin gen, bijv. de tram Breskens-Maldeghem, en het personeel zoo sterk maken, dat een deel vrij van dienst kan gesteld worden. Hij smidse. Carlsen's voorhoofd fronste zich nog meer. Hij keerde naar huis terug en be gaf zich naar den hooizolder. Als hij ge hoopt had ook daar sporen van slijkerige voeten te vinden, zoo vergiste hij zich. „Daar heeft hij dus kousen aangetrokken," zeide hij. De weg van den hooizolder »aar het bijzondere vertrek van den schout was ge makkelijk te vinden. Carlsen begaf zich nu onder zijn volk in den hof en wees elk zijn werk aan. Een der knechts beval hij een paard te zadelen, om Bennings, den paardehandelaar, te gaan afbestellen. „Ge hebt toch nagezien, dat do paarden zich van nacht niet losgerukt hebbeu," zeide hij zacht tot Jensen. „Zeker, mijnheer," antwoordde Jensen, „daar ben ik ook niet bang voor. De jonge slotenmaker heeft verleden week alle sloten en het siuidswerk in den stal r.agezien en vernieuwd," „Wie F' vraagde de schout met ionkeleu- de oogen. „Wel, de jonge slotenmaker, hij heeft hier die mooie stevige ringen aangebracht en xlit en dat, die verstaat zijn handwerk „Ja, heel goed," meende Carlsen. „Ge heeft niets tegen Zondagsrust, maar men moet ieder vrij laten dit op tijne manier le doen. I)c heer Van der Beke Cal'enfels kwam er nogmaals op terug, door mede te deelen, dat de middagreizen weinig opleveren. Daarom achtte hij het ook in 't belang der provin cie het aantal reizen te bekrimpen Men mag ook wel eens iets doen voor meusehen die van den vroegen morgen tot den laten avond steeds aan 't werk zijn. De lieer Van Roinpu sloot zieli bij den vorigen spseker aan. Hij kon het maar niet verkroppen dat het 4e district een pielereu- tie boven liet 5e district genoot, doordat te Breskens des Zondags de dienst iiiet, die op Ter Neuzen wel beperkr was. IjT dit geval was geen gelijkheid betracht. Door den heer Buteux werd opgemerkt, dat door de equipage over het algemeen geen Zondagsrust wordt verlangd. Van dit ver- laugen althans is niets gebleken eu dit is meermalen aan de Staten medegedeeld. In dien op Zondag verlof verlangd wordt, dan wordt zulks door den Directeur verleend, omdat zulks de dienst niet schaadt, want de equipage kan steeds aangevuld worden uit die, van de boot welke buiten de vaart is. In verband met contracten met. de posterijen is het onmogelijk het aantal reizen op Bres kens te verminderen, De hoeren Van Rompu en Van der Be ke Callenfels waren met deze toelichting blijkbaar uog niet voldaan, want wijl eerst genoemde zich niet kon begrijpen dat, waar de bemanning de Zondagrust niet verlangt, deze toch voor Ter Neuzen wordt ingevoerd. wildet me zeker verrassen, terwijl ik uit was. Heeft hij in huis ook de sloten nagezien „Ik geloof van jade huisknecht heelt me zoo iets gezegd," antwoordde Jensen. „Maar die is nu niet thuis." Carlsen spoedde zich naar zijne, kamer. Daar stond eene oude kast, die altijd zeer los gestaan had. Zij stond nu met vier ij zeren krammen, om zoo te zeggen, paalvast. „Heeft de jonge slotenmaker ook die mooie krammen gemaakt, terwijl ik met Anna in de hofstad was vraagde Carlsen aan de oude Marie. „Ja, mijuheer, dat is een dege lijk mensch," voegde de oude er bij. „Dat schijnt zoo," zeike Carlsen, nam hoed en stok, floot Buil en verliet zijn huis. II. Sedert eenige maanden was de smederij van het dorp, waaraan ook van oudsher liet slotenmaken verbonden was geweest, in ban den van den tegenwoordigen eigenaar over gegaan. De smidsfamilie, die van geslacht op geslacht de smederij had bezeten, was met den ouden man, aan wien Carlsen nog gedacht had, toen hij zijne verroeste sloten

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 1