voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
in den fioolhof des levens.
No. 127.
Zaterdag 3 Maart 1894.
3e jaargang
FEUILLETON.
1IEUW8BLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika 2.00 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
ADVERTENTIE PR IJ S:
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskem.
Het rapport over de Weesinrichting
te Neerbosch.
üe paedagogische subcommisssie heeft een
opgave gevraagd en ontvangen van de per
sonen, zoowel van het personeel als van de
verpleegden, die Neerbosch van 1888 tol 1892
hebben verlaten. Zoodoende heeft zij hier en
daar een greep kunnen doen en heeft elk
der leden in bijzondere gesprekken met een
of meer dezer personen zich zooveel mogelijk
op de hoogte der toestanden gesteld. Dit
schoen doelmatiger dan het roepen voor de
geheele subcommissie.
Voorts werd, hoewel de meeste leden Neor-
bosch uit eigen aanschouwing kenden, een
gemeenschappelijk bezoek aan de inrichting
gebracht, en ten slotte de bekende advertentie
iu de dagbladen geplaatst.
„V erder te gaan, en het personeel, dat thans
nog onder den directeur werkzaam is, of de
weezen, die verpleegd worden, met vragen
lastig te vallen, oordeelden wij minder raad
zaam," vervolgt de commissie. „Men zou hun
getuigenis allicht voor min of meer partijdig
gehouden hebben; daarenboven had het gezag
van den directeur onder zoodanige verv ulling
onzer taak, ernstig kunnen lijden. Slechts in
zeer enkele gevallen maakten wij op dezen
regel een uitzondering. Evenmin achtten wij
het noodig van onzen kant de schrijvers der
brochures als getuigen op te roepen. Wij
moesten wel aannemen, dal al hun bezwaren
in die geschriften reeds in den breede waren
ontwikkeld; tot nadere toelichting was voor
hen door onze algemeene oproeping de ge
legenheid natuurlijk opengesteld, maar hiervan
NOVELLE VAN
MO RIT Z LIL IE.
VI.
Er zullen niet veel menscher. gevonden
worden, die niet eenmaal in hun leven voor
een beslissend vraagstuk geplaatst worden,
van welker goede of verkeerde oplossing de
toekomst der in de zaak betrokkenen af hangt.
Vaak beslissen talent, neigingen en stand van
fortuin, niet zelden ook laat een gelukkig
toeval de juiste oplossing vinden.
Ook in liet leven van Robert Stem was
dit keerpunt aangebrokenhij liet de weten
schappen varen en wierp zich in de armen
der kunst. De dag van zijn eerste optreden
in den Stadsschouwburg te T. was vastgesteld
en de gewezen student was in dc plaats
zijner toekomstige werkzaamheden aangeko
men. Voor zijne eerste rol, waarin hij zou
hebben zij geen gebruik gemaakt."
Wat de te onderzoeken leiten betreft, de
commissie achtte het niet mogelijk noch ge
heel afdoende zich te bepalen tot de feiten
die bij haar optreden reeds in de brochure
waren vermeld. Niet mogelijk omdat b. v. van
enkele daar genoemde personen het verblijf
niet is op te sporen of te bereiken, anderen
overleden zijn, en de getuigen ver zijn te
zoeken. Niet afdoende omdat, ook al bicken
vele feiten getrouwelijk mededeeld, tegenover
de schaduwzijden, lichtzijden in het geheel
niet zijn aangewezen, en toch ook deze moeten
worden gekend, wil mtn een onpartijdig Oor
deel Vellen.
Aan de getuigen-verklaringen-zelf kon niet
altijd evenveel waarde worden gehecht; som
migen waren blind voor gebreken, anderen
hadden een besliste voor-ingenomendheid tegen
de inrichting. De woorden van een getuige
„het is vreeselijk moeilijk een billijk oordeel
over de weesinrichting te Neerbosch te vellen"
maakt de commissie dan ook tot de hare.
Overigens, zegt de commissie, heeft de stich
ter zich van den beginne af op het stand
punt geplaatst, dat hij van Ncerbosch niet
wilde maken een model-inrichting, die aan
hooge eischan zou voldoen; hij wenschte zijn
verpleegden te brengen in eene omgeving,
die zoo min mogelijk afweek van de omge
ving der arme gezinnen, waar de kinderen
waren grootgebracht, en die nog iets minder
aantrekkelijk moest zijn dan wat hen in hun
later leven wachtte, opdat zij dan bevrediging
in hunnen werkkring zouden vinden. Deze
opvatting, zegt de commissie, is zeker niet
onmenschkundig. Zijn beginsel verdient de
optreden, had hij de met bijzondere voorlief
de bestudeerde partij van den markies Posa
in Schiller's „Don Carlos" gekozen voor
oen nieuweling een koen waagstuk. Maar
den voor 't eerst openlijk optredende bescheen
een gunstig gesternte; reeds na het eerste
bedrijf gaf het gehoor, dat in menigte op
gekomen was, levendige tecker.cn van toe
juiching en klonk er een stormachtig geroep
om den markies Posa. Bijna met geweld
moest de tooneslbestuurder den jongen kun
stenaar op het tooneel dringen, om aan het
verlangen van het publiek te voldoenRo
bert echter had het gevoel, dat hij in dit
beslissende uur zijns levens den grondslag
voor eene eervolle toekomst gelegd had. In
eene opgewekte stemming, verheugd over de
overwinning, speelde hij zijne rol tot het
einde toe, en bracht door zijn weldoor
dacht spel het gehoor in zulk eene opge
wondenheid, dat het hem telkens en niet het
minst na het laatste bedrijf met steeds toe
nemende geestdrift terugriep. Dc directeur
en de meeste tooneelspelers wenschten den
voor het eerst opgetredene geluk met zulk
een voor een nieuweling ongehoorden uitslag,
en de gelukkige ionge kunstenaar bemerkte
aandacht en h. i. waardeering. Zij aarzelt
dan ook niet zich op het standpunt van den
directeur te plaatsen, en daarvan uitgaande
haar indrukken van Neerbosch weer te geven.
In 't kort komen deze hierop neer
Reiniging. Zindelijkheid en netheid la
ten in vele opzichten weinig te wenschen
over. Bij ons bezoek was ons oordeel daar
over eenstemmig. Daarmede gaat echter een
groote eenvoud gepaard, ook in de bevredi
ging van de mateneele behoeften. Van ver
schillende zijden kwamen kluchten, dat de
wekelijksche verschooning niet bevredigend
is. Een aantal kinderen wordt in kuipen
gewasschen, zonder dat men intusschen tot
verver3chiug van het water overgaat, en het
afdrogen gaat uiterst gebrekkig. Onreinheid
door wandgedierte vertoont zich nu en dan.
Voeding. Groote eenvoud kenmerkt ook
deze. In hoeverre meer afwisseling in het
menu wenschelijk is, venschen wij niet te
beoordeelen. Een vriend der inrichting deel
de ons mede, dat op warme zomerdagen eeuig-
zins beschimmeld brood was voorgekomen.
Wij houden ons overtuigd dat de klacht
omtrent onvoldoende voeding ongegrond is.
K 1 e e d i n g. Deze maakte een gunstigen
indruk. Slechts enkele getuigen klaagden.
Slaapzalen. Hier is in vele opzichten
verbetering èn noodig èn mogelijk. Het
toezicht moet gebrekkig zijn. De verlichting
laat te wenschen over. De inrichting en
plaatsing der privaten geeft aanleiding tot
gegronde critiek. Dc bedden zijn zindelijk,
de matrassen van zeegras goed in orde, op
de dekking hadden wij geen ernstige aan
merkingen. De onreinheid, die men hier
het niet, hoe de gladde woorden der geluk-
wenschenden inut boosaardige blikken van
haat en nijd gepaard gingen.
Malwine Tautenberg had in eene afgeslo
ten en overdekte zitplaats de voorstelling
bijgewoond; nu betrad ook zij het tooneel
om den nieuwen ambtgenoot geluk te wen
schen. De trotschc, edele verschijning der
zangeres maakte op Robert een machtigen
indruk, en de innemende vriendelijkheid en
lieftalligheid, waarmede het jonge meisje aan
zijn geluk deelnam, maakten hein verward,
zoodat hij, die buiten zijn eenvoudig, na
tuurlijk Geertje geene kennissen onder de
daines bezat eu daarom de gewone losheid
voor het gezellig verkeer miste, door de lof
spraak der kunstenares bijna in verlegenheid
geraakte.
„Naar ik hoor, woont ge even als ik in
de Koningstraat," zeide Malwine, „als ge
het goed vindt, gaan we samen."
Robert boog; deze toenadering der ge
vierde eerste zangeres verraste hem.
„Het zal me oen groote eer zijn," ant
woordde hij een weinig verlegen, terwijl hij
dc kunstenares zijn arm aanbood.
De gewezen student had uit achting voor
en daar bespeurt, vindt haar verklaring in
de oor- en andere kwalen, waaraan sommige
kinderen lijden.
Het opmaken der bedden geschiedt door
meisjes veelal van 1015 jaren, die nog
schoolgaan en vóór hel ontbijt deze taak
moeten vervullen.
Ofschoon de directeur ons verzekerde dat
dit door de oudere meisjes geschiedt, geloo-
ven wij ons aan de verklaringen van de ver
schillende getuigen in tegenovergestelden zin
te moeten houden.
Op het verzoek om inlichtingen aangaan
de de zedelijkheid, ook in verband met de
kribben op de slaapzalen, antwoordde dc
directie dat die zeer bevredigend was, en dat
gevallen ran onzedelijkheid zich nimmer voor
deden. Dat werkelijk de toestand zich zoo
gunstig zou laten aanzien in een kolonie van
lOOll kinderen van eiken leeftijd, kon ech
ter, naar ons oordeel, alleen met recht wor
den gevestigd op een meer stelselmatig on
derzoek.
Evenmin is het onwaarschijnlijk, dat er ge
durende het 30 jarig bestaan der inrichting
nooit onderwijzers of beambten zouden zijn
geweest, die onzedelijkheid met kinderen heb
ben geploegd, of willen plegen. Een leit van
dien aard, elf jaar geleden, is ons bekend.
Het betrof een onderwijzer, die naar ons oor
deel uit de inrichting verwijderd had moeten
worden, omdat de directeur van het feit niet
onkundig bleef.
O n d e r w ij s. Hierover luidt het oordeel
gunstighet ambachts-onderwijs daarentegen
is niet meer dan vrij go:d. De opleiding
der meisjes (voor dienstbode) is te eenzijdij.
zijn vader, wiens afkeer voor den tooneel-
spelerstand hij sinds lang kende, den naam
iSerz aangenomen, en niemand buiten den
directeur was deze omstandigheid bekend.
Hij achtte het ook niet noodig zijne ambt-
gonooten daarover in te lichten.
„Na den gunstigen uitslag van heden,
mijnheer Ncrz, moet u de loopbaan op het
tooneel in het heerlijkste licht toeschijnen,"
nam de zangeres het woord, toen zij zich op
straat bevonden, „maar ge zult ook maar al
te spoedig de schaduwzijde van het kunste
naarsleven leercu kennen."
„Welk beroep heeft zulks niet," zeide Ro
bert. „Ecti bestaan, dat in ongestoord ge
luk, in onafgebrokcue opgeruimdheid en te
vredenheid voorbijgaat, moet spoedig vervelend
worden. Eerst door de tegenstellingen leorc»
we de waarde van het geluk schatten en met
kalmte genieten."
Malwine knikte toestemmend. „Dat is op
zichzedvc waar," hernam zij, „wanneer men
echter met te denkbeeldige voorstellingen
zijn gekozen beroep aanvaart, zoo kunnen
ontgoochelingen niet uitblijven en ze zijn des
te bitterder, hoe ernstiger men zijne taak
opvat."