Binnenland. ra r te represailles. HH. MM. de Koningin en de Koningin- Regentes waren Zondagavond te 5 «re te genwoordig bij don Kerstboom, die in de groote balzaal van het Paleis geplaatst was. Bij die inwijding van bet Kerstfeest waren genoodigd de dames en hoeren, behoorende tot het Huis van H. M. de Koningin, oeni- gc leden der hofhouding, de adjudanten en ordonnance-officieren van dienst, benevens een twaalftal kinderen. Tot kwart vóór achten bleef men bij den van licht stralenden en met kostbaro ge schenken versierden Kerstboom vereenigd. Onder de Kerstgeschenken, die II M. de Koningin ontvangen heeft, behoorde ook een cadeau van Z. M. den Keizer van Duitscli- land. Ieder der genoodigden werd door H1I. MM. met een Kerstgave vereerd. Dinsdag avond 2 Januari a.s. zal een ga- laraout ten hove plaats hebben. De Eerste kamer heeft gisteren de door de Tweede kamer aangenomen suikerwet ver worpen met 22 tegen 18 stemmen. BRESKEXS, 29 December 1S93. Door het postkantoor Breskens zijn gedu rende de le hal ft der maand Dec. de vol— gonde onbekende brieven verzonden, als van Breskeus aan J. Jorens te Amsterdam, en van Schooudijke aan A. le Clercq te Mid delburg. J1 Woensdag ontstond aan de stuur- ketting der prov. boot Zeeuwsch—Vlaanderen die te 11.5D (Gr. t.) van Vlissingen naar Breskens was afgevaren, een defect, dat ech ter spoedig was hersteld. Dezelfde boot liep daarna op het z.g. Plaatje omboog doch bij den wassenden vloed was zij weldra vlot. Ten overstaan van Burg. en Weth. bad gisterennamiddag alhier de aanbesteding plaats van de benoodigde brandstoffen en petroleum, waarvoor werd ingeschreven als volgt voor de steenkolen door N. Valk voor ƒ9.75 per 1000 K.G. en voor de krullen ti ƒ0.06 per mud. Voor de petroleum per 100 liter a ƒ7,95 door J. P. W. Bcsemer en k ƒ7,94 door J. M. II. van de Sande. 'Voor de lamp glazen door J. M. H. van de Sande ik f 0,046 en door J. P. W. Beseuier ik ƒ0,045 per stuk en voor het lampkatoeu ik ƒ0,19 door J. M. H. van de Sande en ik ƒ0,20 door J. P. W. Besemer. St. Kruis. Dc heer A. Zonnevijlle her dacht jl. Zaterdag den dag waarop hij voor 60 jaren zijn loopbaan aanving als ontvan ger der directe belastingen. Onze dorpsge noot, thans te Delft, is benoemd tot ridder der Nassau-orde. De advocaat greep haastig Ret schrijven, be zag het van alle kanten en opende toen den brief. Dtze bevatte het volgende„Weesop uwe hoede mijn weg niet meer te kruisen, ik zou u bezwaarlijk, weer vrijwillig hot veld ruimen." Oudertaekaning en dagteekening ontbraken. „Dat kan onmogelijk mij aangaanzeide da oude heer, den brief nog eenmaal doork iezend en op nieuw het adres onderzoekend. „En toch bestaat er geen twijfel, het adres bewijst dat de afzender me kent." De leeraar nam den brief, bezag het schrift en gaf hem toen hoofdschuddend terug. „Als u de naam en de persoon Tauten- berg niet volkomen vreemd waren," meende hij, „zou men op het vermoeden kunnen ko men, dat deze de afzender is. De vreemde handelwijze van dezen man zou ten minste dit vermoeden rechtvaardigen. Mogelijk staat de brief ook in verband met de eene of an dere gebeurtenis in uwe praktijk." „Dat is aan te nemen; maar het is me onmogelijk uit de duizende gevallen, die ik gedurende do langdurige uitoefening van mijn ambt onder handen gehad heb, juist de?e uit te Tinden. (Wordt vervolgd) Aardoilblirg. Door de bh. S. W. Weis feit, K. L. Reepmaker en J. van den Berg is een uitvoering georganiseerd van de re derijkerskamer, het muziekgezelschap en de hoogste afdeeling der volkszangschool, waar van de opbrengst 'komt ten voordeele der weduwen en weozen van de ramp te Wie- rum. Door genoemde heeren is bij intecke- ning der ingezetenen een bedrag van ruim ƒ125 ontvangen. De opbrengst der havengelden alhier is verpacht voor ƒ1309. Het bleek een belangrijke vergadering dien de leden der afdeeling Oostburg van de Maatschappij lot lev. van landbouw en vee teelt in Zeeland, jl. Woensdag in het ge wone lokaal te Oostburg hielden, te oordee- len naar de groote opkomst en de blijvende belangstelling tot het einde der vergadering. Trouwens het was dan ook niet te verwon deren, wanneer men weet dat tal van benoe mingen, waaronder een viertal voor betrek kingen, opengevallen door bedanken en over lijden. Er bleek ongeveer tienmaal zooveel loden aanwezig te zijn als op vroegere ver gaderingen wel het geval placht te zijn. In zijne openingsrede wees de voorzitter, de hoer I. van Houte, op het groote gemis van kem, wiens vriendschap hij gedurende 40 jaar genoten had, en met wien hij, niet alleen in andere corporation, maar ook in deze vergadering gedurende 18 jaren op de aangenaamste wijze heeft samengewerkt. Dat gemis trof hem op zijn leeftijd zeer en ver gewiste zich dat het allen aanwezigen even zeer zoude treffen. Doch er is niets aan te veranderen. De tijd van komen en gaan heeft zijn gedurig verloop. En al is het verlies voor deze vergadering, voor de geheele af deeling, ja voor elke corporatie groot, toch riep hij der vergadering toe, niet gewanhoopt voor de toekomst, waar Theri ons een kost baar kleinood getrouwe plichtsbetrachting, na liet. Hij bracht nogmaals hulde aan den man, die hem steeds met raad en daad had bijgostaan. De vergadering gaf van zijne instemming met hot gesprokene blijk, door de kernach- woorden van den voorzitter luide toe te jui chen. Door omstandigheden waren van de vori ge vergadering geene notulen opgemaakt. Mededeeling werd gedaan van ingekomen stukken, waaronder verslagen van vergaderin gen van de afd. Zeeland van het Ned. rund vee-stamboek, gehouden te Domburg en van het hoofdbestuur, een advies inzake de jacht wet van mr. De Wit Hamer, eene kennis geving van eene gevoerde correspondentie tusschen het afdeelings- en hoofdbestuur naar aanleiding der grenskwestie, welke voor no tificatie werden aangenomen. Alsnu werd overgegaan tot benoeming van bestuursleden, waarbij de heer Hammacher vroeg of het ter besparing van tijd niet moge lijk zoude zijn om meer dan één persoon te gelijk te benoemen. De voorzitter antwoord de hierop dat, krachtens de statuten der af deeling, zulks niet kan plaats hebben. Tot stemming overgaande, werden herbenoemd de heeren Ch. van Hijfte-de Jaeger, met 102 van de 121, J. Otto Risseeuw met 99 van de 122 en A. A. de Smet met 90 van de 119 stemmeD. Voor de vacature in het be stuur door het bedanken van den heer I. v. Houte, werden 121 geldige stemmen uitge bracht, waarvan de heeren J. de Bruijne- de Die 37, W. C. de Smidt 21, J. L. I. de Bats 11, Antli. Luteijn 10, P. van Hou te 9, I. van Houte 8, J Erasmus 6 en an dere personen minder stemmen bekwamen. Bij de daarop volgende nieuwe vrije stem ming werd de heer J. de Bruijne-de Die be noemd met 74 stemmen tegen 36 op den heer de Smidt. De benoemde, ter vergade ring aanwezig, liet zich de keuze welgeval len. In de vacature, ontstaan door het o- verlijden van den heer Theri, werd als be stuurslid benoemd dc heer M. Lucieer met 74 van de 119 stemmen, tegen 11 en 9 op de hh- W. C. de Smidt en J. A. Neeteson benevens 4 en minder stemmen op andere personen uitgebracht. Voor de betrekking van voorzitter bekwa men de lieeren J. de Bruijne-de Die 49, L. B. Sturm 42, P. Steenhart 9, J. Otto Ris seeuw en L. J. Roggeband ieder 6 stemmen. Bij tweede vrije stemming, waarbij de heeren de Bruijne-de Die en Sturm niet in aanmer king wenschten te komen, werd gekozen d» heer P. Steenhart met 87 van de 116 st. Do heer Steenhart verklaarde zich onder dankzegging voor het in hem gestelde ver trouwen, bereid debetrekking te aanvaarden. Als vice-voorzitter werd herbenoemd dhr. J. Otto Risseeuw met 82 en benoemd als secretaris dhr. M. Lucieer met 90 van de 110 st. Den lieer Lucieer gevraagd of hij de benoeming aannam, gaf deze in ant woord te kennen, dat het geen klein gewicht is, den heer Theri te vervangen, doch met den heer Steenhart als man van zaken, aan het hoofd, aarzelde hij niet deze betrekking op zich te nemen. Hierna werd den heer mr. Hennequin, al gemeen voorzitter der maatschappij het woord gegeven, waarbij hij in herinnering bracht hoe op de jl. gehouden feestvergadering te Tholen aan de enkelen die van den beginne lid der Maatschappij waren, een tastbaar be wijs geschonken is van erkentelijkheid en waar deering aan die veteranen. Door de welwil lendheid van den voorzitter was het hem vergund ook aan een dier weinigen in deze afdeeling het cere-lidmaatschap der maat schappij op te dragen. Het was de lieer M. Luteijn Mazure, die ook op dit oogenblik aanwezig was, wien die zeldzame onderschei ding ten deel viel. Die eigenaardige figuur schrander van oog, ijverig in 't werk gedu rende vele jaren, zooals wij weinigen aantref fen. Zoo schetste mr. Hennequin den heer Mazure, van wien hij hoopte dat de waar deering van het hoofdbestuur voor zijne be hartiging der belangen van de maatschappij, vertolkt in een net typografisch diploma hem een aangename herinnering moge zijn. „Ik ben die ik ban, als van ijzer zou ik durven zeggen. Daartoe heeft de schepping alleen medegewerkt," aldus sprak de heer Mazure, dankbaar voor de tot hem gerichte woorden, wees op de wisselingen der maat schappij, en hoe zij door een ferm woord krachtig is ondersteund geworden. Hij bracht de landbouw van vóór 50 jaren in herinne ring, en kwam daarbij tot de conclusie dat veel thans niet meer deugt wat toen goed was, dat wisselbouw en handelsgewassen op den voorrang staan, maar ook dat veel ge daan wordt aan de verbetering van het vee en dat de kennis van den landbouw en hare aanverwante vakken zich meer en meer uit breidt. Hij hoopte, dat de landbouw nog eens bloeie en vruchten plukke van al wat aan hem wordt gedaan. Hij dankte ook het hoofdbestuur voor do eer hem aangedaan. Den scheidenden voorzitter bracht hij dank voor de genoegelijke dagen, die zij voor den den landbouw hadden doorgebracht. Hij wees op de goede vruchten die de afdeeling on der het opzicht van den voorzittter had ge plukt. Hij eindigde met de hoop, dat hat den voorzitter wèl moge gaan. Daarop nam de heer I. van Houte het woord om afscheid van de vergadering te nemen, ongeveer als volgt „Mijne Heeren Een burgerlijke plicht roept mij elders, waarom ik u thans moet verlaten. Ik ga van hier, maar met weemoed in het hart. Waar ik mijn geachte Theri moet missen en van zijne vriendschap, welwillendheid, raad en daad verstoken ben, meende ik mijne betrek king aan andere krachten te moeten over laten. In die 18 jaar heb ik niet dan met genoegen voor de afdeeling gewerkt. Ook met u, leden van het bestuur was het mij aan genaam samen te zijn, en wees er van ver zekerd, ik zal nog menigmaal mot mijn geest in uw midden zijn. Dat de afdeeling in bloei moge toenemen, dat haar ledental moge ver dubbelen, want het spijt mij dat ik het zeg gen moet, datjniet alle landbouwers lid der afdeeling zijn en daardoor hunne belangen zelve niet hegrijpen. Nogmaals mijn' dank voor uw aller welwillendheid. En hiermede draag ik het presidium over aan den nieuw benoemden voorzitter." Deze woorden werden door de vergadering langdurig toegejuicht. J, Op voorstel van den heer II, do Milliano (li werd den heer I. van Houte het cere-lid- maatschap der afdeeling bij acclamatie aan—]j. gebod en. O, v. A. beschrijft in het Tem. Vblt zijne reis van Ter Ncuzeu naar Breskens op Zondag 17 Dee. II. aldus; Des morgens te 6 ure kwam ik op de prov boot „Zeeuwsch-Vlaanderen" met bestemming naar Breskens. Wegens den mist vertrok- 5e ken wij ongeveer 10 minuten later, De io] kustlichten in onze omgeving waren toen goed zichtbaar, dus 't bezwaar, dat kelijk bestoud, opgeheven. Nauwelijks waren we op de reede, of ee ne nog zwaardere mist dan te voren, kwam opnieuw opdagen. De kapitein, vertrouwen de op de gewone snelheid van zijn schip, meonde na 23 minuien varens, dat we de Spijkerplaat waren gepasseerd, dus de zwar te ton voorhij waren, en stuurde om. Doch zijne berekening faalde, zoodat we ongeveer 300 nieters heneden de ijsboei met full speed op de Spijkrrplaat vlogen. Het water moest nog een half uur vloeien en we hadden dus met recht hoop, bij hoog water vlot te ko- eli menhoe ook voor- of achteruit werd ge werkt, het schip bleef bewegingloos en alle pogingen om in vlot water te komen, bleven vruchteloos; iutusschen trad de eb in en hoopten we, dat men ons van de eene of an dere zijde wel zou komen afhalen. Het was nu dag geworden, de top der plaat werd zichtbaar, en langzamerhand de grlieele plaat. IV anneer wij liet schip hadden kunnen ver laten, zouden wij er hebben kunnen rond— loopen. De sporen, van de pogingen die we aan gewend hadden om in vlot water te komen, waren goed zichtbaar aan de groote gaten, die de zuiging van 'l water onder de rader- kasten had veroorzaakt. Allen, passagiers der 2e klas, begonnen we spoedig over de kou te klagen, waarop de conducteur toe stond ons naar de beter verwarmde le ka juit to begeven, alwaar we dan ook de ge heele tocht onzen zetel namen, steeds wach tende op de dingen, die komen zouden. Intussclien was het middag geworden, het uurtje waarop men gewoon is den inwendi- gen menscli te versterken was daar, en (oen de hofmeester ons zijn voorraad mededeelde, moesten wij vernemen, dat die voor ons 5 passagiers, slechts bestond uit 6 broodjes, een dubbeltjes brood, wat ham. kaas, een weinig koffi» en chocolaad. 't Is te he grijpen, dat we op dieet werden gesteld, zoo dat dien dag mijn rantsoen heeft bestaan uit 2 broodjes, een kop koffie en 1 glas hier. Te 2 uren hoorden wij de fluit van de „Walcheren;" dadelijk werden aanstalten ge maakt om de sloep, die we aan boord had den, gereed te maken. De boot naderde zoo dicht dat de bemanning duidelijk zichtbaar was. Even zoo goed als wij haar zagen, moet men ook ons gezien hebben. In plaats nu dat er pogingen werden in 't werk gesteld om de passagiers af te halen, voer de „Wal cheren" door en liet ons zitten. Des avonds omstreeks 5 uren is dezelfde teruggestoomd, doch door de duisternis niet gezien. Zoo eindigde deze dag, na ons met kaart en dominospel te hebben vermaakt; van de wereld afgesloten, niets ziende dan liet schip waarop we ons bevonden. Met zeer weinig lioop bezield, wachten wij het avondtij af, waarop een 2e poging om uit onze geisoleer- de toestand te geraken zou worden aange wend. De machinist meende met korte stoo, wn ten dan vóór-, dan achteruit te manoeuvree- liten ren, dat het schip zich zou los maken. Op dat oogenblik waren we allen vol span ning, te meer, omdat er zoo weinig hoop was te slagen; men begon, en na 10 minuten voelde men beweging, waarna met alle kracht achteruit gestoomd werd, en zachtjes aan schoven we in 't ruime sop. Een algemee- ne juichkreet deed zich hooren, en al belet te de mist ons dc reis te vervolgen, we wa ren nu toch vrij. Het anker werd uitge- worpon, in de hoop, dat het dikke gordijn spoedig zou worden weggenomen, 't Was intussclien guur gewordenvermoeid, mat en lamlendig als ik was, vleide ik mij op de. aaisyan- au iro 1 es ac lni iel il nk ui u wa sis Ol s 11 ooi ren en em: tid ileS sic ■ov: ijn i z In *ai in jke moi ard< g in aat.' Ir] ar 8cl n i eetc in ier. De KT TO d are ii ike Bij D'ls z mdi Ten sees koel hc irdt nieti be do vei taagt mkor Na ücliil He c larva ïrklii lOlloc beg

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1893 | | pagina 2