voor Zeeuwscli- Vlaanderen.
to. 114.
Zaterdag 2 December 1893.
3e jaargang.
FEUILLETON.
MoutvestBF van liklust.
NIEUWSBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika f 2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
AD'VER TENTIEP R IJ S
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Hagclverzekerinff.
Men zal zich herinneren, dat sedert ge
inen tijd in het begin van dit jaar
ireven we er reeds over de oprichting
een Algemeene Onderlinge Ilagelverze-
ring-Maatschappij wordt voorbereid en
ds vele invloedrijke parsonen zoowel te
rdrecht als elders, daaraan hun mede-
rking verleenen.
Over deze belangrijke zaak werd den 10
'vetnber te Dordrecht eene vergadering ge
iden, waarin door den heer F. van der
t, namens het voorloopige comité verslag
:d gedaan van hetgeen reeds ter bevorde-
g van de oprichting is geschied,
[n de eerste plaats behandelde hij het
I nloopig reglement, in de tweede de plan-
i, die bestaan om tegen het volgende voor-
r de Maatschappij in werking te doen tre-
i, waaraan hij echter toevoegde, dat bij het
rloopig comité op den voorgrond blijkt te
iti algemeene deelneming over ons geheele
I.
)ver deze beide punten ontwikkelde zich
zeer belangrijke discussie, waaruit bleek,
men zich in hoofdzaak geheel vereenigde
het voorloopig reglement, en men het
i was met het comité, dat het voor de
;nsvatbaarheid van de maatschappij wen-
ilijk is, dat reeds vóór de feitelijke op
ting zooveel mogelijk de medewerking
tregen wordt van de verschillende land-
iv-vereenigingen in ons land, en niet min-
vau een nog grooter aantal grondbezit-
en in den landbouw belangstellenden,
NOVELLE VAN
Fr. ZIMMERMAN.
Jit was het en voorbij. Mijne belofte
ik gehouden, zoo goed ik kon. Van
mtving nive moeder het geldeen vriend
me, een advocaat in de stad, heeft voor
sregelde verzending zorg gedragen. Meer
!e ik niet doen, wilde ik me niet ver-
1.
ran dien tijd af ben ik hardvochtig ge
en en verbitterd, heb ik de menschen
it en mijzelven het meest. Mijn kind
me alleen nqg overgebleven, mjjn Ka-
De domme menigte meende, dat ik hem
liefhad, en hij gelooft het ook, omdat
lm streng opgevoed heb. Zou men het
e, wat iemand het jammerlijke leven nog
;lijk maakt, niet lieihebben? Op hem
ik den trots en alle deugden onzer fa-
overbrengen, maar niet onze gebreken.
dan tot nu toe het geval is.
Verder stelde men op den voorgrond, dat
zooals de voorloopige statuten zijn ingericht,
de hagelverzekering in ons land, voor den
landbouw geen te groote belasting behoeft te
wezen, maar men ontveinsde zich ook niet
dat de gedrukte toestand waarin deze ver
keert, het noodig maakt, dat landbouwer en
landeigenaar elkaar de hand reiken.
Hoe daartoe te geraken
De heer De Bruine van Zwijndrecht stel
de aan het eomité voor om eene bepaling in
het reglement te maken, waarbij de vorming
van een fonds wordt beoogd, om bij voor
komenden nood, dadelijk leniging te kunnen
brengen.
De heer mr. Crena de Iongh wensclite
ditzelfde doel te bereiken op eenigszins an
dere wijze dan de vorige spreker, terwijl de
heeren van Bilderbeek, J. J. Vriesendorp en
Van der Eist hoewel het practische beginsel
van de beide gegeven wenken voelende, ec-
nigen angst opperden over de uitvoerbaarheid,
daar het voor een directie van een onderlin
ge maatschappij altijd hoogst moeielijk zal
blijven om geleden schade of een deel ervan
te vergoeden vóór de tijd verstreken is, dat
er zich nog nieuwe schaden kunnen voor
doen, terwijl de heer Bilderbeek er speciaal
op drukte, dat van een gewas, dat van hagel
heeft geleden nog zeer veel kan terechtko
men, zoodat men voorzichtig moet zijn met
gedeeltelijke afbetalingen.
Over dit punt werd ten slotte goedgevon
den om vóór eene te Utrecht te houden al
gemeene vergadering met de overige leden
vau het voorloopig comité te confereeren.
Ik wilde den toorn en de eigenzinnigheid,
die zich zoo vroeg in den knaap vertoonden,
breken. Het is mij niet gelukt, bloed blijft
bloed, dat verloochent zich niet, en alle
Krantzen breken liever, dan dat ze buigen.
„Uw aanblik kon ik niet verdragen Anna.
Als ge me aanzaagt met uwe groote, ernsti
ge oogen, dan was het me, als zag ik den
stervenden blik uws vaders.
„Oordeel nu, meisje. Ik heb uw vader
het leven ontnamenhij heeft mij meer ont
roofd, veel meer, want een vreugdeloos een
zaam bestaan is het verschrikkelijkst wat
men zich denken kan. Spreek het scherpste
vonnis over mij uit, als ge het vermoogt, ik
buig mijn grijs hoofd, ik heb niets meer te
verliezen. Daar ligt mijn Karei. Ook hij
heeft zich van mij afgekeerd; als hij gezond
wordt, zal hij mij verlaten en u volgen; dan
ben ik geheel alleen."
De gewonde sloeg de oogen op en strek-
to zijne bevende hand naar den oude uit.
„Arme, lieve vader, ik blijf bij ufluis
terde hij met zwakke stem.
De houtvester sprong op en zonk toen,
door vreugde en smart overweldigd, neer aan
het bed zijns zoons.
Het spreekt vanzelf dat in den kring van
deze vergadering de vraag gedaan werd
„Zal men overal, ook op zoovele plaatsen
waar het sedert mensehengeheugen nooit ha
gelde, willen medewerken
De heer Van der Eist antwoordde daarop
dat het comité zich niet kan voorstellen, dat
reeds binnen korten tijd de geheele oogst van
ons land, een waarde van ongeveer 35 mil-
lioen vertegenwoordigende, tegen hagelslag
zal verzekerd worden, maar wel, dat, wan
neer liet onzen landbouwers financieel maar
eenigszins mogelijk is, zij grootendeels tot de
verzekerings-inaatschappij zullen toetreden,
terwijl hij verder aanvoert, dat naar de over
tuiging van een bekende specialiteit op weer
kundig gebied geen enkele streek van ons
land in die gunstige omstandigheid verkeert,
dat zij nooit door een hagelramp zou kunnen
worden geteisterd.
Op een vraag van den heer Verbroek van
Xieuw-Beijerland, of de verzekeringen jaar
lijks vervallen of doorloopend zijn, antwoord
de de heer Mr. II. J. M. Tijssens, dat het
voorloopig reglement in beide gevallen voor
ziet, wat z. i. zeer wenschelijk is, daar vele
landbouwers, vooral vlasboeren, een gewas
slechts voor één jaar koopen, terwijl art. 22
tevens ruimte laat voor doorloopende verze
keringen van dien landbouwer, die zijn ge
heele gewas doorloopend wil verzekeren.
Ten slotte werd aan het voorloopig Comi
té in overweging gegeven om, ter voorberei
ding van een algemeene vergadering, in U-
treclit te houden, aan een groot adtttal in
vloedrijke personen uit alle streken van ons
land een schrijven tc richten, waarin de plan-
„Mijn zoon ge leeft ge zijt me weer
gegeven?"
„Ik heb alles gehoord, vader. Reeds bij
den aanvang uwer bekentenis kreeg ik mijn
bewustzijn weer; als in een droom vernam ik
uwe stem, steeds klaarder en duidelijker. Ge
hebt veel geleden, arme vader, veel meer
dan ge verdiend hebt. Ik verlaat u niet."
De oude had zijn gelaat in het kussen
verborgen; hij beefde over zijn geheele li
chaam.
„En ge bemint uwen vader?" riep hij.
„Ge zijt niet toornig op me, omdat ik hard
vochtig en streng tegen u geweest ben?"
De zieke schudde zacht het hoofd.
„Ge hebt gehoord, wat ik gedaan heb, en
ge vervloekt me niet?"
„Neen vader, ik niet." Hij vestigde zijue
oogen smeekend op Anna, wier trekken haren
inwendigen strijd weerspiegelden, en zocht
hare hand te grijpen. Zij trok zich echter
terug.
„Vergeef gij ook?" filuisterde Karei.
„Ge hebt in woesten toorn en ondoordacht
gehandeld," zeide zij ontroerd, „en hebt er
zwaar voor geboet. Ik haat u niet, want ik
kan ook mijn vader niet vrijspreken van
nen tot definitieve oprichting worden toege
licht, en van het alhier besprokene in 't
kort mededeel ing wordt gedaan.
De heer Van der Eist verklaarde, dat
zulks ook geheel in de plannen van het Co
mité lag, en wensclite hij bij dat schrijven
te mogen voegen een van zooveel handteeke-
ningen mogelijk voorziene circulaire van on
geveer den volgenden inhoud
„De ondergeteekendenkennis genomen
hebbende van de mededeelingen van den heer
Fvan der Eist, lid van het voorloopig co
mité eener Nederlandsehe Onderlinge Hagel-
verzekcring-Maatschappij, verklaren
dat zij met belangstelling van de plannen
van het voorloopige comité kennis namen,
en zij zich met de beginselen van het voor
loopig reglement geheel kunnen vereenigen
dat zij de oprichting van een Onderlinge
Hagelvcrzekering-Maatschappij in het belang
van den landbouwer zoowel als van den land
eigenaar vinden
dat zij zich voorstellen om, zooveel het in
hun macht is, de op te richten Maatschappij
te steunen en aan te bevelen, opdat deze,
door de medewerking van zoovelen mogelijk,
zal kunnen beantwoorden aan het doel, waar
mede zij opgericht wordt.
De billijkste verzekering tegen Ilagelscha-
de.«
De aanwezigen verklaren zich gaarne be
reid deze circulaire te onderteekenen, waarna
de vergadering gesloten wordt.
schuld, maar hel is me onmogelijk verzoe
nend de hand te drukken, die mijn vader
gedood heeft."
„Anna," riep Karei, zich met inspanning
half oprichtend, „bedenk wat uw vader den
mijne ontroofd heeft."
„Ik denk daaraan. Hem nam de dood
weg, hij kon, hetgeen hij misdaan heeft, niet
goedmaken wat hij u ontroofd heeft, kan
k u niet weergeven."
„Ge kunt het, Anna. Word mijne vrouw,
vergeet den haat onzer vaders, en laat de
liefde der kinderen te niet maken, wat de
ouders misdaan hebben." Hij beproefde nog
maals hare hand te vatten, terwijl hij zijne
rechterhand in die zijus vaders gelegd had.
Daar werd de deur geopend en tegelijk
met tante Tine verscheed de [krachtige ge
stalte van den molenaar in de deur. Allen
richtten hunne blikken op den binnenkomen
de.
Holzegger bleef ootmoedig met gebogen
hoofd aan de deur staan.
„Houtvester," zeide hij zachtjes, „heb mee
lijden met een vader, wiens hoofd door zijn
eigen zoon met schande bedekt is. Breng
me niet voor het gerecht, bid ik u ter wil-