voor Zeeuwsch-Vlaanderen. $e Houtvester yan iiklust. Herhalingsonderwijs. [o. 113. Zaterdag 25 November 1893. 3' jaargang. FEUILLETON. NIEUWSBLAD ABONNE M E N T S P II IJ S Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents. Voor Amerika 2.00 per jaar bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. A 1) V E R T E N T I E P 11 IJ S Van 1 tot en met 4 regels 25 cents: elke regel nicer 5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdag-nam. 1 ure. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens. Herhalen is de moeder van het weten. Het was cciie schoone gedachte van de vorderaars van het onderwijs om aan te ingen op de invoering van het herhalings- «lcrwijs. Dat dit waarlijk prijzenswaardige nkbeeld, vooral op het platteland zoo wei- g aan de verwachtingen zoude voldoen, is zeker wel niet te voorzien. Er open- art zich als het ware een strijd tegen liet irhalingsonderwijs, waartoe de niet-deel— ming liet wapen is om liet geven er van mogelijk te maken. Van waar die strijd? ui waar die hopeloos weinige belangstel- ig? zult ge vragen. Hut antwoord, dat arop gegeven dient te worden, moet men als een treurig verschijnsel beschouwen, aimeer wc vermoeden, dat deze hoofdzakelijk vervat in een zekere trots, een verregaan- t hoovaardij, om tusscheu dc schoolbanken laats te nemen, wanneer men denr kinder kou reeds ontwassen is. He bewering, op ilS-jarigen leeftijd genoeg te weten wat nodig is voor het handwerk, dat met die arm wordt aangeleerd of reeds beoefend orilt, is een uitvlucht, die niet steekhou- (iid is. Wat in de schooljaren wordt gc- itrd ontvalt wel is waar niet gemakkelijk, laar ontegenzeggelijk vergeet inen vele za len even vluchtig als men ze aanleerde, en iet het minst die, waarin liet geheugen de Hofdrol speelt. Neen, alleen door herhaling, 00, NOVELLE VAN Fr. ZIMMERMAN. 1 Hij haalde zwaar adem. „Ja te fijn, urom moest zij sterven. Ik had ze vroe- it altijd behandeld als een jong kind; zoo ad ik ze verzorgd en verpleegd. Maar nu ik de oude niet meer. Als ik tehuis nam, dan schertste en lachte ik niet met aar, zooals vroeger. Ik was dan moe en gemat en daarenboven barsch en toor- 'g over den ongunstigen uitslag. Dat kon larie niet verdragen en ik zag het en on het toch niet veranderen cn toen, aeisja, toen lieb ik gezworen, dat ik dengeen, ie van dat alles de oorzaak was, geen par ui zou geven, wanneer ik hem snapte, »Toen brak er een heldere Novembernacht n. Mijne vrouw lag ziek te bed en ik °n niet bij haar blijven ik moest naar niten, het spoor na van den wilddief. Woc- door nog eens te lnoren wat men reeds ge hoord heeft, door nog eens te lezen wat men reeds gelezen heeft, krijgen de indrukken eeli vasteren vorm, schept de geest beelden van eigen bevatting cn wordt het oordeel ge zonder, helderder en scherper. Ja, het her halen strekt den niet-weters tot leering, den halfweters tot verbeterini; en den weters tot O bevestiging. Vergelijkt men liet onderwijs van vroeger dagen met dat van thans, dan komen we tot de overtuiging, dat we ook op dat gebied met rcuzenscli reden zijn vooruitgegaan. Gaar ne geven we toe, dat tegenwoordig op de lagere scholen in verschillende vakken on derwijs ivordt gegeven, dat voor menigeen uit den aard van zijn beroep, dat hij op lateren leeftijd zal uitoefenen, vrij wel overbodig is. Maar aan den anderen kant, kunnen we de meening van soininigen, dat juist dnor de invoering van die overbodige leervakken, het meest noodige onderwijs schade lijdt, niet deelcn. De groote verbeteringen en de tal rijke vereenvoudigingen, die van lieverlede in de leerwijze van de hoofdvakken, die in het dagelijksche leven het meeste nut af werpen, zijn gebraeht, hebben liet mogelijk gemaakt, dat voor de bijvakken, die zoo nu en dan een plaatsje op den rooster kregen, cenige tijd kou worden ingeruimd, zonder aan liet hoofdonderwijs afbreuk te doen. Nemen we echter voor een oogsnblik aan, dat liet noodzakelijkste onderwijs minder vruchtbaar is, doordien de bij- cn luxe-vak ken ook hun aandeel erlangen, dan wijzen we dien pessimisten op hot hoogst nuttige herhalingsonderwijs, cone gelegenheid, waar- dend liep ik door het bosch. Daar hoor ik, juist toen ik op den Barrenberg kwam, iu het dal een schot vallen. Dat moest de strooper zijn ditmaal had ik hem zeker. Ik kwam iu het dal, ik weet niet hoe. Ik zag hem in een klein kreupelboschje. Ilij had den geschoten bok daarheen gesleept, en was juist voornemens hem open te snijden. Ik riep hem toe, maar niet lang het bloed steeg mij naar het hoofd hot was of er een nevel over mijno oogen lag buiten mijzelvon van woede sprong ik op hem toe, Hij boorde mij en keerde zich verschrikt om -ik zie het nog, hoe ontstold hij mij aan staarde. Daar viel mijn schot 011 mijn ko gel trof hem midden in het hart. «Midden in het hartEerst toen hij voor mij lag, zijne brekende oogon aanklagend op mij gericht, verdween mijne blinde woede en het berouw greep mij aan." «En die wilddief dat was mijn va der?" vraagde Anna met flauwe stem. Haar hoofd was op hare borst gezonken. Zij had in dit oogenblik veel verloren. Het heeld des vaders, dat steeds rein en zonder smet in haar geleefd had. verscheen haar plotse ling in een ander licht dan vroeger, bevlekt, van ieder die de school bezocht heeft, ge bruik mag maken. We zien, dat de gelegenheid ruim genoeg is opengesteld, doch tevens ook, dat menig ruim schoollokaal schittert door afwezigheid van weetgierigen. November is iu 't landde dagen wor den korter en menige arbeid moet wegens dc vroegtijdig invallende schemering spoedi ger worden neergelegd. De lange avonden worden niet zelden iu ledigheid doorge bracht, vaak ook wordt die kostbare tijd aan hoeken van straten verbeuzeld en u.et niets waardige, walgelijke praatjes gedood, meer malen ook gehuld iu een nevel van tabaks rook en met een drinkglas voor zich brengt men die uren door met kaartspel of biljart- qeue. Het zal ongetwijfeld wel ecu gevoe lige snaar zijn, die is aangetrokken, en mis schien is de trek des te heviger naar mate de waarheidszin, die er in ligt opgesloten, op een hooger standpunt is geplaatst, maar niettemin kunnen deze feiten onloochenbaar genoemd worden. Het is een woudeplek in onze maatschappij, die zonder opoffering uit den weg kon worden geruimd. De tijd kan nuttiger worden besteed. Eisclit het belang van het vak, dat gij, jonge ambachtsman, leert, niet, dat ge u daaraan in den winter avond moet wijden, welnu maakt dan die tijd u ten nutte door liet onderwijs uwer schooljaren, vooral dat wat ge niet volko men meester zijt, of waarin uwe vaardigheid te kort schiet, opnieuw uwe aandacht en be langstelling te wijden. Het beroep uwer keuze, op welk terrein hot zich ook beweegt, cu of ge later optreedt als patroon dan wel of ge verduisterd cn tegelijkertijd verzonk de schitterende sterre der hoop, die eerst nu in hare liofde was opgegaan, in donkeren nacht Nooit kon zij den zoon toebehooren van den man, die tiaar vader gedood had. „Ja kind, die wilddief was uw vader," vervolgde de oude als in een droom. „Van hem hebt ge uwe scherpe, grijze oogen ge- erfd. Ik ging naar huis, en wilde, zoo als mijn plicht was, den opperhoutvester van het gebeurde melding doen. Op den terug weg kwamen me echter allerlei zonderlinge gedachten te binnen, want het onrecht maakt den mensch laf. Wel is waar had ik in de uitoefening van mijn ambt gehandeld en vreesde daarom geen straf maar toch was ik buiten mijne instructie gegaan, daar die het gebruik der wapens slechts toestaat in geval van zelfverdediging. Eene berisping zou ik zeker ontvangen, wellicht werd ik zelfs verplaatst. Bij die gedachte steeg mij het bloed naar het hoofd. Zie, Anna, eene verplaatsing is eene schande, die ik niet zou hebben kunnen verdragen. „En dan mijne arme vrouw, zij had zorgvuldige verpleging noodig, die ik haar het hest in het huis mijner vaderen kon ver- uive goede diensten aan de maatschappij in een minderen rang bewijst, liet eenmaal ge noten onderwijs, dat door herhaling diep wortel schiet, het komt immer te pas, het schaadt niemand. Is het niet een treurige zaak, wanneer men op het eind der negen tiende eeuw, de eeuw van vooruitgang op allerlei gebied, het tijdperk waarin de ge leerdheid als liet ware baar toppunt heeft bereikt, nog door de oogen van een ander zoude moeten zien, bij liet opmaken of lezen van een brief, of bij het berekenen van een of andor rekenkundig vraagstuk in het be lang van uw eigen zaak Aan niemand an ders dan aan uzelveu hebt ge dit te wijten, omdat de gelegenheid ter bekwaming daarin door u is miskend. Het onderwijs, dat de hoofdader is, waaruit alle maatschappelijke wetenschap op elk gebied zich heeft ontwik keld, is een te belangrijke zaak, dan dat het met onverschilligheid mag worden bejegend. Laat ii daarom door geene bijbedoelingen onthouden om uzelven theoretisch en prac- tisch te oefenen in die vakken van het la ger onderwijs, welke iu liet maatschappelijk leven het meeste succes opleveren. Komt dan niet schoorvoetend alsof ge iets misdaan liailt, of alsof ge den onderwijzer zoudt zeer doen, wanneer hij 0111 uwentwil ook avondschool moet houden, neen, de eene mensch is in de wereld 0111 de andere te helpen, dal kan dus niet iu aanmerking komen 0111 de reden uwer niet-declname te billijken. Maar zoo ge van de u aangeboden gelegenheid gebruik wilt maken, kom dan getrouw op, opdat het onderwijs niet vruchteloos zij, cn de onder wijzer er niet moedeloos onder worde. schaffen, want deze houtvesterij is eene der besten in het land. Op eene andere plaats zich af te tobben als eene meid, zich ont beringen te moeten getroosten, zooals andere houtvestersvrouwen ik wist, dat zou haar ondergang zijn Dat alles deed mij het be sluit nemen, mijne daad geheim te houden, liet was de eerste laffe daad in mijn loven. „Ik had immers kunneu aangeven, dat ik mij genoodzaakt had gezien, mijzelven te ver dedigen, dat dc wilddief op mij geschoten Had ja, dit had ik kunnen doen. Wie zou liet tegendeel bewijzen Maar zoo diep was ik nog niet gezonken alles in mij kwam op tegen een leugen, waartoe zich een houtvester van Eiklust nog nooit verlaagd had. „Zoo keerde ik dan weer terug, droeg het lijk van den strooper naar den uitgang van het dal en legde bet daar neer. Zijn ge weer nam ik mee en wierp dat in het moe ras achter Koppenhoogte. Toen ging ik naar huis en liet den reebok liAen ik zcide, dat ik hem zelf geschoten had. „Den volgenden morgen vond men het lijk van Mertens, en het kwam niemand in de gedachte op, dat ik hem gedood had, oindat niemand uit het dorp wist, dat hij uit stroo-

Krantenbank Zeeland

Nieuwsblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1893 | | pagina 1