voor Zeeuwse]l- Vlaanderen.
8e Houtvester van liklusi.
IÉ
No. 99.
Zaterdag 19 Augustus 1893.
2e jaargang.
FEUILLETON.
Fr. ZIMMERMAN.
ABÜNNE M EN T S P R IJ S
Per 3 maanden 40 centsfranco per post 45 cents.
Voor Amerika 2.90 per jaar bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
A D V E R T E X T I E P R IJ S
Van 1 tot en met 4 regels 25 cents; elke regel meer
5 cents. Bij abonnement aanmerkelijk vermin
derd tarief. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdagnam. 1 ure.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavond bij den Uitgever C. DIELEMAN, te Breskens.
Pc in den loop der algemeeiie beraadsla
ging aangekondigde amendementen zijn thans
bekend geworden.
Wijzigingsvoorstellen zijn gedaan
lo. door de heeren Kolkman, Mees en
Koe 11. Zij willen den leeftijd voor het kie-
zerschap stellen op 25 jaren en wenscheu
het kcnteckeu van het in eigen onderhoud
en dat van hun huisgezin voorzien aanwezig
te achten bij wie niet bedeeld is en boven
dien is aangeslagen in de grondbelasting tot
een bedrag van ten minste f 1 of anders
gedurende het laatst verloopen of wel het
aan zijne laatste verhuizing voorafgegaan bur
gerlijk jaar als hoofd van een huisgezin of
als alleen levend persoon als woning in ge
bruik heeft gehad een gebouwd eigendom
ten minste f 1 in de grondbelasting beta
lende af daarvan vrijgesteldof wel een af
gezonderd gedeelte van zoodanig gebouw, dat
de inwonende gezinshoofden en alleen wo
nende personen ieder ten minste f 1 grond
belasting in den gcheelen aanslag betalen, al
les behoudens de jaarlijksche aanvrage tot
plaatsing op de kiezerslijst.
Voor de toepassing der voorgestelde be
palingen worden schepen van tenminste 40
ton inhoud als een woning aangemerkt.
In verband met een en ander stellen zij
voor, van de uitoefening van het kiesrecht
uit te sluiten hen, die hun belasting-aanslag
niet hebben voldaan gedurende het jaar, vol
gende op het belasting-dienstjaar.
2o dooi de heeren Van der Kaay, Van
NOVELLE VAN
„Wat kunnen ze ons aandoen? Wees be
daard, moeder, zoolang ik leef, zal niemand
u eenig leed doen."
„Waarom hebt ge den akker niet ver-
tocht, kind; hij brengt toch al weinig op
sn kost veel arbeid, we hadden er een mooi
stuk geld voor ontvangen en den boer van
ftimlaashof ons tot vriend gemaakt. Ik, oude
vrouw, leef wel niet lang meer, maar voor.
i was het goed geweest. Nu heeft uw on
rerstand alles bedorvenuwe scherpe woor
len vergeeft hij u nooit."
„Klaag niet, moeder. Pe menschen heb-
>en ons nooit iets goeds gedaan en kunnen
laarom van ons dus geene vriendschap
'erwachten, en ik behoef ze niet en wil ze
«k zelfs niet. Hier behooren we even-
;oed als de boer van Eimlaashof. We znl-
I lonten en De Beaufort, die voorstellen het
bezit van één kenteeken van geschiktheid
en van maatschappelijke!! welstand tegelijk,
af te leiden uit een aanslag in de grondbe
lasting van ten minste f 1 of in eeltige an
dere directe Rijksbelasting, uitgezonderd het
patentrecht, /.ij, die in deze categorie val
len, zijn vrijgesteld van een aanvrage van
kiesreeht, en w at aangaat degenen, die daar
in niet vallen, wordt het kenteeken aanwe
zig geacht bij hem, die een aanvraag indient,
ena. door een examen heeft voldaan aan
de eisehen voor de benoembaarheid tot cenig
ambt, voor de vervulling van eenige betrek
king of voor de uitoefening van ecuig beroep
of bedrijf; die eigenaar is van eene inschrij
ving op liet Grootboek van ten minste f 50,
ingelegd in de Rijkspostspaarbank of in eene
andere, spaarbank die als hoofd van een ge
zin of als afzonderlijk levend persoon «edert
een jaar, zonder wegens wanbetaling van
huurpenningen tot ontruiming te zijn ver
oordeeld, ter bewoning in gebruik heeft een
woning, waarvan de werkelijke weekhuur be
paald is op een som in evenredigheid tot
het zielental der gemeente, met dien ver
stande, dat de huursoin in gemeenten van
200000 zielen en daarboven niet liooger ge
steld wordt dan f 2 per week.
Deze voorstellers behouden onder de uit-
geslotenen dc bedeelden en de wanbetalers
hunner belasting.
3o. Door den lieer Tydeman, die met
behoud overigens van de Regeerings-redactie
wil doen uitkomen, dat onderstand noch mid
dellijk noch onmiddellijk mag zijn genoteu,
en die wanbetaling van de belasting voor
len ons niet uit de gemeente laten dringen,
zoolang ik het beletten kan."
„Ja, kind, dat heb ik ook wel eens ge
zegd, maar mettertijd krijgt men andere ge
dachten. Kijk eens, Anna, de boer van Rim-
laashof heeft gelijk; ge krijgt hier nooit een
man, en ik heb u toch in alle eer en deugd
grootgebracht. Dat mijn goede Mertens ook
sterven en ons zoo hulpeloos achtergelaten
heeft!" Zij droogde hare oogen met haar
schort af. „Hij was ongetwijfeld een zon
derling mensch, die het met niemand kon
vinden, en zijne eigenzinnigheid heeft hem
dan ook in liet verderf gestort. Had hij
naar mij gehoord, dan leefde hij misschien
nog en zou het met ons anders gesteld zijn."
Anna was aan dergelijke ontboezemingen
van hare moeder gewoon, zoodat zij er ver
der geen acht op sloeg, maar zwijgend de
tinnen borden op tafel zette.
„Zeg eens, Anna," vervolgde vrouw Mer
tens, „heeft de boer van Rimlaashof u ei
genlijk toch geen goeden raad gegeven Het
zal mij wel zwaar vallen, van ons huisje te
moeten scheiden, waarin ik oud en grijs ge
worden ben, maar om uwentwil moet het
zijn. Laten we naar eene andere plaats gaan,
Rijk er. provincie wenscht te beschouwen als
bewijs, dat het kenteeken van maatschappe-
lijken welstand niet aanwezig is,
4o. Door de heeren Goeman Borgesius,
Ferf, Kerdijk, Pijnaeker Hordijk, Pyttersen,
Rink en Veegens.
Zij stellen voor om veroordeelden wegens
dronkenschap, als missende liet kenteeken
van geschiktheid, vau kiesrecht buiten te
sluitennemen met het Regeerings-ontwerp
aan, dat liet w elstandsteeken bezitten de
niet-bedceldeu, maar bovendien zij, die bij
een gemeentebestuur of burgerlijk armbestuur
geen onderstand hebben aangevraagd.
Met hoofden van gezinnen, in deze termen
vallende, stellen de voorstellers gelijk de lc-
deu van het gezin of de inwonenden gedu
rende de laatst verloopen 6 maanden en hen,
wier namen op de kiezerslijst geplaatst zijn,
zoolang zij op de bevolkingsregisters van de
zelfde gemeente blijven voorkomen. Onder
stand vanwege weldadigheidsinstellingen, door
een tusschenpersoon verleend, wordt geacht
door de liefdadigheids-instelling tc zijn ver
strekt.
Het kenteeken wordt niet geacht aanwe
zig te zijn bij veroordeeld» bedelaars en land-
loopers of wier inwonende vrouw of minder
jarige kinderen deswege veroordeeld zijn en
wel gedurende 3 jaren na de onherroepelijke
veroord eeling.
5o. Door de heeren .E Mackav en Van
Alphen. Voor kenteekenen van geschikt
heid en maatschappelijken welstand stellen
zij voor, aan te nemen het als hoofd van
een gezin voorzien in eigtn onderhoud en
dat van liet gezin. Het bewijs van liet be
waar men ons niet kent, of naar de stad,
waar ge kunt gaan dienen. Daar vindt ge
misschien nog wel een uian voor u eu kan
ik gerust sterven, als ik u verzorgd weet."
„Genoeg, moeder," zei Anna beslist. „Ge
meent bet goed met me; maar als ge me
liefhebt, moet ge niet meer van vertrekken
spreken. Dat mag nooit gebeuren, llier in
de gemeente is onze plaats, en krijg ik hier
geen man, laat me dan in 's hemels naam
maar eene oude vrijster worden. Ik wil dien
rijken boeren, die meenen, dat ze met hun
geld alles kunnen dwingen, nu eenmaal dat
genoegen niet doen, al was het mijn ongeluk.
Ik doe het niet."
„Dat zal liet," zeide vrouw Mertens, be
droefd met haar hoofd schuddend, „bedenk
toch eens, kind, wat er van u zal worden,
als er geen geld meer uit de stad komt."
„Ik heb niets met dat geld op, moeder,"
hernam zij norsoh. „Dat is van u, daar be
hoeft ge niet bezwaard over te zijn. Als ge
eenmaal dood zijt neem ik er geen cent meer
van aan. Zoolang ik dit huisje en ons land
heb, zal ik niet van honger sterven. Daar
om zal alles bij het oude blijven, zooals het
tot nu toe is. Laten we er maar niet meer
wordt volgens hun
zit dezer kenteekenen
voorstel geleverd door
lo voldoening van een Rijksbelasting-aan
slag, of indien men niet in de belasting was
aangeslagen, huisvesting gedurende een jaar
in ecu en dezelfde woning, of woning-ver
andering hoogstens éénmaal;
2o niet-bedeeling van zichzelf, vrouw en
minderjarige kinderen
3d lief-veroordeeld zijn gedurende de twee
laatst verloopen jaren: a wegens landloops'
rij en bedelarij, evenmin als zijne vrouw en
minderjarige kinderen; b wegens dronken
schap; e het niet krachtens vonnis verblijf
hebben gehouden in eene rijkswerkinrichting.
Op liet kiesrecllt-ontwerp zijn nog de vol
gende amendementen voorgesteld
ti Door deu hoer Yalette oiu artikel 6 al
dus te lezen.
„De uitoefening van het kiesrecht wordt
geschorst voor de militairen beneden den
rang van officier bij de zee- en de land
macht, in geval van oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden."
7o Door deu heer Gerritsen.
a om art. 3, laatste zinsnede, te lezen
„Onderstand aan de inwonende vrouw of
minderjarige kinderen, met voorkennis van
den echtgenoot of vader verstrekt, wordt ge
acht door dezen te zijn genoten".
b om aan art. 6 toe te voegen
„in een gedeelte vati het grondgebied des
rijks, dat in staat van oorlog of in staats-
belcg is verklaard."
8o Door den heer Ferf om het woord „meer
derjarige in artikel 1 in den tweeden regel
te doen vervallen, en in den derden regel
over praten, moeder, cu gaan eten."
„Ge zijt even stijfhoofdig als uw vader, en
dat is Mertens zijn ongeluk geweest," zucht
te de oude vrouw. „Maar zooais ge wilt,
kind wie niet naar raad wil hooren, dien
kan men ook niet helpen."
"Juist, moeder maar kom nu eten,"
Anna had nog eene andere reden, die haar
bewoog het aanbod van deu boer zoo stand
vastig van de hand te wijzen. Die zij ech
ter moeder niet kon zeggen. De liefde, die
alle banden had doen springen, die over haar
leven beslist had, gaf haar deu moed voor
haar recht tc strijden tot den laatstcn oogen-
blik. Zij wilde den geliefde ten minste too-
nen, dat zij zijner waard was, al kon zij ook
nooit de zijne worden.
V,
De ondergaande zon wierp hare laatste
stralen door de vensters van de houtvesters
woning. De oude Krantz zat peinzend in
den leuningstoel voor de schrijftafel, onder
steunde het grijze hoofd met de hand en
rookte uit eene met zilver beslagene meer
schuimen pijp, die zijn vader reeds gehad